Jï
Zondag 50 Juni 1901
5 centiemen per nummer
55ste Jaar 5583
Meub
irba
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
V
Pensioenen,
HET SPOOK
Verdraagzame menschen,
de frammassons
Hij redeneert
De puntjes op d'i's.
Zsgelrecht der Plakbrieven.
I
r bergen,!
n en kug
jelbieze
ER,
Aals
eht pu
ardigec
i alle
gtpo
ist ziel
ren en
en ve
maker
magazi
toelen.
DE DE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutst.raat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands
Cuique Miiiirn.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten bunne inzendingen doen, uiteriijk tegen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zicb te «enden ten Hureele
van dit blad
rooi
Aalst, 29 Juni 1901.
Hoe dikwijls hebben wij niet reeds die
vraag besproken om iedereen aan te zet
ten lid te worden eener erkende maat
schappij. Wij hebben ons gericht tot de
kiuderen, maar meer dan ooit moeten wij
dienzelfilen raad aan de ouders geven.
Zekerlijk is bet plicht zich voor bet geluk
der kiuderen op te offeren maar dat wil
geenzins zeggen dat zij zich teenemual
vergeten mogen. Denkt, ouders, dat er
een dag komen zal dat uwe krachten
uitgeput cn ten einde zullen zijn. Wat zal
er alsdan van u geworden zoo gij niet op
tijd en stond op u zeiven hebt gedacht
Die gedachten bielden mij den geest
bezig toen mij een uitmuntend werkje over
de Pensioenwet van 10 Mei 1900 door
M. Vereist in handen viel. Eene geschie
denis welke in dat vlugschrift voorkomt
stemden mij pijnlijk e-', omdat het de
ouders "den goeden raad geeft waarvan ik
hooger sprak, wil ik het op mijne beurt
vertellen, met. de zoete hoop dat het eeni-
gen aanzetten zal voor den ouden dag een
stuiverken op zij te leggen.
Ik geef den schrijver het woord
Sommige menschen stellen geheel
hun betrouwen op hunne kinderen, en
denken dat zij door hen zullen gebou-
den worden. Welke dwaasheid, vrien-
- deD, welke dwaasheid I
Ik vergeet nooit wat in Stuiven-
berg-gasthuis voorviel, in den loop van
't jaar 1900. Eene moeder-weduwe
werd daar gebracht, door geraaktheid
getroffen 't was eene dier moedige
- vrouwen, die haar li ven lang, voor
6 kinderen, geslaafd had, tot allen ge-
huwd waren zij giug nog dagelijks uit
naaien om in haar eigen onderhoud te
- voorzien, toen het ongeluk haar op
't ziekbed wierp. Weenend stonden
zonen en dochters iu 't gasthuis bij
moeder, dag voor dag want elk oogen-
blik vreesde men, dat de dood beur
halen zou. Tegen alle hoop iü, week het
gevaar, en de kinderen mochten, tot
- hunne groote vreugde, moeders toene-
mende beternis, dagelijks vastellen.
Welhaast was zij genezen, en de dag
kwam, waarop de ziekenzuster sprak
Kinderen, binnen drij dagen keert uwe
moeder weêr 1
Wat vreugde toen zy Jat goede nieuws
hoorden. Allen wilden eerst bij moeder
- zyn om beur te omhelzen maar de
zuster hield hen tegen on voegde erby
doch zy zal Diet meer kunnen werken
gy zult dus voor haar moeten zorgen.
Dit verkoelde de groote blijdschap
want, ieders verstand stelde de vraag
Wat daarmeê gedaan 1
- 's Anderdaags keerde de oudste al-
leen weêr, riep de zuster terzijde en
sprak Zuster, zoudt gy ons kunnen
helpen om moeder in een ouderlingen-
buis te plaatsen -
Chelwynd-Park.
26* vervolg.
Sylvia's tanden klapperden, zij was door
vrees overmand, heel haar bijgeloof werd
wakker geschud. Ze wierp zoekonde blikken
op alle meubels en in alle hoeken. De ge
dachte, dat Bernice nu wellicht hare schuld
kende en haar overal vervolgen zou, deed
haar sidderen.
u Uwe verbeelding is overspannen, Max,
sprak zy, gij doet mij schrikken dat al
mijne zenuwen trillen. n Ik hen haast bang
om hier te blyven. Wanneer uw eerste smart
over is, zult gij u met de gedachte vertrouwd
maken, dat Ëernice in den hemel is. Zij is
beteren gelukkiger dan gij.Gij hebt geweend,
uwe oogeu verraden het. n
Chetwynd bloosde, doch antwoordde niets.
