S
Zondasr 7 Juli 1901
5 centiemen per nummer
558le Jaar 5586
HET SPOOK
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
vaderland, taal, vrijheid.
NOODLOTTIGE
HELLING.
W
Prijzen van reinigheid
DE DENDEFBODE
O it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
iagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des bands
CuiqiiH MUiim.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 6 Juli 1901.
Een man die zijn geloof verliest word
liberaal, misschien oude pruik of doctri
naire. De zoon van een doctrinaire is een
radikaal of progiesist. De zoon van eeD
progressist wordt socialist van daar
wordt men anarchist of nihilist.
Men rolt den berg af, zoodra men het
geloof verliest en men is rap den af
grond in.
De oude pruik houdt zich alsof hij
slechts de brandkast te verzorgen had.
Zijn zoon gaat verder men heeft hem
tan geen hemel gesproken. Hij loochent
God en doel de geloovigen den oorlog aan.
Zijn leven kan men in een enkelen
kreet saambrengen A bas la Calotle
Weg met den Godsdienst
De socialist daagt op Als er geen he
mel is, dan moet men de hemel op aarde
zoeken. Waarom is de eene ryk, de andere
arm? Allen moeten gelijk zijn In den
hemel zyn allen gelijk onze hemel is op
aarde.
Hoe dat bekomen De anarchist is
daar.
Zy beginnen dat bij de socios ook al te
gevoelen. Wij hebben dat de geuzen zoo
dikwyls gezegd en herhaald; maar zij zijn
stekeblind zij zijn doof en willen noch
hooren, noch zien. Zij zullen dus voelen.
Dat zij echter dan niet te zeer klagen
zij hebben dat recht niet.
Ik zegde dus de socios ondervinden
dat ook reeds.
Wij lezen in Le Peuple - begin van
Juni.
De algemeene raad heeft in zyne
laatste zitting met eenpaiigo stemmen
i een dagorde gestemd, de plaatselijke
a bonden te verzoeken zorg te dragen dat
de sprekers en schrijvers die zich als
de tolk aanstellen der werkerspartij,
haar programma vcrdcdigcu, tc vcr-
loocheuen en uit hunne rangen te ver-
jagen, zij die zich achter hunne hoeda-
a nigheid van lid van de partij verduiken
a om onze grondbeginsels, ons program-
a ma en onze taktiek aan te vallen.
Burger Lucien Hénault beroemt zich
a op anaicbie dat is ziju r echt maar
hoe mag hy verwonderd staan en zich
verontwaardigd toonen wanneer wij hem
verplichten zijne propagande niet te
a verbergen achter de werkliedenpartij
Er is daar waarlijk een misbruik van
vertrouwen en indien wij heel gaarne
erkennen dat onze tegenspreker zijne
a gedachten met talent cn overtuiging
verdedigt, wat ons verwondert en wat
ons pynigt is dat hy niet begrijpt dat
zyne weerdigheid hem gebiedt ons te be-
vechten onder de plooien van zijn eigen
bannier en niet onder ons vaandel.
De werkliedenpartij heeft gemeend
eens voor altijd zekere valschmunters
en andere onzuivere persoDaadjes die,
misbruik maken van de libertaire letr-
stelsels zelve om hunne misdaden en
vadsigheid te dekken, te moeten ver-
bannen.
n Wij doen porsonenlijk Lucien Hé-
nault «ie eer aan te veronderstellen dat
- zij alle gemeens met zulke triestige
lieden zal afwijzen.
- Men heeft recht arm, te zijn en ontve-
tend maar meu heeft het recht niet de
oneerlijkheid tot de weerde van een
princiep te brengen.
- De Luikscbe bond, op verzoek des
federale raads heeft eenvoudig wegLu-
cien Hénault gebeden te willen zeggen
of hij nog de verklaring van princiepen,
het programma en de taktiek der werk-
liedenpartij aanneemt. Indien in gewe-
n ten Lucien Hénault uiet bevestigend
kan antwoorden dan mag hij niet roe-
pen ban I ban hij wordt buiten de
werkliedenpartij niet gesloten, hij
- sluit er zich zei ven uit. -
Wij acteeren die laatste woorden.
Zou het berucht uitsluitend macbien
terug in werking komen? Pol De Witte,
Braockmau en C'* opgepast 1
Wij hebben bewpzen dat dit eene chro-
nieke ziekte is Verliest bet geloof en de
afgrond gaapt met open muil.
