Jï Zondag 50 Juni 1901 5 centiemen per nummer 55ste Jaar 5583 Meub irba Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. V Pensioenen, HET SPOOK Verdraagzame menschen, de frammassons Hij redeneert De puntjes op d'i's. Zsgelrecht der Plakbrieven. I r bergen,! n en kug jelbieze ER, Aals eht pu ardigec i alle gtpo ist ziel ren en en ve maker magazi toelen. DE DE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutst.raat. N. 31, en in alle Postkantoren des Lands Cuique Miiiirn. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten bunne inzendingen doen, uiteriijk tegen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zicb te «enden ten Hureele van dit blad rooi Aalst, 29 Juni 1901. Hoe dikwijls hebben wij niet reeds die vraag besproken om iedereen aan te zet ten lid te worden eener erkende maat schappij. Wij hebben ons gericht tot de kiuderen, maar meer dan ooit moeten wij dienzelfilen raad aan de ouders geven. Zekerlijk is bet plicht zich voor bet geluk der kiuderen op te offeren maar dat wil geenzins zeggen dat zij zich teenemual vergeten mogen. Denkt, ouders, dat er een dag komen zal dat uwe krachten uitgeput cn ten einde zullen zijn. Wat zal er alsdan van u geworden zoo gij niet op tijd en stond op u zeiven hebt gedacht Die gedachten bielden mij den geest bezig toen mij een uitmuntend werkje over de Pensioenwet van 10 Mei 1900 door M. Vereist in handen viel. Eene geschie denis welke in dat vlugschrift voorkomt stemden mij pijnlijk e-', omdat het de ouders "den goeden raad geeft waarvan ik hooger sprak, wil ik het op mijne beurt vertellen, met. de zoete hoop dat het eeni- gen aanzetten zal voor den ouden dag een stuiverken op zij te leggen. Ik geef den schrijver het woord Sommige menschen stellen geheel hun betrouwen op hunne kinderen, en denken dat zij door hen zullen gebou- den worden. Welke dwaasheid, vrien- - deD, welke dwaasheid I Ik vergeet nooit wat in Stuiven- berg-gasthuis voorviel, in den loop van 't jaar 1900. Eene moeder-weduwe werd daar gebracht, door geraaktheid getroffen 't was eene dier moedige - vrouwen, die haar li ven lang, voor 6 kinderen, geslaafd had, tot allen ge- huwd waren zij giug nog dagelijks uit naaien om in haar eigen onderhoud te - voorzien, toen het ongeluk haar op 't ziekbed wierp. Weenend stonden zonen en dochters iu 't gasthuis bij moeder, dag voor dag want elk oogen- blik vreesde men, dat de dood beur halen zou. Tegen alle hoop iü, week het gevaar, en de kinderen mochten, tot - hunne groote vreugde, moeders toene- mende beternis, dagelijks vastellen. Welhaast was zij genezen, en de dag kwam, waarop de ziekenzuster sprak Kinderen, binnen drij dagen keert uwe moeder weêr 1 Wat vreugde toen zy Jat goede nieuws hoorden. Allen wilden eerst bij moeder - zyn om beur te omhelzen maar de zuster hield hen tegen on voegde erby doch zy zal Diet meer kunnen werken gy zult dus voor haar moeten zorgen. Dit verkoelde de groote blijdschap want, ieders verstand stelde de vraag Wat daarmeê gedaan 1 - 's Anderdaags keerde de oudste al- leen weêr, riep de zuster terzijde en sprak Zuster, zoudt gy ons kunnen helpen om moeder in een ouderlingen- buis te plaatsen - Chelwynd-Park. 26* vervolg. Sylvia's tanden klapperden, zij was door vrees overmand, heel haar bijgeloof werd wakker geschud. Ze wierp zoekonde blikken op alle meubels en in alle hoeken. De ge dachte, dat Bernice nu wellicht hare schuld kende en haar overal vervolgen zou, deed haar sidderen. u Uwe verbeelding is overspannen, Max, sprak zy, gij doet mij schrikken dat al mijne zenuwen trillen. n Ik hen haast bang om hier te blyven. Wanneer uw eerste smart over is, zult gij