Gy zyt de eerste beroofde echtgenoot niet,
ging Sylvia zachtjes voort, Anderen heb
ben ook geleden en hun lijden moedig over
wonnen. Het leven is slechts een keten van
verliezen; wy moeten ze verduren, dit is alles,
wat wy doen kunnen. Dikwyls zullen wy van
- Weiboe, sprak deze, gij zijt met
zes, en niemand uwer kan moeder inne-
x men zelfs niet als gij allen een handje
x toesteekt 1
x Ja, zuster, ik zou wel willen, maar ik
b heb zooveel kinderen.
x De twee'Ie heeft als man een dron-
kaard, die zijn huisgezin in ellende
doet leven. De vrouw van Frans, dat
is de derde. weigert moeder. Onze
Jozef en onze Pieter winnen Dog niet
b genoeg voor hun eigen onderhoud, en
do laatste, onze Maria, die nog maar
x een paar jaren gehuwd is, dutft het
x zelfs aan beuren man niet voorstellen.
x Bedroefd ging de zuster weg, zette
x zich nevens moeder aan 't bed, en
bracht haar zoo voorzichtig mogelyk
x het. pijnigend nieuws. Moeder luisterde,
x half recht gezeten verbaasd zag zij de
x zuster aan zy kon bare ooren niet ge-
x looven maar toen deze sprak van het
ouderlingenbuis, en van de brave zus
x terkens der armen, dan ja, verstond zij
maar al te wel. Hare oogen schoten
b vol tranen. Zij snikte zoo pijnlijk, en
x met gebroken stem bracht zij eukcl uit
Eu ik heb toch zooveel voor mijne
x kinderen gedaaD.
x Te vergeefs trachtte de goede zuster
b haar te troosten. Maar te diep was de
n wonde in dat moederhart geslagen.
's Anderendaags zou er beraamd wor-
x den waar moeder te plaatsen. Al de
x kinderen zouden komen, allen te zaaien,
x en zouden 't beste zoeken. Helaas er
b moest niet meer boraamd worden over
b de uitbesteding van moeder. Eene nieu-
x we beroerte had heur getroffen, zij was
een lijk.
b Is 't dan niet waar, wat een Engel-
x sche schrijver zeg Ie
Vader en moeder h engen 12 kinde
b ren groot maar, al ie dikwijls zijn
12 kinderen niel in staat éenen vader,
x eene moederin den ouden dag te ver-
8 zorgen.
- En 't ligt niet steeds aan onwil. Hoe
braaf de kinderen soms zijn, niet immer
x zijn zij bij machte om uit te voeren wat
x eeu dankbaar hart hun ingeeft.
Uit die geschiedenis, lieve ouders, moet
gij eene les trekken. Spaart u een pen
sioen en verre van uwe kinderen tot last
te strekken, zult gij ze zelfs in uwe luste-
dagen nog eene helpende hand kuunen
toesteken. Meer liefde, meer genegenheid
zal u in uwen ouden dag omringen.
Ouders bemint u zeiven en uwe kiuderen
zullen u beminnen.
De reislust schijnt min of meer inge
toomd te zijn. Of doen de automobielen
zooveel concurrentie aan de spoorwegen
Voor den pleziertrein naar Zwitserland,
die woensdag morgeod uit B< ussel moest
vertrekken waren slechts 23 reizigers op
gekomen.
Daar dit niet genoeg was voor een bij
zonderen trein heeft men de reizigers
plaats gegeven in den Malle des Indes.
e dierbare spreken om u tot bedaren te
Juffrouw Monk schoof korter bij hem en
deed alsof zij weende
Laat ik u troosten, sprak zij, laat mij
uwe zuster ziju. n
Gij zijt zeer goed voor mij, Sylvia,
hernam de lord dankbaar. Bernice beminde
u, dat vergeet ik nietgij hebt my het leven
aangenaam gemaakt. Ik verlang dat dit ver
trek gesloten blijft en gij moet de sleutels
bewnren, Sylvia. Van tijd tot tijd moet gij
hier komen en hare boeken eu zaken afstoffen,
doch alles zoo laten als hot is ook op hare
kleodkamer moet gij niets veranderen.
Juffrouw Monk beloofde lord Chetwyud
zijne wenschen na te komen.
