DE Wet op de werkongevallen. Zondag 1 September 1001 5 centiemen per nummer. oSs,e Jaar 3602 'aar 'ren Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. 'ett< I HET SPOOE 't Wordt tijd M T Liegen! ZONDAGMIS!. gevaar DH1A chemis ïaken A ALS de eer 3at hij ie uit<1 •êr kon bij he; oonen ij hij e en g e prijz< nmakei ie N' I huis DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onde- iagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutstraat. N. 81, en in alle Postkantoren des Lands Cuiqiie auiim. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr 1,00; Vonnisse op 8* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich ie «enden ten Bureele van dit blad Aalst, 31 Augusti 1901. NTUII aals: tapijt ran bed of om ur on. n van ins mho' i den p :n de aa bekroo Artikel 3 van het wetsontwerp luidt als volgt Abt. 3.Gaf het ongeval aanleiding 1) tot tijdelijke en volkome onbekwaam heid tot den arbeid gedurende meer dan twee weken, dan heeft het slachtoffer, te rekenen van den vijftienden dag na het ongeval, recht op eene dagelij kscho ver goeding van 50 t. h. van het gemiddeld dagelijksch loon. 2) Betreft het eene tijdelijke onbe kwaamheid die gedeeltelijk is of wordt, dan moet deze vergoeding gelijk staan met 501. b. van het verschil tussclien het loon van bet slachtoffer vóór het ongeval en het loon dat het slachtoffer kan verdienen alvorens geheel hersteld te zijn. 3) Betreft het eene onbêkiv aamheid die voortdurend is of wordt, dan vervangt eene jaarlijksche vergoediug van 50 t. h., bepaald volgens den graad van de onbe kwaamheid, zooals hooger gezegd, de tijdelijke vergoeding te rekenen van den dag waarop, hetzij door overeenkomst van partijeu, hetzij door een eindvonnis, blijkt dat de onbekwaamheid van voort- durenden aard is. Bij het eindigen van den termijn voor herziening, bepaald in artikel 26, wordt de jaarlijksche vergoe ding vervangen door eene lijfrente. Daaruit volgt1° dat alle onbekwaam beid tot den arbeid van min dan twee weken niet wordt vergoed 2° dat bij eene langdurige onbekwaam heid zelfs de eerste twee weken niet in rekeniDg gebracht worden, dat is niet vergoed 3° dat de toegestane vergoeding den helft bedraagt van het loon. Wij kunnen ons bij die punten be palen. Wat hier bet eerst en het meest tegen de borst stoot is het feit dat alle onbe kwaamheid tot den arbeid vaD min dan veertien dagen niet worJt vergoed. Waarom T Dat beeft gewis zijn reden. In alle stielen, in alle standen vindt men plan trekkers. Welnu die bepaling moet dienen om aan hen den lust te ontnemen een licht ongeval ten nutte te maken om zich het genoegen toe te staan een verlof met solde te nemen. Het schijnt zoo aangenaam niets te doen en tocli voor niet gedanen arbeid geld tc ontvangen. Gij ook, niet waar, lieve lezer, zijt reeds zulke plantrekkers tegengekomen De niet-vergoeding voor de veertien eerste dagen moet bun de lust ontnemen. Maar, van den andereu kant, zijn daar zekere en gewichtige bedenkingen tegen iu te brengen. ben, de ■scheid in re uitmi gen van ANCKt ïdrukw man adres rd, met kens, eldekei gema Het strijdt tegen de rechtveerdigbeid, in geval van eene langdurige en volko meue onbekwaamheid tot den arbeid, door den werkman de onkosten van de veertien eerste dagen te doen dragen. Die dagen zijn de ergste geen loon en daarbij kosten en uitgaven van allen aard, dok tor, apotheker, enz. enz. De gelijkheid is verbroken ten nadeele van den werkman, en dat mag niet ge beuren. De eerlijkheid vereischt dat de vergoeding betaald wo> de van den dag af na het ongeval, indien het eene onbe kwaamheid van zekeren duur meesleept. Het feit dat de vergoeding slechts den helfi bedraagt