t Donderdag 26 September 1001 5 centiemen per nummer 55se Jaar 5609 'ijgskunst socialisten. Si NOORDENAJ Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Onzijdig Onderwijs. LANDBOUW. ERBODE. t blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onae eekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes iden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving gt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post. ont- en zijn ten laste van den schuldenaar. n schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, alle Postkantoren des Lands Cuique Huiim. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Heklamen fr. 1,00; Vonnisse ep 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij aecoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen de» dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureeie van dit blad Aalst, 25 September 1901. it zijn de socialisten dan toch zoete ekens I Ziet eens zij willen wel de en door verrotte samenleving heele- veranderen maar denkt toch niet, ij u zullen zeer doen, neen I Gods- O, die is vrij, dat is eeoe persoon- :ewetenszaak. Eigendom? De groote :len,ja, die zullen zij onteigenen en ïen zelven houden, maar de kleine steden, neen, daaraan raken zij niet llen het laatste druppeltje bloed uit lert laten persen, om den kleinen lom te bevoordeeligen. Zoete lieve ekens I yru.it van 20 December 1893 schreef: )atholieke werkgezellen 1 Wat It u van ons De godsdienst, die icialisme wil vernietigen Zoo zeg- we chefs, maar hebt gij hetzelve on- cht Neen, want dan zoudt gij be- n hebben 1° Dat ons programma dsdiensten als eene persoonlijke ge szaak beschouwt, noch meer noch 2° Dat nooit een werkman in de istiscke partij in zijne godsdienstige teelden verontrust werd en nooit d hem daar rekening over vroeg, t de triomf vau bet socialism geen itiging van wijgeerige denkbeelden loei beeft en niemand daarin kan :n. oon niet waar :elfde Vooruit had 14 dagen te vo- schreven, in een verslag door gezel ïman te Gent gegeven a Het was, a woord gezegd, eene wel bestu- voordracht, waar de minst ont- de kon uit opmaken, dat godsdienst ialism recht over elkander staan, voor ons, socialisten, toch Diet aan nen, dat wij zoo maar onbezonnen godsdienstmannen zouden mede- i, zonder dat wij die onzinnigste fei lden bespreken en bestrijden zoo- Is 't in onze macht is. klokje klink anders arom zij Diet zeggen, wat zij raee- Ocb, bet wachtwoord is hun in alle gegeveu. Hoort liever verstaau boel goed, zest Het recht (16 December 1893) uat bet [woord De eodsdienst is eene pri- :aak of Wij willen den godsdienst rernietigen, een goed lokmiddel is geloovigen tot ons te trekken DK ZOOM naar het Engelsch. 39,,l! vervolg. XXIII. log een paar mijlen te zijn doorgegaan, Jos dorst te krijgen en zocht naar eene toen hij op eenigen afstand iets op den g liggen. Naderkomeud, bemerkte hij een man was, welke scheen te slapeu. rder stond een scharesliepwagen, eenige schappen van eenen ketellapper lagen loid bij een hall uitgegaan vuur, waar- omgeworpen keteltje lag. Het ge ld een verdacht voorkomen, en daarom los niet stil door, maar liep naar de waar de man lag, en ontwaarde spoedig n gezicht en zijne kleederen bebloed Jos knielde naast hem en bevond dat iten keunis lag. maar zwaar ademde, lakte den halsdoek Iob welke sterk om ls van den mau geknoopt was, en on- iijk opende deze de oogen en scheen it. Na eenige oogenbiikken stamelde hij ter en Job, het ledige keteltje ne- maar wat zullen wij er bij winnen Zij moeten overtuigd zijndat wij zoowel de omverwerping van het altaar in het oog hebben als de omverwerping van den troon en het kapitalism. Douuerwetter I wat zegt ge daar, roept de Duitsche Voorwaerts (September '93) houdt u wat stii Men moet zich wacb- jj teD, het materialismus en het ongeloof voor het volk van den buiten te belijden bet ware eeue onhandige laktiek. Inte gendeel mag men de geestelijkheid aan vallenen er toe komen van te bewijzen, dat godsdienst en geestelijkheid hetzelfde niet is, taktiek, die in Hoog-Beieren de beste uitslagen gegeven heeft. Dwaashoofd schreeuwde reeds de Brusselaar, Jan Volders. Indien wij op den buiten den pastoor gingen bevechten, zouden wij