S Zondasr 7 Juli 1901 5 centiemen per nummer 558le Jaar 5586 HET SPOOK Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. vaderland, taal, vrijheid. NOODLOTTIGE HELLING. W Prijzen van reinigheid DE DENDEFBODE O it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder iagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, en in alle Postkantoren des bands CuiqiiH MUiim. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalst, 6 Juli 1901. Een man die zijn geloof verliest word liberaal, misschien oude pruik of doctri naire. De zoon van een doctrinaire is een radikaal of progiesist. De zoon van eeD progressist wordt socialist van daar wordt men anarchist of nihilist. Men rolt den berg af, zoodra men het geloof verliest en men is rap den af grond in. De oude pruik houdt zich alsof hij slechts de brandkast te verzorgen had. Zijn zoon gaat verder men heeft hem tan geen hemel gesproken. Hij loochent God en doel de geloovigen den oorlog aan. Zijn leven kan men in een enkelen kreet saambrengen A bas la Calotle Weg met den Godsdienst De socialist daagt op Als er geen he mel is, dan moet men de hemel op aarde zoeken. Waarom is de eene ryk, de andere arm? Allen moeten gelijk zijn In den hemel zyn allen gelijk onze hemel is op aarde. Hoe dat bekomen De anarchist is daar. Zy beginnen dat bij de socios ook al te gevoelen. Wij hebben dat de geuzen zoo dikwyls gezegd en herhaald; maar zij zijn stekeblind zij zijn doof en willen noch hooren, noch zien. Zij zullen dus voelen. Dat zij echter dan niet te zeer klagen zij hebben dat recht niet. Ik zegde dus de socios ondervinden dat ook reeds. Wij lezen in Le Peuple - begin van Juni. De algemeene raad heeft in zyne laatste zitting met eenpaiigo stemmen i een dagorde gestemd, de plaatselijke a bonden te verzoeken zorg te dragen dat de sprekers en schrijvers die zich als de tolk aanstellen der werkerspartij, haar programma vcrdcdigcu, tc vcr- loocheuen en uit hunne rangen te ver- jagen, zij die zich achter hunne hoeda- a nigheid van lid van de partij verduiken a om onze grondbeginsels, ons program- a ma en onze taktiek aan te vallen. Burger Lucien Hénault beroemt zich a op anaicbie dat is ziju r echt maar hoe mag hy verwonderd staan en zich verontwaardigd toonen wanneer wij hem verplichten zijne propagande niet te a verbergen achter de werkliedenpartij Er is daar waarlijk een misbruik van vertrouwen en indien wij heel gaarne erkennen dat onze tegenspreker zijne a gedachten met talent cn overtuiging verdedigt, wat ons verwondert en wat ons pynigt is dat hy niet begrijpt dat zyne weerdigheid hem gebiedt ons te be- vechten onder de plooien van zijn eigen bannier en niet onder ons vaandel. De werkliedenpartij heeft gemeend eens voor altijd zekere valschmunters en andere onzuivere persoDaadjes die, misbruik maken van de libertaire letr- stelsels zelve om hunne misdaden en vadsigheid te dekken, te moeten ver- bannen. n Wij doen porsonenlijk Lucien Hé- nault «ie eer aan te veronderstellen dat - zij alle gemeens met zulke triestige lieden zal afwijzen. - Men heeft recht arm, te zijn en ontve- tend maar meu heeft het recht niet de oneerlijkheid tot de weerde van een princiep te brengen. - De Luikscbe bond, op verzoek des federale raads heeft eenvoudig wegLu- cien Hénault gebeden te willen zeggen of hij nog de verklaring van princiepen, het programma en de taktiek der werk- liedenpartij aanneemt. Indien in gewe- n ten Lucien Hénault uiet bevestigend kan antwoorden dan mag hij niet roe- pen ban I ban hij wordt buiten de werkliedenpartij niet gesloten, hij - sluit er zich zei ven uit. - Wij acteeren die laatste