u met de gedachte vertrouwd maken, dat Ëernice in den hemel is. Zij is beteren gelukkiger dan gij.Gij hebt geweend, uwe oogeu verraden het. n Chetwynd bloosde, doch antwoordde niets. Gy zyt de eerste beroofde echtgenoot niet, ging Sylvia zachtjes voort, Anderen heb ben ook geleden en hun lijden moedig over wonnen. Het leven is slechts een keten van verliezen; wy moeten ze verduren, dit is alles, wat wy doen kunnen. Dikwyls zullen wy van - Weiboe, sprak deze, gij zijt met zes, en niemand uwer kan moeder inne- x men zelfs niet als gij allen een handje x toesteekt 1 x Ja, zuster, ik zou wel willen, maar ik b heb zooveel kinderen. x De twee'Ie heeft als man een dron- kaard, die zijn huisgezin in ellende doet leven. De vrouw van Frans, dat is de derde. weigert moeder. Onze Jozef en onze Pieter winnen Dog niet b genoeg voor hun eigen onderhoud, en do laatste, onze Maria, die nog maar x een paar jaren gehuwd is, dutft het x zelfs aan beuren man niet voorstellen. x Bedroefd ging de zuster weg, zette x zich nevens moeder aan 't bed, en bracht haar zoo voorzichtig mogelyk x het. pijnigend nieuws. Moeder luisterde, x half recht gezeten verbaasd zag zij de x zuster aan zy kon bare ooren niet ge- x looven maar toen deze sprak van het ouderlingenbuis, en van de brave zus x terkens der armen, dan ja, verstond zij maar al te wel. Hare oogen schoten b vol tranen. Zij snikte zoo pijnlijk, en x met gebroken stem bracht zij eukcl uit Eu ik heb toch zooveel voor mijne x kinderen gedaaD. x Te vergeefs trachtte de goede zuster b haar te troosten. Maar te diep was de n wonde in dat moederhart geslagen. 's Anderendaags zou er beraamd wor- x den waar moeder te plaatsen. Al de x kinderen zouden komen, allen te zaaien, x en zouden 't beste zoeken. Helaas er b moest niet meer boraamd worden over b de uitbesteding van moeder. Eene nieu- x we beroerte had heur getroffen, zij was een lijk. b Is 't dan niet waar, wat een Engel- x sche schrijver zeg Ie Vader en moeder h engen 12 kinde b ren groot maar, al ie dikwijls zijn 12 kinderen niel in staat éenen vader, x eene moederin den ouden dag te ver- 8 zorgen. - En 't ligt niet steeds aan onwil. Hoe braaf de kinderen soms zijn, niet immer x zijn zij bij machte om uit te voeren wat x eeu dankbaar hart hun ingeeft. Uit die geschiedenis, lieve ouders, moet gij eene les trekken. Spaart u een pen sioen en verre van uwe kinderen tot last te strekken, zult gij ze zelfs in uwe luste- dagen nog eene helpende hand kuunen toesteken. Meer liefde, meer genegenheid zal u in uwen ouden dag omringen. Ouders bemint u zeiven en uwe kiuderen zullen u beminnen. De reislust schijnt min of meer inge toomd te zijn. Of doen de automobielen zooveel concurrentie aan de spoorwegen Voor den pleziertrein naar Zwitserland, die woensdag morgeod uit B< ussel moest vertrekken waren slechts 23 reizigers op gekomen. Daar dit niet genoeg was voor een bij zonderen trein heeft men de reizigers plaats gegeven in den Malle des Indes. e dierbare spreken om u tot bedaren te Juffrouw Monk schoof korter bij hem en deed alsof zij weende Laat ik u troosten, sprak zij, laat mij uwe zuster ziju. n Gij zijt zeer goed voor mij, Sylvia, hernam de lord dankbaar. Bernice beminde u, dat vergeet ik nietgij hebt my het leven aangenaam gemaakt. Ik verlang dat dit ver trek gesloten blijft en gij moet de sleutels bewnren, Sylvia. Van tijd tot tijd moet gij hier komen en hare boeken eu zaken afstoffen, doch alles zoo laten als hot is ook op hare kleodkamer moet gij niets veranderen. Juffrouw Monk beloofde lord Chetwyud zijne wenschen na te komen. Ik ga weg van hier Sylvia, sprak hij na ne poos, hier kan