op voorhand zeker ziju te mis lukken. Dus Wat nu Luister naar Mortel mans, wat bij op 't Congres te Brussel den 26 December 1893 zegde De godsdien stige gedachten moeten niet openbaar bestreden worden. Vooral in de kleine steden en op den buiten moet men zich wachten van eenen ruwen strijd tegen den godsdienst te voeren. Wat beteekeut dat alles Dat de socia listen alle middelen willen gebruiken om den godsdienst te bevechten, doch zij schrikken den buiten. En daarom is het, dat buiten den kiesstrijd bespottiug, las ter, geweld wordt gebruikt, om dieu hin derpaal uit den weg te ruimen, waarvan Vander Velde den 20,l,n September 1894 zegde u Hetgeen toij aanzien als het grootste beletsel tegen de verwezenlijking onzer plannen is de Godsdienst. En wanneer dagelijks gedurende de rustige tijden, de beiaard der socialisten eenen stormloop tegen de godsdienstige gedachten geklonken heeft, klinkt hun klokje, wanneer de kiezing nadert, zoo liefelijk, zoo vreedzaam Vrijheid van godsdienst, wij zijn voor den godsdienst. Dat is een valsche beiaard 1 Hem be speelt eene valsche hand I Valsch 1 Valscb Later komen wij weêr op de taktiek der roodeu in betrek met den kleinen eigen dom. Openbare gezondheid. 'tNieu we wetsontwerp op de openbare gezond heid zal waarschijnlijk neergelegd worden in den loop van den oaustaanden zittijd. De koogere gezondheidsraad heeft M. den minister vander Bruggen verzocht, zijn voorontwerp te wijzigen met het ooe op behoedmaatregelen,, voor te schrijven tegen zekere bijzondere ziekten. mende, ging op zoek. Weldra vond hij eene beek, en kwam met het keteltje vol water terug. De ketellapper was ondertnsschen geheel tot zich zeiven gekomen, en zoodra hij een weinig gedronken had, ging hij overeind zitten. Ga niet heen, jongen lief, sprak hy ik gevoel mij zeer zwak. Ik zal zoo lang bij n blijven, als ik n van dienst kan zijn, antwoordde Jos; wat is er gebeurd Ik ben beroofd en bijkans vermoord sprak do man. Was het door die twee schurken zonder kousen of schoenen, welke ook mij wilden berooven vroeg Jos. Ja, door dezelfden, denk ik. Ik moet nog wat gaan liggen, vervolgde hij, en strekte zich op het gras uit. Eenige oogenbiikken later viel de uitge putte man in slaap en Jos bleef bijna twee uron lang naast hem zitten. Eindelijk werd zijn nieuwe gezel wakker, stond op, doopte zijnen neusdoek in het keteltje met water en wiesch zich het bloed van hoofd en gezicht. Dit had erger kunnen afloopeu, vriendje, sprak hij tot Jos, na zich afgedroogd te heb ben. Een dier schavuiten worgde mij bijkaus, zoo trok hij aan mijnen halsdoek. Wel, wel, dit is een slechte wereld, om zoo zyuen even- rnensch van het leven te berooven voor dertien Geen enkel verstandig mensch kan aan onzijdigheid in zake van onderwijs het minste geloof hechten. Wij durven zeggen dat zij die bet ODzij- dig onderwijs voorstaan, huichelaars zijn die wel weten dat hun stelsel Diet te ver wezenlijken is maar het willen door drijven hopende aldus hunnen belscben godsdiensthaat te kunnen botviereu. De openhartige godsdiensthaters of godverloochenaars zijn het met ons,catho- lieken, eeDsom te bekennen dat de onzij digheid in 't onderwijs een utopia is. Onzijdige scholen zijn deze die geene leerlingen en leermeesters tellen. De onwetendheid alleen is onzijdig, zegde onlangs een protestautsch blad van Parijs Le Temps. Waarom staan de liberalen en socialis ten het officieel onderwijs voor gelijk het in de scholen onzer groote steden wordt gegeven Waarom Omdat zij by ondervinding weten dat dit onderwijs ongodsdienstig is, en vrij denkers ol godverloochenaars vormt. De liberale of ongodsdienstige scholeü zyn naar de getuigenis van Anseele, broeinesten van socialisten. In Frankrijk zijn de vrijdenkers open hartiger dan hier te lande en werpt men zoo maar het masker der onzijdigheid met klank over de haag La petite République schreef onlangs Belijden wij dat de onzijdigheid eene leugen en eene misdadige dwaasheid is. Henry Maret in Le Radical heette de onzijdigheid eene schijnheiligheid in den 17en graad. Op eeu cougres door de Ligue de VEnseignement r gehouden onder de be scherming van den voorzitter der Repu bliek, M. Loubet, en het voorzitterschap