Zonda^ 6 Januari 1001 5 centiemen per nummer 53* Jaar 5355 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Zalig Nieuwjaar Denderbode's Nieuwjaarwensch! Niet fraai DE GIFTMENGSTER. Volksregeering Op goeden weg. goe^ais«% Opgepast voor Sipidokes Maatschappijen van onderlinge bijstand- DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder iagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, en in alle Postkantoren des Lands Cuique «unm. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vounisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen der. dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiëD uit vreemde landen zich te «renden ten Bureele ran dit blad ▲alat, 5 Januari 1901. »«ii al onse geachte lezers. Vrede, voorspoed en geluk, Bij 't vernieuwen «an het jaar, Onzen Lezers al te gaar Weuscben wy uit ganscher herte I Dat zij vrij van alle snaerte, Vry van kommer, vry van druk In dees droeve harde tijden Voor het goede mogen strijden Dicht geschaard aan onze zij. Dat ons lange vrienden rij, Van den Buiten, van de Stad, Zonder vaar of schrik of vreezen Immer voor on» mogen wezen Trouwe lezers van ons blad. M. Daens in zyn Land van 23 december 1.1. onder He hoofdinge Het pensioen op den buiten vertelt een sprookje natuuilyk uit den duim go- zogen over het pensioen. Dit sprookje werpt een vraag van recht op waar wy eeuige wooiden willen op zeggen. Eerst het schryven van t Land van Aelst. - Een Pastoor ging overtijd rond op zijn Procbie en kwam aan een arm klein hutteken, waar twee oude sukkelaars m woonden Menschen, zegde hij, 't zal beteren ge gaat een Pensioen trekken, 65 fr.'s jaars, is 130 fr. per jaar. 't Is heel goed Mr den Pastoor, alle - baten helpen. Ik zie, Vrienden, dat gy het noodig hebt ge zijt beiden oud en ziekelijk uw kinders hebben't ook - lastig... Naam, straat, nr en ouderdom wer den opgeteekend. G'en hebt toch geen eigendom vroeg de Herder. M. de Pastoor, dees huizoken is 't onze w'hebben er straf voor ge- Spreek dus het vonnis uit, dat sij ver dient, n zoo besloot de voorzitter, n De open bare orde, de veiligheid oneer familiën, de achting voor de maatschappij vorderen het Een zacht gefluister van bijval vergeielde de laatste woorden. De advocaat Faverot trad op, doch toen hij sprak, 6chudde iedereen het hoofd. De arme is verloren 1 zeide men, Faverot is een talentvol man, maar hier is niets te redden. De verdediger sprak vijf- en-twintig minuten, maar zyne rede liet rechters en publiek onverschillig. Iletzy, dat zyn talent tegen deze zaak niet opgewassen was, hetzij hij sich niet in zijn element be vond, hy behaalde niet den minsten byval en had ook de bewijzen van den voorzitter niet ontzenuwd. De beschuldiging bleef ia haren vollen omvang bestaan. u De ongelukkige, n herhaalde men van alle kanten, u zy is verloren, n Daarna sprak de voorzitter met zijn zware stem de heer Lachenal heeft het woord. VIJFDE HOOFDSTUK. Lachenal stond op en werd spoedig het. middelpunt van aller opmerkzaamheid. Hy werkt't is klein en bouwvallig, er is een roei of 6 Land bij. Oei, sprak de Herder mei spijt, g'bebt gy eigen lom Iu dit ge* al zal u geen pensioen kunnen gegeven worden. Die brave mau verliet met bertpijn dit hutteken. Dat sprookje is niet fraai en alvorens Ie oude meuscheu op den buiten de dood op het lijf te jagen had M. P. Daens de wet over de pensioenen en het koniuklijk besluit over hetzelfde onderwerp moeten ten miuste eeus lezen. Wij gaan hem dat eens voorgeven, vol gens het Arbeidsblad van november 1.1. Eerst art. 