woorden. Zou het berucht uitsluitend macbien terug in werking komen? Pol De Witte, Braockmau en C'* opgepast 1 Wij hebben bewpzen dat dit eene chro- nieke ziekte is Verliest bet geloof en de afgrond gaapt met open muil. Chetwynd-Park. Het drankmisbruik. Neen, ik ga niet meer herhalen noch bewijzen dat het drankmisbruik de geesel onzer eeuw en het verderf onzer natie is. Laat ons enkel eens nazien, wat de verschillende politieke partijen zooal aan gewend hebben, om dien voortgolvenden vuurstroom te weren De liberalen zaliger gedachtenis stonden er op te kijken, doch achtten het beneden zich die plaag te bekampen. Do catholieken hadden niet zoohaast het onheil bemerkt, of van alle zyden sprongen zij toe ter hulpe matigheids- bonden werden gesticht, onihoudersver- cenigingen tot stand gebracht, met woord, en pen, en 'laad bet gevaar van het drank misbruik aangetoond, cd. ziende dat zulks nog niet voldoende was, wille het catho- liek Staatsbestuur een krachtiger middel aanweoden, ten einde het vergift buiten het bereik des volks te stellen en het stemde hoogere patenten op de genever- stokerijeu. En de socialisten O, dat zijn aardige snaken 1 Zij bekam pen het drankmisbruik eu baten het uit tezelfder tyd Aardig, niet zoo Io hunne schriften buiten kiest ijd wel te ver staan spuwen zij vuur en vlam naar de dronkaards, on triomphantelijk kondi gen zij aau, dat de alcool uit het Maison du Peuple verbannen is Doch voor de kieeingen braken zij ook vuur en vlam uit naar het catholiek Miuisterie, dat de gene ver flesch uit do handen des volks rukken wil. Alsof zij dan de stemmen zochten te winnen der aanbidders van bet kort natalsof zij hunne redding verho pen van de dronkaards Zij vinden dan geene lafheden genoeg, om bet volk neen, het schuim des volks op te hitsen, en zij stokeD, zie, de catholieker misgunnen u uwen eenigen troost het borreltje; de rijken zuipen champagne, maar gij, gij moogt zelfs geen bittertje yPDieteu en zoo verder. Rare kerels, die rooden I De socialisten zeegen de dronkenschap is het gevolg der ellende: deze is de oor zaak neem de ellende weg en er bestaat geene dronkenschap meer. Dronkenschap is eene gewoonte, en de eerste stap is alt ij-I eene zwakh-idzwak heid het menscbelyk opzicht, waardoor men hen het eerste glaasje niet weigeren durft.zwakheid, wanneer men zich on gelukkig niet koelbloedig boven het onge luk kan verheffen en leniging zoekt in de gevoelloosheid eu zinsverbijstering, wel wetend bij voorbaat, dat de rampspoed daarna dubbel bezwarend zal voorkomen. De ellende kan veelal de gelegenheid ziju de oorzaak nooitmeestal echter is zij het gevolg. Dat iemand zoo ellendig mogelijk weze, indien hij wilskracht heeft om er ieg<m in te worstelen, zal hij nooit zijne toevlucht tot de zinsverbijstering nemen, doch mangelt het hem aau karak tersterkte en zoekt bij zijne redding in het dooden van zijn zelfbewustzijn, in het glas, dan zal, met de gewoonte tot drin ken het dalen zijner zelfbeheersching ge lijken tred houden en ten slotte, het ge volg lafheid, ellende. len laat ons zijnen geest ontwikkelen, doch wacht u, het te misleiden in zijn gedrag offert zelfs uwe politieke belan gen aan het bekend maken der waarheid, en aanschouwt het als eene lafheid eene onvergeeflijke misdaad, zijne zwakheid met goedkeuring aan te moedigen om de ongelukkigen als dieren aan uwen politie- ken wagen te spannen. De geschiedenis zou geene uitdrukking vinden, krachtig genoeg om die handelwijze te brandmer ken. Wanneer de zucht tot drinken eenmaal tot gewoonte geworden is, dan kan onmo gelijk nog de ellende, do rampspoed als genegeoheid