w
Zondag 8 September 1001
5 centiemen per nummer.
59te Jaar 5601
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
HET SPOOR
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Puur en Simpel.
Crimineel
WAAROM
Puur en Simpel.
Revolutionnairs en genieters.
LANDDAG
DE DENDERBODE
Uit blad verschijnt den Woensdagen Zaterdag van iedere week, onde
iagteekening van den volgenden dag. lie prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont-
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des bands
Cuique Muum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnisse op
■6' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
öeeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 7 September 1901.
2). De gbondwet Alle Belgen gijn
gelijk voor de wet.
De tweede beweegrede, waarover de
liefhebbers van 't puur en simpel, van
alleman gelijk gaarne uitweiden is een
artikel onzer grondwet
Art. 6 welke luidt als volst - Er is
- in den Staat geen onderscheid van
- standen. De Belgen zun gelijk yooe,
de wet zij alleen zijn beuoembaar
- tot burger- en krijgsambten, behoudens
de uitzonderingen, die door eene wet
voor bijzondere gevallen mogen inge-
voerd worden.
Dit argument is nauw aan het vorige,
Gelijk zijn, verbonden maar de liefheb
bers van 't puur en simpel plaatsen zich
bier volgaarne op het gebied van ons
grondwettelijk recht, zij steunen zicb bij
zonder öp het gezag van onze grondwet.
Wij verbaasten ons te zeggen dat, om
uit art. 6 't puur en simpel af te leiden,
de verdedigers van 't Z. A. S. de grond
wet deerlijk by bet haar trekken 1
Onze grondwet is gesproten uit de om
wenteling van 1830. De Belgen waren het
juk der Hollanders moede en schudden
bet af. Zij hadden veel van de dwinge
landij geleden. In de nieuwe grondwet
hebben zij dan ook. by tegenstelling, al
de vrijheden neêrgeschn-ven waar zij on
der het hollandsch regiem van beroofd
waren. Onze grondwet is de tegenstelling
der fondamentale wet der Nederlanders,
tieke mannen die hen zijn opgevolgd.
Waai om hebben zij dien tegenstrijd in
onze grondwet niet opgemerkt
Waarom
Omdat er geeD tegenstrijd bestaat in
onze grondwet, omdat uit art. 6 't puur
en simpel niet is af te leiden, omdat onze
grondwetmakers nooit op Z. A. S. hebben
gedacht.
De Belgen zijn gelijk voor de wet
Wil dit zeggen dat voor alle wetten de
Belgen gelijk zijn
Wat zouden de partijsangers van Z. AS.
wel zeggen, indien op dien text steunende,
men eeus de gelijkheid voor de belasting
ging vragen. Voor de stembus stelt gij
voor eiken man een stem, welnu wat gy
vraagt voor de stembus eiscben wij,
Rijken, voor de belasting I Voortaan zai
men de lasten per kop betalen.
Rijken en armen zijn gelijk evenals in
zeker e Staten van het oude Griekenland I
Wat zou men zoo al op dat argument
kunnen antwoorden dat zeker, met reden,
de rijke meuscheu alsdan vooruit zouden
mogen zetten
Reeds vroeger hebben wij die beweeg
rede uiteengezet. Zij is dan ook door
groote bladen, onder audere door den
Bien Public, aangenomen. Dit groot
catholiek orgaan vau Gent schreef den 14
Augusti 11. Hoe komt het dat degenen
die met de meeste hevigheid de volbo-
meue gelijkheid der rechten verdedigen
geen woord lossen over volledige gelijk-
- beid der lasten die er 't logiek en na-
tuur lijk gevolg van is.
Wij zijn niet naïef geuoeg om veel logiek
en recbtveerdighoidsgevoi 1 bij ooze tegen
strevers,'Ie ridders van 't puur en simpel,
Die feodale wet erkende bet midden- i t
eeuwscb onderscheid der standen: het te verwachten. Immer en aliyi hebben zij
orde der nobelen, het orde der steden en j de vraag van Z. A. S. op bet staudpuukt
het orde van den buiten, leder van deza van bet recht beschouwd en het eerste
orden had zijn bijzondere afgevaardigden en logiek gevolg van hun argument was
in de Provincieraden. dus 'l stemrecht voor de vrouwen.
