Zondfl£ 27 Januari !°0! centiem"») per nummer 35ste Jaar 554 f Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst Ouders HET SPOOK Loenseh! GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. GELEERDHEID. 't Vergunningsrecht. Hard maar waar. Dood der Koningin van Engela' id l)it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere wees, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutstraat. N. 31. en in alle Postkantoren des Lands Cuiquf mimn. Per drukregel. Gewone 45 centiemen Keklamen fr. 1,00; Vonnigse cp 3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen deo dijosdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalst, 26 Januari 1901. De geuzen hebben gezegd Ons is de toeboms' indien wij ons van de jeugd bunnen meester maken. Uw bind is uw duurbaarste schat, waabt er dus met zorg over. Laat u niet overhalen wanneer de geuzen u bomen spreken over de verwereldlijbte scholen. Vormt uw bind goed, zegt de H. Schrif- tuur, en het zal het geluk van uw leven uitmaken. Indien gij bet vleit zal het u met afschrik vervullen en u met sckan- de overdekken. Doet uwe bindereu eene goede opvoe ding geven, vertrouw ze slechts toe aan goede meesters. De heidenen zelf begrepen het belang van een goeden heus. Dat ile ouders, zegde een latijnsche rhetoriber Quii.tilianus, zich tot den weerdigstfn meester en tot de volmaak- ste tucht wenden, Plinius, een ander latijnsche geleerde schreef aau eene dame van zijnen lyd Geef als leermeester aan uwen zoon degene wiens hoofddeugd is de regel- matigheid der zeden. Zoo de meester is, zoo wordt het kicd mag men in zekeren zin zeggen. Die waarheid erkende de anders zoo losban dige Frederik II, KoniDg van Pmisen, in zijne Alyemeene openbare schoolrege- ling Voor alles moeten de onderwijzers de ware kennis van Christus bezitten, derwijze dat zy de rechtheid van hun leveu op het Christianism richten, zij moeten hunne zending voor God vervul- len. met het oog op «le zaligheid en dat alzoo, door de zelfopoffering en het goed voorbeeld, zij hunne leerliugen in dit leven gelukkig maken en ze nog op het eeuwig geluk vooi bereiden Wat doen integendeel de geuzen Hoe vormen zij de jeugd volgens de nieuwe stelsels Iedereen keut de geschiedenis der be ruchte rationalistische school van Cem- puis. Wij willen er niet van spreken maar een feitje aanhalen dat wij vinden iu Het gedenkschrift van M. Germing. Men kent de droevige gevallen van het feest der schooljeugd van Lyon in het park van betGulden-Hoof i vereeuigd, feest voor hetwelk de Gemeenteraad eene 'omme van 26.000 fr. bad gestemd. Men heeft in de Kameis do historiek diet too- neelen van 13 Oogst 1871 gemaakt. Die dag begint om 10 uren 's morgends en eindigt om 7 uren 's avonds. De kinderen van bei-le geslachten, de ouders, de mu nicipale gaiden, allen onder een worden in bet park geleid, te midden van tounen wijn naar hartelust gegeven en zooveel zelfs dat op het einde van den dag men rijtuigen noodig had om de kindcrcü, ou'ieiscu onderwijzeressen naar huis te voeren. Men heiiuuert zich hoe dit feest CbelwyiuM'ark. 1* vervolg. Hoe oud zijn ze, Max Gilbert is twee jaar ouder dan ik, vijf en twintig en Sylvia ik noemde mijn schip naar haar is twee en twintig. Gil bert heeft tot na toe geene betrekking ge- zoeht ik geloof dat hy een rijk huwelijk oogt. Sylvia zal ongetu yfeld ook eens een goede pally doen. maai ik hoop, dat zij nog lang bij ons blyft gij zult haar zeker lief krijgen. Wat zullen beiden verbaasd opkij. ken, wanneer ik mot mijne bruid terugkeer. Morgeu zult gij met my gaan, niet waar Bern ice n Indien myue ouders het toestaan, nnt. wooidde 