aangewezen worden. De zwakheid alleen blijft als oorzaak. Men kan zeggen de ellende de gele genheid zynde zal men het drankmis bruik doen ophouden, wanneer men die ellende wegneemt. Gewis, die opmerkiug heeft waarde, en wij mogen met fierheid wijzen op de vele pogingen van ons Staatsbestuur om de welvaart des volks te bewerken, zooder ijdelen blaai, ja, doch meer gewichtig dan de onschuldige woor denryen der socialisten. Doch da:-rin alleen ligt de redding niet. Wanneer do ellende volstrekt opgeheven zij, is de ge legenheid van het drankmisbruik uiet gaDSch weggenomen daarvoor hoeft de verbanning van allen, welkdanigen ramp spoed en dat is onmogelijk. Neen, met het verdwijnen der ellende is de dronkenschap niet gedood. Laat ons de oorzaak, de zwakheid wegnemeD, met de karaktersterkte te ontwikkelen. Liat ons het volk zijne waarde leeren beseffen, leert het groot ziju te midden der onhei- 27' vervolg. Uw kamer ia hier vlak naast, juffrouw, zeide vrouw Crol ik zal er u heen bren gen. n Bernice sliep weldra in, zij had een zacht bed en warme dekens. Den volgenden morgen werd de tafel ge dekt in de kleine zaal, die bij dag er zeer vriendelijk uitzag. Monk was het eerst daar «n wandelde ongeduldig heeu en weer, van tyd tot tyd op zyne horlogie ziende. Bij het hooge boogvenster bleef hij staan en liet zijne blikken over de zee weideD, toen vrouw Crol met de markiezin binnentrad. Monk ging haar vriendelijk te gemoet. Hij had de donkere strepen van zyn gezicht ver- wjjdeid en zag er weer als gewoonlijk uit. Bernice bemerkte met vreugde deze veran dering. Zy was nog altyd erg bleek en zwak zij reikte Monk hare magere hand, die deze hartelijk drukte. "Ik bon zeer bly, n tamelijk wel te zien, Bernice, sprak hij, nu zal ik in mijne af wezigheid niet zoo bevreesd voor u zijn. Heden avond reis ik naar Londen om Max te zoeken en hem hierheen te voeren. Wilt g< mij beloven tevreden te zijn als ik weg ben, ten einde zoo sterk en zoo gezond alB moge lijk te worden.Wanneer Max dan terugkeert, zal hij dubbel gelukkig ziju, zoo hy u in bloeiende gezondheid weervindt. Ik wil mijn best doen om sterk te wor den, Gilbert., zei,Bernice, op een stoel neer zinkend. Ge zyt goed met mij en ik bon u dankbaar. Vrouw Crol zal mij beschermen en al voor uwen spoedigen terugkeer met Max bidden. Ik zal komen, zoodra ik kan, Bernice, en geen rust hebben vooraleer ik hier ben ik hoop, dat ge tevreden zijt. Na het ontkyt kuste Gilbert Monk Ber- nice's hand en hij vertrok, jVrouw Crol ver gezelde hem tot aan het rijtuig. XX. VALSCHE VOORSPIEGELINGEN. Gilbert Monk beoogde op zijne reis naar Londen een tweeledig doel. Vooreerst wilde hij Bernice doen gelooven dat hij haar echt genoot zocht, want 't was noodig voor zijne plannen, dat zij hem als haren besten vriend beschouwde, hem volkomen vertrouwde en zich van hem geheel afhankelijk gevoelde. Ziju tweede doel was, geld te krjjgen, iets in 't huishouden. Maandag 11. heeft ter Groote Feestzaal van het Stadhuis de jaarlyksche Prijsuit reiking plaats gehad. Jammer dat ter oorzake van plichtmis- keunibg van den bode onzer Koninklijke Harmonie de plechtigheid niet, zoo als gebruikelijk, is opgeluisterd geworden door de uitvoering van verscheidene muziekstukken. De heer M. -L. Gheeraerdts, Burge meester, sprak de volgende redevoering uit Damen en Heeren De plechtige uitdeeling der prijzen welke door de zorgen van het Bureel van Weldadigheid wordeu toegewezen aan de arme buisgezinnen zich door werkzaam heid ca zindelijkheid onderscheidende, is jaarlijks eene gepaste omstandigheid om eenige bedeDkiügen te maken over den toestand