ik niet blijven, zoolang mijne woude bloedt. Dikwijls meen ik hare stem te hooren, die mij roept, of hare voet- stappeu op den trap. Alles herinnert mij hier te zeer aan de dagen van geluk en weelde. Ik verzoek u,te Chetwynd-Park te blyven; mijne dienaren zullen u gehoorzamen,gij zult hunne meesteres zijn. n Zult gij in uwe jacht reizen Neen, dat heb ik 't laatst met baar ge- braikt. Ik ga naar 't vasteland waar weet ik niet, wellicht naar Egypto, naar Syrië, naar Afrika. Wanneer ik geleerd heb miju leed te dragen, kom ik weêr. Een stuk Burgemeester in Frankrijk had het dragen der soutaan aan de pries ters verbodeD. Het vredegerecht van St-Etienne gaf die meier eene welver diende les. Hij ging in beroep. Over dat punt lezen wij inde JRaison 2juni bet volgende In zijne besluiten doet de advokaat- generaal Duboin opmerken dat de kwestie anders zou gesteld zijn geweest had do meier zijn verordening genomen krach tens zijne politiemacht door de wet van 1884 hem toegekend en de openhaar orde inroepende. De burgemeesters zijn verwit tigd Dat zij veortaan hunne verordeningen nemen zich steunende op hunne politie macht hun door de wet van 1884 toege kend en de openbare orde inroepende. Als 't nood doet dat zij zich doen helpen door eenige lustige snaken die achter de priesters roepen. Iu 'i fransch A l'occasion, qu'ils se fassent aider par de bons drilles qui crie- ront a la chic-en-lit derrière les fro- cards. Wraakroepende taal I Dat is nu naar 't leven geschilderd de zoogezegde verdraagzaamheid der geuzen en der socios I De specimens van Aalst zijn van 't zelf de acaliiel. Menschen opgep st Vergeet nooit dat er nergens haatdragender men schen zijn dan de geuzen I Om geweldenarijen te plegen en schan dalen te verwekken roepen zij de hulp iu van 't gespuis, die eerlooze kwasten die voor 0,10 centiemen alle werk uitvoeren Arme geuzen I Dat zal volgens een spreekwoord van den neus iu den mond druppen. Een oogkleppenrem. In de laat ste afleveriug van De Natuur komt een stukje voor over eene oogkleppenrem voor paarden, 't is te zeggen eene inrich ting die den koetsier in staat stelt, de oogkleppen van het paard zoo dicht te halen,dat het paard niets meer ziet. Paar den die bollen zouden, volgens den uit vinder vau dezen rem, een Franschman, Ranglaret genaamd, tot stilstand worden gebracht, wanneer men hen belet te zien, zooals de uitvinder had opgemerkt, toen hij bij een brand iu een stal gevluchte en als dol roddloopende paarden een mantel over het hoofd had geworpen. De rem moet bij een proefaeming te Parijs zeer goed voldaan hebben. De redactie van De Natuur voegt bij deze mededeeling de opmerking, dat een Hollandsch koetsier, over dit middel onderhouden, als zijne meening te kennen gaf, dat bet paard by aanwending van dit middel niet zou stilstaan, maar terstond achteruitloopen of ter zijde uitwyken. Ga niet Max, ik kan u niet laten ver trekken. Ik moet gaan, beproef niet mij om te praten. Ik heb mijne maatregelen reeds ge nomen, morgen vroeg vertrek ik, Sylvia. Niets meer geen woord. Bedenk, dat mijn bart dreigt te breken en dat ik heeDga om den vrede te zoeken. Wellicht hoort ge nu en dan van mij, doch ik belooft u niet. Ik heb Sanders bevolen u 't jaargeld iu termijnen te betalen. Ook heeft hij bevel, Gilbert eeue fliuke som uit te tellcu om hem iu zijne stu diën te ondersteunen. Ik laat geen adres bier, ik ga om te vergeten. Bedenk, dat gij en Gil bert mijne naaste bloedver wan ton zyt. n Juffrouw Monk dacht, dat hij Bernice in verre gewesten spoediger zou vergeten. Over 't algemeen was het beter, dat hij vertrok. En als hij terugkeert, zou zij 't wagen hem