Zondag 16 December 1900
5 centiemen per nummer.
55ste Jaar 3529
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Opgelet
Alwie zich voor een
jaar aan DEN DEN
DERBODE abonneert,
zal hem van nu tot
Nieuwjaar gratis ont
vangen. Men kan ons
blad vragen in het Post
kantoor waardoor men
bediend wordt, aan den
Postbode die de brieven
brengt, of met naar ons
Bureel te komen of te
schrijven.
Daar ligt het peerd
niet gebonden.
Zeeveren is hun
beste ambacht
DE
GIFTMENGSTER.
1 J) Barakske.
BEKENTENISSEN.
DE DENDERBODE
Uit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 34,
en in alle Postkantoren des bands
Cuique auum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 4,00Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Hoeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 15 December 1900.
Bestaat er Da dit leveD een ander waar
de mensch, volgens zijn verdiensten,
eeuwig gelukkig of ongelukkig is, dat is
de groote kwestie.
De Catholieken zich steunende op den
catechismus, waarop onze geuzen met
zooveel verachting neêrzien, antwoorden
daar beslist op ja onze armtierige Den-
dergalmers integendeel zeggen nu er is
geen hemeldan wij weten het niet.
Om te bewijzen dat zij gelijk hebben
vragen zy ons Waar is de hemel
Om hunne nieuwsgierigheid te voldoen
verzenden wij ben naar het werk van den
pater capucien Hilaire Waar is de he
mel of naar Dictionnaire Apologétique
de la foi chrêlienne door J. B. Jauyey,
art. Ciel.
Is de hemel, de plaats der gelukzaligen
op eene bepaalde plaats der ruimte of is
bü overal dat is door de H. Kerk niet
vastgesteld. Dus mogen, en kunnen de
zienswijzen en meenigen verschillen.
Daar ligt echter het peerd niet gebon
den. De groote vraag isof de hemel
wezenlijk bestaat en daar is geen twijfel
mogelyk. God heeft ons geschapen om in
dit leven Hem te dienen en hiernamaals
Hem eeuwiglyk te aanschouwen. Daarom
heeft hy aan den mensch eene onsterfe
lijke ziel gegeven en alhoewel Hy deD
mensch vry schiep,'t is te zeggen, kun
nende misbruik maken van zijne vrijheid
om het kwaad te stichten, toch heeft God
aan den mensch den plicht opgelegd het
goede te doen en het kwaad te schuwen.
De rechtveerdigheid Gods eischt dat alle
goede werken beloond wordeD eD alle
kwaad gestraft. Dit zegt ons klaar de ge
zonde rede.
Nu indien er geen hemel is, hoe zal
degene beloond worden die zich voor
anderen slachtoffert en in zijn edel werk
het leven verliest
Hoe zal degene gestraft worden die zich
zelfmoordt
Door den lof eu de afkeuring der meD-
scheD 1
Dat zou dus de verhevene zedeleer zijn?
Maar de menschen ooidtelen dezelfle
daden niet op dezelfde wijze. Dus zou het
goed niet altijd beloond en het- kwaad
niet altijd gestraft worden.
Is dat mogelyk
De orde in de samenleving eischt wat
wij uit een doen het bestaan van den
hemel. Allo dagen stippen wij ongehoor
de feiten aan bij lieden die de overtuiging
vau de eeuwigheid hebben verloren. De
criminalisten roepen het luidDe mis
daden vermenigvuldigen omdat men het
begrip van een toekomstig leven verliest.
Ouverscbillig is het waar de mensch be
loond of gestraft zal worden de groote
vraag blijft of dit bestaat, of dit gebeurt.
Als men oprecht is en rechtzinnig de
waarheid zoekt vinden wij de vraag
Waar is de hemel 1 een weinigsken be
lachelijk.
Doen wy het goede opdat wij tot ons
einde zouden komen hetwelk is God
hiernamaals eeuwiglijk te aanschouwen
en het eeuwige geluk te genieten.
Alle middelen zijn goed, schrijft groene
Tie in zijn Land b van 9 december II.
Dat passen zij schoono toe in Klokke
Roeland.