Ik ga weg van hier Sylvia, sprak hij na
ne poos, hier kan ik niet blijven, zoolang
mijne woude bloedt. Dikwijls meen ik hare
stem te hooren, die mij roept, of hare voet-
stappeu op den trap. Alles herinnert mij hier
te zeer aan de dagen van geluk en weelde. Ik
verzoek u,te Chetwynd-Park te blyven; mijne
dienaren zullen u gehoorzamen,gij zult hunne
meesteres zijn. n
Zult gij in uwe jacht reizen
Neen, dat heb ik 't laatst met baar ge-
braikt. Ik ga naar 't vasteland waar weet ik
niet, wellicht naar Egypto, naar Syrië, naar
Afrika. Wanneer ik geleerd heb miju leed te
dragen, kom ik weêr.
Een stuk Burgemeester in Frankrijk
had het dragen der soutaan aan de pries
ters verbodeD. Het vredegerecht van
St-Etienne gaf die meier eene welver
diende les. Hij ging in beroep. Over dat
punt lezen wij inde JRaison 2juni bet
volgende
In zijne besluiten doet de advokaat-
generaal Duboin opmerken dat de kwestie
anders zou gesteld zijn geweest had do
meier zijn verordening genomen krach
tens zijne politiemacht door de wet van
1884 hem toegekend en de openhaar orde
inroepende.
De burgemeesters zijn verwit
tigd
Dat zij veortaan hunne verordeningen
nemen zich steunende op hunne politie
macht hun door de wet van 1884 toege
kend en de openbare orde inroepende.
Als 't nood doet dat zij zich doen
helpen door eenige lustige snaken
die achter de priesters roepen.
Iu 'i fransch A l'occasion, qu'ils se
fassent aider par de bons drilles qui crie-
ront a la chic-en-lit derrière les fro-
cards.
Wraakroepende taal I
Dat is nu naar 't leven geschilderd de
zoogezegde verdraagzaamheid der geuzen
en der socios I
De specimens van Aalst zijn van 't zelf
de acaliiel. Menschen opgep st Vergeet
nooit dat er nergens haatdragender men
schen zijn dan de geuzen I
Om geweldenarijen te plegen en schan
dalen te verwekken roepen zij de hulp iu
van 't gespuis, die eerlooze kwasten die
voor 0,10 centiemen alle werk uitvoeren
Arme geuzen I Dat zal volgens een
spreekwoord van den neus iu den mond
druppen.
Een oogkleppenrem. In de laat
ste afleveriug van De Natuur komt een
stukje voor over eene oogkleppenrem
voor paarden, 't is te zeggen eene inrich
ting die den koetsier in staat stelt, de
oogkleppen van het paard zoo dicht te
halen,dat het paard niets meer ziet. Paar
den die bollen zouden, volgens den uit
vinder vau dezen rem, een Franschman,
Ranglaret genaamd, tot stilstand worden
gebracht, wanneer men hen belet te zien,
zooals de uitvinder had opgemerkt, toen
hij bij een brand iu een stal gevluchte en
als dol roddloopende paarden een mantel
over het hoofd had geworpen.
De rem moet bij een proefaeming te
Parijs zeer goed voldaan hebben.
De redactie van De Natuur voegt bij
deze mededeeling de opmerking, dat een
Hollandsch koetsier, over dit middel
onderhouden, als zijne meening te kennen
gaf, dat bet paard by aanwending van dit
middel niet zou stilstaan, maar terstond
achteruitloopen of ter zijde uitwyken.
Ga niet Max, ik kan u niet laten ver
trekken.
Ik moet gaan, beproef niet mij om te
praten. Ik heb mijne maatregelen reeds ge
nomen, morgen vroeg vertrek ik, Sylvia.
Niets meer geen woord. Bedenk, dat mijn
bart dreigt te breken en dat ik heeDga om
den vrede te zoeken. Wellicht hoort ge nu en
dan van mij, doch ik belooft u niet. Ik heb
Sanders bevolen u 't jaargeld iu termijnen te
betalen. Ook heeft hij bevel, Gilbert eeue
fliuke som uit te tellcu om hem iu zijne stu
diën te ondersteunen. Ik laat geen adres bier,
ik ga om te vergeten. Bedenk, dat gij en Gil
bert mijne naaste bloedver wan ton zyt. n
Juffrouw Monk dacht, dat hij Bernice in
verre gewesten spoediger zou vergeten. Over
't algemeen was het beter, dat hij vertrok. En
als hij terugkeert, zou zij 't wagen hem aun
Bernice's uitersten wil te herinneren, indien
hy zich nalatig betoonde. Zij zwoer zich zelve
dat Chetwynd na het treurjaar de hare zou
worden.
