Zondfl£ 27 Januari !°0!
centiem"») per nummer
35ste Jaar 554 f
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
Ouders
HET SPOOK
Loenseh!
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
GELEERDHEID.
't Vergunningsrecht.
Hard maar waar.
Dood der Koningin van Engela' id
l)it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere wees, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutstraat. N. 31.
en in alle Postkantoren des Lands
Cuiquf mimn.
Per drukregel. Gewone 45 centiemen Keklamen fr. 1,00; Vonnigse cp
3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen deo
dijosdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 26 Januari 1901.
De geuzen hebben gezegd Ons is de
toeboms' indien wij ons van de jeugd
bunnen meester maken.
Uw bind is uw duurbaarste schat,
waabt er dus met zorg over. Laat u niet
overhalen wanneer de geuzen u bomen
spreken over de verwereldlijbte scholen.
Vormt uw bind goed, zegt de H. Schrif-
tuur, en het zal het geluk van uw leven
uitmaken. Indien gij bet vleit zal het u
met afschrik vervullen en u met sckan-
de overdekken.
Doet uwe bindereu eene goede opvoe
ding geven, vertrouw ze slechts toe aan
goede meesters.
De heidenen zelf begrepen het belang
van een goeden heus.
Dat ile ouders, zegde een latijnsche
rhetoriber Quii.tilianus, zich tot den
weerdigstfn meester en tot de volmaak-
ste tucht wenden,
Plinius, een ander latijnsche geleerde
schreef aau eene dame van zijnen lyd
Geef als leermeester aan uwen zoon
degene wiens hoofddeugd is de regel-
matigheid der zeden.
Zoo de meester is, zoo wordt het kicd
mag men in zekeren zin zeggen. Die
waarheid erkende de anders zoo losban
dige Frederik II, KoniDg van Pmisen, in
zijne Alyemeene openbare schoolrege-
ling
Voor alles moeten de onderwijzers
de ware kennis van Christus bezitten,
derwijze dat zy de rechtheid van hun
leveu op het Christianism richten, zij
moeten hunne zending voor God vervul-
len. met het oog op «le zaligheid en dat
alzoo, door de zelfopoffering en het
goed voorbeeld, zij hunne leerliugen in
dit leven gelukkig maken en ze nog op
het eeuwig geluk vooi bereiden
Wat doen integendeel de geuzen Hoe
vormen zij de jeugd volgens de nieuwe
stelsels
Iedereen keut de geschiedenis der be
ruchte rationalistische school van Cem-
puis. Wij willen er niet van spreken maar
een feitje aanhalen dat wij vinden iu
Het gedenkschrift van M. Germing.
Men kent de droevige gevallen van
het feest der schooljeugd van Lyon in
het park van betGulden-Hoof i vereeuigd,
feest voor hetwelk de Gemeenteraad eene
'omme van 26.000 fr. bad gestemd. Men
heeft in de Kameis do historiek diet too-
neelen van 13 Oogst 1871 gemaakt. Die
dag begint om 10 uren 's morgends en
eindigt om 7 uren 's avonds. De kinderen
van bei-le geslachten, de ouders, de mu
nicipale gaiden, allen onder een worden
in bet park geleid, te midden van tounen
wijn naar hartelust gegeven en zooveel
zelfs dat op het einde van den dag men
rijtuigen noodig had om de kindcrcü,
ou'ieiscu onderwijzeressen naar huis te
voeren. Men heiiuuert zich hoe dit feest
CbelwyiuM'ark.
1* vervolg.
Hoe oud zijn ze, Max
Gilbert is twee jaar ouder dan ik, vijf
en twintig en Sylvia ik noemde mijn
schip naar haar is twee en twintig. Gil
bert heeft tot na toe geene betrekking ge-
zoeht ik geloof dat hy een rijk huwelijk
oogt. Sylvia zal ongetu yfeld ook eens een
goede pally doen. maai ik hoop, dat zij nog
lang bij ons blyft gij zult haar zeker lief
krijgen. Wat zullen beiden verbaasd opkij.
ken, wanneer ik mot mijne bruid terugkeer.
Morgeu zult gij met my gaan, niet waar
Bern ice n
Indien myue ouders het toestaan, nnt.
wooidde 't meisje blozend.
Uwe omlers zullen die toestemming niet
weigeren, hernam de lord ze Lebben
zeker bemerkt, hoe innig ik u heb bemind
eiken dag w as ik bij ben en by u indien ze
mij dus uwe hand wilden weigeren, was er
dikwijls gelegenheid geweest om my dit te
laten merken, Kom Bernice, Juat ons dadelijk
nuur uwe ouders gauu.
