w Zondag 8 September 1001 5 centiemen per nummer. 59te Jaar 5601 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst HET SPOOR GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Puur en Simpel. Crimineel WAAROM Puur en Simpel. Revolutionnairs en genieters. LANDDAG DE DENDERBODE Uit blad verschijnt den Woensdagen Zaterdag van iedere week, onde iagteekening van den volgenden dag. lie prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont- vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, en in alle Postkantoren des bands Cuique Muum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnisse op ■6' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. öeeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalst, 7 September 1901. 2). De gbondwet Alle Belgen gijn gelijk voor de wet. De tweede beweegrede, waarover de liefhebbers van 't puur en simpel, van alleman gelijk gaarne uitweiden is een artikel onzer grondwet Art. 6 welke luidt als volst - Er is - in den Staat geen onderscheid van - standen. De Belgen zun gelijk yooe, de wet zij alleen zijn beuoembaar - tot burger- en krijgsambten, behoudens de uitzonderingen, die door eene wet voor bijzondere gevallen mogen inge- voerd worden. Dit argument is nauw aan het vorige, Gelijk zijn, verbonden maar de liefheb bers van 't puur en simpel plaatsen zich bier volgaarne op het gebied van ons grondwettelijk recht, zij steunen zicb bij zonder öp het gezag van onze grondwet. Wij verbaasten ons te zeggen dat, om uit art. 6 't puur en simpel af te leiden, de verdedigers van 't Z. A. S. de grond wet deerlijk by bet haar trekken 1 Onze grondwet is gesproten uit de om wenteling van 1830. De Belgen waren het juk der Hollanders moede en schudden bet af. Zij hadden veel van de dwinge landij geleden. In de nieuwe grondwet hebben zij dan ook. by tegenstelling, al de vrijheden neêrgeschn-ven waar zij on der het hollandsch regiem van beroofd waren. Onze grondwet is de tegenstelling der fondamentale wet der Nederlanders, tieke mannen die hen zijn opgevolgd. Waai om hebben zij dien tegenstrijd in onze grondwet niet opgemerkt Waarom Omdat er geeD tegenstrijd bestaat in onze grondwet, omdat uit art. 6 't puur en simpel niet is af te leiden, omdat onze grondwetmakers nooit op Z. A. S. hebben gedacht. De Belgen zijn gelijk voor de wet Wil dit zeggen dat voor alle wetten de Belgen gelijk zijn Wat zouden de partijsangers van Z. AS. wel zeggen, indien op dien text steunende, men eeus de gelijkheid voor de belasting ging vragen. Voor de stembus stelt gij voor eiken man een stem, welnu wat gy vraagt voor de stembus eiscben wij, Rijken, voor de belasting I Voortaan zai men de lasten per kop betalen. Rijken en armen zijn gelijk evenals in zeker e Staten van het oude Griekenland I Wat zou men zoo al op dat argument kunnen antwoorden dat zeker, met reden, de rijke meuscheu alsdan vooruit zouden mogen zetten Reeds vroeger hebben wij die beweeg rede uiteengezet. Zij is dan ook door groote bladen, onder audere door den Bien Public, aangenomen. Dit groot catholiek orgaan vau Gent schreef den 14 Augusti 11. Hoe komt het dat degenen die met de meeste hevigheid de volbo- meue gelijkheid der rechten verdedigen geen woord lossen over volledige gelijk- - beid der lasten die er 't logiek en na- tuur lijk gevolg van is. Wij zijn niet naïef geuoeg om veel logiek en recbtveerdighoidsgevoi 1 bij ooze tegen strevers,'Ie ridders van 't puur en simpel, Die feodale wet erkende bet midden- i t eeuwscb onderscheid der standen: het te verwachten. Immer en aliyi hebben zij orde der nobelen, het orde der steden en j de vraag van Z. A. S. op bet staudpuukt het orde van den buiten, leder van deza van bet recht beschouwd en het eerste orden had zijn bijzondere afgevaardigden en logiek gevolg van hun argument was in de Provincieraden. dus 'l