Zondag 29 September 1901
3 centiemen per nummer
33se Jaar 3610
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
Wat worden zal
HET SPOOK
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
w
VIJANDEN
T ONDERWIJS.
X'1" Congres van den
Belgischen Volksbond.
Uit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onde-
iagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
-oor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
nndigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post onf
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutstraat. i\l. 31.
an in alle Postkantoren des bands
Ciiique Miium.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Keklamen fr 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen b«j
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne Inzendingen doen, uiterlijk legen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
de Staat te betalen hebben jaarlijks
11,275,000 fis. vermenigvuldig-! wet 2,8
met 4.3 of met 5,6 volgeus bet bedrag van
het toegestaan pensioen.
Aan 50 centiemen is ri|| 31,570,000 fr.;
aan 75 centiemen bedraagt bel 48,472,500
fr. aan ééu fr. stijgt het tot 58,140,000
frank.
Maar dit is nog niet alles. Men belooft
het pensioen op zestigjarigen ouder
dom. Welk eene verzwaring vau uitgaven
vuor den Staat die wijziging na zich zou
slepen kuuneu wij niet nauwkeurig be
reken de statistieken ontbreken ons.
Onze lezers zullen van zelfs raden dat dit
nog al aanzienlijk zou zijn en men gerust
die cijfers met 2 mag vermenigvuldigen
Wij komeu lus tot de verbazende cijfers
vau 63 millioen, 99 millioen en 110 mil-
lioen jaarlijks
Waar die miilioenen vinden 1 Te recht
mag men aan zulke belovers beleef vra
gen de bronnen te willen aanduiden waar
uit men die groote sommen gelds putten
mag. M. Daens, wiens stelsel van pen
sioeneeren wij ontleden, beeft den 25
Augusti geschreven Ous Heer deed
een mirakel om de armen te spijzen dit
mirakel is er nu niet uoodig de mid
delen zijn er.
Welnu wij vragen waar zijn die mid
delen Welke middelen ziju er
Gij zijt aau 't volk verschuldigd die aan
te duiden want het ware een onnoemlijke
misdaad te zwijgen als men het volk door
spreken gelukkig maken kan Gij hebt
eeu tooverstokjen waarmeê gij ous volk
welstand brengen kuutgij moet het aan
duiden, yij moet bet tooncu. Dat is uw
plicht. Wie zegt de middelen te kenueu
om het arbeidende volk een pensioen te
scheuken van eeu frank daag* begaat eene
misdaad van meuschheidscheunis Hij is
plichtig jegens de meuschheid 1
Uit de zijsprongen van onzen politieker
hebben wij al begrepen het is ten an
dere bun eeuwig antwoord op alle vragen
naar geld de klimmende belasting. Dat
wil in andere woorden zeggen in den
zak der rijken Aan den eeneu
ontnemen, aan den anderen geven 1 O
Recbtveerdigheid I 1
Eens stool do Frausche Staat de goe
deren der kloosters eu der edelen en toch
werd hij niet rijk integendeel hij wierd
zoo arm als Job.
Het antwoord van M. Daens zal ons
toelaten hierover meor te zeggon.
Om te eindigen willen wij nog op een
gevaar wijzeü. Wij zouden er voor de les
sen der geschiedenis kunnen inroepen en
met de historie van Anthenen in de hand
aantoonen hoe demokratio in volksbande
loosheid ontaarde.
Veronderstellen wij eens M. Daens is
in zijnen veldtocht gelukt. Door beloven
is hij er gekomen hij heeft zelfs een
deeltje van zijne beloften kuuneu ver
vullen. Wat zal er gebeuren
Na bom staat een andere politieker op,
nog radikaler dan bij, en bij doet aan M.
