m K Donderdag 2 Mei 1901 3 centiemen per nummer. 33ste Jaar 5308 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. VRIJHEID •eld. mg vaj_ len. ■I Het congres der kwalen. De valsche christene demokratie. EL )it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder ;teekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week •r de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes inden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving iigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post om- gen zijn ten laste van den schuldenaar. en schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, n alle Postkantoren des Lands aldag Cuicjiie Miilim. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bi» accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalat, 1 Mei 1901. zijn menschen die door visschers in iel water op het dwaalspoor gebracht, verwachten van het zuiver algemeen recht, zelfs de vrijheid zijn ziende blind, lerdaad. lien die hervorming dit alles meê- ;ea moet, waarom heeft ze al die eelen niet gesticht in de landen Z. A. S. bestaat eens naar Frankrijk, ialistische ministers komen onze e wetten afschrijven, wat bij ods door onze Cijnskamer is gestemd st. Wy bedoelen de wet op de nanswoningen. it geen comble dat ongelukkig land van Z. A. S. "~D de vrijmetselaars eene hevige ervolging in bun schild. Een wets- rp is gestemd om aan de geeslelijk- het recht te ontnemen het volk te wijzen. Daar is zelfs eene hatelyk- in die iedereen tegen de borst moet b. ien bij voorbeeld een kloosterling :de verlaat blijft hij van bet recht Dderwijs beroofd zoolang hij niet fijne geestelijkheid weerspannig ir gaan de vrijmetselaars het toch I in hunnen blinden haat tegen den enst? is geuzenvrijheid P) erief ien gedee e van het noorden van ijk zijn er nog vele vlamingen die flaamsch verstaan. doen de mannen van e vnj- èrbieden de priesters nog vlaamsch ken in den predikstoel I menschen mogen dus in hunne lyke plichten niet meer onderwe- rden van op den Kansel f Frankryk I Diep gevallen land. gië hebben de logiën ook eens be den Godsdienst te vervolgen en de en van hunne vrijheid te beroo- jj heetten alsdan liberalen, liever jedreigt ons hetzelfde gevaar van liet samcnkooksel van geus en Zij zijn 't akkoord zoolang er ge- iwd wordt Weg met de Calholie- n J "ij dit gevaar afweeren, moeten ml koliek blijven, enkel catholiek. DE ZOON naar het Engelsch. 17,u vervolg. S irekend, verliet hy het huis en liet olmeestor bij den boschwachter ataan. het naar huis gaan overwoog Rush- ot 011?'er was voorgevallen en maakte de ïkking, dat niets beters had kunnen voor hom zelf, hoe het ook voor Job >pen. Deze overtuiging stelde hem Q toen de geburen met hem kwamen hij zeer koel en overlegd in zijne len. Ondertusschen had de bosch- na in allerhaaat wat gegeten te tich met zyne helpers en speurhon- po of TOB begeven en bezocht het bosch rond zonder gevolg, liet geweer hetwelk Jos in de sloot had gewor- gevonden en naar de herberg ge- >or eenige boeren, welke van hun Igkwamen. Niemand kende het ge- int Rushbrook had het nooit aan !»ten zien. Een uur later kwam 30SCH Wij behertigen terzelfder tijd onze stof felijke belangen want wie heift er iets gedaan voor de werklieden Wie heeft de bestaande maatschappe lijke wetten gestemd De catholieken eerbiedigen de vrijheid zij behertigen de belangen, geestelijke en stoffelijke van den werkman zij vrijwa ren den maatschappelijken vrede. De catholieken, zonder gerucht te ma ken, in stilte, stemmen wetten voor het volk, waarop vreemde lauden ons komen afkijken 1 LEERF ABEL. De geesels, die het menschdom kwel len en verwoesteü, waren in Congres vergaderd. Er moest een Koning of een Koningin gekozen worden. De kroon zou worden toegekend aan hem of haar, die door afdoendo beweegredenen en onbe twistbare bewijzen zou betoogen, dat hij het meeste kwaal deed aan het mensche- lijk geslacht. Zoo talrijk waren de mededingers, en ieder van hen had zulke ernstige titels te doen gelden, dat van eerstaf bleek hoe moeilijk het zou zijn tot eenen uitslag te komen, en vooral om tot eene eenstem mige uitspraak te geraken. Daar was de groep