Chetwynd-Park.
Het drankmisbruik.
Neen, ik ga niet meer herhalen noch
bewijzen dat het drankmisbruik de geesel
onzer eeuw en het verderf onzer natie is.
Laat ons enkel eens nazien, wat de
verschillende politieke partijen zooal aan
gewend hebben, om dien voortgolvenden
vuurstroom te weren
De liberalen zaliger gedachtenis
stonden er op te kijken, doch achtten het
beneden zich die plaag te bekampen.
Do catholieken hadden niet zoohaast
het onheil bemerkt, of van alle zyden
sprongen zij toe ter hulpe matigheids-
bonden werden gesticht, onihoudersver-
cenigingen tot stand gebracht, met woord,
en pen, en 'laad bet gevaar van het drank
misbruik aangetoond, cd. ziende dat zulks
nog niet voldoende was, wille het catho-
liek Staatsbestuur een krachtiger middel
aanweoden, ten einde het vergift buiten
het bereik des volks te stellen en het
stemde hoogere patenten op de genever-
stokerijeu.
En de socialisten
O, dat zijn aardige snaken 1 Zij bekam
pen het drankmisbruik eu baten het uit
tezelfder tyd Aardig, niet zoo Io hunne
schriften buiten kiest ijd wel te ver
staan spuwen zij vuur en vlam naar
de dronkaards, on triomphantelijk kondi
gen zij aau, dat de alcool uit het Maison
du Peuple verbannen is Doch voor de
kieeingen braken zij ook vuur en vlam
uit naar het catholiek Miuisterie, dat de
gene ver flesch uit do handen des volks
rukken wil. Alsof zij dan de stemmen
zochten te winnen der aanbidders van bet
kort natalsof zij hunne redding verho
pen van de dronkaards Zij vinden dan
geene lafheden genoeg, om bet volk
neen, het schuim des volks op te
hitsen, en zij stokeD, zie, de catholieker
misgunnen u uwen eenigen troost het
borreltje; de rijken zuipen champagne,
maar gij, gij moogt zelfs geen bittertje
yPDieteu en zoo verder.
Rare kerels, die rooden I
De socialisten zeegen de dronkenschap
is het gevolg der ellende: deze is de oor
zaak neem de ellende weg en er bestaat
geene dronkenschap meer.
Dronkenschap is eene gewoonte, en de
eerste stap is alt ij-I eene zwakh-idzwak
heid het menscbelyk opzicht, waardoor
men hen het eerste glaasje niet weigeren
durft.zwakheid, wanneer men zich on
gelukkig niet koelbloedig boven het onge
luk kan verheffen en leniging zoekt in de
gevoelloosheid eu zinsverbijstering, wel
wetend bij voorbaat, dat de rampspoed
daarna dubbel bezwarend zal voorkomen.
De ellende kan veelal de gelegenheid
ziju de oorzaak nooitmeestal echter
is zij het gevolg. Dat iemand zoo ellendig
mogelijk weze, indien hij wilskracht heeft
om er ieg<m in te worstelen, zal hij nooit
zijne toevlucht tot de zinsverbijstering
nemen, doch mangelt het hem aau karak
tersterkte en zoekt bij zijne redding in
het dooden van zijn zelfbewustzijn, in het
glas, dan zal, met de gewoonte tot drin
ken het dalen zijner zelfbeheersching ge
lijken tred houden en ten slotte, het ge
volg lafheid, ellende.
len laat ons zijnen geest ontwikkelen,
doch wacht u, het te misleiden in zijn
gedrag offert zelfs uwe politieke belan
gen aan het bekend maken der waarheid,
en aanschouwt het als eene lafheid eene
onvergeeflijke misdaad, zijne zwakheid
met goedkeuring aan te moedigen om de
ongelukkigen als dieren aan uwen politie-
ken wagen te spannen. De geschiedenis
zou geene uitdrukking vinden, krachtig
genoeg om die handelwijze te brandmer
ken.
Wanneer de zucht tot drinken eenmaal
tot gewoonte geworden is, dan kan onmo
gelijk nog de ellende, do rampspoed als
genegeoheid aangewezen worden. De
zwakheid alleen blijft als oorzaak.
