Zondag 16 December 1900 5 centiemen per nummer. 55ste Jaar 3529 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Opgelet Alwie zich voor een jaar aan DEN DEN DERBODE abonneert, zal hem van nu tot Nieuwjaar gratis ont vangen. Men kan ons blad vragen in het Post kantoor waardoor men bediend wordt, aan den Postbode die de brieven brengt, of met naar ons Bureel te komen of te schrijven. Daar ligt het peerd niet gebonden. Zeeveren is hun beste ambacht DE GIFTMENGSTER. 1 J) Barakske. BEKENTENISSEN. DE DENDERBODE Uit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 34, en in alle Postkantoren des bands Cuique auum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 4,00Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Hoeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalst, 15 December 1900. Bestaat er Da dit leveD een ander waar de mensch, volgens zijn verdiensten, eeuwig gelukkig of ongelukkig is, dat is de groote kwestie. De Catholieken zich steunende op den catechismus, waarop onze geuzen met zooveel verachting neêrzien, antwoorden daar beslist op ja onze armtierige Den- dergalmers integendeel zeggen nu er is geen hemeldan wij weten het niet. Om te bewijzen dat zij gelijk hebben vragen zy ons Waar is de hemel Om hunne nieuwsgierigheid te voldoen verzenden wij ben naar het werk van den pater capucien Hilaire Waar is de he mel of naar Dictionnaire Apologétique de la foi chrêlienne door J. B. Jauyey, art. Ciel. Is de hemel, de plaats der gelukzaligen op eene bepaalde plaats der ruimte of is bü overal dat is door de H. Kerk niet vastgesteld. Dus mogen, en kunnen de zienswijzen en meenigen verschillen. Daar ligt echter het peerd niet gebon den. De groote vraag isof de hemel wezenlijk bestaat en daar is geen twijfel mogelyk. God heeft ons geschapen om in dit leven Hem te dienen en hiernamaals Hem eeuwiglyk te aanschouwen. Daarom heeft hy aan den mensch eene onsterfe lijke ziel gegeven en alhoewel Hy deD mensch vry schiep,'t is te zeggen, kun nende misbruik maken van zijne vrijheid om het kwaad te stichten, toch heeft God aan den mensch den plicht opgelegd het goede te doen en het kwaad te schuwen. De rechtveerdigheid Gods eischt dat alle goede werken beloond wordeD eD alle kwaad gestraft. Dit zegt ons klaar de ge zonde rede. Nu indien er geen hemel is, hoe zal degene beloond worden die zich voor anderen slachtoffert en in zijn edel werk het leven verliest Hoe zal degene gestraft worden die zich zelfmoordt Door den lof eu de afkeuring der meD- scheD 1 Dat zou dus de verhevene zedeleer zijn? Maar de menschen ooidtelen dezelfle daden niet op dezelfde wijze. Dus zou het goed niet altijd beloond en het- kwaad niet altijd gestraft worden. Is dat mogelyk De orde in de samenleving eischt wat wij uit een doen het bestaan van den hemel. Allo dagen stippen wij ongehoor de feiten aan bij lieden die de overtuiging vau de eeuwigheid hebben verloren. De criminalisten roepen het luidDe mis daden vermenigvuldigen omdat men het begrip van een toekomstig leven verliest. Ouverscbillig is het waar de mensch be loond of gestraft zal worden de groote vraag blijft of dit bestaat, of dit gebeurt. Als men oprecht is en rechtzinnig de waarheid zoekt vinden wij de vraag Waar is de hemel 1 een weinigsken be lachelijk. Doen wy het goede opdat wij tot ons einde zouden komen hetwelk is God hiernamaals eeuwiglijk te aanschouwen en het eeuwige geluk te genieten. Alle middelen zijn goed, schrijft groene Tie in zijn Land b van 9 december II. Dat passen