Morgen vroeg zal ik u niet zien, Sylvia, n
sprak de markies ernstig, daarom zeg ik u
nu vaarwel.
De lord bracht den nacht in de vertrekken
zijner overleden vrouw door, doch hij sliep
niet.
Een bediende had zijn koffer ingepakt. Bij
't aanbreken van den dag begaf hij zich by
zijnen heer om hem in 't kleeden behulpzaam
De kostelijke Dendergalm redeneert
Waren de klerikalen rechtzinnig ze
zouden vragen betgene wij eiscben voor
al de arbeiders, namelijk om de zeven
dagen een vollen rustdag, of die rustdag
een zondag weze of niet. b (D. 26 mei 1901.)
Wel, man, nu nog een beetjen goden
wil, niet waar en 'tding is klaar.
Wij ook wij willen een rustdag alle
zeven dagen. De zondag komt alle zeven
dagen terug
Dus dat men de eerste maal ruste op
een Zondag en dan is het spel klaar I
Zeven dagen nadien, zal het, volgens de
begeerte van den philosoof, nogmaals
rustdag zijn Wij nemen die schikking
aan.
Zulke schrik voor dat woord Zon-
dagrust
Dat moet toch 'ne verstokte geus zijn,
dateer enkel woord dien man op bol doet
gaan en schiijven Verlicht»- Zondag
rust, 't ware belachelijk indien het
niet zoo dom ware.
De werklieden zullen onthouden dat de
geuzerij het wetsontwerp Helleputte met
hand en tand bevecht, dat de geuzenga-
zetten er tegen zijn, dat in de Volkskamer
vele geuzeu tegen het inaanmerkingne-
men hebben gestemd.
Zij waren voor de vrijheid l Maar die
vrijheid, heeren geuzen, is de verplctto-
ïi'ug van den zwakke 1
Om het lot der kleinen bekommeren de
geuzen zich als om 't jaar veertig.
roode eu groene organen, ten dienste
«Ier liberale of vrijzinnige fi ma Anker en
Zonne en C°, beknibbelen dat de Den-
derbode x alleen den beer Hector Arys-
De Paepe verdedigt...
Eu waai om zou leu wij hc-m niet verde
digen Of moeten wij het ordewoord
gaan vragen naar 't lokaal der liberale
firma van kreemerspolitiek
Wanneer de gedaagde gazetten de feiten,
die wij als lasterlijk aanschouwen, zullen
bewezen hebben, dan zal het tijd genoeg
zijn om den heer Aiys den steeu toe te
werpen....
Aan hen die den heer Hector Arys van
oneerly ke daden beschuldigen, is het 't be
wijs ervan te leveren, gestaafd op onbe
twistbare getuigenissen. Geene herberg-
praatjes, hoor 1
Zoolang dit bewijs niet geleverd is,
blijft de heer Hector Arys voor ons een
eerlijk menscb.een deftig koopman en wij
aanschouwen zijne belagers als vuige,
lastertongen.
Dat is ons onbetwistbaar recht en dat
willen en zullen wij handhaven.
Wat de beleedigiDgen betreft die de
scbrijvelaars van Den Dendergalm ons
naar 't hoofd slingereo, zij ontroeren ons
te zijn. Toen Chetwynd gereed was ging hij
in de eetzaal
Het was niet vrouw Skewer, die de koffie
had gezet maar Sylvia. Verwonderd keek hij
hnar aan, groette haar hoffelijk en ging aan
tafel.
Het ontbijt werd bijna zwijgend gebruikt
na afloop reikte hij haar de hand.
Ik ga met u tot aan de poort, Max, n zei
Sylvia teeder.
De markies drukte de weenende huishoud
ster en zijn opzichter de hand en wendde zich
om, zonder een woord te zeggen. Sylvia
volgde hem tot aau het rijtuig.
Ik ga, n sprak hij. Van nu tot dat de
vrede in mijn hart terugkeert ben ik een ban
neling uit 't slot mijner vaderen. n
Voor 't laatst reikte hij Sylvia de hand,
doch kuste haar niet.
Vaarwel Max Moogt ge spoedig den
vrede vinden, dien gij zoekt. Gij zult hem
vinden, niemaud kan eeuwig treuren. Binnen
een jaar verwaoht ik u terug, vergeet't niet
Max, binaen een jaar. Maar al komt ge dit
jaar of na tien jaren eerder of later mij
zult ge altijd op u vinden wachten.