9 van de wet van 10 mei 1900. Eene jaarlijksche toelage van 65 franks wordt verleend aau eiken werk- man of oud werkman die Belg is, eene verblijfplaats in België heeft, <len leef- - tijd van 65 jaar heeft bereikt op 1 Januari 1901 en in nood verkeert. Naarmate zij den ouderdom van 65 jaar bereiken, kunnen de werklieden, x die ten minste 55 jaar oud zijn op 1 x Januari 1901, dezelf ie toelagen genie- ten, onder dezelfde voorwaarden ecb- x ter worden de belanghebbenden, die op x dezen laatsten datum den ouderdom van - 58 jaar niet bereikt hebben, van het - voordeel der toelage uitgesloten, indien zij niet, gedurende een tydperk vau ten x minsten drie jaar, in de Algemeene Lijfreutekas stortiugen hebben ge-laan x tot een bedrag vau ten miuste 3 Irauk - 's jaars, in 't geheel 18 frank uitma- kende. Nu het koninklyk besluit van 20 Oc tober. - Abtixel één. Om de jaarlijksche x toelage vau 65 fiauk, bij artikel 9 der - wet van 10 Mei 1900 voorzien, te kun- x nen bekomen, moet men x 1° Belg zijn - 2° Eene verblijfplaats in België heb- x ben x 3° Ten minste 65 jaar oud lijn 4° Werkman of oud werkman ziju x 5° Iu nood verkeereo. Nu wat is dat iu nood verkeeren - Wij hoeven niet te zoeken wij vinden het ic het zelfde hesluit. Art. 6 zal het ons zeggen. - Abt. 6. Worden aanzien als in nood verkeerendc, degenen wier l»e- - staanmiddelen, met hunne lasten ver- geleken, gewoonlijk ontoereikend zijn x om door zich zelf alleen in hun onder- x houd te kunnen voorzien. Om dezen toestand te bepalen, wordt er voornamelijk in aanmerking geno- x men x Aangaande de bestaanmiddelen l8 H( t loon van den belanghebbende, van zijnen echtgenoot en zijue kinderen of afstammelingen die met hem inwo» nen 2° Db AABD EK DB OPPERVLAKTE stond daar bleek, mager, met een ernstig ge laat en wiachte met de hand het zweet vau de lippen. Men haalde de schouders op en zeide Dat is niet onze groote advocaat waarlijk, bij is dezelfde niet meer x Dat was vooruit te zien, n meenden an deren, ziet hij Btamelt, hij zal niet tot het einde komen. Wie had dat voor eenige jaren gedacht Doch spoedig won de zwakke stem aan kracht, zij vulde de geheele ruimte en klonk zelfs tot buiten. De woorden klonken helder duidelijk, diep en machtig. Eeoieder werd geboeid en hing aan de lippen des sprekers. De kracht van uitdrukking giug vergezeld van een gezond oordeel. Lachenal beheerschte het publiek. Men beefde voor hem, want hij was weêr opgestaan er ontstond licht, waar duisternis heerschte. De spitsvondigheden en schijngronden der aanklacht weken, de ver baasde rechters en gezworenen ondervroegen hun geweten en gevoelden dat de waarheid, die zij meenden in handen te hebben, hun ontvlnchtte Hoe zou dat alles eindigen Mijne hoeren n ging de verdediger met donderende stem voort, wanneer ik vo> spreek, ik, dieu de ziekte uit deze ruimte verhaunen heeft wanneer ik, ofschoon haast stervende, mij voor nwen rechterstoel ge sleept heb, dan was dat, omdat wellicht ik alleen u een licht kon doen opgaan over de zaak en n voor dwaling behoeden. Eeue dwaling Ja, mijne heeren, ik her haal dat woord. Eene aangeklaagde staat voor HDNNEB EIGENDOMMEN EN DEB GOEDE- BEN DIE ZIJ IN HÜDB HEBBEN J 3° Hunne spaargelden 4° De ondei stand der openbare wel dadigheid x 5* Do bijwinsten die voortspruiten uit zakelijke of persoonlyke rechten vau gebruik of jaargeld tot onderhoud x Aaugaande de lasten 1° Het ondorhoud des hnisgezins, volgens de gewone levenswijze der werk lieden vau de streek en van betzelf le x beroep, mits iu rekeniDg te brengen het