van het gemiddeld loon zal de plantrekkers wel afschrikken zich bloot te stellon zich een ongeluk op den hals te balen. Daarbij zij weten niet aan welk gevaar zij zich blootstellen. Wat de onbekwaamheid tot den arbeid van min dan 2 weken betrefr mag men niet vergeten dat die ongevallen het tal rijkst voorkomen, dat zij ook aan de familie groote onkosten en uitgaven ver- oorzakpu. Men heeft zelfs vooruitgozet dat ten gevolge hunner talrijkheid de verliezen wclko zij na zich sleepen op het miust het derde deel bedragen der onge vallen welke eene langdurige onbekwaam heid meêbrengen. Laat ons ook niet vergeten dat de werk- uiau alleen instaat voor de ziemen weme hunne oorzaak in zijn ambacht, stiel of bezigheid vinden. Uit dit alles volgt dat de balans ten nadeele van den werkman overklinkt. Dit hebben onze Volksvertegenwoor digers ingezien. Inde middenaf leeliug is het ontwerp van de regeering gewijzigd geworden en heeft men voorgesteld de vergoedingen toe te staan van den dag af na het ongeluk. Dank aan hen zij hebben welgedaan en de onreebtveerdigheid, waarvan den werkman bet slachtoffer ging worden, doen verdwijnen. Wij hadden lang gehoopt het ontwerp in dezen zittijd te zien stemmen. Wij zijn iu deze hoop te leur gesteld» het outwerp zal eerst toekomend jaar een voltrokken feit zijn en van dan af zal men mogen zeggen dat, dank aan de Catholieken, een uugeluk voor de werk- i mansfamiliën nimmer de ellende in be- sten :igheid aan den huiselijken haard j zal deêrzetten. Desocios zijn de schuld dat die schoone j werkmacswet is moeten uitgesteld wor- don. Door ijdele woordpralerijen hebben zij aan de Kamer eenec kostelijken tijd 4 doen verspillen en veel goed werk belet. Hopen wij dat de oogen der werklieden eens zullen opengaan en dat zij het kwaad zullen inzien. Wij voorzien ook hetigen weerstand van wege de liberalen, die nog eens de versletene trom van de vrijheid en niet- tusscbenkomst. zullen doen hooren. Noch tans bun armzalige tegenstand zal stuiten op de krachtdadigheid der Catholieken, die gansch alleen wozenlyk het geluk der 5 werklieden behertigen. Chetwynd-Park. 35* vervolg. Niet eerder, dan dat gij gehoord hebt, wat ik u zeggen ga, Bprok Monk op vasten toon, Chetwynd houdt u voor een spook, zooals gij zegt luister Vlug dan 1 Bedenk, dat hij mij dood waant hij verlangt naar mij n Waarvau weet gij, dat hij naar u ver langt vroeg Monk scherp. Bernice scheen hem nauwelijks te verstaan, zoodat Monk zijne vraag herhaalde. Waarvan ik dat weet Omdat ik naar verlang. O, hoe bemin ik hem Gilbert bevrijd mij van mijnen eed. n Hoor mij aan, Bernice Ik hield u voor de moedigste on edelste vrouw van de wereld, maar gij zijt zelfzuchtig gelijk anderen. Zijt jj niet in Btaot tot zelfopoffering. n Welke zelfopoffering vroeg Bernice ver wonderd. Kunt gij u zelf opofferen voor het geluk van uwen man Gilbert wat bedoelt gij n vroeg Bernice met levendige stem. Welke was uwe laatste handeling eer gij inden schijndood vervielt n zei Monk op strengen toon. Bernice wilde antwoorden, doch kon niet. Gy herinnert u Uwe laatste daad was Chetwynd's en Sylvia's handen in elkaar te leggen. En welke waren uwe laatste woor den Geen antwoord zij begreep waar Monk heen wilde. Uwe laatste woorden waren eene bede aan Chetwynd, Sylvia te trouwen een jaar na uwen dood, verklaarde Gilbert koel is dit niet zoo n Bernice staarde hem stom aan, een felle smart lag in hare oogen. Gij spreekt mij niet tegen. Gij schijnt te begrijpen, dat beiden elkander beminden. Was het huwelijk van Max met u geen onbe zonnen daad van zijnen kant n u O neen neen jammerde Bernice. Hy had mij lief, Gilbert, hij beminde mij teer n