Welnu het is die indeeling dat de land- En wat zien wij De geuzen willen er
zatelijke Raad heeft veroordeeld met af niet van booren, de groenen evenmin,
te kondigen dat voortaan alle onderscheid
van standen bad opgehouden en de Belgen
gelyk voor de wet waren.
Een o-.zer grootste rechtsgeleerden, -
M Belijens, leert ons dat de gelijkheid andere met. De mannen uit den B.rmage
der Belgen zich bijzonder uit op vier j zyner tegen omdat de vrouw te chnste-
wyzen door de afwezigheid van alle on- telijk is
want aan de bravade van M. Daens
wij zijn niet verveerd van 't stemrecht
der vrouw, zal niemand geloof hechten.
De socios wankelen de eenen willen,
Eu dwaas en buitengewoon gek en uit
zinnig zijn de volgende woorden v&aKl. R.
door M. L. Ducatillon geschreven. (K. R
25 8-01).
Als de deugdzame, oprecht godsdien-
stige menschen, zullen ophouden de
vrijheid te bevechten, die de bron is
van alle natuurlijke grootheid en de
kostelijkste gave Gods, en zich
met hun tijd verzoenen.
Als zij het verschil zullen weten te
maken tusscheu misbruiken en welda-
den der viijh<-id en demokratie, dan zal
men de vrienden dier twee deugden
zien ophouden den godsdienst te bevech
ten.
Grootere stommiteit is, geloof ik, nog
niet geschreven en wie bet zuiver beeft in
de bovenkamer kan onmogelijk zoo iets
denken.
Wie zijn dat de vrienden dier twee
deugden, vrijheid en demokratie Zyn dat
de geuzen en de socios
Dus, de deugdzame, oprecht godsdien
stige menschen zijn de oorzaak dat de
geuzen en de socios deD godsdienst be
vechten 1 I 1 I
Waarom Omdat zy de vrybeid be
vechten, de kostelijkste gave Gods I
De vrijheid, een gave Gods, dus is hier
spraak van den vrijen wil, le libre arbitre.
Welke catholiek bevecht den vrijen wil
Niemand...
Dus beteekent vrijheid, de moderne
vrijheden, zoo als vrijheid van denken,
vrijheid van eeredienst enz En is die
vrijheid een gave Gods Is die vrijheid
de bron van alle natuurlijke grootheid
Zoo iets schrijven is crimineel en is open-
baarlijk door de H. Kerk veroordeeld.
De moderoe vrijheden, een gave Gods I
Juist alsof het voor de goede God gelijk
ware dat wij ons goed of slecht gedragen,
dat we zijn gebod al of niet onderhouden!!
Neen, dat is te veel
En Mijnheer Ducatillon is christen,
zegt bij e<-n christen kan die crimineele
taal niet voeren, zij is eene tergende
godslastering.
voorbeeld volgen, nu de gelegenheid er
zicb toe aanbiedt. Wij moeten eerlijk zijn,
en wij willen aan Diemand verplichtingen
hebben, noch jegens personen, noch je
gens vereenigiogen.
Dat heet spreken en dat is verstandig
handelen. Dat bewijst dat de engelsche
werklieden ben niet laten beklappen en
ove.halen door socialistische zakkenvul
lers ofte winkelpolitiekers...
Als't stemrecht eeo natuurlijk recht is,
lijk de zonderlinge trio het beweert, waar
om vragen zij bet stemrecht niet voor de
vrouw
Het blad der framassons zegt bet bru
taal in zijn nummer van 11 Augusti.