Daens de concurrentie. Hij belooft, hij
bi-looft, hij belooft... een pensioen van
üjf fr. daags. Hij ook zal het geld vinden
iu den zak der rijken, in de klimmende
belasting 1
En zoo gaat het voort, immer voort on
rolt de samenleving van in d'eene omwen
teling in d'andere tot ze op 't laatste in
den afgrond neêrploffe, 't is te zeggen, in
een ellendig verval lijk de geschiedenis
van Atheneu ons toont
van
Het staat vast als de Congres-kolom van
Brussel dat de catholiekeu potuilen, dom
pers en vijanden van het onderwijs zijn.
Beweeren al de liberale gazetten het
niet alle dagen
Beweeren ze niet dat, op l et jongste
congres van het middelbaar onderwijs, M.
de Trooz er verlegen uit zag, alsof hij de
vernieler van het onderwijs, het besef
had dat hij daar niet op zijue plaats was?
De Précurseur moet zeker de gewoue
clichés niet gevonden hebben, zegt Het
Handelsblad, want door eene onoplet
tendheid. die de echte liberalen hem niet
gemakkelijk zullen vergeven, haalt hij,
onder dec titel van een voorspoedig
land een artikel aan van den Daily
Telegraphwaarin gewezen wordt op deu
schitterenden toestand der Spaar- eu
Lijfreutkas in B Lië en op do verba
zende ontwikkeling van het vak
onderwijs in Belgié in de laatste
twintig jaar.
Nu, vau die 20 jaar, zijn de catholieken
er 17 aan 't bewind het besluit is dus
gauw getrokken.
Het artikel van Daily Telegraph be
rust overigens op een offiJieel document
het verslag vau M. Raiskes, secretaris der
Eugelscbe ambassade te Brussel.
Hij wijst er eerst op dat, alhoewel de
bevolking van geheel België bijna niet
grooter is dan die van Londen, op de
spaar- en lijfrentkas iu 1885 gestoit was
7 V* millioen p. st., terwijl in 1899 die
som roods gestegen was tot 24 millioen
p. st. zegge 600 millioen fr.
De Belgen, leest men verder in het ver
slag van M. Raiskes, hechten een groot
gewicht aan het beroepsonderwijs. Daar
het eene kwestie is, in alle landen aan de
dagorde staande, roept de schryver er
dan ook de bijzondere aandacht op iu en
zegt
Op het laatste Ingenienrscongres te
Brussel heeft dan ook M. Rombaut, alge
meen opzichter van het beroepsonderwijs,
met de statistiek in de baud, bewezen dat
bet getal van 40 nijverheidscholen met
8000 leerliugeu in 1S80, België geklom
men is in 1900 tot 553 vakscholen met
40,000 leerlingen.
De Précurseur beefr ditmanl de gewone
tirade tegen de clerikale dompers voor
zichtigheidshalve achterwege gelaten.
Deze beoordeeling van een buiten-
landsch diplomaat is te vleiend, opdat wij
ze niet zouden bekend maken, als ver
stokte vijanden van het volksonderwijs die
we zijn.
Heerschap Aloïs De Backer.
Het art 81, titel VI, der wet op de ge
meenteverkiezingen luidt
Het lid vau het gemeentekorps dat
eene of andere der voorwaarden tot
kiesbaarbeid verliest, houdt op deel te
maken van den raad.
Onder de voorwaarden tot kiesbaarheid
treft men aan, Art. 65, titel V, 3° zijü
woonverblijf in de gemeente hebben.
Sieur Aloïs De Backer, volksvertegen
woordiger door de gratie der liberalen,
werd bij beslissing van 't Collegie van
Burgemeester en Schepen van de kiezers
lijsten van Denderhautom voor 1898 1899
gescbrapd om rede bij zijn woonverblijf
naar elders had overgebracht, in andere
woorden, zijn woonverblijf te Denderhau-
tem had verlatem.
Tegen die beslissing werd door sieur
De Backer geen verhaal aangeteekend.
Uit kracht van 't art. 81 hierhooger
beroepen is het mandaat van gemeente
raadslid waarmeè sieur De Backer be
kleed was, vervallen, of liever heeft hij
geen recht meer in den Gemeenteraad te
zetelen.