Ziehier wat wij in het orgaan vau M. De
Backer lezen Sparen Wat bittere
spotterny 1 Is het leven van den arme
- geen spareu van den eersten dag tot den
laatste Sparen op de kleeJiog, sparen
op het eten, spat en op het drinken (sic),
sparen op het vermaak, sparen op alles
waar de rijke overvloed aan heeft.
(K. R. 9 dec. 11.)
Zij hebben geeu goed geheugen in
Klokke Roeland. Nog geen twee maanden
is het geleden (<ten 14 october 1900) dat
zij hunne lezers voorsloegen eene spaar-
gilde te stichten met het doel zich de
middelen aan te schaffen om reizen te
doen.
Dus moet men toch kunnen spareu 1
Welnu zonder het reizen af te keuren,
zeggen eu beweren wij dat het beter is te
sparen voor den ouden dag. Rijzen is
nuttig zeker maar kostelijk daarbij. Men
zie van dat genoegeD af en men storite
het op de lijfrentkas en als men oud is
zul men zonder veel zorg en kommer
kunnen leven.
Groene Tie die nu eD dan, volgens
zijne kwinten, ook uitvalt en beweert dat
men niets sparen kanis van ons gedacht
want hij schreef den 28 october - Spa
ren, vriendeneen appelken tegen den
46* VERVOLG.
En toch was dit alles niets in vergelijking
met datgene, wat er volgen zon. Eens, dacht
zij, zal men komen en hem in hechtenis
nemen, hem in de gevangenis werpen hy zal
voor de rechtbank verschijnen waar hij eens
zoo welsprekend het woord voerde. Dan de
gevangenis, debeal, de bijl.
Het is te veel, te veel riep zy uit. Dan
smeekte zij vergiffenis af van haren vader en
eene inwendige stem fluisterde haar toe
Hy heeft slechts n op aarde. Stoot gij hem
van u, dan zal hij alleen woenen. Zijt gij de
beul of de engel.de gerechtigheid of de liefde?
Bedenk, dat gij alles voor hem zijt, dot hy u
bemint. Wilt gy op dit uur van zyu leven
hem het zwaard in de borst stooten O,
schrikkelijke nachten
Maar wat zou ze doen Waartoe beslui
ten Het beslissend oogenblik naderde. De
zittingen werden geopend en spoedig zou
Catharina moeteu verschijnen de gazetten
schreven nergens anders over, kdan over deze
gebeurtenis.
■dorst, is dienstig voor schooier en vorst.
Wij willen nu ook eeos, altijd volgens
dezelfde bronne, 'k wil zeggeu de groene
gazetten, uit een doen waarop men spa
ren kan.
Wij lezen iu Land van Aelst van
24 december 1899, het volgende
Het maandag vieren komt meer en
meer in voege. Vele fabriekwerkers, in
plaats van te arbeideD, slenteren van
d'eene herberg tiaar d'andere en ver-
brassen aldus hun suur gewonnen pen
ningen. Dat is eene slechte gewoonte
voor christene, beschaafde menschen,
het geld aan bier en genever to ver
kwisten, terwijl 't huis dikwijls ouders,
broeders, zusters of kinderen er zitten
naar te wachten.
Iadien men arbeide dan zoudeD die
m tandagvierders huu geheelen pré te
huis kunnen afgeven en indien zij ook op
de lijfrentkas slechts do duurgewonuen
penniugen stortten die zij verbrassen dan
zouden zij in bua ouden dag een fraai
pensioentje hebben dat hun toelaat op
bun gemak televen.
Wy zullen Klokke Roeland doen op
merken dat wij van de eerlijke vermaken
van zondags niet spreken.
Waarom doen de groenen zoo weinig
om die kwaal te bestryden Waarom zet
ten zij hunne lezers en toehoorders niet
aan die slechte gewoonte af te breken en
dat geld voor den ouden dag te 3paren
Zeg, waarom
Op dit terrein zouden zy zoovelo ver
diensten kunnen vergaren, maar dan zou
den zij, in plaats van het volk te vleien,
het moeten berispen enmet azijn
vangt men geen vliegen
AltyJ partijbelang I
Klokke Roeland in hooger bedoeld
artikel sprak bijzonder van de dorpen.
Daar kan men niet sparen l
Om dit bijzonder punt te weerleggen
nemen wij slechts de Volkseeever van
7 december ter band waariu bijzonderlijk
het drinken, de plaag der dorpen, wordt
gegeeseld.