Er zou geen betwisting mogelijk zijn
over H stemrecht der vrouw, indien er
alleen spraak was van strikte rechtveer-
Maar de pastoors zitten achter de
vrouwen-kiezers
Dus strikt genomen, men kan het goede
recbt der vrouw niet betwisten, maar
haar kiesrecht krijgt ze niet omdat zij
voor de Catholieken zou stemmen II!
Dat gelykt niet slecht op de vrijheid
lievende woorden van Pergameni: «Boet,
gevang, verbanning zijn wettelijke mid
delen, waarom ze niet tegen de Catholie-
kt> 'u 'l werk gesteld
Het blad der framassons zegt ook bru
taal: Men mag bet goede recht der vrouw
met de voeten treden, lijk de socios uit
den Borinaee, lijk leeuwke Plankaert het
hebben gedaan 1
En dat komt van de redders van recht
en rechtveerdigheid.
Is dat geen bittere spotternij
derscbeid van geslachten, door de aan
neembaarheid vau alle burgers tot alle
burger- en krijgsambten, door de afwe
zigheid van alle voorrecht in zake van be
lasting, door de gelijkheid der godsdien
stige overtuigingeu eu eerediensten.
Dat is de beteekenis van art. 6.
Indien uit dit art. 6 't puur eu simpel
af te leiden ware, zoudt gij het niet zon-
dciline vinden van wege onze grondwet-
makers dat zy in een artikel een princiep lijk ™>k de wet. Maar is de vrom
neêrscbrijvenen wat verder dit princiep j aaugeeu delg t
met de voi ten treden en het tegenoverge- Met welk recht sluiten zy de helft der
stelde afkondigen In art. 6 ligt *t prin- ji Belgen buiteu de wet Zeg met welk
ciep van 't Z. A. S. en in art. 47 nemen recht I
zij eenpariglijk den cijns aan I 1 0f onze ridders van 'l Puur en simPel
Neen, Diet waar, zoo kortzichtig zija antwoorden zullen I
onze grondwetmakers niet geweest zoo Allons, groene Pie, geene tantewanne-
kortzichtig zyn ook niet geweest de poli- kes, kom in eens te voorschyn I
Zoudt ge nog zeggen, lieve lezer, dat
we met mannen te doen hebben die altijd
de woorden recht en rechtveerdigheid in
den mond hebben en ze gedurig voor de
begeerige oogeu der toeschouwers doen
dansen
Eu nochtans wie ziet niet in dat hier
ook, onmi hiplijk, rechtstreeks uit hunne
verkeerde uillegging van art. 6, tiet stem
f recbt der vrouwen vloeit? De Belgen zijn
Chelwynd-Park.
Verstandige werklieden. Uit
Engeland komt ons eene tijding toe, die
de Belgische mijnwerkers wel eens zou
mogen doen nadenken uit hoofde van den
afslag van den prijs der kolen, zijn de
mijnbesturen in Durham verplicht ge
weest de dagloonen der mijnwerkers met
7 1/t t. h. te verminderen. De mijnwerkers,
die met hunne bazen altijd de beste be
trekkingen hebbeu onderhouden, hebben
in dien afslag toegestemd, en de Mijnwer-
kersbond heeft aan zijne leden een om
zendbrief gestuurd, waarin hij die beslis
sing doet kennen en er bijvoegt
Drie maal hebben de bazen aan hunne
werklieden toegegeven, wanneer wij hun
opslag van loon vroegen. Wij zijn zeker
dat gij het zult goedkeuren dat wij hun
Eene nieuwe voedingsplant.
De Amerikaansche konsul te Frankfort
vestigt de aandacht op een éénjarige peul-
dragende plant die in tropisch Afrika
groeit en in gro:t oeveelheden door de
negers wordt aangekweekt als voedings
middel. Ook in het zuiden van Azië en
en Brazilië is zij ingevoerd. De Afrikaan-
sche negers noemer haar woandsoer.