De heer Gwellau zat voor zyue schrijftafel
het ft voortgeduurd onder het geschreeuw
van Weg met bet papeuras I Leve de
municipale Raad en met den zang der
Girondijnen.
Wij slaken een geusche gazet Le
Salutpublic - deelde zijneu indruk mcè
in de volgende woorden H* t zicht van
dit feest hei ft op ons een pijnlijkeren in
druk gemaakt dan den aanblik der puiu-
hoopen van Paiys.
Echt geuzen ideaal 1
Ouders, opgepast, zou gij denzelfden
weg niet op wilt gaan
Wat ziju de opstellers an Dendergalm
toch g leerde meuscben In eeu artikel
tje cileeren zij «len Bijbel en vier of vijf
godgeleerden en hunne werken
Maar of het daar is dat zij hunne wijs
heid hebben gezocht dat is ren ander paar
mouwen. Wij geven onze lezers den raid
bun band er voor niet in't vuur te ste
keu. Wij wedden dat het uit zekere bro-
cbtiurkeus aan 10 cent. komt. Dender
galm kan soms nog al uitleggen wat bij
nici im I' zen heeft, bewijze de Revue de
Belgique
Nu ter zake
Volgens Dendergalm zou Escobar,
Théologie moralegezegd bobben Het
is toegelaten een banneling verraderlijk ie
vennoorden.
Op welke bladzijde staat dat
Daar eu is niets van, Gods gebod zegt
Non occidesgij zult niet doodslian.
Is bet klaar
Gij hebt Escobar niet gelezen.
Dal staat in Escobar niet of zoo iets zou
veroordeeld worden.
Verder spreekt bij van pater Caramuel
dien de H. Alphonsus d u principem
laxtslarum heit, 't is te zeggen, de
hoof iman der wijde mouwen 1
Dat is een theologant zonder gezag.
De schrijvers van Dendergalm kennen
den lydi x niet want door dekreet van
15 Januari 1654 is er den naam van
Caramuel opgebracht. Zie Index libro-
rum prohibiiorum uitgave vau Dessain
bladzijde 59.
D.ii ziju Dendergalms groote overhe
den
Nu zijn texte - Een priester mag in
b zekere omstandigheden een lasteraar
vermoorden.
Daar is weerom niets van. Gods gebod
zegtNon occides.
Iu welke omstandigheden een persoon
op eigen hand iemand dooden mag is
streng bepaald door het natuurlijk recht
dat wij door ons verstand keuueu.
De godgeleerdheid brengt daar geen
verandering aan, geen iota, geeu ziei keu.
Nu ziju ierde ttxte
Pater Tuberna, is het uiet Ta-
bcroa Die pater is weeral een wijde
mouw men heeft hem van laxisme be
schuldigd nochtans beeft bij zijne verde
digers gehad. Hij is door zijnen bisschop
veroordeeld gew. est, dnmmatus est cib
Episcopa Abrabatensi
Weeral veroordeeld 1
Zij zijn iu Dendergalm niet vies ge
vallen.
Ptter Taberna, zegt onze geleerde geus
- ma .r de bladzijde noemt hij er niet
bij heeft geschreven
Indien een rechter geld ontvangen
- b' eft om een onrechtveerdig vonnis uit
- le spreken is het waarscüijnelijb dat hij
het geld mag behouden.
Daar is niets van dat is onrechtveer
dig goed.
Dus is die aanhaling, lijk zij daarboven
staaf, onwaar, valsch, leugenachtig.
Wat Dendergalm aan zijn fameuze
tbeelogauteu doet zeggen is onwaar en
valsch. Is de texte juist
De bronnen van Dendergalm zijn ver
dacht. Hij heeft de geciteerde werken
nooit gezien en nog min opengeslagen of
gelezen. Hij heeft dat gevonden in piulle-
bladjes die het uit huu duim zuigen, lijk
Dendergalm ook deed als bij de artikels
der Revue de Belgique nan 't uitleg-
gen ging. A m zulke bron putten is tegeu
hun weerdigln id niet; maar decathecus-
mus eens lezen, oh dat nooit.