Denkt gy dat Luister dan. Chetwynd en Sylvia werden op het sterfbed zijner moe der verloofd en bominden elkaar hartstoch telijk. Doch beiden waren fier ten twist scheidde beu. Chetwynd ging met zijn schip, tot aaudeuken zijner verloofde Sylvia n geheeten, op reis naar het Noorden. Hij kwam te S' Kilda. Gij weet de rest. Uit ergernis over Sylvia's gedrag hnwde hij u. Neen, neen, hij beminde my. u Gelooft gy dat lord Chetwynd, die aan een Een omzendbrief is door den pro cureur-generaal naar al de parketten ge- zooden, luidende als volgt Iu huune propaganda ten voordeele van het algemeen stemrecht, verbergen de organen van de socialistische partij hun inzicht uiet, tot wanorders, g"weld, tot opstand hunne toevlucut te nemen, in het geval zy er niet in gelukkeu, bin nen koit hunne wenschen door wettige en vredelievende middeleu vervuld te zien. Het parket mag niet werkeloos blij ven in tegenwoordigheid van deze aanhit singen tot oproer, die dagelijks meer en meer vorm schijnen aan te uemen. Zijne eerste plicht is, den eerbied voor de wet te verzekeren en bij te dragen tot den open baren vrede. Ik verzoek u dien ten gevolge, de noodige maatregelen te nemen, opdat u onmiddelijk verslag gegeven worde, van al de meetings iu welke redevoeringen ge houden worden, die schijnen inbreuk te maken op het decreet van 20 Juli 1831 of de wet van 25 Meert 1891. Gij zult mij die onmiddelijk doen ken- neu met uw gemotiveerd oordeel over de gevolgen, die zij zouden kunnen hebben. Gij zult insgelijks zorg dragen van mii He ilavhladartilrpla nf "n~ "-''p.-" schriften te doen keunen, in uw arrondis sement uitgegeven, die schijnen het karak ter van eene overtreding te hebben. De Peuple noemt dieu omzendbrief eene uitdaging. Maar wat mogen dan zijne aanhitsingen tot geweld en oproer, zijne premiestelsels van revolvers wel zijn Vooruit buldert dat de mouchardstijd op nieuw zal gaan floreeren. Eu wat zal de groene profeet van Chipka zeggen, hij die wekelijks in 't Land van Aelst en in Den Werkman, de werklie den tot revolutie opstookt Indien wij ons de moeite wilden geven al de ophitsingen tot geweldigen opstand op te zoeken en ze af te kondigen twee kolommen van Den Denderbodc zouden onvoldoende zijn. Wij willen er slechts eenige aanwijzeu daar al de vroegere van den zelfden aard zijn. Op 4 Augusti 1901 schreef de groene profeet Wij durven schrijven en verklaren België, 85 jaar zonder oorlog, met braaf werkzaam volk, is in dusdanige» toestand gekomen door de opeenstape- ling der Fortuinen, dat die groote - eigendom diefstal is en dat een - algemeen volksopstand wettig wordt, noodig en onvermijdelijk als de krachtige volkswetton er met spoedig komen En de volkswetten zullen er niet komen, zonder de volksmacht en 't eer- ste artikel der volksmacht is zuiver algemeen stemrecht. In 't Land van Aelst van 21 Juli 1901 leest men Laat ons manhaftig zijn in den strijd voor de sociale rechtveerdigheid, 't is een werk, dat groote en duurzame weerde geeft aan ons leven... Indien de Bewaarders koppiger blijven als Koning Pbarao in zijn oud Egipten, indien zij doof blijven voor zucht naar Vrede en goede Rede, dan zullen er ander banden springen, ze spreken van bloed dat zou vergoten, van men- schen die zouden doodgeschoten worden wat geeft dat - Och God, wat zijn eenige men- schenlevens tegen de hekatomba van Grijsaards, van Moeders en Kinders, ontelbaar in getal, die dagelijks vallen en sterveD, tan Armoe en Ellende 1 En nu zondag 11., treft men in H Land van Aelst aan de twee volgende ophitsin gen tot opstand of revolutie OpgepastEen oog in 't zeil I Mal kander opgewekt I Weldra wordt het sein gegeven voor de verovering van n Algemeen Stemrecht de laatste ge wichtige stap moet gedaan worden, een parig, krachtig. Het zal gemakkelijker gaan dan men denkt... Over 2 jaar stond Brussel alleen op, en men moest toe geven nu zal de beweging overal zijn, .