Men kan zeggen de ellende de gele
genheid zynde zal men het drankmis
bruik doen ophouden, wanneer men die
ellende wegneemt. Gewis, die opmerkiug
heeft waarde, en wij mogen met fierheid
wijzen op de vele pogingen van ons
Staatsbestuur om de welvaart des volks te
bewerken, zooder ijdelen blaai, ja, doch
meer gewichtig dan de onschuldige woor
denryen der socialisten. Doch da:-rin
alleen ligt de redding niet. Wanneer do
ellende volstrekt opgeheven zij, is de ge
legenheid van het drankmisbruik uiet
gaDSch weggenomen daarvoor hoeft de
verbanning van allen, welkdanigen ramp
spoed en dat is onmogelijk.
Neen, met het verdwijnen der ellende
is de dronkenschap niet gedood. Laat ons
de oorzaak, de zwakheid wegnemeD, met
de karaktersterkte te ontwikkelen. Liat
ons het volk zijne waarde leeren beseffen,
leert het groot ziju te midden der onhei-
27' vervolg.
Uw kamer ia hier vlak naast, juffrouw,
zeide vrouw Crol ik zal er u heen bren
gen. n
Bernice sliep weldra in, zij had een zacht
bed en warme dekens.
Den volgenden morgen werd de tafel ge
dekt in de kleine zaal, die bij dag er zeer
vriendelijk uitzag. Monk was het eerst daar
«n wandelde ongeduldig heeu en weer, van
tyd tot tyd op zyne horlogie ziende. Bij het
hooge boogvenster bleef hij staan en liet zijne
blikken over de zee weideD, toen vrouw Crol
met de markiezin binnentrad.
Monk ging haar vriendelijk te gemoet. Hij
had de donkere strepen van zyn gezicht ver-
wjjdeid en zag er weer als gewoonlijk uit.
Bernice bemerkte met vreugde deze veran
dering. Zy was nog altyd erg bleek en zwak
zij reikte Monk hare magere hand, die deze
hartelijk drukte.
"Ik bon zeer bly, n tamelijk wel te zien,
Bernice, sprak hij, nu zal ik in mijne af
wezigheid niet zoo bevreesd voor u zijn.
Heden avond reis ik naar Londen om Max te
zoeken en hem hierheen te voeren. Wilt g<
mij beloven tevreden te zijn als ik weg ben,
ten einde zoo sterk en zoo gezond alB moge
lijk te worden.Wanneer Max dan terugkeert,
zal hij dubbel gelukkig ziju, zoo hy u in
bloeiende gezondheid weervindt.
Ik wil mijn best doen om sterk te wor
den, Gilbert., zei,Bernice, op een stoel neer
zinkend. Ge zyt goed met mij en ik bon u
dankbaar. Vrouw Crol zal mij beschermen en
al voor uwen spoedigen terugkeer met
Max bidden.
Ik zal komen, zoodra ik kan, Bernice, en
geen rust hebben vooraleer ik hier ben ik
hoop, dat ge tevreden zijt.
Na het ontkyt kuste Gilbert Monk Ber-
nice's hand en hij vertrok, jVrouw Crol ver
gezelde hem tot aan het rijtuig.
XX.
VALSCHE VOORSPIEGELINGEN.
Gilbert Monk beoogde op zijne reis naar
Londen een tweeledig doel. Vooreerst wilde
hij Bernice doen gelooven dat hij haar echt
genoot zocht, want 't was noodig voor zijne
plannen, dat zij hem als haren besten vriend
beschouwde, hem volkomen vertrouwde en
zich van hem geheel afhankelijk gevoelde.
Ziju tweede doel was, geld te krjjgen, iets
in 't huishouden.
Maandag 11. heeft ter Groote Feestzaal
van het Stadhuis de jaarlyksche Prijsuit
reiking plaats gehad.
Jammer dat ter oorzake van plichtmis-
keunibg van den bode onzer Koninklijke
Harmonie de plechtigheid niet, zoo als
gebruikelijk, is opgeluisterd geworden
door de uitvoering van verscheidene
muziekstukken.
De heer M. -L. Gheeraerdts, Burge
meester, sprak de volgende redevoering
uit
Damen en Heeren
De plechtige uitdeeling der prijzen
welke door de zorgen van het Bureel van
Weldadigheid wordeu toegewezen aan de
arme buisgezinnen zich door werkzaam
heid ca zindelijkheid onderscheidende, is
jaarlijks eene gepaste omstandigheid om
eenige bedeDkiügen te maken over den
toestand van den werkerstand en over de
pogingen die worden aangewend om de
ergste kwalen der behoeftigen te ver
helpen en te verzachten.