der besmettelijke ziekten, waaronder de pest en de cholera malkander den eersten rang betwistten van geen van beide was het mogelyk de slachtoffers op te tellen. Na hen kwamen de sleepende ziekten, waarvan eenige, vooral de tering en de kwaadaardige koorts, hunne kandidaten voor het Koningschap staafden met be weegredenen, die indruk maakten op het Ik, zegde do teringik ver mijne slachtoffers niet bij hoopen, zooals de be smettelijke ziekten maar hierin over tref ik haar, dat ik zonder onderbreking werkzaam ben. Ik ben overal en zet overal, op alle plaatsen en in alle jaar getijden, mijne taak voort. De graven, door my geopend, zijn zoo talrijk als de sterren des hemels. Zoo geducht zijn mijne verwoestingen, dat men eenen Bond tegen de lonqteering heeft moeten stichten. Ik, zegde de koorts, ik heb vele pezen aan mijnen boog ik neem velerlei vormen aan, en rand by voorkeur de hersenen aan en de ingewanden. Van het begin des jaars tot het einde ben ik aan het werk ik maai kinderen en volwasse nen weg mij behoort den voorrang voor het gestichte onheil; mij komt de kroon toe 1 Neen, zij behoort mij, riep een spook met hatelijke en wreede troDie. Ahl ik versmaak de afzonderlijke aanvallen 't is bij meDigte, dat ik te werk ga. En ik ben te trotscb om mij bij vrouwen en kinderen op te houden; tref ik dezen, dan is het als toemaat en bij wederbots ik breng ze niet eeDs in rekening. Voor mijne menscbelijke slachtofferan- den wil ik mannen in den bloei des le vens die, welke het krachtigst zijn tus- schen de menschenkinderen, en aan de slagen van besmettelijke en sleepende ziekten weerstaan kunnen; ik vel ze neer zooals do hagel de korenaren neêrvelt. Op een enkel jaar tijds en in een enkel land, in Transvaal, heb ik er meer dan dertigduizend in het stof doen bijten Ik ben de oorlog En nog anderen kwamen de hongers nood, de wulpschheid, de overdaad, de heerschzucht, enz., en allen beroemden er zicb op helaas 1 Diet zonder reden de verwoesting bij stroomen op het aardrijk neêr te storten. En immers werd het moeilijker eenen keus te doen en de kroon toe te kennen. Kreten van allen Meer nog, dit bloedbederf gaat bij overerving voort tol de volgende geslach ten. Ik herhaal het, ten minste de helft der zegepralen, waarop gij boft, móeten op rekening mijns meesters gebracht wordeD. Wat zou het zijn, zoo ik u nu van zijne rechtstreeksche slachtoffers sprake? Want is bij edelmoedig genoeg om u te helpen, hij is ook sterk genoeg om zonder iemands hulp te handelen. Niet gemak kelijker is de naamlijst zijner overwin ningen op temakeD, dan de zandkorrel tjes te tellen, die op don over der zee liggen. En zijne volksgeliefdheid evenaart zijne boosaardigheid. U, besmettelijke ziekte, tering, koorts, oorlog, u vlucht men en hem zoekt men op. O wonder 1 dat nauwelijks zou te gelooven zijn, zoo duizenden bewijzen het niet bevestigden Mijn meester wordt bemind van hen, die hij doodt Zoover gaat men zelfs, dat zij, die hem in 't moorden terzij staaD, met de hoogste onderscheidingen en eeretee- kens vereerd worden. En dit, terwijl men, om u te bestrijden, dokter en geneesheer betaalt; mijn meester doet zich integen deel betalen door hen, die hij ter dood y.ftn< l hll hoofr nftlr i-iftf nnnrlin ->t/iU »n nwuLi mo ic kcuucu. jueieu vitu alien j "wi ucu, uic uy cei uuuu aard stegen op, dewijl de eenen dezen i zendthij heeft ook niet noodig zich te geesel, de anderen gene kwaal toejuich- I verbergen om in het donker te treffen. ten- I - Overal, overal treedt hij in 't open- baar op met luider stem roept hij Komt, gij, die wilt ten onder gebracht, verlangd, ten grave gesleept worden. En de menschen komen, stroomen toe, verdringen zich, en loopen hunnen onder gang te gemoet. Zegt mij, wie uwer zou ooit zulke heerlijke verleiding hebben kunnen uit denken En dit is niet alles. Treft mijn mees ter een lid eener familie, dan lijden er al de andere door. Vrouwen worden gesla gen en gewond, kinderen blijven vau voedsel verstoken, van kleederen en be hoorlijk onderkomen, omdat mijn meester de hand heeft gelegd op het hoofd des huisgezin» en diens bestaanmiddelen. Wat zeg ik Met den vader te