Op 30 Juni 1900 heeft sieur De Backer
opnieuw zijn woonverblijf te Denderhau-
tera gevestigd.
Niettegenstaande de uitdrukkelijke be
palingen der kieswet blijft sieur De Backer
maar in den Gemeenteraad zetelen. Reeds
nam hij, zonder eenig recht 10 maal zit
ting iu den Gemeenteraad.
'l Is als of de kieswet voor sieur De
Backer niet ware gemaakt
En zou 't art. 227 van 't strafwetboek
soms ook Diet toepasselijk zyn?....
Nu, sieu. L). Backer, die advocaat i3,
die de pretentie heeft van wetgever te
zijn, die gedurig de les aau iedereen voor
spelt, moet toch wel kunnen oordeelen
dat hij eenvoudig een indringer is als hij
in deu raad der Gemeente Denderhautem
zitting neemt.
Waarlijk men begrijpt niet waarom de
hoogere Overheid niet tusschenkomst om
aan die wetsverkrachting eeu einde te
brengen....
Twee weerdige gezellen!
Wij spreken van Vooruit en Klokke
Roeland. Hunne ezelarijen gaan we niet
weêi leggen het zijn leugens van't bo
gin tot 't einde.
Klokke Roeland 18 Augusti 1901.
De gebeurtenissen in Spanje moeten
de klaarzienden doen nadenken. Een
volk dat eeuwenlang door de monuik-
ken is uitgebuit, ontaard en verslaafd
geweest, rijst uit zijn dolce far niente
op cn spant zijn laatste krachten in om
het juk af te werpen. Dit diep gods
dienstig en bijgeloovig land aarzelt
Diet kloosters in brand te steken, mon-
nikken en nonnen te mishandelen
en te verjagen, processies te storen
en kerken te plunderen.
Dat heelt 't gespuis gedaan, aangezet
door 't geld der vrijmetselaarsloges.
Klokke Roeland gij besmeurt uw geweteu
met slijk te gooien. Hoeveel framassons-
geld, judaspenningen heeft dit artikel aan
den schrijver opgebracht? Een verkochte
slaaf alleen doet zulk werk.
Nu dezelfde klank en toon in Vooruit
18 Augusti 1901.
Van de fiere Spanjaards heeft zij,
de Kerk, een volk van bedelaars en
luiaards gemaakt.
Doch over een drietal jaren zijn de
colouiëu tegen de Spaansche onder-
drukking en uitbuiting opgestaan en
hebben zich grootendeels losgerukt.
Daardoor verloor Spanje een groot deel
van zijn bestaanmiddelen,
n Maar nu gepraamd en opgezweept
door nieuwe sociale toestanden, keert
het zich tegen de Kerk en tracht aan
bare klauwen te ontsnappen onder deu
kreet van Leve de vrijheid Italië en
Frankrijk staan insgelijks op om de
vrijheid te verdedigen die zal bedreigd
worden zoolang de Kerk eene macht zal
zijn. n
Ezelarij van belang.
Niet waar Klokke Roeland en Vooruit
zijn weerdige gezellen. En zegt nu nog
dat de groenen met geen socialistisch sop
zijn overgoten. Alhoewel zij er blij om
zijn, toch zullen wij het herhalen.
Oh wat kwaad hebben die groenen al
gesticht
Nieuwe brandstof. Als de kolen-
voorraad uitgeput raakt, is er geen vrees
dat wij den pot niet zullen kunnen koken.
Gelijk men vroeger briketten uitvond in
saamgepersteu petrool heeft men er thans
uitgevonden ook bougies in saam
gepersteu alcool.
Proefnemingen met de nieuwe brandstof
schijnen goede uitslagen opgeleverd te
hebben.
Zondag hield do Belgische Volksbond zijn
10d® jaarlijksoh Congres in het prachtig oude
Brugge.
Het Congres is opperbest gelukt, talrijk
waren de deelnemende maatschappijen die
met vlaggen en standaards aan de stoeten
deelnamen.