Franscbe ontleders van voedingsmid
delen hebben onlangs de scheikundige
samenstelling en voedingwaarde van de
vrucht der woandsoer bepaald. De vrueht
rijpt, even als de aardnoot, onder den
grond. De eetbare kern is eivormig en
donkerrood met zwarte strepen. Zij ver
schaft een zeer wit meel dat gekookt
smaakt als kastanjes.
Deze aardvruchten bevatten 58 p. c.
zetmeel, 19 p. c. stikstof bestauddeeien,
10 p. c. water, 6 p. c. olie, 4 p. c. cellu
lose en 3 p. c. ascb. Een kilogram scbynt
voldoende voor de dagelijksche eiscben
van het menschelijke organisme.
Sommige deskuodigen noemen deze
vrucht de eenige, die ia natuurlijken toe
stand alle eigenschappen bezit van een
volkomen geschikt voedingsmiddel.
Wij bobben geschreven Iedere
burger heeft hetzelfde belang niet bij het
goed bestuur van bet land. Een oproer
berst los. De forein pakt zijn klikken en
zijn klakken in en rolt met zijn wagen
voort naar betere oorden, naar gelukkiger
streken. Vele burgers kunnen doen lijk
hij. b
Er moet staan Véle burgers kunnen
niet doen lijk hij.
En daarop triompheert luidruchtig
ODze povere.
Wij zijn daar niet op teruggekomen
omdat voor alle lezers buiten de geu
zen, wel te verstaan, die alles moedwillig
verdraaien het gedacht klaar genoeg
was. Er was daar immers eene tegenstel
ling.
De groote verstanden antwoorden daar
op
1° De forein loopt gevaar zijnen wa
gen te verliezen
2° De rijken kunnen vluchten. Alzoo
bij v. zou M. Lienart naar Parijs kunnen
gaan wonen.
Op 't eerste antwoorden wij niet, 't is te
belachelyk het tweede eischt een woord
opheldering.
Het is valsch, het is een kolossale
onnoozelheid zich voor te stellen dat al
de meerstemmigen renteniers zijn men
moet zoo weinig bezitteu om twee stem
men te hebben.
Als de povere dus het woord burgers
uitspreekt dan mag meu zeker zijn dat bij
van meerstemmigen gewaagt. Vele werk
lieden hebben twee en drij stemmen.
De rijken kunnen vluchten als er om
wenteling komt, roept de povere
Maar, manhun goederen blijven hier
en de geuzen van 1791 hebben bewezen
wat de revolutionnairs er meê doen. Zij
worden van welhebbende burgers, arme
menschen.
Wenscht hij dat, de armtierige
Met één woord. Iedereen, volgens Den-
dergalm, arm of rijk, jong en oud, ge
trouwd of ongehuwd, koopman of hand
werker hebben hetzelfde belang bij het
bestuur van het land
Dat is kolossaal en zulke beweriüg
weerlegt haar zei ven I
't En zijn de roode volksvertegenwoor
digers alleene niet die alzoo, ter gelegen
heid der vacantie rijden en rotsen.
In den Vooruit van Gent, hij voorbeeld,
kan men nu brieven lezen uit den Tyrol,
de verre bergachtige streek van Oosten
rijk. Daar verblijft, iu vacantie, de nieu
we opsteller van Vooruit, zekere M. Bo-
gaert, die nog over eenige maanden
officieele onderwijzer was in eene der
stadsscholen van Gent. Die heer.bouwt te
Gent, tot zijn gebruik, een klein paleisje.
Daarenboven heeft hij nog sous n genoeg
over om eene verre en kostelijke reis te
ondernemen, waarop meer dan een pa
troon nooit kan of zal denken. Er zijn
duizenden en duizenden zoogezeide ka
pitalisten die hun het onderste deel
van het gemak niet en geven dal de aan
voerders der zoogenoemde arme werklie-
denpartij hun aanschaffen.