-«outfcieu gciyrv iu uc ttciou, den Buiten gelijk in de Steden, het is nog geen week kwaad werk, om het Algemeen Stemrecht te veroveren. (lc bladz. 3® kolom, art. Aan 't Vólk). Op bladz. 3, leest men 't Volk vraagt zijn eerlijk stemrecht. De 3 a 4 stemmen, 't is grouwelijk. Ons Heer met zijn Apostelen, die allen werk- lieden waren, zouden als alles méégaat, 10 a 12 stemmeu gehad hebben, 10 - Schroebbers en Phariseérs zou- den gepraald hebben met 40 stemmen. En door de Bedriegerij in de Kiezers- lijsten komt het op 8 a 10 stemmen - tegen 1.... Daartegen kan 'l volk niet - op...'t Is Dwingelandij...Tegen dwin- gelandij is c~> tand, zelfs gewei digen opstand een plicht. Weldra wordt het teekcu gegeven om op te - staan. Elk houde zich gereed. Als dergelijke ophitsingen tot geweldi gen opstand niet onder de toepassing val len van den hier hooger meègedeelden omzendbrief dan begrijpen wij er niets meer van. Eu die aanhitsingen tot opstand dour H Land van Aelst dagteekenen uiet van over eenige maanden maar van over 2 A 3 jaren en zijn gemeenlijk onderteekend met de initialen P. D. (1) Dus zij die meer dan eene stem bezit ten zij n Schroebbers en Phariseérs. tot middernacht dienstdoende Apotheker Zondag 1 Sep tember 1901, M. Meganck, Leopold- gezelschap uit booge kringen gewoon was, zich zoo dadelijk in een arme vondelinge ver liefde Ik spreek wel harde taal, maar heb ik ongelijk n Bernice had het hoold op de borat laten zinken en weende. Zij beminden elkaar als Romeo en Julia, zij hadden voor elkaar het leven gegeven. Eerst toen Chetwynd met u terugkeerde, zag hij in, wat hij gedaan had. Hij beminde Sylvia en was met u getrouwd. Maar hij is een edel men8ch en zou u dat nooit laten blijken. Op zekeron avond zei by tot Sylvia, dat hij haar meer dan ooit beminde en hij wenschte dood te zijn. n Bernice hijgde naar adem. Zij herinnerde zich den avond, toen zij Sylvia bij Chetwynd gezien had. De overtuiging, dat Monk haar de volle waarheid gezegd had, drong bij haar op. Monk bemerkte, welken indruk hy op Ber nice maakte. Door uwen dood werden zij aan elkaar teruggegeven, n ging hij voort, en na uwe begrafenis had Chetwynd een onderhoud met Sylvia, waarin alles vereffend werd. De lord vond het goed, het jaar van rouw in den vreemde door te brengen en hij vertrok, want hy wilde zijne vrouw niet aan praatjes bloot stellen. Heden keerde hij terug en werd hunne verloving hernieuwd, terwijl Chetwynd Sylvia smeekte hun huwelijk zooveel mogelijk te bespoedigen. Nu is hij verheug Het volgende is een laffe leugen. In een concilie of vergaderiug van bisschoppen en kerkvoogden werd er ernstig gesproken en getwist over de vraag of de vrouw j i of neen eene ziel heeft, er werd over gestemd en het scheelde maar eenige stemmen of de vrouw was hare ziel kwijt. - Dender galm 18 Augusti 2® bl. 1® kol. Zooveel woorden, zooveel leugens. Nooit is de wijsgeerige vraag Of de vrouw eene ziel heeft op eene kerke lijk'! vergadering besproken noch min betwist. Dendergalm, voor wie alle middelen goed zijn, heoft dus eene peerdeleugen uitgekraamd. Hij kan zoo eerlijk zijn I Geuzen eerlijk- beid 1 Op het concilie van Macon opperde een bisschop do twijfel of men do uitdrukking homo n op eene vrouw toepassen mocht. Dat is eene rein philologische kwestie. Welk besluit moet ge uit die woorden van Dendergalm trekken Dat voor dit armtierig blad de laffe leugen een goed middel is om zijne tegen strevers te