stemrecht voor de vrouwen. Welnu het is die indeeling dat de land- En wat zien wij De geuzen willen er zatelijke Raad heeft veroordeeld met af niet van booren, de groenen evenmin, te kondigen dat voortaan alle onderscheid van standen bad opgehouden en de Belgen gelyk voor de wet waren. Een o-.zer grootste rechtsgeleerden, - M Belijens, leert ons dat de gelijkheid andere met. De mannen uit den B.rmage der Belgen zich bijzonder uit op vier j zyner tegen omdat de vrouw te chnste- wyzen door de afwezigheid van alle on- telijk is want aan de bravade van M. Daens wij zijn niet verveerd van 't stemrecht der vrouw, zal niemand geloof hechten. De socios wankelen de eenen willen, Eu dwaas en buitengewoon gek en uit zinnig zijn de volgende woorden v&aKl. R. door M. L. Ducatillon geschreven. (K. R 25 8-01). Als de deugdzame, oprecht godsdien- stige menschen, zullen ophouden de vrijheid te bevechten, die de bron is van alle natuurlijke grootheid en de kostelijkste gave Gods, en zich met hun tijd verzoenen. Als zij het verschil zullen weten te maken tusscheu misbruiken en welda- den der viijh<-id en demokratie, dan zal men de vrienden dier twee deugden zien ophouden den godsdienst te bevech ten. Grootere stommiteit is, geloof ik, nog niet geschreven en wie bet zuiver beeft in de bovenkamer kan onmogelijk zoo iets denken. Wie zijn dat de vrienden dier twee deugden, vrijheid en demokratie Zyn dat de geuzen en de socios Dus, de deugdzame, oprecht godsdien stige menschen zijn de oorzaak dat de geuzen en de socios deD godsdienst be vechten 1 I 1 I Waarom Omdat zy de vrybeid be vechten, de kostelijkste gave Gods I De vrijheid, een gave Gods, dus is hier spraak van den vrijen wil, le libre arbitre. Welke catholiek bevecht den vrijen wil Niemand... Dus beteekent vrijheid, de moderne vrijheden, zoo als vrijheid van denken, vrijheid van eeredienst enz En is die vrijheid een gave Gods Is die vrijheid de bron van alle natuurlijke grootheid Zoo iets schrijven is crimineel en is open- baarlijk door de H. Kerk veroordeeld. De moderoe vrijheden, een gave Gods I Juist alsof het voor de goede God gelijk ware dat wij ons goed of slecht gedragen, dat we zijn gebod al of niet onderhouden!! Neen, dat is te veel En Mijnheer Ducatillon is christen, zegt bij e<-n christen kan die crimineele taal niet voeren, zij is eene tergende godslastering. voorbeeld volgen, nu de gelegenheid er zicb toe aanbiedt. Wij moeten eerlijk zijn, en wij willen aan Diemand verplichtingen hebben, noch jegens personen, noch je gens vereenigiogen. Dat heet spreken en dat is verstandig handelen. Dat bewijst dat de engelsche werklieden ben niet laten beklappen en ove.halen door socialistische zakkenvul lers ofte winkelpolitiekers... Als't stemrecht eeo natuurlijk recht is, lijk de zonderlinge trio het beweert, waar om vragen zij bet stemrecht niet voor de vrouw Het blad der framassons zegt bet bru taal in zijn nummer van 11 Augusti. Er zou geen betwisting mogelijk zijn over H stemrecht der vrouw, indien er alleen spraak was van strikte rechtveer- Maar de pastoors zitten achter de vrouwen-kiezers Dus strikt genomen, men kan het goede recbt der vrouw niet betwisten, maar haar kiesrecht krijgt ze niet omdat zij voor de Catholieken zou stemmen II! Dat gelykt niet slecht op de vrijheid lievende woorden van Pergameni: «Boet, gevang, verbanning zijn wettelijke mid delen, waarom ze niet tegen de Catholie- kt> 'u 'l werk gesteld Het blad der framassons zegt ook bru taal: Men mag bet goede recht der vrouw met de voeten treden, lijk de socios uit den Borinaee, lijk leeuwke Plankaert het hebben gedaan 1 En dat komt van de redders van recht en rechtveerdigheid. Is dat geen bittere spotternij derscbeid van geslachten, door de aan neembaarheid vau alle burgers tot alle burger- en krijgsambten, door de afwe zigheid van alle