En nu, lezer, wjf dunkt u van die
hansworsten die warm en koud uit eenen
zelfden mond blazeD? Betrouw ze niet
houdt nu barakske. Over wei-
Traf* nige dagen hield hy.een ver-
«T* tooningske te Tamines, gele-
Ëjl'jl gen op 2 uurtjes van Namen.
Entrée, ingang 20 centiemen
per persoon. En avant la
grosse caisse Alle dagen recht naar
Brussel in 2e klas en dan de smakelijke
dinétjes, de lekkere wijoen, de geurige
café en coguackske, de fijne sigaar, de
bobskes en de rest.... Laat de snullen in
Hen Daensp-nniog maar inschrijven voor
10 centiemeD omdat onze merteleer een
pint uitzet zou kunnen drinken. Alle ba
ten helpen toch ook, zy de mug
Eene pen n riep Lachenal. Ik wil
Bchrijven het moet zyn. Zij echter ant
woordde Morgen n Des anderendaags
was zij het weêr, die zyne hand weerhield,
,e de pen wegwierp.
Morgen, morgen, altijd morgen Toen be
sloten beiden, dat het zon zijn binnen
acht dagen Zij bedaarden want zij hadden
acht dagen voor hen. Lachenal beproefde uit
to gaan, maar het gezicht der schoone natuur
lokte tranen in zyne oogen.
De acht dagen waren verstreken de laat
ste naderde onverbiddelijk. Neen, neen
fluisterde Gabriëlle later men zal ook mij
oproepen en ik zal moeten antwoorden ja,
mijn echtgenoot is een moordenaar
Op zekeren morgen zeide haar Lachenal
k Het is geschied.
-Wat?
u Ik heb gesehreven. n
Zij werd doodsbleek doch toen zij hem iu
de oogen zag, zeide zij u het is niet waar
De ellondeling bezat de kracht niet de leu
gen te herhalen.
Welken angst heb ik gehad riep Ga
briëlle.
Maar wat zullen wij dan beginnen
De minuten zijn geteld n
Nooit zal ik den moed hebben u te zeg
gen schryf. Doe het dus zonder my n
Het aangezicht des ongelukkigen bewees
genoeg, dat by niet durfde. Den volgenden
13 Dec. 1900.
proofing van beschikbare geldmid
delen
Redevoering van M. Bethune.
De heer Bethune. Ik was nog
geen lid dezer Kamer toen de wet op de
stokerijen aangenomen werd, maar ik bo-
schouw ze als eene overgaugswet tot vrij
waring van de rechten der kleine stokers,
dio hier steeds ijverig door den heer Tack
werden virdedigd, en wier verdwijning,
voor de negen tienden te betreuren is.
Vooraleer uitspraak te doen zal ik wach
ten tot 'ie Regeering een ontwerp neêr-
om den huidigen toestand te wijzi-
heer Nolf schrijft het verval van de
hopteelt toe aan 't inkomrecht op de
staken, maar de grootste oorzaak er yan is
het onrechtvaardig verdrag met Duitsch-
land.
De heer Collard. En met Frank
rijk.
De heer Bethune. Verleden jaar
reeds heb ik getoond hoe dit verdrag de
hopteelt benadecligd heeft. We moeten
echter wachten tot iu 1903 om de herzie
ning er van te bekomen.
Ik wil thans enkel herinneren wat ons
oud medelid, de heer A. Vanderlinden,
hier verleden jaar, over het vervoer van
tabak per spoor heeft gezegd, 't Is vol
strekt noodig de thans gevergde formali
teiten eenvoudig te maken, in 't voordeel
der landbouwers. Men zou de rechten
moeten kunnen betalen ter statie zelf zon
der zich te moeteD wenden tot de staats-
ontvangers enz. Ook vraag ik of de rech
ten bij de gemeenteontvangers zouden
kunnen betaald en de pleegvormen ver
vuld wordeD.
De wet van 1898 legt zeer drukkende
lasten aan de glucoosfabrioken op en deze
moeten zich aanzienlijke uitgaven ge
troosten om op de hoogte van den tegen-
woordigen \ooiuitgang te blijven. Maar
die werden tegeDgehouicu door liet groot
verbruik der omgezette suiker. Ware dit
bet gevolg van de mededinging, dan zou
er niets tegeD in te brengen zyn, maar de
oorzaak van dien betreureDSwaardigeu
toestand is een kouioklyk besluit van 26
Mei 1900 dat die nieuwe fabrikatic be-
voordeeligt door outlastingeu.