van M. de Lanessan, minister, werden de volgende weuschen gestemd Dat het hoofdstuk der plichten je- geDS God in de officieële programma's geschrapt worde en dat men, wat de normaalscholen betreft, het vervange door de eerste kennissen van de ge- schiedenis der godsdiensten. n De zedelijke opvoeding moet eene maatschappelijke opvoeding zijn, die onafhankelijk is van elke geloofbelij denis. Onze Belgische godsdiensthaters spre ken of schrijven niet gelijk hunne Fran- sche partijgenooten. Neen, zij zullen niet bekennen dat het onzijdig ouderwijs een utopia is, dat het gausch leugen en bedrog is, dat niet be staat of niet bestaan kan. Waarom Uit vrees van de ouders wan trouwig to maken en leerlingen te verlie zen in hunne kweekerijen van vrijden kers en socialisten. OUDERS! Op 't oogenblik moeten er velen een school verkiezen voor hunne kinders. Wie zijne kinders waarlijk bemiut, moet ze niet alleen wereldsche wetenschappen, maar daarbij, en wel bijzonderlijk, weten schappen op de christene of calholieke zedeleer gestaafd verschaffen of laten in planten welke hun geluk en dat hunner familie hier en hiernamaals zullen ver zekeren. Verkiest dus, Ouders, de catholieke scholen aan wier hoofd brave, deugdzame, 't zij geestelijke, 't zij wereldlijke onder wijzers staan. Verkiest gij, Ouders, eene zoogezegde onzijdige school, dan loopen uwe kinders gevaar van als godverloochenaars, niet- deugen op te groeien die ongetwijfeld de nagels uwer doodkist zullen worden. Ouders, overweegt het wel, eer gij uwen keus doet I en een halven denier, want dat was alles wat zij in mijuen zak vonden. Ik dacht ten minste dat een rondreizende ketellapper vrij zou zijn voor straatroovers. Zegdet gij daar niet dat zij u aanvielen, of heb ik het gedroomd Ik heb u dit gezegd het was geen droom. En hoe kon zoo'n kleine jongen gelijk gij hun ontsnappen Jos verhaalde hetgeen er was voorgevallen. Goed gedaan, jongen, en 't is vriendelijk van u mij ter hulp te komen en bij mij te blijven. Ik ging dezen kant op, en daar gij van den anderen kant komt, veronderstel ik dat wij denzelfden weg gaan, hernam den ketellapper. Gevoelt ge u nu Bterk genoeg om te loo pen? Ik denk van ja, maar die slijpsteen O, dien zal ik voor u kruien. Och ja, doe dat, want ik beef geweldig, en hij is nu te zwaar voor mij. Jos bond zijnen bundel met het keteltje en de gereedschappen op den slijpsteen, en kruide hem over den weg, gevolgd door den ketel lapper, tot zij twee mijlen verder aan een klein gehucht kwamen zij hielden op eenigen afstand van de eerste hut stil, en de ketel- lupper, een drooge plek onder eene haag uit gekozen hekbende, zegde Hier moet ik een weinig blijven. Jos, die den man had kooren zeggen, dat de QEANENOPBRENGST. Van al de in ons land bebouwde plan ten, zijn bet de granen die de grootste op pervlakte bedekken. De herfstgraange- wassen zijn de tarwe, bebouwd op om trent 180 duizend hectaren, en de rogae of het koren, bebouwd op omtrent 280 duizend heet. De prijs der granen, sedert een dertig tal jaren, zeer verminderd zijnde, (in 1870-71 was de prijs der tarwe tot 35 fr. de zak, nu 15 of 16 fr.), en de opbrengst per bectaar omtrent dezelfde gebleveo zijnde, zoo is hunne teelt nu maar weinig winstgevend. Door eene beter verstane bebouwing zouden de landbouwers de opbrengst en de winst veel kunnen vermeerderen. De grootere opbrengt 'ou inderdaad de prij zen niet doen dalen, aangezien wij alle jaren, voor ons gebruik, zeer groote hoe veelheden te kort hebben, die wij van den vreemde moeten invoeren. Zie hierover eenige cijfers In het jaar 1900 heeft Belgenland, voor zyn gebruik ingevoerd Tarwe, 8,600,000 zakken van 100 kil. Rogge (koreD) 250,000 de tarwe gerekend aan 15 fr. de zak, maakt fr. 129,000,000 de rogge gerekend aan 12 fr. de zak, maakt 3.000,000 welke wij verleden jaar, voor de twee bij zonderste graansoorten, aan den vreemde betaald hebben. Indien onze landbouwers wilden, zou een schoon gedeelte van die som in ons land blijven en in hunnen zak gaan. Ik geef uitleg de gemiddelde opbrengt van de tarwe in 20 zakken; van de rogge 16 zakken; door eenen verstandigen teelt kan men eens zooveel bekomen; maar om Diet te overdrijven en in bet wel moge