't meisje blozend. Uwe omlers zullen die toestemming niet weigeren, hernam de lord ze Lebben zeker bemerkt, hoe innig ik u heb bemind eiken dag w as ik bij ben en by u indien ze mij dus uwe hand wilden weigeren, was er dikwijls gelegenheid geweest om my dit te laten merken, Kom Bernice, Juat ons dadelijk nuur uwe ouders gauu. De heer Gwellau zat voor zyue schrijftafel het ft voortgeduurd onder het geschreeuw van Weg met bet papeuras I Leve de municipale Raad en met den zang der Girondijnen. Wij slaken een geusche gazet Le Salutpublic - deelde zijneu indruk mcè in de volgende woorden H* t zicht van dit feest hei ft op ons een pijnlijkeren in druk gemaakt dan den aanblik der puiu- hoopen van Paiys. Echt geuzen ideaal 1 Ouders, opgepast, zou gij denzelfden weg niet op wilt gaan Wat ziju de opstellers an Dendergalm toch g leerde meuscben In eeu artikel tje cileeren zij «len Bijbel en vier of vijf godgeleerden en hunne werken Maar of het daar is dat zij hunne wijs heid hebben gezocht dat is ren ander paar mouwen. Wij geven onze lezers den raid bun band er voor niet in't vuur te ste keu. Wij wedden dat het uit zekere bro- cbtiurkeus aan 10 cent. komt. Dender galm kan soms nog al uitleggen wat bij nici im I' zen heeft, bewijze de Revue de Belgique Nu ter zake Volgens Dendergalm zou Escobar, Théologie moralegezegd bobben Het is toegelaten een banneling verraderlijk ie vennoorden. Op welke bladzijde staat dat Daar eu is niets van, Gods gebod zegt Non occidesgij zult niet doodslian. Is bet klaar Gij hebt Escobar niet gelezen. Dal staat in Escobar niet of zoo iets zou veroordeeld worden. Verder spreekt bij van pater Caramuel dien de H. Alphonsus d u principem laxtslarum heit, 't is te zeggen, de hoof iman der wijde mouwen 1 Dat is een theologant zonder gezag. De schrijvers van Dendergalm kennen den lydi x niet want door dekreet van 15 Januari 1654 is er den naam van Caramuel opgebracht. Zie Index libro- rum prohibiiorum uitgave vau Dessain bladzijde 59. D.ii ziju Dendergalms groote overhe den Nu zijn texte - Een priester mag in b zekere omstandigheden een lasteraar vermoorden. Daar is weerom niets van. Gods gebod zegtNon occides. Iu welke omstandigheden een persoon op eigen hand iemand dooden mag is streng bepaald door het natuurlijk recht dat wij door ons verstand keuueu. De godgeleerdheid brengt daar geen verandering aan, geen iota, geeu ziei keu. Nu ziju ierde ttxte Pater Tuberna, is het uiet Ta- bcroa Die pater is weeral een wijde mouw men heeft hem van laxisme be schuldigd nochtans beeft bij zijne verde digers gehad. Hij is door zijnen bisschop veroordeeld gew. est, dnmmatus est cib Episcopa Abrabatensi Weeral veroordeeld 1 Zij zijn iu Dendergalm niet vies ge vallen. Ptter Taberna, zegt onze geleerde geus - ma .r de bladzijde noemt hij er niet bij heeft geschreven Indien een rechter geld ontvangen - b' eft om een onrechtveerdig vonnis uit - le spreken is het waarscüijnelijb dat hij het geld mag behouden. Daar is niets van dat is onrechtveer dig goed. Dus is die aanhaling, lijk zij daarboven staaf, onwaar, valsch, leugenachtig. Wat Dendergalm aan zijn fameuze tbeelogauteu doet zeggen is onwaar en valsch. Is de texte juist De bronnen van Dendergalm zijn ver dacht. Hij heeft de geciteerde werken nooit gezien en nog min opengeslagen of gelezen. Hij heeft dat gevonden in piulle- bladjes die het uit huu duim zuigen, lijk Dendergalm ook deed als bij de artikels der Revue de Belgique nan 't uitleg- gen ging. A m zulke bron putten is tegeu hun weerdigln id niet; maar decathecus- mus eens lezen, oh dat nooit. Om te eindigen. Wij kunnen