Nogtans, hoe gaarne roepen en tieren
de socialisten niet tegen de rijken die,
in baastad of ander gekende rustplaats,
enkele dagen of weken doorbrengen
Hetgeen de socialisten in anderen be-
kuibbelen en somtijds op de grofste en
gemeenste manier aanranden, doen zy
zeiven. Hoe kortziende veel eenvoudige
socialisten zijn, toch hopen wij dat hun
verstand uog niet genoeg verduisterd i«
om dit verschil niet te bemerken.
36* vervolg.
Ik wist wel. n zeide Sylvia, dat gij daar
juist zoo over dacht als ik. Ik heb dan ook
reeds onze verloving aan vrouw Skewer en de
oude Ragen meegedeeld. Aan Lady Welby
zal ik het heden melden. Indien zij mij vraagt, ij
wanneer wij trouwen, wat moet ik haar dan
zeggen n
Over deze vraag ontstelde Chetwynd.
Ik weet het niet, spri s hij, dat laat
ik aan u over Sylvia, gij moogt den dag be
palen, mij is het om het even.
u Dan zullen wij den dag van het huwelijk
maar vaststellen op vandaag over twee maan
den. Nu zijn wij in Maart, wij huwen dan in
Mei, de maand der schoone dagen en der
bloemen. Wij zullen hier een eerlyk feest
geven en dan nog voor den zomer wegreizen. n
u Ka deze woorden met vnur gesproken te
hebben, wierp Sylvia zich aan zijn hals en
kuste hem. Hij van zijnen kant omhelsde
haar eveneens. Zij spraken uog een oogenblik
samen en de opzichter verscheen. Toen begaf
zich Sylvia, stralend van geluk en blydschap,
naar hare kamer. Gilbert Monk was bij het
ontbijt stil en neerslachtig. Den geheelen
morgend had hij het park doorzocht, maar
geen spoor van Bernice gevonden. Flack was
nog altjjd in de nabijheid en had bovel gekre
gen de kust te doorzoeken, ierwijl Monk het
gebouw doorliep.
Sylvia bemerkte het veranderde gedrag
haars broeders. De gedachte, dat hij een ge
heim ontdokt had, weerhield haar van ver
dere gissingen. Zij luisterde met aandacht
naar elk woord, dattussclien Chetwynd en
den opzichter gewisseld werd en vond einde
lijk gelegenheid, hare verloving met den lord
te melden. De heer Sanders stelde eene vraag,
waarop de markies antwoordde
Juffrouw Monk zal rajj wel haar raad en
bijstand kuunen verleeuen, wat betreft de
school en de slaapkamers der jonge meisjes.
Niet alleeu daartoe, maar tot alles wat
gij verkiest, lieve Max, n zeide juffrouw Monk
zacht, x Nu heb ik daar recht toe.
Een hoog rood bedekte des lords gelaat,
x Sanders, sprak hjj een weinig wrevelig,
x ik vergat u te zeggen dat juffrouw Monk er
in heeft toegestemd, mijne gemalin te wor
den. Het huwelijk zal heden over twee maan
den voltrokken worden n
De opzichter haastte zich hen gelnk te
wenscheu.
x Heden over twee maanden dacht Gilbert
Monk. Ik heb dus nog twee maanden lan
ger te wachten. Wanneer zij eens getrouwd
zijn, zoo kan ik mijne plannen ten opzichte
van Bernice ten uitvoerbrengen. Dus nog
twee maanden Kon ik Bernice maar van
hier wegvoeren en haar zoolang in Marw-
Castle opsluiten. Na het ontbijt ging Gilbert
naar zijne kamer maar dit was slechts
schijnbaar, want tot aan het middagmaal
doorsnuffelde hij de oude, onbewoonde ver
trekken van het gebouw. Maar hoe hij ook
zocht, geen spoor van Bernice hij werd dan
ook angstig en rusteloos. Bij het eten echter
ipgeruimd en geestig. Toen dit afgeloopen
was, verborg hij zich in den wintertuin, en
wachtte Bornice af. denkende, dat zij in hare
liefde en vertwijfeling weer naar binnen slui
pen zon, om Chetwynd en Sylvia bij elkaar te
zien. Doch zij kwam niet.