bevechten uai uit üiumciig uiau uouit uei wuuru eerlijk uitspreken mag het toepassende op zijne handelwijze. De geuzen zijn zoo eerlijk I Hij was ook voor de vrijheid als hij den 13 Sept. 1891 zegde Wij ook gelooven dat het beter is paters en priesters aan de gren zen te zetten. Hy zal zyne leugen niet herroepen- Heeft hij de onschuld vau Flamidien oois bekend doch wat eene teleurstelling zou het voor hem zijn, indien gij hem verriedt dat gij leeft n Monk scheen gansch aangegrepen door deze gedachte en Bernice stond daar als eeu beeld. Zij herinnerde zich, hoe zij voor weinige uren Sylvia's hand in die van lord Chetwynd had zien rusten, en een onbegrijpelijke smart over- stelpte haar. Monk beschouwde zijn offer opmerkzaam, en schijnbaar treurig vervolgde hij u O Bernice, 't is eene vreeselijko geschie denis Wat te doen. Het is akelig uit het graf op te staan en te zien, dat men overbodig is Er zijn vrouwen geweest, zei Monk na eoDig stilzwijgen, die zooveel zelfverlooche ning bezaten, dat zij in zulk geval hun be staan geheim hielden. Maar ik ben zijne vrouw. Wij hebben elkaar trouw gezworen, totdat de dood ons scheidt, Gilbert. Zijn tweede huwelijk zou ongeldig wezen zoolang ik leef. Zoo is het niet. De dood verbreekt eiken band en gij zijt schijnbaar dood en begraven. Voor de wet zoudt gij opnieuw met lord Chet wynd moeten verbonden worden, eer gij zijne vrouw waart. Voor de wet zyt gij dood en Chetwynds tweede huwelijk is volkomen wettig. Bernice, die groot gebracht was op een afgelegen eiland, had geen begrip van wetten; zij nam aan, dat Monk gelijk had. - Wat ga ik beginnen Van M. Woeste. M. Neujean, een geus van Luik, gezegd hebbende dat de verplichte Zondagrust in strijd was met een artikel der groudwet, onze uitmuntende Staatsman antwoordt Noch de uitdrukkingen noch de geest der grondwet zijn in de zaak betrok ken en M. Neujean doet haar zeggen wat zij uiet zegt. leder heeft het recht des Zondags te arbeiden, lijk te koopen en te verkoopen maar het voorstel van M. Helleputte heeft maar een doelwit beletten dat men des Zondags doe arbeiden de genen die niet willen werken. En dat gebeurt maar te dikwijls op onze dagen. De patroon oefent eenen zede lijken dwang op zijne werklieden om ze te verplichten te arbeiden. Spitsvoudigbeid zegt de achtbare spreker. Zou bij durven beweren dat er waarlijk tusschen den werkbaas enden arbeider gelijkheid van toestand is De weerdigheid der werklieden eischt Diet te moeten arbeiden lijk de dieren en ten minste een dag per week to kunnen rusten. (Beknopt Verslag 1900 - 1901 bl. 562. Franschen text.) Ehwel M.Daens? Ehwel RoelanJers De Dendergalrners ook hebben de groedwet ingeroepen om de verplichte Zoo lagrust te bestrijden. De groudwet is een armtierige uit vlucht. Na lijk vóór de wet Helleputte, zal mogen arbeiden wie wil maar doen werken, anderen verplichten te werken, halt dat niet meer, dat is gedaan Maar de Zoudagrust is niet volledig I zegt de armtierige nog. Om lat niet allen kunnen rusten des Zondags daarom zou men de voordeelen der wet niet mogen toekennen aan eenigen, aan het grootste deel I Arme Dendergalm Kolen. Na herhaalde boringen in Belgische Limburg, te Asch heefc men eindelijk een vijftal lagen kolen aange- troff n op eene gemiddelde diepte van 600 meters. Het is dus te voorzien dat Asch, dat nu eenvoudig een boerendorp is, weldra eene koolmijn zal hebben en den zetel zal worden van allerlei nijverheden. üfEirinviw Het schijnt dat het stieltje van volks menner bij de socialisten heel winstge vend zijn moet, want onlangs brachten de nieuwsbladen ons de verrassende tijdiDg dat Bebel een schoon buitengoedtje in het schilderachtige