Om te eindigen. Wij kunnen maar niet
begrijpen dat geieerdeu die eetrige dozij
nen werken over godgeleerdheid 'gele
zen hebb. d, nog geen aim gedachtje
hebben over God en mensch eu ziel eu
eeuwig leven
Onder dien titel geeft Klokke Roeland
^an 20 januari baar gedacht over die
moeilijke en verwarde zaak.
Natuurlijk valt zij met bare gewone
driestheid het ministerie te lijve.
W< êrom ook heeft, zij het beste mi Idel
ontdekt. Zij schrijft Per verkochten
liter doen betalenis immers te simpel.
Iu ander woorden Klokke Roeland wil
de herbergiers belasteu iu vei houding,
niet van den gi waanden, maar vau den
wezenlijken vei koop.
Als princiep genomen, is daar niets op
te zeggeu het is inderdaad het ideaal
van rechtveerdigheid.
Maar is dat toepasselijk
Die vraag had Klokke Roeland zich
moeten stellen alvorens de catholieke
moerderheid te beschuldigen de grooten
te willen sparen. Tot hen die den moed
gehad hebben, tegen huuue partybelangen
iu, de alkooikwestie te willen oplossen,
tot die, zeg ik, mag men «lie verwijten
niet toestui' n zij tu ff n alleen iu volle
borst de blauwen, roodcu eu gioenen die,
allen om bet meest, de wet op bet drank
misbruik, 't vergunningsrecht, hebben l
uitgebuit.
en nnast hem in oenen kleinen leuningstoel
zijne vrouw. De oude heei hij telt reeds
zes kruisjes was een groot en mager man, 1
toch zag hij er nog krachtig uit en zijn ge
heel uiterlijk droeg den stempel van goedheid
en welwillendheid. Zijne vrouw, wiens baren
ook reeds eene zilverwitte kleur gekregen
hadden, had eeD edel, open gelaat en gouden
hart.
Toen lord Chetwynd aau de zijde vnn Ber
nice binnentrad, stonden de oude lui beleefd
op. De lord was sedert zijn verblijf op het
eiland bijna een dagelijksche gust op 't kas
teeltje, en zij hadden hem lief gekregen. Toch
bemerkte de lord dat men hem dezen keer
ernstiger dan gewooulijk begroette.
u lk kom voor dit jnar mijn laatste bezoek
afleggen. n zei de lord bij gunstig weder
vertrek ik morgen.
De oude lieer wisselde met zijne vrouw een
veolbuteekenenden blik en een schaduw van
ongerustheid scheen van zijn hoofd te wijken.
Dat spijt mij. markies, want uw gezel
schap was ons alleraangenaamst wij zullen
uwer altijd met liefde gedenken.
Ik verlang m< er dan een gewoon aan
denken, mijnheer Gwellau, zei de lord blo
zend ik verlang voor mij den steun nws
(•uderdoms en ik smeek u, laat Bernice als
mijue vrouw met my gauu iu het slot mijns
vaders.
Dd oude lieden verschrokken en eeu diep
zwygen volgde.
Dat heb ik niet voorzien sprak eindelijk
de oude heerik en mijne vrouw achtten
Bernice nog eeu kind. Bedenk eens lord, zij
is pus zestien jaar gij zyt vau adel en be
hoort ti't de hoogste kringen, weldra zult gij
de liefde voor een arm meisje vergeten zijn.
a Nooit op mijn woord als edelman
Bernice heeft het voorkomen eener prinses
en ik weet, dat de Gw<-llans ook van edelen 1
bloede zijn.
a Vergeet niet, lord, dat Bernice ons kind
niet is. Wanneer ook gij in uwe liefde het
geheim har< r geboorte over het hoofd ziet,
uwe familie zal dat uiet doen, en mogelijk
komt er een tijd, dat gij berouw gevoelt over
uvredaad.
a Gij kent mij niet, hernam lord Chetwynd,
Mijne liefde is geene voorbijgaande harts
tocht, ik bemin Bernice met heel myn hart
eu heel mijne ziel, om 't even wie hare ouders
waren. Geef mij Beruice waut ik kan zonder
haar niet meer leven.
De oude heer aarzelde de warme taal vau
den fleren edelman had hem getroffen.
a Wat kunnen wij doen, Caroline
vroeg hy zijue vrouw, a Kunnen w ij met een
gerust geweten het geliefde kind den lord tot
vrouw geven n
De beide jongelieden wendden zich met
smeekende blikken tot mevri uw Gwellau. Zy
begreep deze blikken en gaf een bevestigend
antwoord op de vraag van haar gemaal,
a Nog oen woord, lord Chetwynd, n zei de
De steen, die gij werpt, treft uwe vrien
den, uwe partijgenooten en uwe oude
bondgenooten vau 94 en 98.