zij schoono toe in Klokke Roeland. Ziehier wat wij in het orgaan vau M. De Backer lezen Sparen Wat bittere spotterny 1 Is het leven van den arme - geen spareu van den eersten dag tot den laatste Sparen op de kleeJiog, sparen op het eten, spat en op het drinken (sic), sparen op het vermaak, sparen op alles waar de rijke overvloed aan heeft. (K. R. 9 dec. 11.) Zij hebben geeu goed geheugen in Klokke Roeland. Nog geen twee maanden is het geleden (<ten 14 october 1900) dat zij hunne lezers voorsloegen eene spaar- gilde te stichten met het doel zich de middelen aan te schaffen om reizen te doen. Dus moet men toch kunnen spareu 1 Welnu zonder het reizen af te keuren, zeggen eu beweren wij dat het beter is te sparen voor den ouden dag. Rijzen is nuttig zeker maar kostelijk daarbij. Men zie van dat genoegeD af en men storite het op de lijfrentkas en als men oud is zul men zonder veel zorg en kommer kunnen leven. Groene Tie die nu eD dan, volgens zijne kwinten, ook uitvalt en beweert dat men niets sparen kanis van ons gedacht want hij schreef den 28 october - Spa ren, vriendeneen appelken tegen den 46* VERVOLG. En toch was dit alles niets in vergelijking met datgene, wat er volgen zon. Eens, dacht zij, zal men komen en hem in hechtenis nemen, hem in de gevangenis werpen hy zal voor de rechtbank verschijnen waar hij eens zoo welsprekend het woord voerde. Dan de gevangenis, debeal, de bijl. Het is te veel, te veel riep zy uit. Dan smeekte zij vergiffenis af van haren vader en eene inwendige stem fluisterde haar toe Hy heeft slechts n op aarde. Stoot gij hem van u, dan zal hij alleen woenen. Zijt gij de beul of de engel.de gerechtigheid of de liefde? Bedenk, dat gij alles voor hem zijt, dot hy u bemint. Wilt gy op dit uur van zyu leven hem het zwaard in de borst stooten O, schrikkelijke nachten Maar wat zou ze doen Waartoe beslui ten Het beslissend oogenblik naderde. De zittingen werden geopend en spoedig zou Catharina moeteu verschijnen de gazetten schreven nergens anders over, kdan over deze gebeurtenis. ■dorst, is dienstig voor schooier en vorst. Wij willen nu ook eeos, altijd volgens dezelfde bronne, 'k wil zeggeu de groene gazetten, uit een doen waarop men spa ren kan. Wij lezen iu Land van Aelst van 24 december 1899, het volgende Het maandag vieren komt meer en meer in voege. Vele fabriekwerkers, in plaats van te arbeideD, slenteren van d'eene herberg tiaar d'andere en ver- brassen aldus hun suur gewonnen pen ningen. Dat is eene slechte gewoonte voor christene, beschaafde menschen, het geld aan bier en genever to ver kwisten, terwijl 't huis dikwijls ouders, broeders, zusters of kinderen er zitten naar te wachten. Iadien men arbeide dan zoudeD die m tandagvierders huu geheelen pré te huis kunnen afgeven en indien zij ook op de lijfrentkas slechts do duurgewonuen penniugen stortten die zij verbrassen dan zouden zij in bua ouden dag een fraai pensioentje hebben dat hun toelaat op bun gemak televen. Wy zullen Klokke Roeland doen op merken dat wij van de eerlijke vermaken van zondags niet spreken. Waarom doen de groenen zoo weinig om die kwaal te bestryden Waarom zet ten zij hunne lezers en toehoorders niet aan die slechte gewoonte af te breken en dat geld voor den ouden dag te 3paren Zeg, waarom Op dit terrein zouden zy zoovelo ver diensten kunnen vergaren, maar dan zou den zij, in plaats van het volk te vleien, het moeten berispen enmet azijn vangt men geen vliegen AltyJ partijbelang I Klokke Roeland in hooger bedoeld artikel sprak