zwidserland had aan gekocht. Hij heeft dit gedoopt Behels rusl. Als de man nu vermoeid zijn zal van tegen de capitalisten te donderen, zal hij daar nieuwe krachten gaan patten voor nieuwe veldtochten. Ia België ook zien wij dergelijke dingen gebeuren. Terwijl de arme werkslaven zich in de fabrieken en winkels van Vooruit dood zwoegen, zien wij gezel Anseele op zijn duizend gemakken de zachte zeelust met volle teugen inademen te Oostende, te Blankenberghe, enz. Hij hangt daar den grooten capitalist uiten rust zich uit van zijn groot parlementarisch werk dat hy niet heefc gedaan. Hij is er zijne redevoeringen aan 'c ge reed maken tegen de rijken die op 't zweet van huu werkvolk leven Anseele rust zich uit, hij wandelt dage lijks langs het zeestrand, brengt er aan gename uren door In Vooruit laat hij 1,25 fr. betalen voor het maken eener broek. De opstel lers vau zijn blad mochten zich Diet der wijze schikken een dag verlof of twee te nemen met hun werk op voorhand af te doen, en hij, de groote man, hij handelt maar best lijk de grootste capitalist. Ea die mannen zullen de maatschap pelijke gelijkstelling invoeren Arme werklieden En gij gelooft aan dat akelig comediespel 1 Gy komt uwe aanwezigheid hier verraden en het levensgeluk van den man, dien gij be mint verstoren, of gij kunt naar Marw-Castle terugkeeren, totdat uw verder lot zal beslist worden. Wilt gij uw geluk opofferen voor dat van uwen beminde, of wilt gij tot eiken prijs uwe verloren rechten herwinnen Wilt gij naar Marw-Castle terugkeeren vroeg Monk. Bernice knikte toestemmend en Monk ging •tér in het park, waar hij Flack vond. Hij zond hem een rijtuig halen in het dorp en Dop toen weer het kasteel binnen. Toen hij in de kleine kamer kwam, waarin hij Bernice achtergelaten had, was zij er niet meer. Wat was er gebeurd Was zij ontdekt Zijn woedende blikken zochten de kamers rond ten slotte vond hij een stuk papier op den grond, waarop Bernice het volgende ge schreven had Gilbert Ik heb mijn boop opgegeven. Mijnen eed zal ik houden, doch verlaten kan ik hem uiet. Nog eeu blik in zijn gelaat moet ik werpen, nog eenmaal moet ik zijn Btem hooren daarbij geschiedt niemand onrecht. Zoek mij niet. Misschien keer ik naar Marw- Castle terug doch nu niet. Ik wil ongezien in zijne nabijheid blijven. Dat was alles. Gilbert zocht den heelen nacht, luisterde aan Chetwynds deur maar hy vond haar niet. XXVII. RAGEN'S ONTDEKKING. 's Morgens na de tweede verschijning van den geest der afgestorvene Lady in Chetwynd- Park was de familie om de onbijttafel verza meld. Aan de bleeke aangezichten en roode oogen kon men zien, dat allen een slapeloozen nacht hadden doorgebracht. De markies trad ernstig en bekommerd naar jufvrouw Monk toe en geleidde haar op eene zitplaats. In zijn gedachten was hij den geheelen nacht met Bernice bezig geweest, zoodat hij zijn tweede verloving met jufvrouw Monk heelemaal vergeten was, Dit was geens- het geval met Sylvia. In haar wezen lagen eene zachtheid en liefderijke vertrouwelijk heid, die lord Chetwynd tot de werkelijkheid deden terugkeeren. Na het ontbijt nam juf vrouw Monk den arm van lord Chetwynd en voerde hem naar een ander vertrek. O, Max, zeide zij op zachten toon, hoe gelukkig ben ik. Ik word dan uwe echtgenoote en de meesteresse van Chetwynd-Park. Gy weet niet, hoe ik u bemin. Na eenig stil zwijgen voegde zij er bij het kan u niet vreemd zijn. dat ik verlang naar een haard, die mij regelmatig toekomt. Chetwynd schrok een weinig. Hij wilde zijne verloving liever niet zoo gauw na zijn terugkomst bekend maken, maar te langen laatste stond hij het toe. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1