maar niet begrijpen dat geieerdeu die eetrige dozij nen werken over godgeleerdheid 'gele zen hebb. d, nog geen aim gedachtje hebben over God en mensch eu ziel eu eeuwig leven Onder dien titel geeft Klokke Roeland ^an 20 januari baar gedacht over die moeilijke en verwarde zaak. Natuurlijk valt zij met bare gewone driestheid het ministerie te lijve. W< êrom ook heeft, zij het beste mi Idel ontdekt. Zij schrijft Per verkochten liter doen betalenis immers te simpel. Iu ander woorden Klokke Roeland wil de herbergiers belasteu iu vei houding, niet van den gi waanden, maar vau den wezenlijken vei koop. Als princiep genomen, is daar niets op te zeggeu het is inderdaad het ideaal van rechtveerdigheid. Maar is dat toepasselijk Die vraag had Klokke Roeland zich moeten stellen alvorens de catholieke moerderheid te beschuldigen de grooten te willen sparen. Tot hen die den moed gehad hebben, tegen huuue partybelangen iu, de alkooikwestie te willen oplossen, tot die, zeg ik, mag men «lie verwijten niet toestui' n zij tu ff n alleen iu volle borst de blauwen, roodcu eu gioenen die, allen om bet meest, de wet op bet drank misbruik, 't vergunningsrecht, hebben l uitgebuit. en nnast hem in oenen kleinen leuningstoel zijne vrouw. De oude heei hij telt reeds zes kruisjes was een groot en mager man, 1 toch zag hij er nog krachtig uit en zijn ge heel uiterlijk droeg den stempel van goedheid en welwillendheid. Zijne vrouw, wiens baren ook reeds eene zilverwitte kleur gekregen hadden, had eeD edel, open gelaat en gouden hart. Toen lord Chetwynd aau de zijde vnn Ber nice binnentrad, stonden de oude lui beleefd op. De lord was sedert zijn verblijf op het eiland bijna een dagelijksche gust op 't kas teeltje, en zij hadden hem lief gekregen. Toch bemerkte de lord dat men hem dezen keer ernstiger dan gewooulijk begroette. u lk kom voor dit jnar mijn laatste bezoek afleggen. n zei de lord bij gunstig weder vertrek ik morgen. De oude lieer wisselde met zijne vrouw een veolbuteekenenden blik en een schaduw van ongerustheid scheen van zijn hoofd te wijken. Dat spijt mij. markies, want uw gezel schap was ons alleraangenaamst wij zullen uwer altijd met liefde gedenken. Ik verlang m< er dan een gewoon aan denken, mijnheer Gwellau, zei de lord blo zend ik verlang voor mij den steun nws (•uderdoms en ik smeek u, laat Bernice als mijue vrouw met my gauu iu het slot mijns vaders. Dd oude lieden verschrokken en eeu diep zwygen volgde. Dat heb ik niet voorzien sprak eindelijk de oude heerik en mijne vrouw achtten Bernice nog eeu kind. Bedenk eens lord, zij is pus zestien jaar gij zyt vau adel en be hoort ti't de hoogste kringen, weldra zult gij de liefde voor een arm meisje vergeten zijn. a Nooit op mijn woord als edelman Bernice heeft het voorkomen eener prinses en ik weet, dat de Gw<-llans ook van edelen 1 bloede zijn. a Vergeet niet, lord, dat Bernice ons kind niet is. Wanneer ook gij in uwe liefde het geheim har< r geboorte over het hoofd ziet, uwe familie zal dat uiet doen, en mogelijk komt er een tijd, dat gij berouw gevoelt over uvredaad. a Gij kent mij niet, hernam lord Chetwynd, Mijne liefde is geene voorbijgaande harts tocht, ik bemin Bernice met heel myn hart eu heel mijne ziel, om 't even wie hare ouders waren. Geef mij Beruice waut ik kan zonder haar niet meer leven. De oude heer aarzelde de warme taal vau den fleren edelman had hem getroffen. a Wat kunnen wij doen, Caroline vroeg hy zijue vrouw, a Kunnen w ij met een gerust geweten het geliefde kind den lord tot vrouw geven n De beide jongelieden wendden zich met smeekende blikken tot mevri uw Gwellau. Zy begreep