Om 11 uren begonnen de afdeelingen hare
werkingen.
Om 12 1/2 werden de congressisten ontvan
gen iu den Catholiekeu Kring, en verwelkomd
door M. Van Ockerhout, senator, die de con
gressisten begroette als broeders en als de
jongste zonen der groote catholieke familie.
M. Arth. Verhaegkn zegde in zijn antwoord
gelukkig te zijn over het woord broeders. n
Zoo aanzien wij het ook, zegde hij; allen
zijn wij zonen van het groot catholiek huis
gezin, gij de oudsten, wy de jongsten.
Steeds zullen wij uwen ïever en uwe ge
trouwheid aan het catholiek vaandel tot voor
beeld nemen Catholiek zijn in alles, catho
liek zijn voor alles (Toej.)
De voorspoed is niet te vinden noch in het
verloeilijk liberalism,noch in 't hatelijk socia
lism; alleen in den godsdienst. (Alg. toej.)
Algemeene vergadering.
Op de algemeene vergadering welke bij
zonder talrijk werd bijgewoond, het woord
werd gevoerd door MM. Stock, Schramme,
schepene, die de deelnemers welkom weusch-
ten. M. Verbaegen sprak er over de ver-
schillige goede sociale wetten door de catho
lieken gestemd of nog in bespreking. Hij valt
hevig de socialistische leerstelsels aan, waar
van er niets overblijft dan dwingelandij op
gebied van school, wijsbegeerte, leger, voor
zienigheid enz. en de vrijheid van zedeleer,
om het huwelijk te vernietigen. De catho
lieken, zegt spreker, stellen daartegen een
programma van vrijheid en vereeniging, ge
steund op den Godsdienst.
M. Verhaegen deelt vervolgens den brief
mede aan Z. H. den Paus gezonden en die
de verkleefdheid van den Volksbond aan de
Kerk verzekert,
Een telegram wordt gezonden aau Z. M,
den Koning, als verzet tegen de socialistische
aanvallen, tegen het koningdom, en dankt
Z. M. voor het goed bewezen aan de werklie
den door het openen van uitwegen voor de
nijverheid. (Toejuichingen).
Mgr Waffelaert, Bisschop van Brugge, ver*
heugt zich over de eeuheid tusschen de catho
lieken bezegeld. Hij wenBcht dat er gewerkt
worde om de christeue wellevendheid meer te
doen heerschen en den ru wen aard van het
volk te verzachten. Tevens drukt hij, evenals
de heeren Levie, volksvertegenwoordiger van
Charleroi, en Monsset van Brussel, eenen
wensch uit ten voordeele der Zondagrust.
Verschilhge sprekers voerden nog het
woord, waartusschen M. De Groote, volks
vertegenwoordiger, Oostende, over de vis-
schersbelangen M. Van de Berghe, timmer-
mau te Brugge, over het vakonderwijs en M.
Vliebergh, advocaat te Leuven, over de Boe-
renvereeDtgingen.
De zittiug wordt ten 3 3 4 uren geheven.
Op de sluitvergadering van maandag werd
het woord nog gevoerd door MM. Standaert,
provincieraadslid; Melot (zoon), advokaat te
Namen, De Schepper, advocrat te Brugge,
Renkin, volksvertegenwoordiger, Lemuiens,
Feuillen, werkman te Brussel, Vau Hoore-
beke van Mechelen, Winkelier eu Backx, van
Antwerpen.
Al de Viaamsche leden van het congre
hebben in 't Vlaamsch gesproken.
Jen zonderling geval van télépa-
Ibie wordt dour Spectator gemeld.
Een inwoner van Devonshire zag ia
nen droom zijnen zoon gewond worden
door de Boeren en naar een veldhospitaal
vervoeren.
Eenige dagen later vernam de vader
vau bet War offieedat zijn zoon wel
werkelijk gewond was.