XIX.
MAWR-CASTLE
Mawr-Castle, de schuilhoek waar Gilbert
Monk de markiezin van Chetwynd gebracht
niet; wij herhalen het, ze komen toch van
zoo laag, zoo laag.... Immers De Dender-
bode heeft nog nergens moeten blozen
waar liberale haantjes-vooruit met roode
kaken stonden.... Begrepen?
De liberale lastertongen beweren dat
de heer Hector Arys knievallen heeft ge
daan bij de heeren Karei Schuermans en
Gustaaf Leveau.
De heer Karei Schuermans laten we
ter zijde wij aanschouwen hem als te
rechtschapen van karakter om het aan
De Dendergalmers gezegd te hebben.
Er blijfc de heer Gustaaf Leveau, die
volgens H Land van Aeist en Het Recht,
tot twee maal toe de beschuldigingen
tegen d_>n heer Arys, in 't liberaal lokaal
Concordia x klaar en duidelijk beeft
uitgelegd in tegenwoordigheid van 700
toehoorders die de feiten nog nader
heeft bepaald, met naam, dag eu datum,
erbij voegende dat elk het stoutelijk mag
voortzeggen.
Welnu, is 't de beer Gustaaf Leveau
die aan de Dendergalmers heeft gt zegd
dat de heer Arys bij hem een knieval
deedt - om hem uit den doolhof van zaak-
x jes die hem op den nek vielen gered te
x worden s dan zeggen wij hem, ge zijt
aan de waarheid te kort gebleven, g'hebt
gelogen, ja, gelogen I...
Overigens wij dagen den hoer Gustaaf
Leveau uit te kunneu bewijzen dat de
heer Hector Arys, voor hem, in tegen
woordigheid van den beer Karei Schuer
mans, een knieval deed ...om tuf den
doolhof van zaakjes die hem op den nek
vielen gered te worden..
't Woord is aan U, heer Gtislaaf Le
veau, uitlegger der feiten in Concordia.
Nog iets ten slotte De blauwe en
oeue belagers vragen dat <-r licht in de
zaak gebracht worde, maar wij vreezeu
sterk dat wanneer bet uur van rekening-
geven zal geslagen zijn, zij den domper
over 't licht zuilen willen plaatsen, om
als lafaards langs een achterpoortje de
plaat te poetseD. Maar
Een vriend zegde ons gisterIk ben
nieuwsgierig te zien of de heer Gustaaf
Leveau de uitdaging zal beantwoorden.
De Dendergalmers hebben de zaak van
dieu knieval uit de lucht gegrepen, ofwel
de beer Gustaaf Leveau heeft het hun
Wie beeft gelogen de Dendergalmers
of de heer Gustaaf Leveau
Wie is de logenaar, heer Leveau, gij
die, door de helden der groene kliek, een
eerlijk hert wordt geheeten
In Den Werkman van heden vrijdag
wordt't f it aangehaald vau een brave
huisvader van den Osbroek die een onge
luk had op't werk die lang impotent
bjeef, 't was 'ne man met 4 5 kleine
kinderkes. De hulpkas stuurde hem een
net sommeken. Wanneer, vraagt P. Daens,
is dat geld aan dit verongelukt huisgezin
behandigd over 2 jaar of over 3 weken
had, was een somher ond slot uit de raiddel-
eeuwen en stond heel eenzaam op eene rots,
aau den onmetelijken Oceaan grenzend. Vroe-
ger bezat het hooge ringmuren en grachten
de eene waren vervallen, de la itste met stee-
nen en aarde gevuld.
Het gebonw was sedert jaren door niemand
meer bewoond, uitgenomen eene oude vrouw
die het bewaakte, Op eene reis door Wales
had Monk het eens bezocht het was de een
zaamste plaats, die hij ooit gezien had. Een
oud bediende, die in het dorp op eene mijl
afstand woonde, had het toezicht er over en
van dezen had Monk het aan een spotprijs
voor twee jaren gehuurd,
Gilbert droeg Bernice in zijne armen en
vrouw Crol volgde hem. De koetsier reed een
half ingestorten muur om, en stalde de paar
den.
Uit het gebouw drong een flauwe lichtstraal
naar buiten,Monk riep en een zwak antwoord
volgde. Toen verscheen in de deur eene oude
vrouw, die met de lantaarn naar alle kanten
lichtte.