aun Bernice's uitersten wil te herinneren, indien hy zich nalatig betoonde. Zij zwoer zich zelve dat Chetwynd na het treurjaar de hare zou worden. Morgen vroeg zal ik u niet zien, Sylvia, n sprak de markies ernstig, daarom zeg ik u nu vaarwel. De lord bracht den nacht in de vertrekken zijner overleden vrouw door, doch hij sliep niet. Een bediende had zijn koffer ingepakt. Bij 't aanbreken van den dag begaf hij zich by zijnen heer om hem in 't kleeden behulpzaam De kostelijke Dendergalm redeneert Waren de klerikalen rechtzinnig ze zouden vragen betgene wij eiscben voor al de arbeiders, namelijk om de zeven dagen een vollen rustdag, of die rustdag een zondag weze of niet. b (D. 26 mei 1901.) Wel, man, nu nog een beetjen goden wil, niet waar en 'tding is klaar. Wij ook wij willen een rustdag alle zeven dagen. De zondag komt alle zeven dagen terug Dus dat men de eerste maal ruste op een Zondag en dan is het spel klaar I Zeven dagen nadien, zal het, volgens de begeerte van den philosoof, nogmaals rustdag zijn Wij nemen die schikking aan. Zulke schrik voor dat woord Zon- dagrust Dat moet toch 'ne verstokte geus zijn, dateer enkel woord dien man op bol doet gaan en schiijven Verlicht»- Zondag rust, 't ware belachelijk indien het niet zoo dom ware. De werklieden zullen onthouden dat de geuzerij het wetsontwerp Helleputte met hand en tand bevecht, dat de geuzenga- zetten er tegen zijn, dat in de Volkskamer vele geuzeu tegen het inaanmerkingne- men hebben gestemd. Zij waren voor de vrijheid l Maar die vrijheid, heeren geuzen, is de verplctto- ïi'ug van den zwakke 1 Om het lot der kleinen bekommeren de geuzen zich als om 't jaar veertig. roode eu groene organen, ten dienste «Ier liberale of vrijzinnige fi ma Anker en Zonne en C°, beknibbelen dat de Den- derbode x alleen den beer Hector Arys- De Paepe verdedigt... Eu waai om zou leu wij hc-m niet verde digen Of moeten wij het ordewoord gaan vragen naar 't lokaal der liberale firma van kreemerspolitiek Wanneer de gedaagde gazetten de feiten, die wij als lasterlijk aanschouwen, zullen bewezen hebben, dan zal het tijd genoeg zijn om den heer Aiys den steeu toe te werpen.... Aan hen die den heer Hector Arys van oneerly ke daden beschuldigen, is het 't be wijs ervan te leveren, gestaafd op onbe twistbare getuigenissen. Geene herberg- praatjes, hoor 1 Zoolang dit bewijs niet geleverd is, blijft de heer Hector Arys voor ons een eerlijk menscb.een deftig koopman en wij aanschouwen zijne belagers als vuige, lastertongen. Dat is ons onbetwistbaar recht en dat willen en zullen wij handhaven. Wat de beleedigiDgen betreft die de scbrijvelaars van Den Dendergalm ons naar 't hoofd slingereo, zij ontroeren ons te zijn. Toen Chetwynd gereed was ging hij in de eetzaal Het was niet vrouw Skewer, die de koffie had gezet maar Sylvia. Verwonderd keek hij hnar aan, groette haar hoffelijk en ging aan tafel. Het ontbijt werd bijna zwijgend gebruikt na afloop reikte hij haar de hand. Ik ga met u tot aan de poort, Max, n zei Sylvia teeder. De markies drukte de weenende huishoud ster en zijn opzichter de hand en wendde zich om, zonder een woord te zeggen. Sylvia volgde hem tot aau het rijtuig. Ik ga, n sprak hij. Van nu tot dat de vrede in mijn hart terugkeert ben ik een ban neling uit 't slot mijner vaderen. n Voor 't laatst reikte hij Sylvia de hand, doch kuste haar niet. Vaarwel Max Moogt ge spoedig den vrede vinden, dien gij zoekt. Gij zult hem vinden, niemaud kan eeuwig treuren. Binnen een jaar verwaoht ik u terug, vergeet't niet Max, binaen een jaar. Maar al komt ge dit jaar of na tien jaren eerder of later mij zult ge altijd op u vinden