Hij was de eenige niet, die Bernice afwacht
te. Lord Chetwynd's oogen dwaalden voort
durend naar de wijd geopende deur van den
wintertuin. Zelfs Sylvia verwachtte heimelijk
sidderend het schoone spook. n
Lord Chetwynd kwam dezen avond met
een gevoel van teleurstelling in zijn kamer
terug, half overtuigd als hij was, dat hij het
offer van inbeelding geweest was.
Ontmoedigd zocht hij zijne legerstede en
was weldra ingeslapen, toei. .-.t ..«or dn
deur van de kleedkamer in he, tr 1.
De jonge markiezin z:~ e »ad
een spook nit, in haar lanb.
Den 30 Juli laatst stelden de socialisten
alles overeinde in de Kamer, omdat de
catholieken nog eenige dagen wilden zete
len, tot de nieuwe militiewet ten bate van
hel volk gestemd was. De socialisten wil
den niet, omdat zij vacantie moesten heb
ben, onmiddellyk.
't Is nu vacantie. De hoofdmannen van
de socialisten zitten de eenen aan de zee,
waar sommigen, gelijk citoyen Furnemout,
geheele reken villa's hebben de anderen
zijn in Zwitserland, of elders. Overal
leven zy als prinsen, iu de eerste hotels.
van den
Vlaarasch Catholieken Landsbond te Gent.
Zondag namiddag vergaderden een veer
tigtal maatschappijen op de Graaf vau
Viaanderenplaats en trokken in stoet met
ontplooide Leeuwenvlag en muziek aan
't hoofd naar den Burgerkring, waar de
Landdag moest plaats hebben. Aan den
stoet namen 1500 citholieke Vlamingen
van Gent, Kortrijk, Deodermonde, Aude-
naarde, S'Nicolaas, Thielt, Eekloo, enz.,
deel.
Op den Landdag, ten 4 ure geopend,
erd het woord gevoerd door Z. E. H.
Claeys, pastoor vau S' Nicolaas te Gent
en lid van de Koninklijke Vlaamsche
Academie MM. A. Jaussens, gewezen
volksvertegenwoordiger E. De Visschere,
advocaat te Brugge A. Vau Waesberghe,
ingenieur te Brussel, en Ed. Coremans,
volksvertegenwoordiger te Antwerpen. De
sprekers, die geestdriftig toegejuicht wer
den, wakkerden de Vlamingen aan on
verpoosd te blijven voortstrijden voor de
herwinning vau al hunne rechten Zij
vroegen dat de Hoogeschool van Gent in
Vlaamsche Hoogeschool zou veranderd
worden en deden een oproep opdat gansch
het Vlaamsche Volk plechtig den 600*wn
verjaardag van den slag der Gulden spo
ren zou vieren.
Maandag vergaderden de leden van den
Vlaamsch Catholieken Landsbond in de
zalen van den Rooden Hoed - om de
punten waarover er op den Lauddag ge
handeld werd, breedvoerig te bespreken
en voorde verwezenlijking ervan de noo-
dige besluiten te nemen.
met haar ontblootte armen, mot hare neer
hangende, gitzwarte haren en die groote
bruine oogen, vol kommeren weemoed, met
dat bleeke, heerlijk schoone gelaat, waaruit
vreeselijke vertwijfeling sprak. En toch hoe
schitterend schoon was zij
Dat was niet meer Chetwynds brnid van
het eiland, met haar kinderlijke, naïeve, on- j
schuldige vrijmoedigheid. Neen in hare j
plaats stond daar, een hoog, koninklijk we-
waardig met eene kroon gesmukt te
worden.