voorrecht in zake van be lasting, door de gelijkheid der godsdien stige overtuigingeu eu eerediensten. Dat is de beteekenis van art. 6. Indien uit dit art. 6 't puur eu simpel af te leiden ware, zoudt gij het niet zon- dciline vinden van wege onze grondwet- makers dat zy in een artikel een princiep lijk ™>k de wet. Maar is de vrom neêrscbrijvenen wat verder dit princiep j aaugeeu delg t met de voi ten treden en het tegenoverge- Met welk recht sluiten zy de helft der stelde afkondigen In art. 6 ligt *t prin- ji Belgen buiteu de wet Zeg met welk ciep van 't Z. A. S. en in art. 47 nemen recht I zij eenpariglijk den cijns aan I 1 0f onze ridders van 'l Puur en simPel Neen, Diet waar, zoo kortzichtig zija antwoorden zullen I onze grondwetmakers niet geweest zoo Allons, groene Pie, geene tantewanne- kortzichtig zyn ook niet geweest de poli- kes, kom in eens te voorschyn I Zoudt ge nog zeggen, lieve lezer, dat we met mannen te doen hebben die altijd de woorden recht en rechtveerdigheid in den mond hebben en ze gedurig voor de begeerige oogeu der toeschouwers doen dansen Eu nochtans wie ziet niet in dat hier ook, onmi hiplijk, rechtstreeks uit hunne verkeerde uillegging van art. 6, tiet stem f recbt der vrouwen vloeit? De Belgen zijn Chelwynd-Park. Verstandige werklieden. Uit Engeland komt ons eene tijding toe, die de Belgische mijnwerkers wel eens zou mogen doen nadenken uit hoofde van den afslag van den prijs der kolen, zijn de mijnbesturen in Durham verplicht ge weest de dagloonen der mijnwerkers met 7 1/t t. h. te verminderen. De mijnwerkers, die met hunne bazen altijd de beste be trekkingen hebbeu onderhouden, hebben in dien afslag toegestemd, en de Mijnwer- kersbond heeft aan zijne leden een om zendbrief gestuurd, waarin hij die beslis sing doet kennen en er bijvoegt Drie maal hebben de bazen aan hunne werklieden toegegeven, wanneer wij hun opslag van loon vroegen. Wij zijn zeker dat gij het zult goedkeuren dat wij hun Eene nieuwe voedingsplant. De Amerikaansche konsul te Frankfort vestigt de aandacht op een éénjarige peul- dragende plant die in tropisch Afrika groeit en in gro:t oeveelheden door de negers wordt aangekweekt als voedings middel. Ook in het zuiden van Azië en en Brazilië is zij ingevoerd. De Afrikaan- sche negers noemer haar woandsoer. Franscbe ontleders van voedingsmid delen hebben onlangs de scheikundige samenstelling en voedingwaarde van de vrucht der woandsoer bepaald. De vrueht rijpt, even als de aardnoot, onder den grond. De eetbare kern is eivormig en donkerrood met zwarte strepen. Zij ver schaft een zeer wit meel dat gekookt smaakt als kastanjes. Deze aardvruchten bevatten 58 p. c. zetmeel, 19 p. c. stikstof bestauddeeien, 10 p. c. water, 6 p. c. olie, 4 p. c. cellu lose en 3 p. c. ascb. Een kilogram scbynt voldoende voor de dagelijksche eiscben van het menschelijke organisme. Sommige deskuodigen noemen deze vrucht de eenige, die ia natuurlijken toe stand alle eigenschappen bezit van een volkomen geschikt voedingsmiddel. Wij bobben geschreven Iedere burger heeft hetzelfde belang niet bij het goed bestuur van bet land. Een oproer berst los. De forein pakt zijn klikken en zijn klakken in en rolt met zijn wagen voort naar betere oorden, naar gelukkiger streken. Vele burgers kunnen doen lijk hij. b Er moet staan Véle burgers kunnen niet doen lijk hij. En daarop triompheert luidruchtig ODze povere. Wij zijn daar niet op teruggekomen omdat voor alle lezers buiten de geu zen, wel te verstaan, die alles moedwillig verdraaien het gedacht klaar genoeg was. Er was daar immers eene tegenstel ling. De groote verstanden antwoorden daar op 1° De forein loopt gevaar zijnen wa gen te verliezen 2° De rijken kunnen vluchten. Alzoo bij v. zou M. Lienart naar Parijs kunnen gaan wonen. Op 't eerste antwoorden wij niet, 't is te belachelyk het