lijke te blijven voor onze landbouwers, zullen wij rekenen dat zij voor de tarwe 30 zakken en voor de rogge 24 zakken per bectaar kunnen bekomen. Dit zou, voor ons land eene vermeerdering van opbrengst zijn van 180,000 x 10 is 1,800,000 zakken tarwe, en 280,000 X 8 is 2,240,000 zakken rogge, aan den heden- daagschen prijs gerekend maakt omtrent 54,000,000 franken, die aan onze boeren zouden betaald worden, in de plaats van naar Amerika en elders te vertrekken. Volgend artikel zal de wijze aanduiden om zulken uitslag te bekomen. Emiel Clerfeyt, Landbouw-Ingenieur, Staatsleeraar van landbouwkunde aan dat maakt samen fr. 132,000.000 schurken hem dertien en eenen halven denier hadden ontnomen, meende dat hij van alles beroofd was, en daar hij zijnen weg wilde vervolgen, haalde hij tweeschellingen uit den zak en hood die den man aan, zeggende Dit zal u helpen tot ge weêr wat kunt verdienen. Vaarwel, ik moet nu verder. De ketellapper zag Jos aan. Gij hebt in alle geval een goed, medelij dend hart, mijn jongen, sprak hij en als ik mij niet vergis, een vlug, helder hoofd. Noch tans steek nw geld maar in den zak ik heb zolf genoog als de dieven maar eens geweten hadden waar het zat. Jos bezag zijnen nieuwen gezel terwijl hy sprak. De man zag er vrijmoedig en onge dwongen uit, en had znlke nette taal en ma nieren, als men van iemand uit zoo nedorigen stand volstrekt niet zou verwacht hebben. De ketellapper bemerkte zijn onderzoek, en toen zijn blik dien van Jos ontmoette, vroeg hij Wel, waaraan denkt ge nu Ik verbeeld mij dat gij niet altyd ketel lapper geweest zijt. En ik verbeeld mijdat gij niet altijd een matroos geweest zijt, jonge heer maar wees nu zoo goed en ga in het dorp wat voor ons ontbyt koopen Ik zal u het geld weerge ven als ge terng komt, en dan zullen wij wat klappen. Jos ging het dorp in, kocht in een kruide niers winkeltje brood en kaas en eene groote Ratelslang. De ratelslang is vast een zeldzaam dier, in onze luchtstre ken althans. Toch zou zeker geene enkele Europeesche dame op de gedachte ko- meD, zich een volledig toilet te laten maken van de huid van dit kruipend ge dierte. De gedachte in kwestie moest opko men in het brein van eene Amerikaan- scbe. Het is bekend, dat in de Nieuwe Wereld de vrouwen voor niets terugdein zen, om zich de eerste plaats te verzeke ren, wat zonderlingheid en Transatlan tische elegantie betreft. Peter Gruber, wonende te Rochester, nabij New-York, is naar 't schijnt een ge weldig ratelslangfmjager, omdat hij er al bijna twee honderd heeft gedood. Van de buid dezer dieren is hel, dat zijne vrouw zich door een New-Yokschen kleermaker een geheel toilet heeft laten vervaardigen, waarvan men wonderen verhaalt. Er zijn niet minder dan 125 huiden voor noodig geweest, die alle zwart, licht bruin, grijs en geel gestreept zijn. Het effekt is, naar verzekerd wordt, eenig, en dat willen wij ook wel aannemen, maar wij twijfelen er aan of het toilet van ratelslangenhuid wel ooit bij ons in mode zal komen. kruik, welke hij met bier deed vullen daarop keerde hij naar den ketellapper terug. Zoodra zij ontbeten hadden stond Jos op en zegde nu moet ik voort ik hoop dat gij n morgen beter zult gevoelen. Hebt ge dan zoo'n groote haast, mijn jongen vroeg de ketellapper. Ik zoek eene betrekking, antwoordde Jos zoodus moet ik er voor loopen. En wat voor eene betrekking zoudt ge wel willen. Wat kent ge zoo al Dat weet ik niet juistik heb voor iemand de boeken gehouden. Dan zijt gij een klerk en geen zeeman Ik ben geen zeeman maar ik heb toch op de rivier gevaren. Wel, als ge eene betrekking zoekt, dan denk ik u te kunnen helpen, wijl ik deze streek goed ken en met vele menschen bekend ben. in alle geval, eenige dagen meer of min, der zullen er niets aan doen want ziet ge, mijn jongen, morgen zal ik weêr in staat zyn te werken, en dan spreek ik u borg, dat ik voor ons beiden eten en drinken zal vinden wat zegt ge hierop. Veronderstel dat ge bij mij blijft, wij zullen dan nog eenige dagen samen xeizen, en zoodra ik werk voor n ge vonden heb, dat u bevalt, kunnen we schei den. Zoo gij dit wen8cht, dan wil ik wel, ant woordde Jos. (Wordt .voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1