getal en den ouderdom der personen die het huisgezin uiimaken 2° De gebrek kei ijk heden 3° De huurprijs, de belastingen en de zakelijke lasten. Daar is alles. Wordt daar niet in gespi-okeu van eigen dommen M. Daena Gij ziet dus dat de eigendom van een huizeken, klein en bouwvallig, op den hoop toe, vijf of zes roeien land niet beletten in nood te ver- keeren en bijgevolg een pensioen te ge nieten. Dit gerucht loopt rond op den buiten maar de vleugels moeten ervan gefnuikt werden. Wy hebben het, hoop ik, gedaan met le artikels van de wet en van het konink lijk besluit in de hand. Onze lezers moeten het als eene plicht aanzien de arme meuscheu, die in het geval zijn, gerust te stellen. Frankrijk heeft eene volksregeering, wauwelt ooze arme Pie. Men is daar eeu wetsontwerp aan 't ma ken waarbij het aan al de kloosterlingen verboden wordt te onderwijzen Dat is nochtans een land van Z. A. S. die, volgens Don Quicbotte, ons de alge- meeue deugd en de algemeene vreugd brengen moet. De vry metselaars zijn daarmeè nog niet te vreden. M. Waldeck-R>usseau, de minister der Joden, komt zooeven nog aan den keurraad te vragen bij dit wets ontwerp oen artikel te voegen waarbij zelfs de gewezen leden van een klooster orde niet onderwijzen mogen tenzij tij beioijten op doortastende tcijee dat tij iet meer tol de orde behooren Is dat niet ongehoord 1 De kloosterlin gen mogen niet meer onderwijzen maar de wegloopers wel 1 Hoe diep is men toch in F/ankryk ge vallen. Ougelukkig land 1 Tot daar zouden wij ook komen indien met het Z. A. S. de socios bier meesier wierden eu straffeloos mochten baas spelen Eu Pie Daens wil het rijk der socios bespoedigen en vergemakkelijken. Brave menschen, laat u niet verleiden j u, zy is onschuldig. Indien gij haar veroor deelt begaat gij eene misdaad grooter dan die welke gij haar ten laste legt. Catbarina Fi- geart is onschuldig, ik zweer het u. Bewij zen barer onschuld roept gij. Geeft mij eerst bewyzeu harer schuld. De akte van beschuldiging wemelt er van, antwoordt gij. De voorzitter heeft in zijne rede alles op gesomd en op eene wijze gegroepeerd, dat er aan geen twyfel te denken valt. Ik laat aan het groote t&leDt van den voorzitter recht wedervaren, maar in deze zaak heeft hij niets bewezen ik zal al deze bewyzen, het een na het ander, omverwerpen. Welke zekerheid, n fluisterde men, welke overtuiging x Ik 7.al kort zijn, mijne heeren, zeer kort de daadzaken spreken zelf en behoeven geen bewijs. Eene vrouw is hier aangeklaagd van eene afschuwelijke misdaad. Wie is deze vrouw Gy ziet het, mijne heeren, en de aan klacht zegt niet het tegendeeleen zacht, vlijtig, getiouw meisje. Zij heeft slechts vrienden en geene vijanden, en wanneer zij geld heeft, geeft zij het aan hare oude, arme tante. Aan de goedheid paart zij eenvoud eeu bew ijs daarvoor is hare terugkomst raar Frankrijk, het ware haar immeis gemakkelijk geweest te blijven, waar zij was. Een verder bewijs is haar zwijgen en hare hardnekkige weigering om zich te verdedigen, alsof zij voor andere personen het licht der waarheid vreesde. Dit eenvoudig meisje is dus van eeus misdaad beschuldigd, waartoe sluwheid, ouzo vieze pastoor x. Iu den verzonken Volksteever van 13 december schrijft hij een ariikel over het antisemistisme. Hij vindt dat weerom dweepzucht, en trekt het bestaan van den Talmud joodsch heilig wetboek, in twijfel. Hij eindigt zijn gedacht over de ritueele moorden met de volgende woorden Vlaar dat het algemeen gebruik zij de joden durven het niet Nota) of de Joodsche wetten