Weet gy dat niet meer Klokke Roe
land
Nu hoe zult gij 't bedrog te keer gaan
als gij per verkochten liter zult doen be
talen
Hoe z.il men met zekerheid vaststellen
hoeveel liters zijn verkocht.
E-*n garde in iedere herberg stellen is
onmogelijk.
Wij zouden die middelen van vastelling
en van bevechting van bedrog eens gron
dig en breedvoerig willen uiteengezet
zien.
Toon aan, Klokke Roeland dat het
mogelijk is per verkochten liter te doen
betalen maar dat zult gij niet en daarom
roepen wij u toe Wat gij zegt is flauwe
kul
ZATTE KOltE!
Dendergalm schrijft - Ons leven is een
strijd 1 Maar in ons hart is er geen haat
of geen nijd tegen niemand.
Zoo spreekt Zatte Kobe ook en een
oogenldik daarna, als hij de kans schoon
ziet, geeft hij, zonder recht of rede, aan
zijneu kameraad eene pekking van d'eer-
ste goeste.
Zatte Kobe zei ook: »Ik haat niemand.»
Dendergalm is de verdraagzaamheid
zelve, hij haat niemand, heeft nyd voor
niemand.
Dat is gauw gezegd.
Maar is het Dendergalm niet die
sfhreef dat de kloosters niet mochten be
staan, dat de sansculotten van 1789 gelijk
hadden hunne goederen te rooven
Is het Dendergalm niet die de kerk
vervolgingen in Zwitserland, in Italië, in
Duitschland en in Frankrijk toejuichte en
weuschta ook de macht te hebbeu paters
en priesters aan de deur van het Land te
E™ c».Mek weekblad ao Mechelen, f mur
La Dyle, (lat, sedert lange jar™, i„ de eeUe„ (September 91).
bres stond om de caibolieke belangen te fc T i
verdedigen en menigmaal de ücgepraal f r.s ha Dendergalm met die de bui en-
onzer vrienden ill de aartsbisschoppelijke sporisheden der Fransche omwenteling
stad beeft bewerkt, heeft sedert nieuw- r° ?,P«J<Y
jaar epgehnuden te verschijnen. f i1 gelijkheden geëf-
Te d» zer gelegenheid schiijft M. Henri 4
Ryckmans, bioeder van den hoofdopstel- nijfj°^^?Sj S°a' c' haal °-
Is het Dendergah
zijn er nog anderen in het kamp der groe
nen die droomen hooger te klimmen on
jaloerscb zijn op de geplukte lauweien
van priester Duc-ds en De Backer.
Dat is heel natuurlijk. De concurrentio
is er ouder. Waarom ook moet de eeuo
meer hebben dan den andere d*t is teg »n
de demokratie. Wij moeten de opkomst
d«r groenen vergelijken aan de Fransc'te
omweuteling, wier aanhanger» elknoder
hebben verscheurd. Daarov- meer lat r
er zullen nog andere banden van de k ip
springen.
s, bioeder van den boofdopstel
In rvfoegerr- Dyle een zweepend arti"
kei in den Messager de Bruxelles. Wij
vertalen er de volgende brok uit
Waarom zouden wij niet eens aau
onze vrienden de waarheid zeggen, de
volledige waarheid
Zij houden niet aan hunne drukpers,
zij hebbeu voor hunne dagbladschrij-
vers niets over. Zij dulden dat volkje
maar omdat zij eei e onvermijdelijke
plaag - zijn en zuchten putten in den
grond over de kleine opofferingen welke
meu onttrekt aan hunne edelmoedig-
- beid I
De sympathie die men betuigt wordt
wel is waar soms uitgesproken op het
een of ander banket door den gewonen
heildronk aan de catholieke druk
pers maar eens dat de dampen
van -len champagnewijn opgeklaard
zijn, dan is ook die sympathie verdwe
nen.»
Neen I neen I neen de catholieken
hebben nooit het nut noch de rol der
wekelijkschc dagbladen, Doch het harde
lot huuuer opstellers begrepen.
Eens dat zij aan 't roer zijn, dan
lachen zij wanneer men hun spreekt
over de zelfopoffering vau de dagblad.
schrijvers, over den moed en de zelf
verloochening welken zy moeten heb
ben om zich zoo goedsmoeds aan de
aanvallen onzer tegenstrevers bloot te
stellen....