bijzonder van de dorpen. Daar kan men niet sparen l Om dit bijzonder punt te weerleggen nemen wij slechts de Volkseeever van 7 december ter band waariu bijzonderlijk het drinken, de plaag der dorpen, wordt gegeeseld. En nu, lezer, wjf dunkt u van die hansworsten die warm en koud uit eenen zelfden mond blazeD? Betrouw ze niet houdt nu barakske. Over wei- Traf* nige dagen hield hy.een ver- «T* tooningske te Tamines, gele- Ëjl'jl gen op 2 uurtjes van Namen. Entrée, ingang 20 centiemen per persoon. En avant la grosse caisse Alle dagen recht naar Brussel in 2e klas en dan de smakelijke dinétjes, de lekkere wijoen, de geurige café en coguackske, de fijne sigaar, de bobskes en de rest.... Laat de snullen in Hen Daensp-nniog maar inschrijven voor 10 centiemeD omdat onze merteleer een pint uitzet zou kunnen drinken. Alle ba ten helpen toch ook, zy de mug Eene pen n riep Lachenal. Ik wil Bchrijven het moet zyn. Zij echter ant woordde Morgen n Des anderendaags was zij het weêr, die zyne hand weerhield, ,e de pen wegwierp. Morgen, morgen, altijd morgen Toen be sloten beiden, dat het zon zijn binnen acht dagen Zij bedaarden want zij hadden acht dagen voor hen. Lachenal beproefde uit to gaan, maar het gezicht der schoone natuur lokte tranen in zyne oogen. De acht dagen waren verstreken de laat ste naderde onverbiddelijk. Neen, neen fluisterde Gabriëlle later men zal ook mij oproepen en ik zal moeten antwoorden ja, mijn echtgenoot is een moordenaar Op zekeren morgen zeide haar Lachenal k Het is geschied. -Wat? u Ik heb gesehreven. n Zij werd doodsbleek doch toen zij hem iu de oogen zag, zeide zij u het is niet waar De ellondeling bezat de kracht niet de leu gen te herhalen. Welken angst heb ik gehad riep Ga briëlle. Maar wat zullen wij dan beginnen De minuten zijn geteld n Nooit zal ik den moed hebben u te zeg gen schryf. Doe het dus zonder my n Het aangezicht des ongelukkigen bewees genoeg, dat by niet durfde. Den volgenden 13 Dec. 1900. proofing van beschikbare geldmid delen Redevoering van M. Bethune. De heer Bethune. Ik was nog geen lid dezer Kamer toen de wet op de stokerijen aangenomen werd, maar ik bo- schouw ze als eene overgaugswet tot vrij waring van de rechten der kleine stokers, dio hier steeds ijverig door den heer Tack werden virdedigd, en wier verdwijning, voor de negen tienden te betreuren is. Vooraleer uitspraak te doen zal ik wach ten tot 'ie Regeering een ontwerp neêr- om den huidigen toestand te wijzi- heer Nolf schrijft het verval van de hopteelt toe aan 't inkomrecht op de staken, maar de grootste oorzaak er yan is het onrechtvaardig verdrag met Duitsch- land. De heer Collard. En met Frank rijk. De heer Bethune. Verleden jaar reeds heb ik getoond hoe dit verdrag de hopteelt benadecligd heeft. We moeten echter wachten tot iu 1903 om de herzie ning er van te bekomen. Ik wil thans enkel herinneren wat ons oud medelid, de heer A. Vanderlinden, hier verleden jaar, over het vervoer van tabak per spoor heeft gezegd, 't Is vol strekt noodig de thans gevergde formali teiten eenvoudig te maken, in 't voordeel der landbouwers. Men zou de rechten moeten kunnen betalen ter statie zelf zon der zich te moeteD wenden tot de staats- ontvangers enz. Ook vraag ik of de rech ten bij de gemeenteontvangers zouden kunnen betaald en de pleegvormen ver vuld wordeD. De wet van 1898 legt zeer drukkende lasten aan de glucoosfabrioken op en deze moeten zich aanzienlijke uitgaven ge troosten om op de hoogte van den tegen- woordigen \ooiuitgang te