Zondag 29 September 1901 3 centiemen per nummer 33se Jaar 3610 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst Wat worden zal HET SPOOK GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. w VIJANDEN T ONDERWIJS. X'1" Congres van den Belgischen Volksbond. Uit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onde- iagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week -oor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving nndigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post onf vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutstraat. i\l. 31. an in alle Postkantoren des bands Ciiique Miium. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Keklamen fr 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen b«j accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne Inzendingen doen, uiterlijk legen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad de Staat te betalen hebben jaarlijks 11,275,000 fis. vermenigvuldig-! wet 2,8 met 4.3 of met 5,6 volgeus bet bedrag van het toegestaan pensioen. Aan 50 centiemen is ri|| 31,570,000 fr.; aan 75 centiemen bedraagt bel 48,472,500 fr. aan ééu fr. stijgt het tot 58,140,000 frank. Maar dit is nog niet alles. Men belooft het pensioen op zestigjarigen ouder dom. Welk eene verzwaring vau uitgaven vuor den Staat die wijziging na zich zou slepen kuuneu wij niet nauwkeurig be reken de statistieken ontbreken ons. Onze lezers zullen van zelfs raden dat dit nog al aanzienlijk zou zijn en men gerust die cijfers met 2 mag vermenigvuldigen Wij komeu lus tot de verbazende cijfers vau 63 millioen, 99 millioen en 110 mil- lioen jaarlijks Waar die miilioenen vinden 1 Te recht mag men aan zulke belovers beleef vra gen de bronnen te willen aanduiden waar uit men die groote sommen gelds putten mag. M. Daens, wiens stelsel van pen sioeneeren wij ontleden, beeft den 25 Augusti geschreven Ous Heer deed een mirakel om de armen te spijzen dit mirakel is er nu niet uoodig de mid delen zijn er. Welnu wij vragen waar zijn die mid delen Welke middelen ziju er Gij zijt aau 't volk verschuldigd die aan te duiden want het ware een onnoemlijke misdaad te zwijgen als men het volk door spreken gelukkig maken kan Gij hebt eeu tooverstokjen waarmeê gij ous volk welstand brengen kuutgij moet het aan duiden, yij moet bet tooncu. Dat is uw plicht. Wie zegt de middelen te kenueu om het arbeidende volk een pensioen te scheuken van eeu frank daag* begaat eene misdaad van meuschheidscheunis Hij is plichtig jegens de meuschheid 1 Uit de zijsprongen van onzen politieker hebben wij al begrepen het is ten an dere bun eeuwig antwoord op alle vragen naar geld de klimmende belasting. Dat wil in andere woorden zeggen in den zak der rijken Aan den eeneu ontnemen, aan den anderen geven 1 O Recbtveerdigheid I 1 Eens stool do Frausche Staat de goe deren der kloosters eu der edelen en toch werd hij niet rijk integendeel hij wierd zoo arm als Job. Het antwoord van M. Daens zal ons toelaten hierover meor te zeggon. Om te eindigen willen wij nog op een gevaar wijzeü. Wij zouden er voor de les sen der geschiedenis kunnen inroepen en met de historie van Anthenen in de hand aantoonen hoe demokratio in volksbande loosheid ontaarde. Veronderstellen wij eens M. Daens is in zijnen veldtocht gelukt. Door beloven is hij er gekomen hij heeft zelfs een deeltje van zijne beloften kuuneu ver vullen. Wat zal er gebeuren Na bom staat een andere politieker op, nog radikaler dan bij, en bij doet aan M. Daens de concurrentie. Hij belooft, hij bi-looft, hij belooft... een pensioen van üjf fr. daags. Hij ook zal het geld vinden iu den zak der rijken, in de klimmende belasting 1 En zoo gaat het voort, immer voort on rolt de samenleving van in d'eene omwen teling in d'andere tot ze op 't laatste in den afgrond neêrploffe, 't is