wachten. XIX. MAWR-CASTLE Mawr-Castle, de schuilhoek waar Gilbert Monk de markiezin van Chetwynd gebracht niet; wij herhalen het, ze komen toch van zoo laag, zoo laag.... Immers De Dender- bode heeft nog nergens moeten blozen waar liberale haantjes-vooruit met roode kaken stonden.... Begrepen? De liberale lastertongen beweren dat de heer Hector Arys knievallen heeft ge daan bij de heeren Karei Schuermans en Gustaaf Leveau. De heer Karei Schuermans laten we ter zijde wij aanschouwen hem als te rechtschapen van karakter om het aan De Dendergalmers gezegd te hebben. Er blijfc de heer Gustaaf Leveau, die volgens H Land van Aeist en Het Recht, tot twee maal toe de beschuldigingen tegen d_>n heer Arys, in 't liberaal lokaal Concordia x klaar en duidelijk beeft uitgelegd in tegenwoordigheid van 700 toehoorders die de feiten nog nader heeft bepaald, met naam, dag eu datum, erbij voegende dat elk het stoutelijk mag voortzeggen. Welnu, is 't de beer Gustaaf Leveau die aan de Dendergalmers heeft gt zegd dat de heer Arys bij hem een knieval deedt - om hem uit den doolhof van zaak- x jes die hem op den nek vielen gered te x worden s dan zeggen wij hem, ge zijt aan de waarheid te kort gebleven, g'hebt gelogen, ja, gelogen I... Overigens wij dagen den hoer Gustaaf Leveau uit te kunneu bewijzen dat de heer Hector Arys, voor hem, in tegen woordigheid van den beer Karei Schuer mans, een knieval deed ...om tuf den doolhof van zaakjes die hem op den nek vielen gered te worden.. 't Woord is aan U, heer Gtislaaf Le veau, uitlegger der feiten in Concordia. Nog iets ten slotte De blauwe en oeue belagers vragen dat <-r licht in de zaak gebracht worde, maar wij vreezeu sterk dat wanneer bet uur van rekening- geven zal geslagen zijn, zij den domper over 't licht zuilen willen plaatsen, om als lafaards langs een achterpoortje de plaat te poetseD. Maar Een vriend zegde ons gisterIk ben nieuwsgierig te zien of de heer Gustaaf Leveau de uitdaging zal beantwoorden. De Dendergalmers hebben de zaak van dieu knieval uit de lucht gegrepen, ofwel de beer Gustaaf Leveau heeft het hun Wie beeft gelogen de Dendergalmers of de heer Gustaaf Leveau Wie is de logenaar, heer Leveau, gij die, door de helden der groene kliek, een eerlijk hert wordt geheeten In Den Werkman van heden vrijdag wordt't f it aangehaald vau een brave huisvader van den Osbroek die een onge luk had op't werk die lang impotent bjeef, 't was 'ne man met 4 5 kleine kinderkes. De hulpkas stuurde hem een net sommeken. Wanneer, vraagt P. Daens, is dat geld aan dit verongelukt huisgezin behandigd over 2 jaar of over 3 weken had, was een somher ond slot uit de raiddel- eeuwen en stond heel eenzaam op eene rots, aau den onmetelijken Oceaan grenzend. Vroe- ger bezat het hooge ringmuren en grachten de eene waren vervallen, de la itste met stee- nen en aarde gevuld. Het gebonw was sedert jaren door niemand meer bewoond, uitgenomen eene oude vrouw die het bewaakte, Op eene reis door Wales had Monk het eens bezocht het was de een zaamste plaats, die hij ooit gezien had. Een oud bediende, die in het dorp op eene mijl afstand woonde, had het toezicht er over en van dezen had Monk het aan een spotprijs voor twee jaren gehuurd, Gilbert droeg Bernice in zijne armen en vrouw Crol volgde hem. De koetsier reed een half ingestorten muur om, en stalde de paar den. Uit het gebouw drong een flauwe lichtstraal naar buiten,Monk riep en een zwak antwoord volgde. Toen verscheen in de deur eene oude vrouw, die met de lantaarn naar alle kanten lichtte. Wees welkom genadige heer, n sprak de onde. Het is een slechte weg over deze steenen, niet waar Verleden nacht