tulke gruwelen voorschrijven, dat ia snoode laater door de dweepzucht uitgevonden. Eb wel, priester Da-ns, er is mi Idal voor u om 10,000 fr. te wionen. Vermits gij denkt dat dit snoode laster is, zult gij terzelflertijd uwe goede vrienden van het Dreyfus syudikaat een grooteu dienst be- wijzeu met den handschoen op te rapen. Priester Lamarque, Kauunuik te Monte Guiliano heeft eeu werk geschreven over den Talmud x en die som uitbeloofd aan hem die bewijzen zal dat eene enkele zijner citaten valsch is. Gy leest wel eene enkele. Gij twijfelt over de schoonheden van den Talmud, welnu lees bladzyden 41- 51 en 53. Het werk van priester Lamarque is niet in den handel. Nochtans indien gij i v»ndt tot den uitgever Alfred Vroraaut, Kapp.-llestraat 3, Brussel en uw ioaicht laat kennen, zult gij bekomen wat gy ver laagt. Wij twijfelen er niet aan. Zal bij den handschoen oprapen f Er is een schoon stuivertje aan vast voor hem, hij die beweert zoo arm als Job te zijn. Wij zullen onze lezers op de hoogte hou den. De treffende woorden van den Bien Public kwamen my te binnon toen ik nadacht op deD gespannen toestand te Brussel. Niets is onverdraagzamer en slechter dan eeu liberaal byzonder als hij zich roemt de verdraagzaamheid te verde digen en uit te oefenen. Reeds vijf jaar bestaat de schoolwet welke de Gemeenten verplicht het gods dienstig ouderwijs behoorlijk in te richten en niettegenstaande zoo zij beweren hunnen eerbied voor 's lands instellingen en wetten, was die bepaliag eene doode letter gebleven ia twee groote steden in Autwerpen, iu Biussel en voorsteden. Ia de boofstad worden nu maatregels genomen om eindelijk de wet toe te pas- seu en deu catechismus iu de scholeu le onderwyzeu. Dit voornemen der geestelijke Over heid doet de geuzen en de socios alle twee, zeggen ze, de verdraagzaamheid en de liefde voor de vry beid in persoon opspiiugen eu dansen vau kwaadheid. bedorvenheid en eene in het kwade verharde ziel vereischt worden. Gij ziet reeds de zede lijke onmogelijkheid van zulke handelwijze in, als men ze met het karakter vergelijkt waaraan men haar toeschrijft. Beschouwen we na de feiten, of bij de zede lijke onmogelijkheid ook nog de absolute komt. Waarop steunt voornamelijk de beschuldi ging? Op I rieven, die door haar onderteekend zijn op eene in haar bezit gevondene som geld, op hare onverwHchte vlucht en het weg. blijven gedurende twaalf jaren. Dat zijn de eeuige bewijsstukken. Ik moet bekennen, myne heeren, ik vind ze zwak en onhoudbaar, aoodat ik mij verwonder, dat ze toereikeud genoeg gevonden worden, om zulk eene zware straf, als de doodstraf is, te vorderen. Deze brieven Welke brieven Zijn ze van haar Wat bewijzen zy Kannen zij niet door een ander geschreven of opgesteld geworden zyn door een man, die haar onge luk zocht Dan was ze alleen maar een werk tuig Men luisterde ademloos en gevoelde dat de verdediger met vaste schreden voortging. Nauwelijks gunde hij zich tijd om adem te haleu en ging voort Doch waarom zoek ik zoo ver Dit meisje heeft deze ontwerpen van j brieven niet geschreven, zij zyn niet van hare 5 hand daarvoor blijf ik borg t r Mijnheer Lachenal, n onderbrak hem de voorzitter ga niet zoo ver in uwe verdedi- I ging 1 De aangeklaagde heeft wel steedi hare In deze zaak noehtaas kon men eens feitelijk bewyzen dat men de overtuiging van anderen eerbiedigt, maar dat is het geval niet. Het was zoo gemakkelijk den den huisvader te laten beslissen in volle vrijheid of hij zijn kind de lessen van den catechismus liet volgen of niet. Indien