En hij wist het niet, ziju hart zeide het
hem niet, dat zij iu zijne nabijheid was, ter
wijl hij in diepen slaap gedompeld lag het
klopte niet sneller, toen zij in de duisternis
als een geest aan zijn zijde trad en zich, ver
zonken in onuitsprekelijke smart en met
grenzelooze liefde over hem heenboog. Hare
kussen vielen als sneeuwvlokjes op zijn ha
ren hij voelde ze niet. Hij had den vorigen
nacht niet geslapen en de natuur vorderde
haar recht.
Mijn lieveling n fluisterde Bernice.^ De
nieuwe liefde zal n nooit zoo gelukkig maken
als de vorige. Sylvia kan n niet zoo verstaan
zooals ik u begreep. O, het ia hard dood ge
waand te worden en te leven te weten dat
men niet langer betreurd, nog gemist wordt,
he hard zijn eigen plaats te zien innemen
weten, dat de liefkooziDgen eener andere
3 zyn, hare stem de zoetate, hare
liefde de meest geweDsehte. O, hemel, waar
om ben ik niet gestorven n
Bernice richtte haar weemoedigen blik in
zijn schoon, edel gezicht. Zij kon niet van
hem wijkeu, en toch waagde zij het niet hare
tegenwoordigheid te verraden. De eed hield
haar terug, maar had zij den eed ook niet ge
zworen, toch zou zij zich niet bekend gemaakt
hebben, want de ongelukkige dacht nu, dat
haar gemaal haar vergeten had en een andere
beminde.
Zij verwijlde zoolang, tot hij eene onguns
tige beweging in den slaap maakte dan gleed
zij stil en ras weg, vanwaar zij gekomen was.
Zij had zich den geheelen dag id de dakka
mertjes van het kasteel verborgen en Monk
had hare kleederen hooren ruiachen, toen zij
voor hem vluchtte, terwijl hij haar zocht Zij
had sinds den vorigen dag niets genuttigd en
leed (foude en honger. Ter vlucht bereid,
bleef zij bij het vuur staan en luisterde, ter-
wyl zij zich warmde. Op tafel stond een zil
veren schotel met een halve flesch wijn en
een weinig gebak, hetwelk een kamerdienaar,
die gezieu nad hoe weinig de lord gegeten
had, aldaar voor hem had neergezet.
Deze kleine dienst den markies bewezen,
kwam Bernice te pas. Zy dronk den wijn er
at het gebak. Maar hier dorst zij niet verwij
len het was tyd om te gaan.
Op hare reis van Wales hierheen, had zij
een iangen donkeren regenmantel gedragen,
welken zij thans in ander vertrek vertrek
verborgen hield, want zij dacht, dat het beter
•as in een wit gewaad als een geest door het
kasteel te zwerven. De mantel was niet warm
genoeg om haar tegen de vochtige, kille lucht
te beschermen. Doarom sloop zij naar hare
kleerkast en trok een schuiflade uit, waarin
zij hare sjaals bewaard had. Zij nam er een
Indische sjaal uit en huldo zich daarin. Dan
sloot zij dc kast en sloop naar de deur. Bui
ten heerachte diepe stilte.
Nog altoos hield zij Gilbert Monk voor
haar besten vriend, zij had hem lief als een
zuster maar thans wilde zij hem ontwijken,
ipdat hij haar niet kon dwingen naar Marw-
Castle terug te keeren. In het voorbijgaan
had zij aan zijne deur geluisterd en wist |dat
hij sliep.
Met een kloppend hart ging zij Sylvia's
deur voorbij. Deze ging open en de heldenge
stalte van de oude Ragen kwam te voorschyn.
Bernice zag het vuile, met eenen rooden tul
band omwonden gezicht, een paar uitgestrek
te armen en het fonkelen der zwarte oogen.
Snel ontvluchte zij de grijnzende gestalte.
Het wijf sprong echter als een kat op Ber
nice los en greep haar sjaal. Bernice liet deze
los en gleed als een schaduw voorbij. De oude
volgde haar niet. Zij ijlde met den buitge
maakte sjaal in het slaapvertrek van Juf
frouw Monk. Sylvia zat in angstige afwach
ting in haar bed. Wordt voc