tweede eischt een woord opheldering. Het is valsch, het is een kolossale onnoozelheid zich voor te stellen dat al de meerstemmigen renteniers zijn men moet zoo weinig bezitteu om twee stem men te hebben. Als de povere dus het woord burgers uitspreekt dan mag meu zeker zijn dat bij van meerstemmigen gewaagt. Vele werk lieden hebben twee en drij stemmen. De rijken kunnen vluchten als er om wenteling komt, roept de povere Maar, manhun goederen blijven hier en de geuzen van 1791 hebben bewezen wat de revolutionnairs er meê doen. Zij worden van welhebbende burgers, arme menschen. Wenscht hij dat, de armtierige Met één woord. Iedereen, volgens Den- dergalm, arm of rijk, jong en oud, ge trouwd of ongehuwd, koopman of hand werker hebben hetzelfde belang bij het bestuur van het land Dat is kolossaal en zulke beweriüg weerlegt haar zei ven I 't En zijn de roode volksvertegenwoor digers alleene niet die alzoo, ter gelegen heid der vacantie rijden en rotsen. In den Vooruit van Gent, hij voorbeeld, kan men nu brieven lezen uit den Tyrol, de verre bergachtige streek van Oosten rijk. Daar verblijft, iu vacantie, de nieu we opsteller van Vooruit, zekere M. Bo- gaert, die nog over eenige maanden officieele onderwijzer was in eene der stadsscholen van Gent. Die heer.bouwt te Gent, tot zijn gebruik, een klein paleisje. Daarenboven heeft hij nog sous n genoeg over om eene verre en kostelijke reis te ondernemen, waarop meer dan een pa troon nooit kan of zal denken. Er zijn duizenden en duizenden zoogezeide ka pitalisten die hun het onderste deel van het gemak niet en geven dal de aan voerders der zoogenoemde arme werklie- denpartij hun aanschaffen. Nogtans, hoe gaarne roepen en tieren de socialisten niet tegen de rijken die, in baastad of ander gekende rustplaats, enkele dagen of weken doorbrengen Hetgeen de socialisten in anderen be- kuibbelen en somtijds op de grofste en gemeenste manier aanranden, doen zy zeiven. Hoe kortziende veel eenvoudige socialisten zijn, toch hopen wij dat hun verstand uog niet genoeg verduisterd i« om dit verschil niet te bemerken. 36* vervolg. Ik wist wel. n zeide Sylvia, dat gij daar juist zoo over dacht als ik. Ik heb dan ook reeds onze verloving aan vrouw Skewer en de oude Ragen meegedeeld. Aan Lady Welby zal ik het heden melden. Indien zij mij vraagt, ij wanneer wij trouwen, wat moet ik haar dan zeggen n Over deze vraag ontstelde Chetwynd. Ik weet het niet, spri s hij, dat laat ik aan u over Sylvia, gij moogt den dag be palen, mij is het om het even. u Dan zullen wij den dag van het huwelijk maar vaststellen op vandaag over twee maan den. Nu zijn wij in Maart, wij huwen dan in Mei, de maand der schoone dagen en der bloemen. Wij zullen hier een eerlyk feest geven en dan nog voor den zomer wegreizen. n u Ka deze woorden met vnur gesproken te hebben, wierp Sylvia zich aan zijn hals en kuste hem. Hij van zijnen kant omhelsde haar eveneens. Zij spraken uog een oogenblik samen en de opzichter verscheen. Toen begaf zich Sylvia, stralend van geluk en blydschap, naar hare kamer. Gilbert Monk was bij het ontbijt stil en neerslachtig. Den geheelen morgend had hij het park doorzocht, maar geen spoor van Bernice gevonden. Flack was nog altjjd in de nabijheid en had bovel gekre gen de kust te doorzoeken, ierwijl Monk het gebouw doorliep. Sylvia bemerkte het veranderde gedrag haars broeders. De gedachte, dat hij een ge heim ontdokt had, weerhield haar van ver dere gissingen. Zij luisterde met aandacht naar elk woord, dattussclien Chetwynd en den opzichter gewisseld werd en vond einde lijk gelegenheid, hare verloving met den lord te melden. De heer Sanders stelde eene vraag, waarop de markies antwoordde Juffrouw Monk zal rajj wel haar raad en bijstand kuunen verleeuen, wat betreft de school en de slaapkamers der jonge meisjes. Niet alleeu