De glucoosfabriekanten vragen ook om
gezette suiker te mogen vervaardigen
doch hooger gemeld koninklijk besluit
verbiedt bun dit. Zoo zijn ze het slacht
offer van eene dubbele onrechtvaardig
heid die des te schrceuwender is daar de
glucoosfabrieken ingericht zijn oa» omge
zette suiker voort te brengen.
Die belofte was bun cogthans gedaan
als vergoeding voor de schade hun be
rokkend door de uitmuntende bepaling
der wet van 1898 die in't belaug der fruit
teelt teruggave verleent der rechten op
de suiker aan de fabrikanten van confiture
eD opgelegd fruit.
Men zou dus aan de glucoosfabrikanten
moeten toelaten de suiker in de fabrieken
zelve om te zetten, mits men zekeie maat
regelen neme die zouden volstaan om het
bedrog te verijdelen. Ik reken dienaan
gaande op de welwillendheid van den heer
minister van financiën.
Tegen hoesten. Kookt 1/4 pond
aan stukken gesneden ajuinen met 1/8
pond honig en 1/4 pond suikor tot een
dikke siroop, wringt hel door eenen doek,
en laat het koud worden. Kinderen geeft
men hiervan 3 lepels daags, volwassenen
wat meer.
M. Goblet d'Aiviella, lib. raai senateur,
maakt in een artikel, onlangs verschenen
in de Revue de Belgique het volgend kon
terfeitsel van de twee groi pen der libe
rale partij
De liberaleu vertegenwoordigen de
voorzichtigheid, het opportunisme, de
overleveriug, den eerbied voor do beko
men rechteu, den reuoeringsgeest... met
eene strekking om altijd te laat te komen.
De progressisten vertegenwoordigen
den drift voor den strijd, den voorwaart-
schen gang, de democratische strevingen,
de ingenomenheid met volbsbclieving, de
overgevoelige zijden der politiek.... met
eene overdreven neiging om zich door de
socialisten te laten sleepen.
Maar ook, wat is er gebeurd M. Go-
biet d'Aiviella gaat het ous zeggen
't Is byna eene alledaagsche waarheid
vau te herhalen dat, zoo talrijke kiezers,
niet lang geleden beschouwd als liberalen,
tot het clericalism zijn overgaan, dat is
omdat onze partij hun onbekwaam schijDt
om den opkomenden vloed van 't socialism
te wederstaan, cu dat, zoo veel auderen
zich door de werkmaospartij hebben laten
bekoren, het is omdat het liberalism bun
tnachtcloos toescheen om de noodzakelijke
hervormingen tot stand te brengen, n
Maar do evenredige vertegenwoordiging
heeft do zaken veranderd en de liberale
partij heeft eene kans om zich weder
sterk te herstellen I
Gaat gij ze laten outsnappen, vraagt
M. Goblet. Dat zij wel oppasse dat het de
laatste zij 1 Indien wij het vertrouwen
van 't kiezerskorps nog eens bedriegen,
is dan niet te vreezen dat het ons dit maal
voor altijd verwerpt, ten einde over te
gaan tot die party en, die weten wat ee
willen eu die werken om hot tot stand to
brengen
In andere woorden
1° De liberale partij heeft reeds kansen
om zich te herstellen, laten ontsnappen
2° De liberale partij heeft reeds het
kiezerskorps bedrogen
3° 't Is daarom dat het kiezerskorps
baar verworpen heeft
4° De liberale partij weet uiet wat zy
wil.
Dat is het oordeel dat M. Goblet, in
zijdelingsche bewoordingen over zyoe
partijgeuooten velt. 't Is streng maar
juist.