- God geve dat degenen welke de
Dyle altyd met opg-heven wapen heeft
verdedigd eensdaags hunne onvoorzich
tigheid en hunne ondaukbaarheid niet
moeten betreuren I
heer Gwellan, toen de jonge man reeds woor
den van dank wilde uitspreken, nog een
woord. Ik wil u alles zeggen wat ik over ons
lief kind «eet Zij is niet van ons bloed, wij
weten noch wie zij is, noch vanwaar zij
kwam wij denken, dat zij van Engelsche
afkomst is. Reeds meer dan twintig jaar leven
wij op het eiland, en veertien jaar geleden
kwam er op een Octoberavond een schip gelijk
het uwe in de kaai. Een heer met een slapend
tweejarig wicht in de urmen, stapte aan wal
en vroeg naar de meest gegoede lieden van
dit eiland. Men stuurde hem naar mij hij
zei mij, dat dit kind eene wees was en hij het
aan onze zorgen wilde toevertrouwen om het
na vijf jaren terug te halen. Hij stelde mij
een groote som gelds ter hand en vertrok. De
vijfjaren verstreken en na zijn reeds veertien
zomers voorhij, en nog hebben wij niets van
hem gehoord.
Zonderling, zei lord Chetwynd, - hoe
was zijn naam n
Hij noemde zich Sonth, maar wij geloo-
ven, dat 't slechts een aangenomen naam'
Hieldt gij hem voor den vader van
't kind
Ja en neen. Hij zei, dat ze eene wees was,
maar hij omarmde ze toen hy wegging en
drukte ze in vertwijfeling aan zijn hart.
Blijkbaar behoorde hij tot hoogere standen
toch scheen eene vreeselyke smart zijn geheel
levensgeluk verwoest te hebben.
niet die schreef dat
de fameuzi- Pergameni er niet neven wa.-
al» Lij zegde boeigevang, verbanning
zijn wettelijke middelen; waarom ze niet
tegen de catholieken toegepast
Zonderling geuzenbart Gewis Zatte
Kobe heeft zijn kleine en groote ingangen
bij de fameuze Dendergalmers.
Hoe oprecht ze in Klokke Roeland zijn
toont ons het volgende
Een kring van St-Gillis te Brussel
heeft M. De Backer over boord gesmeten,
't Is ue stielbederver, zegt men, en heeft
al de eerste ovens brood bedorven volgens
de uitdiukking van Land van Aalst zelf.
Welnu Klokke Roeland op de eerste
bladzijde doet bet nieuws ervan doorgaan
als eene kwakkel, als een farce gespeeld
aan Vooruit. Zy was in de Trois Rigo-
lards op touw gezegd
Maar die kwakkel wordt om den djan-
ter eene einde in levende lijve op de
tweede bladzijde in een artikeltje waar
een razende Róelander voorstelt die kwa
jongens van St-Gillis op de kneukels te
tikken.
Wij begrijpen niet goed boe iets wit en
zwart kan zijn in een en zelfde nummer.
Daaruit moeten de menschen leeren
welken staat men maken mag op zulke
Saters die koud en heet uit denzelfden
mond blazen en uiten in klappen.
Een ander les steekt daar nog in Er
Koningin Victoria is dinsdag avond len
6 uren 45 m. in het kasteel van Osborne
overleden.
Koningin Victoria.
Alexandrina-Victoria I was geboren to
Londen den 24 Mei 1819. Zij was de
eeoigc dochter vau Edward, hertog van
Kent. Den 20 Januari 1837 volgde zij
Willem IV op den troon op den 20 Juni
1838 word zij als koning gekroond, en den
10 Februari 1840 huwde zij prius Albert
vauSaksen-Coburg. Uit dit huwelijk wer
den 4 zoneu en 5 dochters geboren lo
kroor pri js A «-rt Edward, prins v ui
Wallis, den 9 Novem er 1841 Alfre 1
I Ernest-Aiheit. s.oe'. s'.uitenant, den 4
IAugü-n^ i344 Arthur-William, -Jen 1
Mei 1850; Leopold-Joris, den 7 Apiil
1853 Victoria-Adelaide, don 21 Novem.
bur 1840; (weduwe van Frederik-Wil
helm van Pruisen) Alice-Matbil Ja, d< n
25 April 1843 Heleua-Augusta, den'15
Mei 1846 Louisa-Carolina, den 18 Meert
1848 en Béatrice-Mary, den 14 Apiil
1857.