Algemeen is de bekommering het lot
der noodlijdenden te verbeteren de oor
zaken van ellende worden opgezocht, de
middelen om ze te keer te gaan worden
bestudeerd en beproefd. Onder andere is
het gebrek aan werl: wel een oorsprong
van armoede. Wauueer een werkman
moetende leven met zijn huisgezin van
het dagelijks verdiend loon, niet besten
dig zijn werk vindt, valt hij weldra ten
laste der openbare liefdadigheid. Niet
altoos zijn belangrijke werken in uitvoe
ring te stellen, niet altoos wordt in een
stilvallend nijverheidsgesticht het werk
ua weinigen tijd hernomen, en dan vol
gen dagen van ontberingen en lijden voor
dezen die door den arbeidsstilstand wor
den getroffen.
Eene tweede voorname bron van
ellende is de ziekte, het ongeval, dat den
werkman plotseling neêrvelt, zijn huis
gezin de winst en den steuu ontneemt, het
in zware lasten en schulden brengt.
Werklieden, wilt gij deugdelijk gehol-
peu wezen in die droeve omstandigheden,
wordt lid van eene Maatschappij van
onderliugen hijstand. Door die instelling
zult gij u zeiven redden, met uwe eigene
besparingen. Eu moet dan het Armbureel
of de private liefdadigheid in buitenge
wone gevallen u eene medehulp ver-
leeneo, deze zal niet ongenoegzaam scbij-
neu zooals zij anders wel zou wezen door
de bekrompenheid der beschikbare geld
middelen.
De noodzakelijkheid voor eenen werk
man deel te maken van eene door de
Staatsregeoring erkende maatschappij
dringt zich des te meer op daar door be
middeling van eene zulkdanige instelling
hij zonder moeite een pensioen zal be-
komeu in den gevorderden ouderdom.
Met wekelijks geringe stortingen te ver
richten, met eenige centiemen te nemen
op het verdiende loon eu aan de maat
schappij te geven, zal bij zich op 55 of op
65 jarigen ouderdom, of eerder nog wan
neer hem een ongeval overkomt dat hem
onbekwaam maakt tot het werk, eene
levensdurende rente verzekeren, vergroot
door de aanmoedigingspremiën door den
Staat en de Provincie er aan vergund.
De wet van 10 Mei 1900, nopens de
ouderdomspensioenen, te danken aan de
catholieke Regeering, stelt het grond-
begin dezer aanmoedigingen vast en is
voorzoker eene groote weldaad voor den
ouden werkman.
Ten gevolge van eene overgangsschik
king dier wet zijn bij het Staatsbestuur
717 aanvragen gedaan tot het bekomen
van het jaarlijks pensioen van 65 franken,
en zal de Staat kortelings in onze Stad
eene som van meer dan 46,500 franken
aan Je oude werklieden uitdeelen. Zal
deze buitengewone jaarlijksche hulp
geene aanzienlijke verbetering brengen
in het lot der armen
Van zijnen kant doet het Stadsbestuur
al het mogelijke. Meer en meer ontwik
kelt zich het volksonderwijs nieuwe
klassen, nieuwe scholen worden gesticht.
Sedert 1895, zijn de uitgaven voor den
dienst van het volksonderwijs met meer
dan 56,000 franken vermeerderd.
Dan was het 80,000 fr., nu is het
135,000 franken geworden.
Eene gelijke som van 55,000 franken
wordt in 1901 door de Stad meer uitge
geven dan in 1895 voor den openharen
onderstand voor behoeftigen in gestichten
verpleegd of ten huize geholpen.
Getuigen niet die eenige cijfers meer
dan langdurige redevoeringen, van de
bezorgdheid van ons catholiek Bestuur
jegens den werkmansstand in de twee
boofJzaken die aan zijne bevoegdgeid wor
den gelaten.
Damen en Heeren, vooraleer te eindi
gen moet ik nog in naam der bevolking
van Aalst eene dankbare hulde brengen
aan het Bareel van Weldadigheid, wiens
leden zich voortdurend beijveren om in
rechtvaardigheid en volgens de behoef
ten den openbaren onderstand te ver-
leenen, en aan de bijzondere instellingen
van liefdadigheid die zoo ruimschoots de
officieelo inrichting ter zijde staan.
Luidruchtige toejuichingen.