blijven. Maar die werden tegeDgehouicu door liet groot verbruik der omgezette suiker. Ware dit bet gevolg van de mededinging, dan zou er niets tegeD in te brengen zyn, maar de oorzaak van dien betreureDSwaardigeu toestand is een kouioklyk besluit van 26 Mei 1900 dat die nieuwe fabrikatic be- voordeeligt door outlastingeu. De glucoosfabriekanten vragen ook om gezette suiker te mogen vervaardigen doch hooger gemeld koninklijk besluit verbiedt bun dit. Zoo zijn ze het slacht offer van eene dubbele onrechtvaardig heid die des te schrceuwender is daar de glucoosfabrieken ingericht zijn oa» omge zette suiker voort te brengen. Die belofte was bun cogthans gedaan als vergoeding voor de schade hun be rokkend door de uitmuntende bepaling der wet van 1898 die in't belaug der fruit teelt teruggave verleent der rechten op de suiker aan de fabrikanten van confiture eD opgelegd fruit. Men zou dus aan de glucoosfabrikanten moeten toelaten de suiker in de fabrieken zelve om te zetten, mits men zekeie maat regelen neme die zouden volstaan om het bedrog te verijdelen. Ik reken dienaan gaande op de welwillendheid van den heer minister van financiën. Tegen hoesten. Kookt 1/4 pond aan stukken gesneden ajuinen met 1/8 pond honig en 1/4 pond suikor tot een dikke siroop, wringt hel door eenen doek, en laat het koud worden. Kinderen geeft men hiervan 3 lepels daags, volwassenen wat meer. M. Goblet d'Aiviella, lib. raai senateur, maakt in een artikel, onlangs verschenen in de Revue de Belgique het volgend kon terfeitsel van de twee groi pen der libe rale partij De liberaleu vertegenwoordigen de voorzichtigheid, het opportunisme, de overleveriug, den eerbied voor do beko men rechteu, den reuoeringsgeest... met eene strekking om altijd te laat te komen. De progressisten vertegenwoordigen den drift voor den strijd, den voorwaart- schen gang, de democratische strevingen, de ingenomenheid met volbsbclieving, de overgevoelige zijden der politiek.... met eene overdreven neiging om zich door de socialisten te laten sleepen. Maar ook, wat is er gebeurd M. Go- biet d'Aiviella gaat het ous zeggen 't Is byna eene alledaagsche waarheid vau te herhalen dat, zoo talrijke kiezers, niet lang geleden beschouwd als liberalen, tot het clericalism zijn overgaan, dat is omdat onze partij hun onbekwaam schijDt om den opkomenden vloed van 't socialism te wederstaan, cu dat, zoo veel auderen zich door de werkmaospartij hebben laten bekoren, het is omdat het liberalism bun tnachtcloos toescheen om de noodzakelijke hervormingen tot stand te brengen, n Maar do evenredige vertegenwoordiging heeft do zaken veranderd en de liberale partij heeft eene kans om zich weder sterk te herstellen I Gaat gij ze laten outsnappen, vraagt M. Goblet. Dat zij wel oppasse dat het de laatste zij 1 Indien wij het vertrouwen van 't kiezerskorps nog eens bedriegen, is dan niet te vreezen dat het ons dit maal voor altijd verwerpt, ten einde over te gaan tot die party en, die weten wat ee willen eu die werken om hot tot stand to brengen In andere woorden 1° De liberale partij heeft reeds kansen om zich te herstellen, laten ontsnappen 2° De liberale partij heeft reeds het kiezerskorps bedrogen 3° 't Is daarom dat het kiezerskorps baar verworpen heeft 4° De liberale partij weet uiet wat zy wil. Dat is het oordeel dat M. Goblet, in zijdelingsche bewoordingen over zyoe partijgeuooten velt. 