stormde het en ginds is weêr een oude muar inge stort. n Zij ging met het licht voor en de aangeko- menen volgden door eene ouderwetsche keu ken met hooge boogvensters en een grooten En voegt P. Daens erbij, als «lie vraagskes beantwoord zijo, zullen er nog ander komen. Als al de andere feiten zoo ernstig zijn als dit door Pie Daens nu aangeklaagd, is hij er wel meé. Maar waarom heeft Pie Daens al die feiten, op tijd en stond, Diet persoonlijk bij 't Parket aangeklaagd Waarom In deze zaak is het de verkeerde we reld de lastertongen willen dat de gelas terde 't bewijs leveren zou dat de aange klaagde feiten waarheid zijn. 't Bewijs is aan u, lastertoogen... Komt binnen met uw werk 1 Wat ook vreemd voorkomt is dat de lastertongen heweeren dat ze niemand met naam en stuk hebben genoemd. Dit is niet noodig geen oogenblik is er aan getwijfeld geworden wie men aanwijzen wilde. Maar de lastertongen gaan zoo dwaas te werk dat men hen bet Quos perdere vult Deus. primus dementat, moet toepassen 't geen wij vrij vertalen, tot «tiebtins van 't Land van AelstDie op modder grond staat, hoe meer hij roert, hoe dieper hij zinkt. Als onze Pie te dom is om dat te begrijpen, hij trekke de leer maar op I Ia stad worden vele gedrukte en andere plakkaten uitgehangen, die onregelmatig gezegeld zijn er wordt uit bet oog ver loren dat het plakzegel voor affichen slechts door de drukkers mag gebruikt worden, die dat zegel moeten vernietigen door het indrukken van minstens twee regels van den tekst des plakkaats of door 't zetten, dwars door het zegel, van een stempel, met vr tten inkt, den naam of de handelsfi ma des drukkers eu den datum der bestempeliug aanduidende. De schriften on plakkaten die van geen drukker uitgaan, moeten in een der negen provinciehoof(plaatsen, met het buitengewoou zegel bekleed worden. Alle plakkaat of schrift, bekleed met een onregelmatig vernietigd plakzegel, moet aanzien worden als niet gezegeld zijnde. Met 15 Juli aanstaande zullen alle overtredingen vastgesteld en de verschul digde rechten en boeten vereischt wor den, die zouden ingeloopen worden we gens onregelmatig gebruik van plak- zegels. Bericht aan de belanghebbenden. Rechterlijke dwalingen. De commissie gelast met het onderzoek van het voorstel Destrée, tot vergelding der rechterlijke dwalingen, heeft het aange nomen met algemeene stemmen min één M. De Jaer is verslaggever benoemd. haard, waarin vuur brandde. Een bank stond er voor en Monk legde er Bernice op neêr. De jonge dame is vermoeid, zei Monk kort, den .medelijdenden blik niet bemer kende, dien de oude op Bernice wierp. Wij zijn reeds van morgen op reis en zij is aiek. Gij schijnt ons verwacht te hebben, zijn onze kamers gereed Ja mijnheer, hernam het wyf, "da meubels, die gij gezonden hebt zijn zoo ge plaatst, gelijk gij het bevolen hebt. Flack heeft daaraan geholpea. Dagelijks is in alle i vertrekken gestookt, want in dertig jaren heeft niemand daarin geslapen. De onde vrouw nam het licht en voerde het kleine gezelschap door een koude gang naar de bewoonbare kamers. Eerst kwam een zaal, welke dertig jaar niet gebruikt was eenige oude meubels ston den er nog op. Verder waren de slaapkamers van Bernice zij waren goed verwarmd en hadden door eene deur gemeenschap met de kamer van vrouw Crol. Het vertrek van Monk lag verder in een zijgang en was nog tamelijk onderhouden. Monk legde zyn last op een sopha in de kleine zaal en Bernice sprak voort 't eerst na hare aankomst in het kasteel. Ik heb geen honger doch ben slechts ver moeid, n zeide ze met zwakke stem. «Laat my uaar mijn kamer gaan.(Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1