zij wezenlijk de vrijheid lief hadden waarom handelden zij niet zoo Allen mogelijken dwang wordt in de hoofstad op de ouders uitgeoefend door alle mogelijke mildelen, door vrees, schrikaanjaging, dreigementen, broodroof worden de ouders verplicht de dispensatie van de godsdienstles te vragen. Die handelwyze is oneerlijk en alle rechtziooige menschen zullen ze kracht dadig veroordeelen gelijk zij het verdient. la Aalst' toch is er een groene Don Quichotte, die de oude bondgenooten, geus en socio, van alle schuld vrijspreekt eu de fout op deu rug der catboliekeu tracht te schuiven en moeten wij het zeggen, bij zonder op M. Woeste. Zij, de groenen, zouden het beter doen Den schooloorlog overal bestendig inrich ten en de Gemeenten onder den last doen kezwijken 1 Dat willen zij. Alle wet heeft hare leemten en met •neerlij ke tegenstrevers vatbaar voor droeve en aanstootende toepassingen. Het priuciep der catholieken is onaan tastbaar. Zij wilden de vrijheid van den huisvader eerbiedigen en hebben hem daaiom de keus geiateu ot zyn kind of niet de godsdienstlessen volgen zou. Wa ren de geuzen en de socios verdraagzaam, eerbiedigden zij dit recht van den huisva der de toepassing der wet zou geen aan leiding ge»en tot betreurlijke feiten. Tot de ouders van Brussel zullen wij een woord toesturen Lieve ouders, in Sipido hebt ge een voorbeeld wat de jeugd wordt wanneer ze in de onwetend heid- van den Godsdienst is opgevoed. Denkt op dit voorbeeld, trekt er eene duurzame les uit. Gij zult nooit betreuren dat uwe kinderen den weg inslaan naar de kerk dat is het pad v in deugd en geluk en ouderdanigheid vreest echter wanneer gij ze de goddelooze lokalen ziet binnentrekken. Sipido deed het ook en beken trauen heeft zijn gedrag aan zijae ouders gekost. Ouders, laat u door het voorbeeld van anderen onderwyzeu I Demao-oo-ip 0r? ll bfwüzen KECiiia0uöic, Jat de pAUS geeQ recht heeft op zijne wettige bezittingen is Dendergalm, in zynen haat tegen de Kerk en dezer instellingen, verplicht het recht van oproer te verdedigen en te beweren dat het volk naar wilkeur over den regec- ringsvorm die hem behterscht, beschik ken kan en mag. Wij laten voor e«n oogenbük de ge schiedkundige kwestie van de inpalming der Kerkelijke Staten ter zij. Er zijn schnld ontkoud, maar niet de echtheid van deze in hare kamer gevonden brieven. x Ik weet niet, n hernam Lachenal, waar om zij daarover gezwegen heeft, maar ik verklaar dat de brieven niet van hare hand komen. Vraag het haar, mijnheer de voor zitter Na had een klein tooneel plaats, dat veel opzien baarde in de saai Op de vraag des voorzitters bleef Catharioa zwijgen. x Antwoord dan toch, n zeide hij hebt gij deze brieven geschreven Antwoord n riep Lachenal vrees niets en zeg de waarheid, r Het meisje 7.ag den voorzitter en Lachenal beurtelings aan en sprak Nooit heb ik die brieven ontvangen of geschreven zij zijn niet van mij n Men heeft ze echter met uw schrift vei geleken en beweerd dat ze van u afkomstig zijn. n x Daar begrijp ik niets van maar ik verklaar, dat ik nooit aan eenen hrer met name Emile, geschreven heb of heb willen schrijven. Catbarina zeide dit op eenvondigen, be daarden toon, die zeer ten haren gnnste sprak. x Ga voort zeide de verbaasde voorzit ter tot Lachenal. x Gy hebt het gehoord, mijne heeren, n be. gon deze weêr is dit de toon der leugen is diegene, welke daar spreekt, in staat tot eene boosheid, welke nauwelijks de grootste misdadigers bezitten De waarheid straalt enkele schreeuwers geweest die Victor Emmanel naar Rome