te zeggen, in een ellendig verval lijk de geschiedenis van Atheneu ons toont van Het staat vast als de Congres-kolom van Brussel dat de catholiekeu potuilen, dom pers en vijanden van het onderwijs zijn. Beweeren al de liberale gazetten het niet alle dagen Beweeren ze niet dat, op l et jongste congres van het middelbaar onderwijs, M. de Trooz er verlegen uit zag, alsof hij de vernieler van het onderwijs, het besef had dat hij daar niet op zijue plaats was? De Précurseur moet zeker de gewoue clichés niet gevonden hebben, zegt Het Handelsblad, want door eene onoplet tendheid. die de echte liberalen hem niet gemakkelijk zullen vergeven, haalt hij, onder dec titel van een voorspoedig land een artikel aan van den Daily Telegraphwaarin gewezen wordt op deu schitterenden toestand der Spaar- eu Lijfreutkas in B Lië en op do verba zende ontwikkeling van het vak onderwijs in Belgié in de laatste twintig jaar. Nu, vau die 20 jaar, zijn de catholieken er 17 aan 't bewind het besluit is dus gauw getrokken. Het artikel van Daily Telegraph be rust overigens op een offiJieel document het verslag vau M. Raiskes, secretaris der Eugelscbe ambassade te Brussel. Hij wijst er eerst op dat, alhoewel de bevolking van geheel België bijna niet grooter is dan die van Londen, op de spaar- en lijfrentkas iu 1885 gestoit was 7 V* millioen p. st., terwijl in 1899 die som roods gestegen was tot 24 millioen p. st. zegge 600 millioen fr. De Belgen, leest men verder in het ver slag van M. Raiskes, hechten een groot gewicht aan het beroepsonderwijs. Daar het eene kwestie is, in alle landen aan de dagorde staande, roept de schryver er dan ook de bijzondere aandacht op iu en zegt Op het laatste Ingenienrscongres te Brussel heeft dan ook M. Rombaut, alge meen opzichter van het beroepsonderwijs, met de statistiek in de baud, bewezen dat bet getal van 40 nijverheidscholen met 8000 leerliugeu in 1S80, België geklom men is in 1900 tot 553 vakscholen met 40,000 leerlingen. De Précurseur beefr ditmanl de gewone tirade tegen de clerikale dompers voor zichtigheidshalve achterwege gelaten. Deze beoordeeling van een buiten- landsch diplomaat is te vleiend, opdat wij ze niet zouden bekend maken, als ver stokte vijanden van het volksonderwijs die we zijn. Heerschap Aloïs De Backer. Het art 81, titel VI, der wet op de ge meenteverkiezingen luidt Het lid vau het gemeentekorps dat eene of andere der voorwaarden tot kiesbaarbeid verliest, houdt op deel te maken van den raad. Onder de voorwaarden tot kiesbaarheid treft men aan, Art. 65, titel V, 3° zijü woonverblijf in de gemeente hebben. Sieur Aloïs De Backer, volksvertegen woordiger door de gratie der liberalen, werd bij beslissing van 't Collegie van Burgemeester en Schepen van de kiezers lijsten van Denderhautom voor 1898 1899 gescbrapd om rede bij zijn woonverblijf naar elders had overgebracht, in andere woorden, zijn woonverblijf te Denderhau- tem had verlatem. Tegen die beslissing werd door sieur De Backer geen verhaal aangeteekend. Uit kracht van 't art. 81 hierhooger beroepen is het mandaat van gemeente raadslid waarmeè sieur De Backer be kleed was, vervallen, of liever heeft hij geen recht meer in den Gemeenteraad te zetelen. Op 30 Juni 1900 heeft sieur De Backer opnieuw zijn woonverblijf te Denderhau- tera gevestigd. Niettegenstaande de uitdrukkelijke be palingen der kieswet blijft sieur De Backer maar in den Gemeenteraad zetelen. Reeds nam hij, zonder eenig recht 10 maal zit ting iu den Gemeenteraad. 