van den werkerstand en over de pogingen die worden aangewend om de ergste kwalen der behoeftigen te ver helpen en te verzachten. Algemeen is de bekommering het lot der noodlijdenden te verbeteren de oor zaken van ellende worden opgezocht, de middelen om ze te keer te gaan worden bestudeerd en beproefd. Onder andere is het gebrek aan werl: wel een oorsprong van armoede. Wauueer een werkman moetende leven met zijn huisgezin van het dagelijks verdiend loon, niet besten dig zijn werk vindt, valt hij weldra ten laste der openbare liefdadigheid. Niet altoos zijn belangrijke werken in uitvoe ring te stellen, niet altoos wordt in een stilvallend nijverheidsgesticht het werk ua weinigen tijd hernomen, en dan vol gen dagen van ontberingen en lijden voor dezen die door den arbeidsstilstand wor den getroffen. Eene tweede voorname bron van ellende is de ziekte, het ongeval, dat den werkman plotseling neêrvelt, zijn huis gezin de winst en den steuu ontneemt, het in zware lasten en schulden brengt. Werklieden, wilt gij deugdelijk gehol- peu wezen in die droeve omstandigheden, wordt lid van eene Maatschappij van onderliugen hijstand. Door die instelling zult gij u zeiven redden, met uwe eigene besparingen. Eu moet dan het Armbureel of de private liefdadigheid in buitenge wone gevallen u eene medehulp ver- leeneo, deze zal niet ongenoegzaam scbij- neu zooals zij anders wel zou wezen door de bekrompenheid der beschikbare geld middelen. De noodzakelijkheid voor eenen werk man deel te maken van eene door de Staatsregeoring erkende maatschappij dringt zich des te meer op daar door be middeling van eene zulkdanige instelling hij zonder moeite een pensioen zal be- komeu in den gevorderden ouderdom. Met wekelijks geringe stortingen te ver richten, met eenige centiemen te nemen op het verdiende loon eu aan de maat schappij te geven, zal bij zich op 55 of op 65 jarigen ouderdom, of eerder nog wan neer hem een ongeval overkomt dat hem onbekwaam maakt tot het werk, eene levensdurende rente verzekeren, vergroot door de aanmoedigingspremiën door den Staat en de Provincie er aan vergund. De wet van 10 Mei 1900, nopens de ouderdomspensioenen, te danken aan de catholieke Regeering, stelt het grond- begin dezer aanmoedigingen vast en is voorzoker eene groote weldaad voor den ouden werkman. Ten gevolge van eene overgangsschik king dier wet zijn bij het Staatsbestuur 717 aanvragen gedaan tot het bekomen van het jaarlijks pensioen van 65 franken, en zal de Staat kortelings in onze Stad eene som van meer dan 46,500 franken aan Je oude werklieden uitdeelen. Zal deze buitengewone jaarlijksche hulp geene aanzienlijke verbetering brengen in het lot der armen Van zijnen kant doet het Stadsbestuur al het mogelijke. Meer en meer ontwik kelt zich het volksonderwijs nieuwe klassen, nieuwe scholen worden gesticht. Sedert 1895, zijn de uitgaven voor den dienst van het volksonderwijs met meer dan 56,000 franken vermeerderd. Dan was het 80,000 fr., nu is het 135,000 franken geworden. Eene gelijke som van 55,000 franken wordt in 1901 door de Stad meer uitge geven dan in 1895 voor den openharen onderstand voor behoeftigen in gestichten verpleegd of ten huize geholpen. Getuigen niet die eenige cijfers meer dan langdurige redevoeringen, van de bezorgdheid van ons catholiek Bestuur jegens den werkmansstand in de twee boofJzaken die aan zijne bevoegdgeid wor den gelaten. Damen en Heeren, vooraleer te eindi gen moet ik nog in naam der bevolking van Aalst eene dankbare hulde brengen aan het Bareel van Weldadigheid, wiens leden zich voortdurend beijveren om in rechtvaardigheid en volgens