Bericht aau de armzalige kreemersfirma
Anker Zonne, Leêrke en Topke <&C".
nacht bracht Gabriëlle wakende door, toen
de moi gen kwam sprak zij tot hem Indien
men het gevaar twaalf jaren vermeden heeft,
ia het dwaasheid er een uur tegen te
strijden. n
Hij zag haar verwonderd aan, alsof aan
hare lippen zijn heil hing. Zy ging voort
Er leeft ergenB een man door gebed en ver
sterving geheiligd aan de voeten van dezen
zullen wij neerknielen, wellicht kan hij ons
helpen I
De Dominikaner 1 riep Lachenal,
wiens gelaat eensklaps ophelderde, O, dat is
eene ingeving Gods. Hij alleen kan ons leiden
in de duisternis, die ons omgeeft.
TWEEDE HOOFDSTUK.
De noodlattige dag was gekomen. Reeds in
den vooravond heerschte in de stad eene
koortsachtige beweging eu in den vroegen
morgen waren alle toegangen van het ge
rechtshof met eene nieuwsgierige menigte
volks gevuld, zoowel als het inwendige van
het gebouw. Het gereoht trad binnen mol den
voorzitter aan het hoofd. Er heerschte eene
diepte stilte in de zaal.
u De aangeklaagde, n beval den voorzitter
eu een paar minuter later werd rij binnen
gebracht door twee gerechtsdienaren.
Ja, het ia Catharina Fiheart, fluisterden
een paar oude vrouwen, die haar meenden te
herkennen. Het was inderdaad Catharina, de
vroegere bediende van de F&iriirea. Zij waa
bleek, maar bedaard. De akte van beachul.
diging werd voorgelezen en hierna sprak de
voorzitter
Gij hebt de aanklacht gehoord. Gij wordt
beschuldigd van uwen meester den heer de
Fairières vergiftigd te hebben.
Het is valsch, hernam zij, ik ben
onschuldig 1
Toch spreekt alles tegen u. De daad
zaak, de getuigen, allen leveren bewijzen van
nwe schnld.
Ik ben onschuldig.
Gaat gij voort te ontkennen
Haar antwoord was altijd het zelfde ik
ben ODBchuldig.
Verdedig a dan, dat is nw recht en nwe
plicht Breng bewyzen uwer onschuld. Hoe
verklaart gij dat er geld in uwe zakken ge
vonden is, brieven van nwe hand, uwe
vlucht
Ik heb niets te verklaren ik ben on
schuldig. U dit te bewyzen is de zaak van
myn advocaat.
Goed, aprak de voorzitter. Wy zullen
tot het getuigenverhoor overgaan.
De eerste getuige was Jan de vroegere
knecht, die twaalf jaar geleden den Dr Lan
dt egarde aan het ziekbed gevoerd had. Deze
verklaarde een slecht hehougen te hebben en
gaf weinig ophelderingen. Ook de andere ge
tuigen brachten geen licht in de zaak en het
pnbliek werd gewaar, dat men niet op het
rechte spoor was.
DERDE HOOFDSTUK,
i
Hij alleen kan ons leiden in de duisternis
die ons omgeeft, had Lachenal tot zijne
vrouw gezegd,toen zij van den monnik Bprak;
laten wy tot hem snellen n
Maar waar is hij
O, ik zal hem wel vinden.
Ja, maar het moet dadelijk gebeuren.*)
Morgen, zeide Lachenal, ga ik naar
l'arijs en vraag het adres van zyn klooster.
De reis was echter niet noodig de Domi
nikaner was in Caën. Dit baarde opzien,want
hij was als getuige gedagvaard in de zaak
van den moord des heeren de Faii ièrea.
Hoe kwam het, dat deze man, die geheel
afgescheiden leefde van de wereld, in dit pro
ces betrokken was Hij kende dos de familie
de Fairières dit allee maakte de nieuwsgie
righeid nog grooter.
Denzelfden avond nam Lachenal afscheid
van Gabriëlle en verliet het stillejbnitenhuis.
indiende Dominikaner, sprak hij, geen
middel vindt om eene bekentenis te onagaan,
om diegene te redden, welke in plaats van
mij vervolgd wordt, zal ik tot de rechtbank
gaan en ge znlt mij nooit weerzien.
Zij reikte hem de hand en zeide - Ga dan
PonfiiAfin Machiel XIII wil
rcUMUCli. dat de geoever-
tuiten, de caféwijven, do lediggangers, de
ridders van den luienhoek, de slechterik
ken die soms meer dan do helft van hun
loven in do gevangenis hebbon gesleten
voor diefstal enz. of die jaren en jaren in
de bedelaarsbuizen of spinhuizen hebben
verbleven in bunnen ouden dag, als bun
duiveltje dood is, zoowel een pensioen
van 360 fr. 's jaars zouden genieten, dan
de deftige eerlyke lieden die ganscb hun
leven hebben gezwoegd en geslaafd.