'l Is als of de kieswet voor sieur De Backer niet ware gemaakt En zou 't art. 227 van 't strafwetboek soms ook Diet toepasselijk zyn?.... Nu, sieu. L). Backer, die advocaat i3, die de pretentie heeft van wetgever te zijn, die gedurig de les aau iedereen voor spelt, moet toch wel kunnen oordeelen dat hij eenvoudig een indringer is als hij in deu raad der Gemeente Denderhautem zitting neemt. Waarlijk men begrijpt niet waarom de hoogere Overheid niet tusschenkomst om aan die wetsverkrachting eeu einde te brengen.... Twee weerdige gezellen! Wij spreken van Vooruit en Klokke Roeland. Hunne ezelarijen gaan we niet weêi leggen het zijn leugens van't bo gin tot 't einde. Klokke Roeland 18 Augusti 1901. De gebeurtenissen in Spanje moeten de klaarzienden doen nadenken. Een volk dat eeuwenlang door de monuik- ken is uitgebuit, ontaard en verslaafd geweest, rijst uit zijn dolce far niente op cn spant zijn laatste krachten in om het juk af te werpen. Dit diep gods dienstig en bijgeloovig land aarzelt Diet kloosters in brand te steken, mon- nikken en nonnen te mishandelen en te verjagen, processies te storen en kerken te plunderen. Dat heelt 't gespuis gedaan, aangezet door 't geld der vrijmetselaarsloges. Klokke Roeland gij besmeurt uw geweteu met slijk te gooien. Hoeveel framassons- geld, judaspenningen heeft dit artikel aan den schrijver opgebracht? Een verkochte slaaf alleen doet zulk werk. Nu dezelfde klank en toon in Vooruit 18 Augusti 1901. Van de fiere Spanjaards heeft zij, de Kerk, een volk van bedelaars en luiaards gemaakt. Doch over een drietal jaren zijn de colouiëu tegen de Spaansche onder- drukking en uitbuiting opgestaan en hebben zich grootendeels losgerukt. Daardoor verloor Spanje een groot deel van zijn bestaanmiddelen, n Maar nu gepraamd en opgezweept door nieuwe sociale toestanden, keert het zich tegen de Kerk en tracht aan bare klauwen te ontsnappen onder deu kreet van Leve de vrijheid Italië en Frankrijk staan insgelijks op om de vrijheid te verdedigen die zal bedreigd worden zoolang de Kerk eene macht zal zijn. n Ezelarij van belang. Niet waar Klokke Roeland en Vooruit zijn weerdige gezellen. En zegt nu nog dat de groenen met geen socialistisch sop zijn overgoten. Alhoewel zij er blij om zijn, toch zullen wij het herhalen. Oh wat kwaad hebben die groenen al gesticht Nieuwe brandstof. Als de kolen- voorraad uitgeput raakt, is er geen vrees dat wij den pot niet zullen kunnen koken. Gelijk men vroeger briketten uitvond in saamgepersteu petrool heeft men er thans uitgevonden ook bougies in saam gepersteu alcool. Proefnemingen met de nieuwe brandstof schijnen goede uitslagen opgeleverd te hebben. Zondag hield do Belgische Volksbond zijn 10d® jaarlijksoh Congres in het prachtig oude Brugge. Het Congres is opperbest gelukt, talrijk waren de deelnemende maatschappijen die met vlaggen en standaards aan de stoeten deelnamen. Om 11 uren begonnen de afdeelingen hare werkingen. Om 12 1/2 werden de congressisten ontvan gen iu den Catholiekeu Kring, en verwelkomd door M. Van Ockerhout, senator, die de con gressisten begroette als broeders en als de jongste zonen der groote catholieke familie. M. Arth. Verhaegkn zegde in zijn antwoord gelukkig te zijn over het woord broeders. n Zoo aanzien wij het ook, zegde hij; allen zijn wij zonen van het groot catholiek huis gezin, gij de oudsten, wy de jongsten. Steeds zullen wij uwen ïever en uwe ge trouwheid aan het catholiek vaandel tot voor beeld nemen Catholiek zijn in alles, catho liek zijn voor alles (Toej.) De voorspoed is niet te vinden noch in het verloeilijk liberalism,noch in 't hatelijk socia lism; alleen in den godsdienst. (Alg. toej.) Algemeene vergadering. Op de algemeene vergadering welke bij zonder talrijk werd bijgewoond, het woord werd gevoerd door MM. Stock, Schramme, schepene, die de deelnemers welkom weusch- ten. M. Verbaegen sprak er over de ver- schillige goede sociale wetten door de catho lieken gestemd of nog in bespreking. Hij valt hevig de socialistische leerstelsels aan, waar van er niets overblijft dan dwingelandij op gebied van school, wijsbegeerte, leger, voor zienigheid enz. en de vrijheid van zedeleer, om