't Is streng maar juist. Bericht aau de armzalige kreemersfirma Anker Zonne, Leêrke en Topke <&C". nacht bracht Gabriëlle wakende door, toen de moi gen kwam sprak zij tot hem Indien men het gevaar twaalf jaren vermeden heeft, ia het dwaasheid er een uur tegen te strijden. n Hij zag haar verwonderd aan, alsof aan hare lippen zijn heil hing. Zy ging voort Er leeft ergenB een man door gebed en ver sterving geheiligd aan de voeten van dezen zullen wij neerknielen, wellicht kan hij ons helpen I De Dominikaner 1 riep Lachenal, wiens gelaat eensklaps ophelderde, O, dat is eene ingeving Gods. Hij alleen kan ons leiden in de duisternis, die ons omgeeft. TWEEDE HOOFDSTUK. De noodlattige dag was gekomen. Reeds in den vooravond heerschte in de stad eene koortsachtige beweging eu in den vroegen morgen waren alle toegangen van het ge rechtshof met eene nieuwsgierige menigte volks gevuld, zoowel als het inwendige van het gebouw. Het gereoht trad binnen mol den voorzitter aan het hoofd. Er heerschte eene diepte stilte in de zaal. u De aangeklaagde, n beval den voorzitter eu een paar minuter later werd rij binnen gebracht door twee gerechtsdienaren. Ja, het ia Catharina Fiheart, fluisterden een paar oude vrouwen, die haar meenden te herkennen. Het was inderdaad Catharina, de vroegere bediende van de F&iriirea. Zij waa bleek, maar bedaard. De akte van beachul. diging werd voorgelezen en hierna sprak de voorzitter Gij hebt de aanklacht gehoord. Gij wordt beschuldigd van uwen meester den heer de Fairières vergiftigd te hebben. Het is valsch, hernam zij, ik ben onschuldig 1 Toch spreekt alles tegen u. De daad zaak, de getuigen, allen leveren bewijzen van nwe schnld. Ik ben onschuldig. Gaat gij voort te ontkennen Haar antwoord was altijd het zelfde ik ben ODBchuldig. Verdedig a dan, dat is nw recht en nwe plicht Breng bewyzen uwer onschuld. Hoe verklaart gij dat er geld in uwe zakken ge vonden is, brieven van nwe hand, uwe vlucht Ik heb niets te verklaren ik ben on schuldig. U dit te bewyzen is de zaak van myn advocaat. Goed, aprak de voorzitter. Wy zullen tot het getuigenverhoor overgaan. De eerste getuige was Jan de vroegere knecht, die twaalf jaar geleden den Dr Lan dt egarde aan het ziekbed gevoerd had. Deze verklaarde een slecht hehougen te hebben en gaf weinig ophelderingen. Ook de andere ge tuigen brachten geen licht in de zaak en het pnbliek werd gewaar, dat men niet op het rechte spoor was. DERDE HOOFDSTUK, i Hij alleen kan ons leiden in de duisternis die ons omgeeft, had Lachenal tot zijne vrouw gezegd,toen zij van den monnik Bprak; laten wy tot hem snellen n Maar waar is hij O, ik zal hem wel vinden. Ja, maar het moet dadelijk gebeuren.*) Morgen, zeide Lachenal, ga ik naar l'arijs en vraag het adres van zyn klooster. De reis was echter niet noodig de Domi nikaner was in Caën. Dit baarde opzien,want hij was als getuige gedagvaard in de zaak van den moord des heeren de Faii ièrea. Hoe kwam het, dat deze man, die geheel afgescheiden leefde van de wereld, in dit pro ces betrokken was Hij kende dos de familie de Fairières dit allee maakte de nieuwsgie righeid nog grooter. Denzelfden avond nam Lachenal afscheid van Gabriëlle en verliet het stillejbnitenhuis. indiende Dominikaner, sprak hij, geen middel vindt om eene bekentenis te onagaan, om diegene te redden, welke in plaats van mij vervolgd wordt, zal ik tot de rechtbank gaan en ge znlt mij nooit weerzien. Zij reikte hem de hand en zeide - Ga dan PonfiiAfin Machiel XIII wil rcUMUCli. dat de geoever- tuiten, de caféwijven, do lediggangers, de ridders van den luienhoek, de slechterik ken die soms meer dan do helft van hun loven in do gevangenis hebbon gesleten voor diefstal enz. of die jaren en jaren in de bedelaarsbuizen of spinhuizen hebben verbleven in bunnen ouden dag, als bun duiveltje dood is, zoowel een pensioen van 360 fr. 