En na genomen inlichtingen bleek bet
geval juist zoo gegaan te zijn, als de vader
het in zijnen droom bad gezien.
Aalst, 28 September 1901.
Uitvoeren gaat lastig, bslooven integen
deel is uiterst gemakkelijk men mag het
zelfs stout wanneer men voorziet nooit in
staat gebracht te worden zijn woord te
moeten houden.
I)at stellen wij dagelijks vast op politiek
gebied en namelijk bijzonder in zake der
pensioeDkwestie.
Zoo vindt men politiekers die aan ieder
een een schoon pensioen beloven als zij
maar Z. A. S. kiijgen. De hervorming
van 't stemrecht in den zin die zij wen-
scheu is de voorwaarde er te komen,
Dan, roepen zij uit, zal alles beter gaan,
zal de wereld op wielkens loopeu eu ge
zult een pensioen hebbeu van 0,50, van
75 centiemen, zelfs van één fiauk. Dat
pensioen zal u betaald worden op zestig
jarigen ouderdom.
Natuurlijk zal het ziju zonder vooraf
gaande stortingen. Men zal een rente
hebben zonder daarvoor ooit een centiem
to hebben opgeofferd, te hebben gespaard.
Schoon, niet waar; lievo lezer, en dat
allc-s als ge maar Z. A. S. begeert. Hoe
eenvoudig 1 En wie watertandt er niet op
zulke schitterende voordeeleu van dat
onnoozel stemrecht?
Op papier gaat alles gewillig maar iaat
ons nu een weinigsken onderzoeken hoe
dat beloofd paradijs van geluk eu wel
stand er in wezenlijkheid uit ziet, li sver,
of het gei ue kasteelen in de lucht zijn.
Zonderling de ridders van 't waai pen
sioen zoo ze zeggeü spotten bitter
met de edelmoedige gunst aau do oude
meuscbeu vau meer dan 65 jaar door ons
Catholiek Bestuur geschonken. Negen
cents daags roepen zij uit, 18 centiemen,
nog niet genoeg voor deu koffie.
Stellen wij alras vast dat het volk die
spotters niet is gevolgd eu dat het uit
ganscher harte dankbaar is voor hetgeen
de Catholieke Par tij deed. Dat hebben ze
gezien en de kaart is gekeerd. Het zoo
bespotte pensioen is slechts toegestaan
dank aan de werking dier groote poli
tiekers.
Weet ge, lieve lezer, wat dit eenvoudig
pensioeu jaailijks kost aan den Staat
Vele kleiutjens maken een groot en dat
is hier voorzeker waar, want lijk wij ge
lezen hebben komt het op meer dau elf
millioen, op 11.275,000 fr. I Daar is nog
al aau te tellen
Laat ons nu eens berekenen wat aan
het Land de beloften zouden kosten van
onze demagogen, zoo verlekkerd op de
gunst van het volk.
Zij beloven of vijftig centiemen, of vijf-
eu-zeveutig centiemen of zelfs één frank.
Gij ziet onr den helft verschil. (Land van
Aelst 8 Sept. 1901.)
Aannemende dat al de ouderlingen die
nu gepensiouneerd zijn, ook bij de dema
gogen die gunst zouden genieten, zou
Chetwynd>Park.
39® vervolg.
Doch wat was dat
Weinigo schreden voor zich uit op de plek
waar een breede laan in den amallen weg uit
liep, zag lord Chetwynd iu heldere maan
licht eon witgekleede gestalte staan, welke
hem het gelaat toekeei de en de armen naar
hem uitstrekte.
Als aan den grond genageld bleef hy staan
Ja, het was Bernice, zijne geliefde, zooals hij
ze voor eenigen tijd zag, het was diezelfde
verschijning, die het geloof aan geesten iu
hem deed versterken.
Iedoren trek van dat schoone gelaat ver
mocht hij in het maanlicht duidelijk te zien
en de uitdrukking er van greep hem auu.