het huwelijk te vernietigen. De catho lieken, zegt spreker, stellen daartegen een programma van vrijheid en vereeniging, ge steund op den Godsdienst. M. Verhaegen deelt vervolgens den brief mede aan Z. H. den Paus gezonden en die de verkleefdheid van den Volksbond aan de Kerk verzekert, Een telegram wordt gezonden aau Z. M, den Koning, als verzet tegen de socialistische aanvallen, tegen het koningdom, en dankt Z. M. voor het goed bewezen aan de werklie den door het openen van uitwegen voor de nijverheid. (Toejuichingen). Mgr Waffelaert, Bisschop van Brugge, ver* heugt zich over de eeuheid tusschen de catho lieken bezegeld. Hij wenBcht dat er gewerkt worde om de christeue wellevendheid meer te doen heerschen en den ru wen aard van het volk te verzachten. Tevens drukt hij, evenals de heeren Levie, volksvertegenwoordiger van Charleroi, en Monsset van Brussel, eenen wensch uit ten voordeele der Zondagrust. Verschilhge sprekers voerden nog het woord, waartusschen M. De Groote, volks vertegenwoordiger, Oostende, over de vis- schersbelangen M. Van de Berghe, timmer- mau te Brugge, over het vakonderwijs en M. Vliebergh, advocaat te Leuven, over de Boe- renvereeDtgingen. De zittiug wordt ten 3 3 4 uren geheven. Op de sluitvergadering van maandag werd het woord nog gevoerd door MM. Standaert, provincieraadslid; Melot (zoon), advokaat te Namen, De Schepper, advocrat te Brugge, Renkin, volksvertegenwoordiger, Lemuiens, Feuillen, werkman te Brussel, Vau Hoore- beke van Mechelen, Winkelier eu Backx, van Antwerpen. Al de Viaamsche leden van het congre hebben in 't Vlaamsch gesproken. Jen zonderling geval van télépa- Ibie wordt dour Spectator gemeld. Een inwoner van Devonshire zag ia nen droom zijnen zoon gewond worden door de Boeren en naar een veldhospitaal vervoeren. Eenige dagen later vernam de vader vau bet War offieedat zijn zoon wel werkelijk gewond was. En na genomen inlichtingen bleek bet geval juist zoo gegaan te zijn, als de vader het in zijnen droom bad gezien. Aalst, 28 September 1901. Uitvoeren gaat lastig, bslooven integen deel is uiterst gemakkelijk men mag het zelfs stout wanneer men voorziet nooit in staat gebracht te worden zijn woord te moeten houden. I)at stellen wij dagelijks vast op politiek gebied en namelijk bijzonder in zake der pensioeDkwestie. Zoo vindt men politiekers die aan ieder een een schoon pensioen beloven als zij maar Z. A. S. kiijgen. De hervorming van 't stemrecht in den zin die zij wen- scheu is de voorwaarde er te komen, Dan, roepen zij uit, zal alles beter gaan, zal de wereld op wielkens loopeu eu ge zult een pensioen hebbeu van 0,50, van 75 centiemen, zelfs van één fiauk. Dat pensioen zal u betaald worden op zestig jarigen ouderdom. Natuurlijk zal het ziju zonder vooraf gaande stortingen. Men zal een rente hebben zonder daarvoor ooit een centiem to hebben opgeofferd, te hebben gespaard. Schoon, niet waar; lievo lezer, en dat allc-s als ge maar Z. A. S. begeert. Hoe eenvoudig 1 En wie watertandt er niet op zulke schitterende voordeeleu van dat onnoozel stemrecht? Op papier gaat alles gewillig maar iaat ons nu een weinigsken onderzoeken hoe dat beloofd paradijs van geluk eu wel stand er in wezenlijkheid uit ziet, li sver, of het gei ue kasteelen in de lucht zijn. Zonderling de ridders van 't waai pen sioen zoo ze zeggeü spotten bitter met de edelmoedige gunst aau do oude meuscbeu vau meer dan 65 jaar door ons Catholiek Bestuur geschonken. Negen cents daags roepen zij uit, 18 centiemen, nog niet genoeg voor deu koffie. Stellen wij alras vast dat het volk die spotters niet is gevolgd eu dat het uit ganscher harte dankbaar is voor hetgeen de Catholieke Par tij deed. Dat hebben ze gezien en de kaart is gekeerd. Het zoo bespotte pensioen is slechts toegestaan dank aan de werking dier groote poli tiekers. Weet ge, lieve