deze blikken en gaf een bevestigend antwoord op de vraag van haar gemaal, a Nog oen woord, lord Chetwynd, n zei de De steen, die gij werpt, treft uwe vrien den, uwe partijgenooten en uwe oude bondgenooten vau 94 en 98. Weet gy dat niet meer Klokke Roe land Nu hoe zult gij 't bedrog te keer gaan als gij per verkochten liter zult doen be talen Hoe z.il men met zekerheid vaststellen hoeveel liters zijn verkocht. E-*n garde in iedere herberg stellen is onmogelijk. Wij zouden die middelen van vastelling en van bevechting van bedrog eens gron dig en breedvoerig willen uiteengezet zien. Toon aan, Klokke Roeland dat het mogelijk is per verkochten liter te doen betalen maar dat zult gij niet en daarom roepen wij u toe Wat gij zegt is flauwe kul ZATTE KOltE! Dendergalm schrijft - Ons leven is een strijd 1 Maar in ons hart is er geen haat of geen nijd tegen niemand. Zoo spreekt Zatte Kobe ook en een oogenldik daarna, als hij de kans schoon ziet, geeft hij, zonder recht of rede, aan zijneu kameraad eene pekking van d'eer- ste goeste. Zatte Kobe zei ook: »Ik haat niemand.» Dendergalm is de verdraagzaamheid zelve, hij haat niemand, heeft nyd voor niemand. Dat is gauw gezegd. Maar is het Dendergalm niet die sfhreef dat de kloosters niet mochten be staan, dat de sansculotten van 1789 gelijk hadden hunne goederen te rooven Is het Dendergalm niet die de kerk vervolgingen in Zwitserland, in Italië, in Duitschland en in Frankrijk toejuichte en weuschta ook de macht te hebbeu paters en priesters aan de deur van het Land te E™ c».Mek weekblad ao Mechelen, f mur La Dyle, (lat, sedert lange jar™, i„ de eeUe„ (September 91). bres stond om de caibolieke belangen te fc T i verdedigen en menigmaal de ücgepraal f r.s ha Dendergalm met die de bui en- onzer vrienden ill de aartsbisschoppelijke sporisheden der Fransche omwenteling stad beeft bewerkt, heeft sedert nieuw- r° ?,P«J<Y jaar epgehnuden te verschijnen. f i1 gelijkheden geëf- Te d» zer gelegenheid schiijft M. Henri 4 Ryckmans, bioeder van den hoofdopstel- nijfj°^^?Sj S°a' c' haal °- Is het Dendergah zijn er nog anderen in het kamp der groe nen die droomen hooger te klimmen on jaloerscb zijn op de geplukte lauweien van priester Duc-ds en De Backer. Dat is heel natuurlijk. De concurrentio is er ouder. Waarom ook moet de eeuo meer hebben dan den andere d*t is teg »n de demokratie. Wij moeten de opkomst d«r groenen vergelijken aan de Fransc'te omweuteling, wier aanhanger» elknoder hebben verscheurd. Daarov- meer lat r er zullen nog andere banden van de k ip springen. s, bioeder van den boofdopstel In rvfoegerr- Dyle een zweepend arti" kei in den Messager de Bruxelles. Wij vertalen er de volgende brok uit Waarom zouden wij niet eens aau onze vrienden de waarheid zeggen, de volledige waarheid Zij houden niet aan hunne drukpers, zij hebbeu voor hunne dagbladschrij- vers niets over. Zij dulden dat volkje maar omdat zij eei e onvermijdelijke plaag - zijn en zuchten putten in den grond over de kleine opofferingen welke meu onttrekt aan hunne edelmoedig- - beid I De sympathie die men betuigt wordt wel is waar soms uitgesproken op het een of ander banket door den gewonen heildronk aan de catholieke druk pers maar eens dat de dampen van -len champagnewijn opgeklaard zijn, dan is ook die sympathie verdwe nen.» Neen I neen I neen de catholieken hebben nooit het nut noch de rol der wekelijkschc dagbladen, Doch het harde lot huuuer opstellers begrepen. Eens dat zij aan 't roer zijn, dan lachen zij wanneer men hun spreekt over de zelfopoffering vau de dagblad. schrijvers, over den moed en de zelf verloochening welken zy