Zelfs in den hemel is zij zonder mij niet
gelukkig, dacht hij, zij verlangt naar my,
evenals ik naar haar. n
Hy waagde het niet vooruit te treden, uit
vrees de verschijning te verjagen als aau den
grond genageld bleef hij daarom staan en
hield zijn adem in.
Deze ontmoeting was niet in den zin van
Bernicedaarover was zij evenzeer vercast
rIb Chetwynd.
Zij had al den tijd na hare verschijning in
een afgelegen gedeelto vun Chetwynd-Purk
doorgebracht en iu dezen schuilhoek, welken
Monk niet kon vinden, een treurig bestaan
gehad.
Bij haar aanblik was Chetwynd iu verruk
king, maar zij zelve was met schrik vervuld.
Zij sidderde uit vrees van ontdekt te wor
den. Eenige oogenblikken aanschouwden zij
elkaar met eigenaardig stilzwygen. Chetwynd
ademde zwaar, zijne oogen puilden wild uit
de kassen en plotseling sprong hij, zonder
een woord te spreken vooruit en rende op
haar toe.
Instinctmatig week Bernice achteruit.Maar
hij vervolgde haar met ijver eu zij kon haast
zijn adem hooren, zoo snel vloot hij haar na,
als ware hij beslolen, haar te grijpen.
Bliksemsnel sloeg zy de breede laan in en
vlood als eeu opgejaagd hort want liever
wilde zij sterven, dan zyn geluk aan Sylvia's
zijde te verstoren. Toen zij eeu nan wen zijweg
bereikte, nam zij haar kleed bij elkaar, hulde
zich in haren langen zwarten mantel en ver
borg zich achter een boom.
Chetwynd rende iu blinden loop verder, den
zy weg voor by.
Bernice wachtte tot hij verdwenen was.
Sidderend sloop zy een oogenblik later uit
haar schuilhoek te voorschijn en trad weer de
laan binnen. Zy keek niet achter zich, anders
zou zy de groote, magere gestalte van de oude
Ragen gezien hebben, die zwijgend langs het
pad gleed. Maar Ragen zag en herkende haar.
En plotseling toen Bernice voortschreed
eu Chetwynd reeds weg was sprong het
oude wijf te voorschijn en stortte zich op Ber
nice, die voor den grond gesleurd werd.
Eindelijk, eindelijk heb ik u fluisterde
de oude, Bernice stevig vasthoudende, thans
zullen wij afrekenen
De plotselinge val verlamde de markiezin
van Chetwynd voor eene wijle. In het eerste
cogeublik kon zij niets doen, dan zich aan een
dunnen boomstam vastklemmen, terwijl haar
de vreeselijke vrouw de dreigende woorden
toefluisterde, sissend als eene slang.
Bernice stootte een schreeuw uit. Vol schrik
sloeg zij in hare wanhoop met kracht rond
zich heen. klaar weldra kwam zij tot de ont
dekking, dat zij in de ijzeren klanwen van
zulke tijgerin slechts een weerloos kind was.
Ragen was woedend. Eindelijk kon zich
Bernice een weinig oprichten.
Wie zyt gy fluisterde zij.
••Ik ben het de oude Ragen was het
sissend antwoord der Indische.
De uitdrukking in de oogen van Bernice
toonde angst en schrik. Nogmaals beproefde
zy los te geraken dan fluisterde zij
Wat verlaugt gij van mij Waarom mij
aldus overvallen n
Misschien denkt gij dat ik u niet ken,
hernam de andere hoonend. Ik was het, die
u voor eenige weken de sjal van de schouders
trok, ik ken u, fijne lady. Meu waant u dood;
gij laagt zés dagen iu lijkgewaad en toch vind
ik u hier levend Gij zijt het in levenden
ly ve, de markiezin van Chetwynd. Hoe komt
het, dat gij leeft, ofschoon gij toch als eene
doode betreurd wordt n
Bernice sloeg de angst om het hart zij was
verward en sidderde nog altyd.