lezer, wat dit eenvoudig pensioeu jaailijks kost aan den Staat Vele kleiutjens maken een groot en dat is hier voorzeker waar, want lijk wij ge lezen hebben komt het op meer dau elf millioen, op 11.275,000 fr. I Daar is nog al aau te tellen Laat ons nu eens berekenen wat aan het Land de beloften zouden kosten van onze demagogen, zoo verlekkerd op de gunst van het volk. Zij beloven of vijftig centiemen, of vijf- eu-zeveutig centiemen of zelfs één frank. Gij ziet onr den helft verschil. (Land van Aelst 8 Sept. 1901.) Aannemende dat al de ouderlingen die nu gepensiouneerd zijn, ook bij de dema gogen die gunst zouden genieten, zou Chetwynd>Park. 39® vervolg. Doch wat was dat Weinigo schreden voor zich uit op de plek waar een breede laan in den amallen weg uit liep, zag lord Chetwynd iu heldere maan licht eon witgekleede gestalte staan, welke hem het gelaat toekeei de en de armen naar hem uitstrekte. Als aan den grond genageld bleef hy staan Ja, het was Bernice, zijne geliefde, zooals hij ze voor eenigen tijd zag, het was diezelfde verschijning, die het geloof aan geesten iu hem deed versterken. Iedoren trek van dat schoone gelaat ver mocht hij in het maanlicht duidelijk te zien en de uitdrukking er van greep hem auu. Zelfs in den hemel is zij zonder mij niet gelukkig, dacht hij, zij verlangt naar my, evenals ik naar haar. n Hy waagde het niet vooruit te treden, uit vrees de verschijning te verjagen als aau den grond genageld bleef hij daarom staan en hield zijn adem in. Deze ontmoeting was niet in den zin van Bernicedaarover was zij evenzeer vercast rIb Chetwynd. Zij had al den tijd na hare verschijning in een afgelegen gedeelto vun Chetwynd-Purk doorgebracht en iu dezen schuilhoek, welken Monk niet kon vinden, een treurig bestaan gehad. Bij haar aanblik was Chetwynd iu verruk king, maar zij zelve was met schrik vervuld. Zij sidderde uit vrees van ontdekt te wor den. Eenige oogenblikken aanschouwden zij elkaar met eigenaardig stilzwygen. Chetwynd ademde zwaar, zijne oogen puilden wild uit de kassen en plotseling sprong hij, zonder een woord te spreken vooruit en rende op haar toe. Instinctmatig week Bernice achteruit.Maar hij vervolgde haar met ijver eu zij kon haast zijn adem hooren, zoo snel vloot hij haar na, als ware hij beslolen, haar te grijpen. Bliksemsnel sloeg zy de breede laan in en vlood als eeu opgejaagd hort want liever wilde zij sterven, dan zyn geluk aan Sylvia's zijde te verstoren. Toen zij eeu nan wen zijweg bereikte, nam zij haar kleed bij elkaar, hulde zich in haren langen zwarten mantel en ver borg zich achter een boom. Chetwynd rende iu blinden loop verder, den zy weg voor by. Bernice wachtte tot hij verdwenen was. Sidderend sloop zy een oogenblik later uit haar schuilhoek te voorschijn en trad weer de laan binnen. Zy keek niet achter zich, anders zou zy de groote, magere gestalte van de oude Ragen gezien hebben, die zwijgend langs het pad gleed. Maar Ragen zag en herkende haar. En plotseling toen Bernice voortschreed eu Chetwynd reeds weg was sprong het oude wijf te voorschijn en stortte zich op Ber nice, die voor den grond gesleurd werd. Eindelijk, eindelijk heb ik u fluisterde de oude, Bernice stevig vasthoudende, thans zullen wij afrekenen De plotselinge val verlamde de markiezin van Chetwynd voor eene wijle. In het eerste cogeublik kon zij niets doen, dan zich aan een dunnen boomstam vastklemmen, terwijl haar de vreeselijke vrouw de dreigende woorden toefluisterde, sissend als eene slang. Bernice stootte een schreeuw uit. Vol schrik sloeg zij in hare wanhoop met kracht rond zich heen. klaar weldra kwam zij tot de ont dekking, dat zij in de ijzeren klanwen van zulke tijgerin slechts een weerloos kind was. Ragen was woedend. Eindelijk kon zich Bernice een weinig oprichten. Wie zyt gy fluisterde zij. ••Ik ben het de oude