daartoe, maar tot alles wat gij verkiest, lieve Max, n zeide juffrouw Monk zacht, x Nu heb ik daar recht toe. Een hoog rood bedekte des lords gelaat, x Sanders, sprak hjj een weinig wrevelig, x ik vergat u te zeggen dat juffrouw Monk er in heeft toegestemd, mijne gemalin te wor den. Het huwelijk zal heden over twee maan den voltrokken worden n De opzichter haastte zich hen gelnk te wenscheu. x Heden over twee maanden dacht Gilbert Monk. Ik heb dus nog twee maanden lan ger te wachten. Wanneer zij eens getrouwd zijn, zoo kan ik mijne plannen ten opzichte van Bernice ten uitvoerbrengen. Dus nog twee maanden Kon ik Bernice maar van hier wegvoeren en haar zoolang in Marw- Castle opsluiten. Na het ontbijt ging Gilbert naar zijne kamer maar dit was slechts schijnbaar, want tot aan het middagmaal doorsnuffelde hij de oude, onbewoonde ver trekken van het gebouw. Maar hoe hij ook zocht, geen spoor van Bernice hij werd dan ook angstig en rusteloos. Bij het eten echter ipgeruimd en geestig. Toen dit afgeloopen was, verborg hij zich in den wintertuin, en wachtte Bornice af. denkende, dat zij in hare liefde en vertwijfeling weer naar binnen slui pen zon, om Chetwynd en Sylvia bij elkaar te zien. Doch zij kwam niet. Hij was de eenige niet, die Bernice afwacht te. Lord Chetwynd's oogen dwaalden voort durend naar de wijd geopende deur van den wintertuin. Zelfs Sylvia verwachtte heimelijk sidderend het schoone spook. n Lord Chetwynd kwam dezen avond met een gevoel van teleurstelling in zijn kamer terug, half overtuigd als hij was, dat hij het offer van inbeelding geweest was. Ontmoedigd zocht hij zijne legerstede en was weldra ingeslapen, toei. .-.t ..«or dn deur van de kleedkamer in he, tr 1. De jonge markiezin z:~ e »ad een spook nit, in haar lanb. Den 30 Juli laatst stelden de socialisten alles overeinde in de Kamer, omdat de catholieken nog eenige dagen wilden zete len, tot de nieuwe militiewet ten bate van hel volk gestemd was. De socialisten wil den niet, omdat zij vacantie moesten heb ben, onmiddellyk. 't Is nu vacantie. De hoofdmannen van de socialisten zitten de eenen aan de zee, waar sommigen, gelijk citoyen Furnemout, geheele reken villa's hebben de anderen zijn in Zwitserland, of elders. Overal leven zy als prinsen, iu de eerste hotels. van den Vlaarasch Catholieken Landsbond te Gent. Zondag namiddag vergaderden een veer tigtal maatschappijen op de Graaf vau Viaanderenplaats en trokken in stoet met ontplooide Leeuwenvlag en muziek aan 't hoofd naar den Burgerkring, waar de Landdag moest plaats hebben. Aan den stoet namen 1500 citholieke Vlamingen van Gent, Kortrijk, Deodermonde, Aude- naarde, S'Nicolaas, Thielt, Eekloo, enz., deel. Op den Landdag, ten 4 ure geopend, erd het woord gevoerd door Z. E. H. Claeys, pastoor vau S' Nicolaas te Gent en lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie MM. A. Jaussens, gewezen volksvertegenwoordiger E. De Visschere, advocaat te Brugge A. Vau Waesberghe, ingenieur te Brussel, en Ed. Coremans, volksvertegenwoordiger te Antwerpen. De sprekers, die geestdriftig toegejuicht wer den, wakkerden de Vlamingen aan on verpoosd te blijven voortstrijden voor de herwinning vau al hunne rechten Zij vroegen dat de Hoogeschool van Gent in Vlaamsche Hoogeschool zou veranderd worden en deden een oproep opdat gansch het Vlaamsche Volk plechtig den 600*wn verjaardag van den slag der Gulden spo ren zou vieren. Maandag vergaderden de leden van den Vlaamsch Catholieken Landsbond in de zalen van den Rooden Hoed - om de punten waarover er op den Lauddag ge handeld werd, breedvoerig te bespreken en voorde verwezenlijking ervan de noo- dige besluiten te nemen. met haar ontblootte armen, mot hare neer hangende, gitzwarte haren en die groote bruine oogen, vol kommeren weemoed, met dat bleeke, heerlijk schoone gelaat, waaruit vreeselijke