Wij zeggen zij alleen, de deftige eer
lyke menschen, zij, die ganscb hun leven
hebbeu gezwoegd en geslaafd hebben
recht op pensioen on do ridders van den
luienboek niet.
En om 't koorn van 't kaf te scheiden,
heeft men besloten dat zij die meèhelpen,
zij die sparen' alleen ecn( pensioen zullen
genieten.
Wie te Gent bij voorbeeld, te beginnen
op löjarigen ouderdom jaarlijks 3 franks
spaart met afgestaan kapitaal bekomt op
65j irigen ouderdom een pensioen van
fr. 312,12. Drij franks 's jaars is 6 cen
tiemen per week, en dan moet men zelfs
in d.- kermis- en vastenavond woken niet
sparen, 'l Is maar oen kappertje bier min
te drinkeu alle weken
En hoeveel zal men dan van zijn per
soonlijk geld gespaard hebben gedurende
die 50 jaren
Wel maar 150 franks
Maar om al de voordooien te genieten
moet men lid worden van eene erkende
spaargildo of pensioenkas.
Wij zeggen hooger Wie te Gent, bij
voorbeeld 't is omdat bet Stadsbestuur
vau Gent 50 centiemen guut aan hen die
jaarlijks 3 franks sparen.
Het is te hopen dat alle Steden en Ge
meenten in onze Provincie 't voorbeeld
Ier hoofdstad zullen navolgen.
Hot Stadsbestuur van Aalst zal niet ton
achter willen blijven daar zijn we van
verzekerd...
Men bemerke wel dat men op allen
ouderdom mag beginnen te sparen en dat
meer dan 3 franks "s jaars en 't pensioen
zal er naar zijn....
Wie kan er nu geen 3 cents per week
sparen, om zich, in zijne oude dagen, een
pensioeu te verzekeren, rustig lo leven
en zijne kinders niet tot last te dienen
Drij cents wekelyks gespaard en op
65jarigon ouderdom is meu rentenier
Van den Staat 1
Een diere boek. Do dierste boek
der wereld is in bet bezit van het Vati-
kaan, namelyk de Hebreeuwscbo bijbel,
welko de rijke Israëlieten van Venetie van
Paus Julius II, voor zooveel goud wildo
afkoopen als de boek weegt. Deze He-
breeuwsche by bel is zoo groot en zwaar,
dat twee man hem moeten dragen. Hy
weegt 325 pond en zoo dus een half mil-
lioen frank gekost hebben, als Julius II.
niettegenstaande zyne groote geldverle
genheid, het aanbod uiet afgeslagen had.
en moge God u verlichten Wat er ook ge-
beure, ik heb u alles vergeven
Hij ging naar Caën, trad de woning van
den monnik binnen en vond hem in zijne cel.
Op 't gezicht van den misdadiger, verbleekte
hij en sprak God neemt den beronwheb-
benden zondaar op en opent hem zyne armen
in de ure van 't ongeluk.
Weet gij, n vroeg de advocaat aarze
lend, welk ongeluk mij dreigt?
Ja, ik weet het.
Wat moet ik doen
Raadpleeg uw geweten, dat zal u bete
reu raad geven, dan ik vermag.
"O, ik heb het dikwijls gevraagd en ge
kunt aau mijn zwak lichaam zien, wat ik
geleden heb Ware ik alleen, had ik niet
eene echtgenoote, een kind dat mijnen naam
draagt, dan zon ik reeds lang eene openlijke
bekentenis afgelegd en de Btraf ondergaan
hebben.
n Ik geloofju, zeide de monnik.
n O, indien gij wist, hoe welkom my
de straf zou geweest zijn. In den kerker zon
ik minder geleden hebben, dan in de vryheid.
Doch fgy kent de gevolgen van zulk eene
bekentenis, en toch ben ik bereid ze af te
leggen, als gy geen ander middel weet,
om eene onschuldige aan den dood te ont-
rnkken. n
(Wordt voortgezet.)