moeten heb ben om zich zoo goedsmoeds aan de aanvallen onzer tegenstrevers bloot te stellen.... - God geve dat degenen welke de Dyle altyd met opg-heven wapen heeft verdedigd eensdaags hunne onvoorzich tigheid en hunne ondaukbaarheid niet moeten betreuren I heer Gwellan, toen de jonge man reeds woor den van dank wilde uitspreken, nog een woord. Ik wil u alles zeggen wat ik over ons lief kind «eet Zij is niet van ons bloed, wij weten noch wie zij is, noch vanwaar zij kwam wij denken, dat zij van Engelsche afkomst is. Reeds meer dan twintig jaar leven wij op het eiland, en veertien jaar geleden kwam er op een Octoberavond een schip gelijk het uwe in de kaai. Een heer met een slapend tweejarig wicht in de urmen, stapte aan wal en vroeg naar de meest gegoede lieden van dit eiland. Men stuurde hem naar mij hij zei mij, dat dit kind eene wees was en hij het aan onze zorgen wilde toevertrouwen om het na vijf jaren terug te halen. Hij stelde mij een groote som gelds ter hand en vertrok. De vijfjaren verstreken en na zijn reeds veertien zomers voorhij, en nog hebben wij niets van hem gehoord. Zonderling, zei lord Chetwynd, - hoe was zijn naam n Hij noemde zich Sonth, maar wij geloo- ven, dat 't slechts een aangenomen naam' Hieldt gij hem voor den vader van 't kind Ja en neen. Hij zei, dat ze eene wees was, maar hij omarmde ze toen hy wegging en drukte ze in vertwijfeling aan zijn hart. Blijkbaar behoorde hij tot hoogere standen toch scheen eene vreeselyke smart zijn geheel levensgeluk verwoest te hebben. niet die schreef dat de fameuzi- Pergameni er niet neven wa.- al» Lij zegde boeigevang, verbanning zijn wettelijke middelen; waarom ze niet tegen de catholieken toegepast Zonderling geuzenbart Gewis Zatte Kobe heeft zijn kleine en groote ingangen bij de fameuze Dendergalmers. Hoe oprecht ze in Klokke Roeland zijn toont ons het volgende Een kring van St-Gillis te Brussel heeft M. De Backer over boord gesmeten, 't Is ue stielbederver, zegt men, en heeft al de eerste ovens brood bedorven volgens de uitdiukking van Land van Aalst zelf. Welnu Klokke Roeland op de eerste bladzijde doet bet nieuws ervan doorgaan als eene kwakkel, als een farce gespeeld aan Vooruit. Zy was in de Trois Rigo- lards op touw gezegd Maar die kwakkel wordt om den djan- ter eene einde in levende lijve op de tweede bladzijde in een artikeltje waar een razende Róelander voorstelt die kwa jongens van St-Gillis op de kneukels te tikken. Wij begrijpen niet goed boe iets wit en zwart kan zijn in een en zelfde nummer. Daaruit moeten de menschen leeren welken staat men maken mag op zulke Saters die koud en heet uit denzelfden mond blazen en uiten in klappen. Een ander les steekt daar nog in Er Koningin Victoria is dinsdag avond len 6 uren 45 m. in het kasteel van Osborne overleden. Koningin Victoria. Alexandrina-Victoria I was geboren to Londen den 24 Mei 1819. Zij was de eeoigc dochter vau Edward, hertog van Kent. Den 20 Januari 1837 volgde zij Willem IV op den troon op den 20 Juni 1838 word zij als koning gekroond, en den 10 Februari 1840 huwde zij prius Albert vauSaksen-Coburg. Uit dit huwelijk wer den 4 zoneu en 5 dochters geboren lo kroor pri js A «-rt Edward, prins v ui Wallis, den 9 Novem er 1841 Alfre 1 I Ernest-Aiheit. s.oe'. s'.uitenant, den 4 IAugü-n^ i344 Arthur-William, -Jen 1 Mei 1850; Leopold-Joris, den 7 Apiil 1853 Victoria-Adelaide, don 21 Novem. bur 1840; (weduwe van Frederik-Wil helm van Pruisen) Alice-Matbil Ja, d< n 25 April 1843 Heleua-Augusta, den'15 Mei 1846 Louisa-Carolina, den 18 Meert 1848 en Béatrice-Mary, den 14 Apiil 1857. De echtgenoot van koningin