vertwijfeling sprak. En toch hoe schitterend schoon was zij Dat was niet meer Chetwynds brnid van het eiland, met haar kinderlijke, naïeve, on- j schuldige vrijmoedigheid. Neen in hare j plaats stond daar, een hoog, koninklijk we- waardig met eene kroon gesmukt te worden. En hij wist het niet, ziju hart zeide het hem niet, dat zij iu zijne nabijheid was, ter wijl hij in diepen slaap gedompeld lag het klopte niet sneller, toen zij in de duisternis als een geest aan zijn zijde trad en zich, ver zonken in onuitsprekelijke smart en met grenzelooze liefde over hem heenboog. Hare kussen vielen als sneeuwvlokjes op zijn ha ren hij voelde ze niet. Hij had den vorigen nacht niet geslapen en de natuur vorderde haar recht. Mijn lieveling n fluisterde Bernice.^ De nieuwe liefde zal n nooit zoo gelukkig maken als de vorige. Sylvia kan n niet zoo verstaan zooals ik u begreep. O, het ia hard dood ge waand te worden en te leven te weten dat men niet langer betreurd, nog gemist wordt, he hard zijn eigen plaats te zien innemen weten, dat de liefkooziDgen eener andere 3 zyn, hare stem de zoetate, hare liefde de meest geweDsehte. O, hemel, waar om ben ik niet gestorven n Bernice richtte haar weemoedigen blik in zijn schoon, edel gezicht. Zij kon niet van hem wijkeu, en toch waagde zij het niet hare tegenwoordigheid te verraden. De eed hield haar terug, maar had zij den eed ook niet ge zworen, toch zou zij zich niet bekend gemaakt hebben, want de ongelukkige dacht nu, dat haar gemaal haar vergeten had en een andere beminde. Zij verwijlde zoolang, tot hij eene onguns tige beweging in den slaap maakte dan gleed zij stil en ras weg, vanwaar zij gekomen was. Zij had zich den geheelen dag id de dakka mertjes van het kasteel verborgen en Monk had hare kleederen hooren ruiachen, toen zij voor hem vluchtte, terwijl hij haar zocht Zij had sinds den vorigen dag niets genuttigd en leed (foude en honger. Ter vlucht bereid, bleef zij bij het vuur staan en luisterde, ter- wyl zij zich warmde. Op tafel stond een zil veren schotel met een halve flesch wijn en een weinig gebak, hetwelk een kamerdienaar, die gezieu nad hoe weinig de lord gegeten had, aldaar voor hem had neergezet. Deze kleine dienst den markies bewezen, kwam Bernice te pas. Zy dronk den wijn er at het gebak. Maar hier dorst zij niet verwij len het was tyd om te gaan. Op hare reis van Wales hierheen, had zij een iangen donkeren regenmantel gedragen, welken zij thans in ander vertrek vertrek verborgen hield, want zij dacht, dat het beter •as in een wit gewaad als een geest door het kasteel te zwerven. De mantel was niet warm genoeg om haar tegen de vochtige, kille lucht te beschermen. Doarom sloop zij naar hare kleerkast en trok een schuiflade uit, waarin zij hare sjaals bewaard had. Zij nam er een Indische sjaal uit en huldo zich daarin. Dan sloot zij dc kast en sloop naar de deur. Bui ten heerachte diepe stilte. Nog altoos hield zij Gilbert Monk voor haar besten vriend, zij had hem lief als een zuster maar thans wilde zij hem ontwijken, ipdat hij haar niet kon dwingen naar Marw- Castle terug te keeren. In het voorbijgaan had zij aan zijne deur geluisterd en wist |dat hij sliep. Met een kloppend hart ging zij Sylvia's deur voorbij. Deze ging open en de heldenge stalte van de oude Ragen kwam te voorschyn. Bernice zag het vuile, met eenen rooden tul band omwonden gezicht, een paar uitgestrek te armen en het fonkelen der zwarte oogen. Snel ontvluchte zij de grijnzende gestalte. Het wijf sprong echter als een kat op Ber nice los en greep haar sjaal. Bernice liet deze los en gleed als een schaduw voorbij. De oude volgde haar niet. Zij ijlde met den buitge maakte sjaal in het slaapvertrek van Juf frouw Monk. Sylvia zat in angstige afwach ting in haar bed. Wordt voc

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1