riepen, maar zij waren betaald en uitgekocht door de logie. Al dat geschreeuw en geroep was het werk der vrijmetselaars, van Gari baldi en zijne bandieten. Lijk het altijd gebeurt heeft een monsch die tiert meer lawijd gemaakt dan tien dio zwegen. Wij willen daar nu niet van spreken. Wij denkeu dat Dendergalm daar ge vaarlijke leerstelsels verdedigt, wier uit komst de volkomone bandeloosheid en eene volslageue anarchie is Alle wettig gezag wordt daardoor ondermynl en onmogelijk gemaakt en strekt om alle volksoploopen te wettigen ea te reebt- veerdigen. Dendergalm dwaalt als hij gelooft dat het genoeg is dal eent daad door het volk words gepleegd om haar telvtn le wet tigen, dat er boven de wil van het volk niets meer is waar rekening moet van gehouden worden. De wil van het volk is de maatstaf nist van het recht. Zij moeten tevreden zijn.de socialisten, ever Dendergalm, die zulke noodlottige princiepen onder het volk verspreidt. Hy' bereidt het terrein waarop ze later zullen oogsten zij zullen slechts uit die prin ciepen de logioke gevolgtrekkingen be hoeven af te leiden. Oaze omwenteling, hoe wreed ook, is recht, zullen zij zeggen, want, volgens Dendergalm, is de wil van volk recht en rede Woenslag, tweeden Kerstdag 1.1, had te Antwerpen het Congres plaats van den Bond der maatschappijen van onder linge bijstand. De afgevaardigde vau het ministerie van nijverheid eu arbeid legde aldaar eene uiterst belaugryke verklaring af. Hy zegde namelyk dat binnen kort een ko ninklijk besluit zal verschijnen, luidende dat de rentegenieter der Lyfrentkas by het in genot treden der rent een aanzien- lyk deel der gestorte sommen (voorbehou den kapitaal; zal kunnen terugbekomen en toch zijn pensioeu genieten. Eene lauge bespreking werd gehouden over het inrichten van onderlinge maat schappijen voor vrouwen. De hierna volgende wenschen werden uitgedrukt 1° Dat de priesters en Je onderwyzers niet als staatsbeambten mochten be schouwd worden en aldus de voordeelen der wet geoieteo 2° Dat ia den tekst der wet het woord werkman x door het woord handwer ker x mochte vervangen worden 3° Dat de werklieden van deu Staat ook gemachtigd mochten zijn om in de Lijfrentkas le storten met de voordeelen der Dieuwe wet. nit hare oogen. Hier ziet gij eene schandslyke comedie, wier geheimen ik wel wenschte te kannen onthullen. Dit meisje is niet alleen onschuldig, maar ook het slachtoffer van den werkelijken dader De misdaad is een feit,» zegt gij. O mijne heeren, ik ontken dit niet. Yoor mij is het klaar, dat de heer de Fairièros geen natuurlijken dood gestorven is. Maar ik verklaar, dat Catbarina Figeart onschuldig is. Uadde zij haren meester willen vergiftigen zy had daartoe noch de middelen, noch de gelegenheid gehad. De zieke werd door twee elkander vreemde doktoors behandeld en door zijne familie gedurig bewaakt. x Maar wat dan fluisterde men in de menigte, die elk woord van Lachenal opving. Deze echter hoorde niets, maar vervolgde zijnen weg, terwyl bij de gemoederen in op schudding bracht en dit proces 't geen men reeds beslist waande, uit nieuwe gezichtspun ten beschouwde. Niet een eenvoudig landmeisje zon de ge dachte gehad hebben met langzame hand giflstoffen te mengen, om niet de aandacht der doktere gaande te maken. Maar gesteld dat zij dit beproefd hadde, zou men haar niet honderdmaal betrapt hebben Het is onmo gelijk aan te nemen, dat dit zon ontgaan zijn aan de leden der familie, gedurende eene ziekte van drie maanden. (Wordt

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1