's jaars zouden genieten, dan de deftige eerlyke lieden die ganscb hun leven hebben gezwoegd en geslaafd. Wij zeggen zij alleen, de deftige eer lyke menschen, zij, die ganscb hun leven hebbeu gezwoegd en geslaafd hebben recht op pensioen on do ridders van den luienboek niet. En om 't koorn van 't kaf te scheiden, heeft men besloten dat zij die meèhelpen, zij die sparen' alleen ecn( pensioen zullen genieten. Wie te Gent bij voorbeeld, te beginnen op löjarigen ouderdom jaarlijks 3 franks spaart met afgestaan kapitaal bekomt op 65j irigen ouderdom een pensioen van fr. 312,12. Drij franks 's jaars is 6 cen tiemen per week, en dan moet men zelfs in d.- kermis- en vastenavond woken niet sparen, 'l Is maar oen kappertje bier min te drinkeu alle weken En hoeveel zal men dan van zijn per soonlijk geld gespaard hebben gedurende die 50 jaren Wel maar 150 franks Maar om al de voordooien te genieten moet men lid worden van eene erkende spaargildo of pensioenkas. Wij zeggen hooger Wie te Gent, bij voorbeeld 't is omdat bet Stadsbestuur vau Gent 50 centiemen guut aan hen die jaarlijks 3 franks sparen. Het is te hopen dat alle Steden en Ge meenten in onze Provincie 't voorbeeld Ier hoofdstad zullen navolgen. Hot Stadsbestuur van Aalst zal niet ton achter willen blijven daar zijn we van verzekerd... Men bemerke wel dat men op allen ouderdom mag beginnen te sparen en dat meer dan 3 franks "s jaars en 't pensioen zal er naar zijn.... Wie kan er nu geen 3 cents per week sparen, om zich, in zijne oude dagen, een pensioeu te verzekeren, rustig lo leven en zijne kinders niet tot last te dienen Drij cents wekelyks gespaard en op 65jarigon ouderdom is meu rentenier Van den Staat 1 Een diere boek. Do dierste boek der wereld is in bet bezit van het Vati- kaan, namelyk de Hebreeuwscbo bijbel, welko de rijke Israëlieten van Venetie van Paus Julius II, voor zooveel goud wildo afkoopen als de boek weegt. Deze He- breeuwsche by bel is zoo groot en zwaar, dat twee man hem moeten dragen. Hy weegt 325 pond en zoo dus een half mil- lioen frank gekost hebben, als Julius II. niettegenstaande zyne groote geldverle genheid, het aanbod uiet afgeslagen had. en moge God u verlichten Wat er ook ge- beure, ik heb u alles vergeven Hij ging naar Caën, trad de woning van den monnik binnen en vond hem in zijne cel. Op 't gezicht van den misdadiger, verbleekte hij en sprak God neemt den beronwheb- benden zondaar op en opent hem zyne armen in de ure van 't ongeluk. Weet gij, n vroeg de advocaat aarze lend, welk ongeluk mij dreigt? Ja, ik weet het. Wat moet ik doen Raadpleeg uw geweten, dat zal u bete reu raad geven, dan ik vermag. "O, ik heb het dikwijls gevraagd en ge kunt aau mijn zwak lichaam zien, wat ik geleden heb Ware ik alleen, had ik niet eene echtgenoote, een kind dat mijnen naam draagt, dan zon ik reeds lang eene openlijke bekentenis afgelegd en de Btraf ondergaan hebben. n Ik geloofju, zeide de monnik. n O, indien gij wist, hoe welkom my de straf zou geweest zijn. In den kerker zon ik minder geleden hebben, dan in de vryheid. Doch fgy kent de gevolgen van zulk eene bekentenis, en toch ben ik bereid ze af te leggen, als gy geen ander middel weet, om eene onschuldige aan den dood te ont- rnkken. n (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1