vergiftigen, heeft hij bij voorbaat de kinderen ver giftigd. Gij, gij brengt personen om mijn meester werkt aan de vernietiging der Dan, een nieuw aangekomene nadert het spreekgestoelte. Hij is zoo klein en argeloos, dat men zich afvraagt wat hij in die omgeving doen komt. «Ik ben geen mededinger, zegt hij ik kom hier als afgeveerdigde van mynen meester, die mij in zijnen naam naar dit Congres heeft gezonden. Mijn meester ware gcerne zelf gekomen, om er eerst en voor allen het woord te voeren, daar hij zoozeer overtuigd is van zijne meerder heid, dat eene bespreking nutteloos zou geweest zijn. Doch hij heeft het voorne men om dit CoDgres bij te wonen, 't zij nu of later, moeteu laten varen, omdat hy nooit eenen minuut te verliezen heeft. Diensvolgens zondt hy mij om in zijnen naam te spreken en zijne titels te doen gelden Bij het binnentreden heb ik in de zaal hooren roepen Leve de cholera I Leve de tering I Leve de oorlog I Dat doet mij genoegen, want die hulde komt voor een groot deel aan mijnen meester toe. Aan hem hebben al de andere kwalen voor 't minst de helft hunner zegepralen te daDken. «Ja, het getal uwer slachtoffers, van u, die mij aanhoort, zon met de helft verminderen, zoo mijn meester hen niet geschikt maakte om onder uwe slagen te bezwijken. Hij is het, die het bloed ver giftigt, zoodat wonden, die zonder zijne tusschenkomst zouden kunnen geheeld worden, ongeneesbaar blyven. Lucas, de boschwachter, binnen en nam het terstond in beslag. Dit waren de voorvallen van den eersten dag na het vertrek van Jos. Alhoewel het dik sneeuwde, was, gelijk men wel veronderstellen kan, de herberg dien avond proppensvol. De vermoedens over het verdwynen ran den marskramer en kleinen Jos waren van allen aard. De bosch wachter zeide openlijk van meening te zijn, dat er kwaad spel achter zat, en niet voor middernacht was de herberg ledig en word de deur gesloten. Rushbrook en zijDe vrouw gingen naar bed, uitgeput van augst eu aandoeningen, en voor eenige uren vergaten zij alles in eenen on- rustigen en niet verkwikkenden slaap. XIII. Nauwelyks was het daglicht over de aarde verspreid, of de bosch wachter en zijne helpers iron op zoek. De grond was drie tot vier duim met sneeuw bedekt, en wijl men den vorigen dag het bosch zorgvuldig onderzocht had, liet dit nu liggen en zocht meer in de rich ting, waar het geweer gevonden was. Dit voerde hen naar het kreupelhout, waar de honden driftiger begonnen te loopen, en toen de wachten hen inhaalden, vonden zy hen bij het bevrozen en verstijfde lijk van den marskramer. Een moord, gelijk ik gedacht heb, zegde Lucas, terwijl men het lijk oplichtte en er den sneeuw van afschudde. Recht door het hart, arme man wie zou zoo iets van dien kleinen schurk verwacht hebben Ziet rond jongens, of wij soms iets meer vinden. Wat graaft Nab daar op Een zak neem dien op. Martin, ga lieden halen om 't lijk naar 't dorp te vervoeren. Binneu een kwartier waren de lieden ter plaatse, en het lijk werd weggedragen, terwijl de boschwachter in allerijl de overheid ging verwittigen. Zoodra Furn ess, de schoolmeester, deze ontdekking vernomen had, ijlde hy naar de woning van Rushbrook om de eerste te kun nen zyn, welke het nieuws bracht. Maar Rushbrook had van achter zijne woning het lijk zien vervoeren en was op alles voorbe reid. Goede vrienden, ik ben erg bedroefd, maar het is niet anders gelooft mijik deel in uw leed uw zoon, mijn leerling, heeft den marskramer vermoord. Onmogelijk riep Rushbrook uit. Het is maar al te waar ik kan niet verstaan hoe een knaap, opgevoed onder mijne waakzaamheid neen, madame Rosh- spreekt, is deze geesel weerdig over ons te regeeren Eene stem vroeg Wie zijt gij, gy, die daar het woord hebt gevoerd En wie is uw meester Hij antwoordde Ik ben het borrel glaasje en mijn meester heet de alkooi! Dan steeg een ontzaggelijke juichkreet op van alle kanten liet is waar I Hij heeft gelijk Leve de alkool - stemmen werd de alkool tot Koning der kwalen uitgeroepen. Ziedaar een kreet... die weerd is uit de hel te komen Mocbte hij gehoord en begrepen worden van vele der ontelbare slachtoffers van het alcoolism I (Gazet van Lier). Het