Wees welkom genadige heer, n sprak de
onde. Het is een slechte weg over deze
steenen, niet waar Verleden nacht stormde
het en ginds is weêr een oude muar inge
stort. n
Zij ging met het licht voor en de aangeko-
menen volgden door eene ouderwetsche keu
ken met hooge boogvensters en een grooten
En voegt P. Daens erbij, als «lie vraagskes
beantwoord zijo, zullen er nog ander
komen.
Als al de andere feiten zoo ernstig zijn
als dit door Pie Daens nu aangeklaagd,
is hij er wel meé.
Maar waarom heeft Pie Daens al die
feiten, op tijd en stond, Diet persoonlijk
bij 't Parket aangeklaagd Waarom
In deze zaak is het de verkeerde we
reld de lastertongen willen dat de gelas
terde 't bewijs leveren zou dat de aange
klaagde feiten waarheid zijn.
't Bewijs is aan u, lastertoogen... Komt
binnen met uw werk 1
Wat ook vreemd voorkomt is dat de
lastertongen heweeren dat ze niemand
met naam en stuk hebben genoemd. Dit
is niet noodig geen oogenblik is er aan
getwijfeld geworden wie men aanwijzen
wilde.
Maar de lastertongen gaan zoo dwaas te
werk dat men hen bet Quos perdere vult
Deus. primus dementat, moet toepassen
't geen wij vrij vertalen, tot «tiebtins van
't Land van AelstDie op modder
grond staat, hoe meer hij roert, hoe
dieper hij zinkt. Als onze Pie te dom
is om dat te begrijpen, hij trekke de leer
maar op I
Ia stad worden vele gedrukte en andere
plakkaten uitgehangen, die onregelmatig
gezegeld zijn er wordt uit bet oog ver
loren dat het plakzegel voor affichen
slechts door de drukkers mag gebruikt
worden, die dat zegel moeten vernietigen
door het indrukken van minstens twee
regels van den tekst des plakkaats of door
't zetten, dwars door het zegel, van een
stempel, met vr tten inkt, den naam of de
handelsfi ma des drukkers eu den datum
der bestempeliug aanduidende.
De schriften on plakkaten die van geen
drukker uitgaan, moeten in een der
negen provinciehoof(plaatsen, met het
buitengewoou zegel bekleed worden.
Alle plakkaat of schrift, bekleed met
een onregelmatig vernietigd plakzegel,
moet aanzien worden als niet gezegeld
zijnde.
Met 15 Juli aanstaande zullen alle
overtredingen vastgesteld en de verschul
digde rechten en boeten vereischt wor
den, die zouden ingeloopen worden we
gens onregelmatig gebruik van plak-
zegels.
Bericht aan de belanghebbenden.
Rechterlijke dwalingen. De
commissie gelast met het onderzoek van
het voorstel Destrée, tot vergelding der
rechterlijke dwalingen, heeft het aange
nomen met algemeene stemmen min één
M. De Jaer is verslaggever benoemd.
haard, waarin vuur brandde. Een bank stond
er voor en Monk legde er Bernice op neêr.
De jonge dame is vermoeid, zei Monk
kort, den .medelijdenden blik niet bemer
kende, dien de oude op Bernice wierp. Wij
zijn reeds van morgen op reis en zij is aiek.
Gij schijnt ons verwacht te hebben, zijn onze
kamers gereed
Ja mijnheer, hernam het wyf, "da
meubels, die gij gezonden hebt zijn zoo ge
plaatst, gelijk gij het bevolen hebt. Flack
heeft daaraan geholpea. Dagelijks is in alle
i vertrekken gestookt, want in dertig jaren
heeft niemand daarin geslapen.
De onde vrouw nam het licht en voerde het
kleine gezelschap door een koude gang naar
de bewoonbare kamers.
Eerst kwam een zaal, welke dertig jaar
niet gebruikt was eenige oude meubels ston
den er nog op.
Verder waren de slaapkamers van Bernice
zij waren goed verwarmd en hadden door
eene deur gemeenschap met de kamer van
vrouw Crol.
Het vertrek van Monk lag verder in een
zijgang en was nog tamelijk onderhouden.
Monk legde zyn last op een sopha in de
kleine zaal en Bernice sprak voort 't eerst na
hare aankomst in het kasteel.
Ik heb geen honger doch ben slechts ver
moeid, n zeide ze met zwakke stem. «Laat my
uaar mijn kamer gaan.(Wordt voortgezet).