De echtgenoot van koningin Victoria,
geboren den 26 Augusti 1819, isdenJl
December 1861 overleden. Iu den rang
der vorsten van Engeland beklee I le Vi>
toria I de 56° plaats. De regeering van
Victoria is de langste geweest van deze
der Engelsche vorsten Joris Hl heeft 10
jaar geregeerd hij stierf iu den ouder
dom van 81 jaar eu 239 dageu. Victoria is
eenige dagen ouder geworden.
Gedurende hare regeering van 63 j i-
ren, beeft de kouingiu 42 ernstige krijgs
verrichtingen te doen gehad, welke ter
uitzondering van den oorlog in den Krna
n de twee oorlogen van Transvaal, wol
is waar, gevoerd zijn tegeu kleine volks
stammen, ofwel tegeu wilde, of half ho -
schaafde volkeren. Het is overal beken 1.
dat, op hot oogeublik van haar laatMo
jubelfeest, zy had laten verstaan, Lit
hare regeeriug zooder nieuwen oorlog
zou eindigen.
Depiins van Wallis beklimt den troor
onder den naam vau Edward VII, Koning
vau Engeland. Koning Ei ward is geboren
te Buckingham den 9 November 1841 on
trad in huwelijk te Windsor deu 10 Ma rt
1863 met princes Alexandra van Dei e
marken.
Waarom is hij niet gekomen om het kind
te vorderen
Wij denken dat hij moet gestorven zijn,
eer de vyf jaren voorbij waren, r zei de heer
Gwellan. Wij hebben Bernice als ons eigen
kind opgevoed, maar gij noch wij zullen
waarschijulyk ooit vernemen, wie zij eigen
lijk is. n
u Zonderling, zei de lord nadenkend.
Waarom heeft hij Bernice op dit afgelegen
eiland gebracht? Zeker om haar te verber.
-- Heette hij haar Bernice, of hebt gy
haar zoo genoemd n
Hij noemde haar Bernice Sonth, doch
wenschte, dat ik haar mijnen naam zon geven-
De arme kleine was 1 leek en mager en mijne
vrouw, die kinderloos was, ontving 't lieve
kind met open armen. Dat het kind geroofd
zijn, hebben wij niet kunnen denken
iets in het wezen van den heer South liet zul-
ken argwaan niet toe. Gy ziet dus wel, mijn
lord, dat Bernice niet lastig zal gevallen
worden door bloedverwanten. Doch zy voert
geen oogen naam en heeft geene lange reeks
van adellyke vooronders.
lk zie dat gij het uwe plicht acht, mij dit
alles te zeggen, hernam de jonge markies ern
stig. Ik ben echser gewoon de ingevingen
mijns harten te volgen en vraag n nogmaals
de hand van Bernice.
Ik zie, dat al mijn praten niets helpt,
doch wacht ten minste nog een jaar.
a Een jaar zon voor my eene eeuw zijn.
Laat Bernice met mij gaan in mijn hnis, 'at
geene andere meesteres heeft dan myne stijf-
zuster.
Het zij zoo, zei de heer Gwellan l et
een diepen zucht. Misschien is 't zoo bet r,
want ik werd oud, en Godweet of't volge i-l
jaar mij nog gegeven is. Moge deze staj u
nooit berouwen, markies, en wees voor rnijm
Bernice een beschermer en een geleider op dan
levensweg. Ik zal dadelijk de noodige ma it-
regelen treffen, opdat het huwelyk morgen
kan voltrokken worden. B
De lord dankte den ouden heer en vertn k,
Bernice geleidde hem naar 't strand.
Ik hoop, dat ik goed gehandeld heb,
zei Gwellan tot zijne weecende vrouw, 1 et
jonge paar met zijne blikken volgende. Lt r J
Chetwynd bemint ons kind en zy heeft h.-m
innig lief. Niettegenstaande hare dnist ra
afkomst, is zij toch zijner waardig, en hij
heeft geene familie, die hem verwijten kan
°en onbekend meisje tot vrouw genomen te
hebben. Ik heb recht om onze Bernice si lk
een gelukkige toekomst, zulk een lieven iran
te geven. En toch bevangt my een zek re
vrees voor de toekomst van ons kind. Di ch
ik heb miju woord gegeven en zal het hondi n.
Men bemerke dat het huwelyk, waai-
van hier spraak is, een huwelyk tusachen pro
testanten en niet onder de regels van Jiej
Concilie van Trente valt.
Wordt voortgezet.