IIap HiPn moet Paster ge-
IUC uicji daal(i zijn die het zich
niet schaamt tot zelfs te Brussel, open
baarlijk ter straat den eenen of andoren
persoon to beleedigen dio hem in den
weg heeft gestaan of nog staat om zyn
doel van onbegrensden hoogmoed en on-
verzadelijko baatzucht te kunnen be
reiken
't Is waar men bekommert zich weinig
om die beleedigingen hoe snood ook
immers de uitspattingen van miskweekte
straatslijpers on van 't krapuul laat men
met verachting voorbijgaan.
wat hij dringend noodig had Hij had de heele
huur vau Mawr-Castle vooruit moeten be
talen, wageu en paarden verschaft, zijne
medehelpers ten deele betaald en kleeren voor
Bernice gekochtdat alles had zyne beurs
plat gemaakt.
Daarom hield hij zich te Londen niet op,
maar reisde naar Chetwynd-Park.
Men kan zich zijne vreugde voorstellen,
toen hij van zijue zuster vernam, dat de lord
Engeland verlaten had en hij 25,0C0 fr. kon
opstrijken. Na een lang onderhoud met Syl
via begaf hij zich naar den opzichter Sanders,
die hem dadelijk een wissel ten bedrage van
25,000 fr. ter.hand stolde.
Indien gij meer geld noodig hebt, is dit
ter uwer beschikking, n zei de opzichter.
Lord Chetwynd is zeer edelmoedig,» int-
woordde Monk, doch meer geld heb ik niet
noodig ik heb een goed vooruitzicht om for
tuin te maken.
u Werkelijk riep Sanders verrast, dat
dacht ik niet.
Gilbert Monk at by zyne zuster, waarna
hij naar Londen vertrok.
Hier bleef hij eeDigo dagen en kocht er
voor Bernice boekeuplaten en meer andere
zaken. Daarmede keerde hij naar Wales
terug. Flack wachtte hem aan de statie.
De pakken werden op het rijtuig van
Monk gelegd en toeu zeide hij zaohtje
tot Flack
Ik hoop Flack dat op liet slot alles in orde
is Hoe maakt het de jonge dame
Zeer goedmijnheer, zei Flack. Eiken
dag gaat zij tusschen de bouwvallen wandelen
en vraagt voortdurend, wanneer gij terug
komt. Zij weet niet, dat iku ging halen,maar
ik zeg u, zij is ongelukkig zonder u en ver
langt naar u. Ongetwijfeld is zij zeer op u
verliefd, mijnbeer
Monk lachte want hij had Flack in de mee-
niug gelaten dat zij zijne beminde was.
Hij stapte in den wagen ;en zij reden naar
Mawre-Castle. Het was een lastige reis en
bijua middernacht, toen meu op het slot
kwam.
Bernice was reeds lang naar bed, doch
vrouw Crol waakte zij verwachtte Monk. In
de kleine zaal stond een keurig avondeten
gereed hij ging zitten eu liet zich be
dienen.
Hoe vaart de jonge dame vroeg bij,
den wijn slurpend.
Zij is zoo ongedaldig als een gevangen
adelaar, hernam vrouw Crol, zij is
zwak, wandelt echter de kamers rond, be
schouwt de zee en vraagt mij eiken dag of ik
geloof, dat gij heden komen zult. Lezen wil
zij niet, zij denkt altyd aan Max. Heden
noemde ik haar, zooals gewoonlijk, juffrouw,
toen zij mij met zekere fierheid beduidde dat
zij markiezin van Chetwynd was. Ik waar-
i huwde haar dit niet aan de oude Elsby of
.Monsieur le Rédacteur
Waar blijft hij Waar mag hij wel zijn?
Wij zouden gaarne weten of by onzen
raad heeft gevolgd en den ODhandigen
schryver, die een vrije wil aanneemt en
niet weet over de onstoffelyke ziel heeft
aan de deur gezet
De geuzen zijn mannen van 't licht. Zy
moeten ons dus inlichten want tot hiertoe
is er over die kwestie geen gsbeuedyd
woord meer te vinden.