Spreek op n schreeuwde het oude wijf,
terwijl zij haar hevig schudde. Loochent gij
misschien dat gij de markiezin zijt
De gezworen eed verhinderde Bernice zich
bekend te maken.
u Spreek dan n hornamzij, of ik breng
u in het huis bij den lord.
ltageu was niet voorbereid op deu schrik,
dien deze woorden te voorschijn riepen.
Bernice zuchtte smartelijk en greep de oude
bij den arm.
u Neen, neen n riep zij uit. Daarheen
niet, om 's hemels wil daarheen niet Wat
wilt gij van mij
Uit uwen mond vernemen of gy Lady
Chetwynd zijt 1
Neen, het kan niet n
Het is ook niet noodig, ik ken a. Wie
heeft u uit de doodkist bevrijd
Bernice sidderde en zweeg.
Was het Gilbert Monk. Geen antwoord.
u Ik weet dat hij het was, gy ontkent dit
mot art Monk was het, die u uit het graf
redde. Wat is met u gebeurd gedurende nwe
ziekto Hoe kon hij n bevrijden r
Waarom vraagt gij mij dit alles n vroeg
Bernica. Ik kan u niet antwoorden laat
mij gaan.
In het geheel nietsprak de Indische
vrouw, die besloten was om uit te vorschen, in
hoeverre Bernice afwist van den schandelijken
aanslag op haar leven waot zij hield het
voor mogelijk, dat Gilbert haar de waarheid
gezegd had.
Zeg mij, wat is er gedurende uwe
ziekte met u voorgevallen
Bernice sprak geen enkel woord.
De plotselinge schreeuw van een vogel deed
beiden opschrikken. Zij waren in de meening
dat lord Chetwynd terugkeerde zij luister
den, maar ge6u gedruisch werd meer gehoord.
De lord was niet in de nabijheid meer.
Wij kunnen hier gestoord worden,
sprak Ragen. Volg mij. Gij behoeft niet te
vreezen ik zal u geen kwaad doen.
Zij val te Bernice nog steviger bij den arm
en ijlde met baar iD de duisternis over een
smal zijpad Zij doorschreden gedeelten van
het Park, - Bernice ;ot nu toe nog niet ge
zien had ru v?a cr eindelijk aan den rand
van eeu kleinen vijver die in den winter tot
schaatsenrijden gebruikt werd.
A.ui -ne zijde van den vijver, stoul een
huisje, 'pgetrokkenin Zwitserschen i!.i
ugte liep er aen balkon ombec
De bovenste kamer was gemeubeld en geslo
ten. Maar de onde Ragen, sluw als zij was,
had zich in den laatsten tyd van de noodige
sleutels voorzien.
Bernice kende dit huisje. 7:j had het wel
eens bezocht met haar gemaal, maar langs
een anderen weg.
De oude Rfgen sleurde hare prooi tot op het
balkon, d»' .u de schaduw lag. Daarna begaf
zij zieïf naar de deur en bleef aldaar staan.
Er stonden vele stoelen en rustbanken op
het balkon. Ragen plaatste haar gevangene
op een sopha, nam naast haar plaats en hield
haar vast.
Zij bevonden zich aan den waterkant en
konden van geen zijde gezien worden. Dicht
bij aan den voet van het huisje lag de vijver
en aan den anderen kant zag men den donke
ren oever.
Wij zijn hier alleen, n sprak Ragen op
verschrikkelijken toon, Alleen, Lady
Hoort ge
«Ja stamelde Bernice, wij zijn alleen.
Zijt gij bevreesd
Neen, waarom zou ik bevreesd zijn
Maar alles is zoo vreemd. Laat mij gaan Ra
gen, o, laat mij toch gaan
Zoo is het goed, nu weet ik, dat gij Lady
.hetwynd zijt, want gij noemdet mijn naam.
v mg ik nog eens en voor het laatst wat
is ei i iet u geschied gedurende uwe ziekte n
(Wordt voortgezet.)