Ragen was het sissend antwoord der Indische. De uitdrukking in de oogen van Bernice toonde angst en schrik. Nogmaals beproefde zy los te geraken dan fluisterde zij Wat verlaugt gij van mij Waarom mij aldus overvallen n Misschien denkt gij dat ik u niet ken, hernam de andere hoonend. Ik was het, die u voor eenige weken de sjal van de schouders trok, ik ken u, fijne lady. Meu waant u dood; gij laagt zés dagen iu lijkgewaad en toch vind ik u hier levend Gij zijt het in levenden ly ve, de markiezin van Chetwynd. Hoe komt het, dat gij leeft, ofschoon gij toch als eene doode betreurd wordt n Bernice sloeg de angst om het hart zij was verward en sidderde nog altyd. Spreek op n schreeuwde het oude wijf, terwijl zij haar hevig schudde. Loochent gij misschien dat gij de markiezin zijt De gezworen eed verhinderde Bernice zich bekend te maken. u Spreek dan n hornamzij, of ik breng u in het huis bij den lord. ltageu was niet voorbereid op deu schrik, dien deze woorden te voorschijn riepen. Bernice zuchtte smartelijk en greep de oude bij den arm. u Neen, neen n riep zij uit. Daarheen niet, om 's hemels wil daarheen niet Wat wilt gij van mij Uit uwen mond vernemen of gy Lady Chetwynd zijt 1 Neen, het kan niet n Het is ook niet noodig, ik ken a. Wie heeft u uit de doodkist bevrijd Bernice sidderde en zweeg. Was het Gilbert Monk. Geen antwoord. u Ik weet dat hij het was, gy ontkent dit mot art Monk was het, die u uit het graf redde. Wat is met u gebeurd gedurende nwe ziekto Hoe kon hij n bevrijden r Waarom vraagt gij mij dit alles n vroeg Bernica. Ik kan u niet antwoorden laat mij gaan. In het geheel nietsprak de Indische vrouw, die besloten was om uit te vorschen, in hoeverre Bernice afwist van den schandelijken aanslag op haar leven waot zij hield het voor mogelijk, dat Gilbert haar de waarheid gezegd had. Zeg mij, wat is er gedurende uwe ziekte met u voorgevallen Bernice sprak geen enkel woord. De plotselinge schreeuw van een vogel deed beiden opschrikken. Zij waren in de meening dat lord Chetwynd terugkeerde zij luister den, maar ge6u gedruisch werd meer gehoord. De lord was niet in de nabijheid meer. Wij kunnen hier gestoord worden, sprak Ragen. Volg mij. Gij behoeft niet te vreezen ik zal u geen kwaad doen. Zij val te Bernice nog steviger bij den arm en ijlde met baar iD de duisternis over een smal zijpad Zij doorschreden gedeelten van het Park, - Bernice ;ot nu toe nog niet ge zien had ru v?a cr eindelijk aan den rand van eeu kleinen vijver die in den winter tot schaatsenrijden gebruikt werd. A.ui -ne zijde van den vijver, stoul een huisje, 'pgetrokkenin Zwitserschen i!.i ugte liep er aen balkon ombec De bovenste kamer was gemeubeld en geslo ten. Maar de onde Ragen, sluw als zij was, had zich in den laatsten tyd van de noodige sleutels voorzien. Bernice kende dit huisje. 7:j had het wel eens bezocht met haar gemaal, maar langs een anderen weg. De oude Rfgen sleurde hare prooi tot op het balkon, d»' .u de schaduw lag. Daarna begaf zij zieïf naar de deur en bleef aldaar staan. Er stonden vele stoelen en rustbanken op het balkon. Ragen plaatste haar gevangene op een sopha, nam naast haar plaats en hield haar vast. Zij bevonden zich aan den waterkant en konden van geen zijde gezien worden. Dicht bij aan den voet van het huisje lag de vijver en aan den anderen kant zag men den donke ren oever. Wij zijn hier alleen, n sprak Ragen op verschrikkelijken toon, Alleen, Lady Hoort ge «Ja stamelde Bernice, wij zijn alleen. Zijt gij bevreesd Neen, waarom zou ik bevreesd zijn Maar alles is zoo vreemd. Laat mij gaan Ra gen, o, laat mij toch gaan Zoo is het goed, nu weet ik, dat gij Lady .hetwynd zijt, want gij noemdet mijn naam. v mg ik nog eens en voor het laatst wat is ei i iet u geschied gedurende uwe ziekte n (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1