Victoria, geboren den 26 Augusti 1819, isdenJl December 1861 overleden. Iu den rang der vorsten van Engeland beklee I le Vi> toria I de 56° plaats. De regeering van Victoria is de langste geweest van deze der Engelsche vorsten Joris Hl heeft 10 jaar geregeerd hij stierf iu den ouder dom van 81 jaar eu 239 dageu. Victoria is eenige dagen ouder geworden. Gedurende hare regeering van 63 j i- ren, beeft de kouingiu 42 ernstige krijgs verrichtingen te doen gehad, welke ter uitzondering van den oorlog in den Krna n de twee oorlogen van Transvaal, wol is waar, gevoerd zijn tegeu kleine volks stammen, ofwel tegeu wilde, of half ho - schaafde volkeren. Het is overal beken 1. dat, op hot oogeublik van haar laatMo jubelfeest, zy had laten verstaan, Lit hare regeeriug zooder nieuwen oorlog zou eindigen. Depiins van Wallis beklimt den troor onder den naam vau Edward VII, Koning vau Engeland. Koning Ei ward is geboren te Buckingham den 9 November 1841 on trad in huwelijk te Windsor deu 10 Ma rt 1863 met princes Alexandra van Dei e marken. Waarom is hij niet gekomen om het kind te vorderen Wij denken dat hij moet gestorven zijn, eer de vyf jaren voorbij waren, r zei de heer Gwellan. Wij hebben Bernice als ons eigen kind opgevoed, maar gij noch wij zullen waarschijulyk ooit vernemen, wie zij eigen lijk is. n u Zonderling, zei de lord nadenkend. Waarom heeft hij Bernice op dit afgelegen eiland gebracht? Zeker om haar te verber. -- Heette hij haar Bernice, of hebt gy haar zoo genoemd n Hij noemde haar Bernice Sonth, doch wenschte, dat ik haar mijnen naam zon geven- De arme kleine was 1 leek en mager en mijne vrouw, die kinderloos was, ontving 't lieve kind met open armen. Dat het kind geroofd zijn, hebben wij niet kunnen denken iets in het wezen van den heer South liet zul- ken argwaan niet toe. Gy ziet dus wel, mijn lord, dat Bernice niet lastig zal gevallen worden door bloedverwanten. Doch zy voert geen oogen naam en heeft geene lange reeks van adellyke vooronders. lk zie dat gij het uwe plicht acht, mij dit alles te zeggen, hernam de jonge markies ern stig. Ik ben echser gewoon de ingevingen mijns harten te volgen en vraag n nogmaals de hand van Bernice. Ik zie, dat al mijn praten niets helpt, doch wacht ten minste nog een jaar. a Een jaar zon voor my eene eeuw zijn. Laat Bernice met mij gaan in mijn hnis, 'at geene andere meesteres heeft dan myne stijf- zuster. Het zij zoo, zei de heer Gwellan l et een diepen zucht. Misschien is 't zoo bet r, want ik werd oud, en Godweet of't volge i-l jaar mij nog gegeven is. Moge deze staj u nooit berouwen, markies, en wees voor rnijm Bernice een beschermer en een geleider op dan levensweg. Ik zal dadelijk de noodige ma it- regelen treffen, opdat het huwelyk morgen kan voltrokken worden. B De lord dankte den ouden heer en vertn k, Bernice geleidde hem naar 't strand. Ik hoop, dat ik goed gehandeld heb, zei Gwellan tot zijne weecende vrouw, 1 et jonge paar met zijne blikken volgende. Lt r J Chetwynd bemint ons kind en zy heeft h.-m innig lief. Niettegenstaande hare dnist ra afkomst, is zij toch zijner waardig, en hij heeft geene familie, die hem verwijten kan °en onbekend meisje tot vrouw genomen te hebben. Ik heb recht om onze Bernice si lk een gelukkige toekomst, zulk een lieven iran te geven. En toch bevangt my een zek re vrees voor de toekomst van ons kind. Di ch ik heb miju woord gegeven en zal het hondi n. Men bemerke dat het huwelyk, waai- van hier spraak is, een huwelyk tusachen pro testanten en niet onder de regels van Jiej Concilie van Trente valt. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1