Het gaat met de vrije wil net als met
demogelijkheid van het mirakel. Als wy
uit do woorden van den armtierige de
besluiten afleiden die er in opgesloten
liggen dan is bet molus, stilte I
De mannen «an 't licht worden pot
uilen, zij schuwen het licht zy durven
geen gebaneJyd woordeken meer lossen 1
Het kwam, zegt men, nopens de vrije
wil op eene hevige wrijving tusschen
Monsieur le Rédacteur on dio m in van
vrye wil en onmogelijke mirakels. De
eerste maal den 15 Juli 1900 was het
eene bolwassching, nu echter, schijnt het,
is de arme jongen aan He deur.
Gij zult alle kandidatuur voor do libe
ralen nog onmogelijk maken heeft men
hem toog»suauwd
O Monsier le Rédacteur
Hoe een ding toch komen kan I De jon
gen wilde zijne gaffe van 15 Juli 1900 over
n het mirakel herstellen en meende nu
goed te doen met een vrije wil te herken
nen. E i hij trapte in een strik.
Vrije wil eischt eene oustoffelijke ziel.
Eene onstoff-dijke ziel onstaat slechts
door schepping. Schepping is een mi
rakel I
En de man van 15 Juli 1900 stond paf!
Eu Monsieur le Rédacteur eischt stilte
ia de rangen 1 Mannen van 't licht de
geuzen.
tot middernacht
dienstdoende Apotheker: Zondag 7 Juli
1901, Mr Meganck, Leopoldstraat.
aan Flack te vertellen, daar mevrouw Chet-
ynd dood en begraven was en ik zelf het
bericht in de gazetten gezien heb.
Gij kunt haar morgen zeggen, dat ik aan
gekomen ben, ik wil haar bij het ontbijt
treffen.
Monk ging naar bed.
l)es morgens om negen uren bevond hij zich
i de kleine zaal. Lastig brandde het vuur
en het vertrek zag er behaaglijk uit. De tafel
was gedekt Monk stond voor het vuur en
reef zich de handen. Eensklaps klonk in
het aangrenzende vortrek een zachte kreet,
waarna Bernice met gloeiende wangen bin
nenstormde.
Waar waar is Max stamelde zij,
en haar gelaat werd doodsbleek. Hebt gij
hem niet meegebracht, Gilbert
Monk's gelaat nam eene teedere uitdruk
king aan. Hij naderde haar, vatte hare hand
en leidejiaar naar de sopha.
u Ik kom alleen, Bernice, sprak hij met
gemaakte droefheid.
Alleen Waar is Max Toch niet dood,
Gilbert?
u Neen, hij is niet dood Bernice. Hij heeft
Engeland verlaten en zelfs Sanders weet niet
waarheen hij is. Hij is weg zonder een spoor
achter te laten.
O, goede God Weg en ik leef ik
wacht op hom jammerde Bernice. O
Max Max
Huwelijken in Engeland. 't Zal
bmnen kort zoo gemakkelijk uiet meer
gaan om to trouwen in Engeland.
De Auglikaansche bisschop van Londen
hoeft aan al He clergymen bevel gegeven,
van de vreemdelingen, die wenschen te
trouwen, al do papieren te eiscben, die
zij in hun land zelf noodig hebben om te
kunnen trouwen.
Geef u niet over aan uwe smart,Bernice,»
zei Monk. Gij zijt teer van lichaam, doch
sterk van geest ea gij znlt deze beproeving
overwinnen. Hij is immers niet dood. Lees
hier.
Hij gaf Bernice esne gazet en |wees er eene
plaats in aan.
Zij bevatte het bericht, dat ;de markies van
Chetwynd,wien8 romantisch huwelijk onlangs
gemeld werd en die zijne echtgenoote door
een boosaardige koorts weer zoo spoedig ver
loor, Engeland verlaten en eene verre reis
ondernomen had. Nog stond er bij, hoe de
markies onder zijn zwaar verlies gebukt ging
en in verre landen troost en vrede ging
leken.
Bernice was troosteloos.
Wellicht sterft hij opreis,» zuchtte zy,
en zal hij nooit vernemen, dat ik nog leef.»
Na vijftien maanden zal hij temgkeeren,
Bernice, daar ben ik zeker van, sprak
Monk, eu er zal hem geen leed gebeuren.
Gij zult slechts een jaar gescheiden zijn; kunt
gij dat niet moedig verdragen Hij is weg en
wij kunnen hem niet volgen,Jwij kunne* niets
anders dan wachten.
Dat is juist het ergste, klaagde de
markiezin.
Er is niets aan te doen. Doch nu moe
ten wij aan u denken, Bernice waar wilt gij
al dien tijd blijven
'Wordt voortgezet.)