de behoef ten den openbaren onderstand te ver- leenen, en aan de bijzondere instellingen van liefdadigheid die zoo ruimschoots de officieelo inrichting ter zijde staan. Luidruchtige toejuichingen. IIap HiPn moet Paster ge- IUC uicji daal(i zijn die het zich niet schaamt tot zelfs te Brussel, open baarlijk ter straat den eenen of andoren persoon to beleedigen dio hem in den weg heeft gestaan of nog staat om zyn doel van onbegrensden hoogmoed en on- verzadelijko baatzucht te kunnen be reiken 't Is waar men bekommert zich weinig om die beleedigingen hoe snood ook immers de uitspattingen van miskweekte straatslijpers on van 't krapuul laat men met verachting voorbijgaan. wat hij dringend noodig had Hij had de heele huur vau Mawr-Castle vooruit moeten be talen, wageu en paarden verschaft, zijne medehelpers ten deele betaald en kleeren voor Bernice gekochtdat alles had zyne beurs plat gemaakt. Daarom hield hij zich te Londen niet op, maar reisde naar Chetwynd-Park. Men kan zich zijne vreugde voorstellen, toen hij van zijue zuster vernam, dat de lord Engeland verlaten had en hij 25,0C0 fr. kon opstrijken. Na een lang onderhoud met Syl via begaf hij zich naar den opzichter Sanders, die hem dadelijk een wissel ten bedrage van 25,000 fr. ter.hand stolde. Indien gij meer geld noodig hebt, is dit ter uwer beschikking, n zei de opzichter. Lord Chetwynd is zeer edelmoedig,» int- woordde Monk, doch meer geld heb ik niet noodig ik heb een goed vooruitzicht om for tuin te maken. u Werkelijk riep Sanders verrast, dat dacht ik niet. Gilbert Monk at by zyne zuster, waarna hij naar Londen vertrok. Hier bleef hij eeDigo dagen en kocht er voor Bernice boekeuplaten en meer andere zaken. Daarmede keerde hij naar Wales terug. Flack wachtte hem aan de statie. De pakken werden op het rijtuig van Monk gelegd en toeu zeide hij zaohtje tot Flack Ik hoop Flack dat op liet slot alles in orde is Hoe maakt het de jonge dame Zeer goedmijnheer, zei Flack. Eiken dag gaat zij tusschen de bouwvallen wandelen en vraagt voortdurend, wanneer gij terug komt. Zij weet niet, dat iku ging halen,maar ik zeg u, zij is ongelukkig zonder u en ver langt naar u. Ongetwijfeld is zij zeer op u verliefd, mijnbeer Monk lachte want hij had Flack in de mee- niug gelaten dat zij zijne beminde was. Hij stapte in den wagen ;en zij reden naar Mawre-Castle. Het was een lastige reis en bijua middernacht, toen meu op het slot kwam. Bernice was reeds lang naar bed, doch vrouw Crol waakte zij verwachtte Monk. In de kleine zaal stond een keurig avondeten gereed hij ging zitten eu liet zich be dienen. Hoe vaart de jonge dame vroeg bij, den wijn slurpend. Zij is zoo ongedaldig als een gevangen adelaar, hernam vrouw Crol, zij is zwak, wandelt echter de kamers rond, be schouwt de zee en vraagt mij eiken dag of ik geloof, dat gij heden komen zult. Lezen wil zij niet, zij denkt altyd aan Max. Heden noemde ik haar, zooals gewoonlijk, juffrouw, toen zij mij met zekere fierheid beduidde dat zij markiezin van Chetwynd was. Ik waar- i huwde haar dit niet aan de oude Elsby of .Monsieur le Rédacteur Waar blijft hij Waar mag hij wel zijn? Wij zouden gaarne weten of by onzen raad heeft gevolgd en den ODhandigen schryver, die een vrije wil aanneemt en niet weet over de onstoffelyke ziel heeft aan de deur gezet De geuzen zijn mannen van 't licht. Zy moeten ons dus inlichten want tot hiertoe is er over die kwestie geen gsbeuedyd woord meer te vinden. Het gaat met de vrije wil net als met demogelijkheid van het mirakel. Als wy uit do woorden van den armtierige de besluiten afleiden die er in opgesloten liggen dan is