baar der menschen groeit in den winter veel meer dan in den zomer. In Parijs, de stad der verlichting, zijn er 1000 menschen die, van beroep, waar zeggors zijn. Men berekent dat er dagelijks 3000 huwelijken over de geheele wereld geslo ten worden. En nog is het alles niet. Uwe macht strekt zich enkel uit over het menscbelijk gestel gij doodt de lichamen, maar gij vermoogt niets tegen de ziel; mijn mees ter echter verwoest zoowel de zielen als de lichamen. Welnu, is bij niet de Koning der kwalen, on zou iemand hem de kroon durven betwisten r De vergadering had hem met gespan nen aandacht, vol bewondering en geest drift aanhoord. En al de booze macbteD, al de afgezanten der verwoesting dachten bij zich zeivenZoo hij waarheid brook, ge moet niet weenen mag ik zeggen, in zulke juiste begrippen van zedelijkheid, zoo veel belovend, zoo schoon bloeiend. - Hij heeft den marskramer niet ver moord snikte Jane, met het hoofd in haren voorschoot verborgen. Wie zou het dan hebben kunnen doen vroeg Furne88. Hij heeft het zeker niet met opzet ge daan, dat wed ik, sprak Rushbrook zoo de marskramer den dood heeft gevonden moet dit bij ongeluk gebeurd zyn. Ik veronderstel dat het geweer bij ongeluk is afgegaan ja, dat zal het zijn; en mijn arme jongen, ver schrikt over hetgeen er gebeurd was, is weg- geloopen. - Wel, hernam de schoolmeester, zulks kan het geval zijn geweest, eu waarlijk mij dnnke ook dat bet onmogelijk is dat een knaap als Jos, door mij opgebracht, opgevoed alle zedelijke plichten ik mag er bij voegen godsdienstiglijk en godvrnchtiglijk onderwezen ooit zulk eene afschuwelijke misdaad kon plegen. - Inderdaad, hij heeft het ook niet gedaan, snikte Jane ik ben zeker dat hij nimmer zoo iets zou doen. Wel, ik moet n thans verlaten, arme vrienden ik wil eens naar de herberg gaan De valsche christene demokraten, die door den Paus zoo uitdrukkelijk veroor deeld zijn in zijne laatste encycliek, zijn overal dezelfden zij beweeren christen te zijn, maar spannen samen met de vijanden van den godsdienst om de catho lieken te bestrijden. In Spapjeook nestelt zulk een kliekske, en aan het hoofd daar van staat een priester, die door zijne gees telijke overheid is moeton gestraft wor den. De man heet Pei Ordeix. Hij begon zyne beweging iu 1898 met de klooster lingen en de bisschoppen aan te vallen in de gazetten hij stichtte zelf een blad om beter strijd te kunnen voeren tegen de geestelijke overheden. Door zijnen bis schop veroordeeld, ging hij in beroep naar Rome, en daar werd zijne veroordee ling bekrachtigd. Eu niettemin beweert het ventje dat hij christen blijft, ja zelfs catholiek, maar hij is anti-klerikaal, juist gelijk de groene demokraten in Bel gië zeggen dat zij catholiek blyven, maar anti-conservatief zijn. Het voorbeeld van dien ongelukkige toont te wel waartoe de verdwaalde priesters komen, die zich aan het gezag van hunnen bisschop, niet wil len onderwerpen het worden allen Lu thers in 't kleio, o I maar in 't heel klein, belachelijke, bespottelijke Lutherkes. en hooren wat men daar vertelt, zeide de schoolmeester en verliet de woning. Jano, wees voorzichtig, sprak Rush brook het komt er nu op aan niets te zeg gen. Ik wilde dat die vent hier niet meer kwam. O Rushbrook jammerde Jane, wat zon ik niet geven zoo wij deze drie laatste dagen nog eens opnieuw konden beleven. Welnu, Jane, dan begrijpt gij wat ik wel zou willen geven antwoordde Rushbrook somber laten wij er maar over zwijgen. 's Anderendaags kwam het gerecht tegen den middag aan en de lijkschouwing werd gehouden. Bij onderzoek bleek, dat een schot met hagelkorrels recht door het hart was gegaan en oogenblikkelijk den dood had veroorzaaktdat de moord niet gepleegd was met het inzicht om te rooven, bleek dui delijk, want de beurs des marskramers en andere artikelen van waarde vond men nog by hem. De eerste persoon, welke ondervraagd werd, was een boer, Green genaamd, welke het geweer had gevonden. Het geweer werd vertoond, en hij zegde, dat hy het gevonden en aan den boschwachter gegeven had nie mand echter kon getnigen wie het geweer toehoorde. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1