bet molus, stilte I De mannen «an 't licht worden pot uilen, zij schuwen het licht zy durven geen gebaneJyd woordeken meer lossen 1 Het kwam, zegt men, nopens de vrije wil op eene hevige wrijving tusschen Monsieur le Rédacteur on dio m in van vrye wil en onmogelijke mirakels. De eerste maal den 15 Juli 1900 was het eene bolwassching, nu echter, schijnt het, is de arme jongen aan He deur. Gij zult alle kandidatuur voor do libe ralen nog onmogelijk maken heeft men hem toog»suauwd O Monsier le Rédacteur Hoe een ding toch komen kan I De jon gen wilde zijne gaffe van 15 Juli 1900 over n het mirakel herstellen en meende nu goed te doen met een vrije wil te herken nen. E i hij trapte in een strik. Vrije wil eischt eene oustoffelijke ziel. Eene onstoff-dijke ziel onstaat slechts door schepping. Schepping is een mi rakel I En de man van 15 Juli 1900 stond paf! Eu Monsieur le Rédacteur eischt stilte ia de rangen 1 Mannen van 't licht de geuzen. tot middernacht dienstdoende Apotheker: Zondag 7 Juli 1901, Mr Meganck, Leopoldstraat. aan Flack te vertellen, daar mevrouw Chet- ynd dood en begraven was en ik zelf het bericht in de gazetten gezien heb. Gij kunt haar morgen zeggen, dat ik aan gekomen ben, ik wil haar bij het ontbijt treffen. Monk ging naar bed. l)es morgens om negen uren bevond hij zich i de kleine zaal. Lastig brandde het vuur en het vertrek zag er behaaglijk uit. De tafel was gedekt Monk stond voor het vuur en reef zich de handen. Eensklaps klonk in het aangrenzende vortrek een zachte kreet, waarna Bernice met gloeiende wangen bin nenstormde. Waar waar is Max stamelde zij, en haar gelaat werd doodsbleek. Hebt gij hem niet meegebracht, Gilbert Monk's gelaat nam eene teedere uitdruk king aan. Hij naderde haar, vatte hare hand en leidejiaar naar de sopha. u Ik kom alleen, Bernice, sprak hij met gemaakte droefheid. Alleen Waar is Max Toch niet dood, Gilbert? u Neen, hij is niet dood Bernice. Hij heeft Engeland verlaten en zelfs Sanders weet niet waarheen hij is. Hij is weg zonder een spoor achter te laten. O, goede God Weg en ik leef ik wacht op hom jammerde Bernice. O Max Max Huwelijken in Engeland. 't Zal bmnen kort zoo gemakkelijk uiet meer gaan om to trouwen in Engeland. De Auglikaansche bisschop van Londen hoeft aan al He clergymen bevel gegeven, van de vreemdelingen, die wenschen te trouwen, al do papieren te eiscben, die zij in hun land zelf noodig hebben om te kunnen trouwen. Geef u niet over aan uwe smart,Bernice,» zei Monk. Gij zijt teer van lichaam, doch sterk van geest ea gij znlt deze beproeving overwinnen. Hij is immers niet dood. Lees hier. Hij gaf Bernice esne gazet en |wees er eene plaats in aan. Zij bevatte het bericht, dat ;de markies van Chetwynd,wien8 romantisch huwelijk onlangs gemeld werd en die zijne echtgenoote door een boosaardige koorts weer zoo spoedig ver loor, Engeland verlaten en eene verre reis ondernomen had. Nog stond er bij, hoe de markies onder zijn zwaar verlies gebukt ging en in verre landen troost en vrede ging leken. Bernice was troosteloos. Wellicht sterft hij opreis,» zuchtte zy, en zal hij nooit vernemen, dat ik nog leef.» Na vijftien maanden zal hij temgkeeren, Bernice, daar ben ik zeker van, sprak Monk, eu er zal hem geen leed gebeuren. Gij zult slechts een jaar gescheiden zijn; kunt gij dat niet moedig verdragen Hij is weg en wij kunnen hem niet volgen,Jwij kunne* niets anders dan wachten. Dat is juist het ergste, klaagde de markiezin. Er is niets aan te doen. Doch nu moe ten wij aan u denken, Bernice waar wilt gij al dien tijd blijven 'Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1