1 N: n r Donderdag 3 October 1001 3 centiemen per nummer 36,e Jaar 3611 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst m Zondagrust. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De Kunst der Volksmenners. Het reglement der Kamer. Vlaamsch incident voor den krijgsraad. DE DENDERBODE I Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onde jagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week Joor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes laanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving indigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont- t (ragen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, i in alle Postkantoren des Lands Culque suiim. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamera fr. 1,00; Vonnisse ep 3« bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreerode landen zich te wenden ten Bureeie van dit blad Aalst, 2 October 1901. Het zal voorzeker Diet overbodig wezen Dgmaals te herhalen dat, wij, Catho- ebeD, geenszins de gewetensvrijheid illen krenken als wij vragen dat de jndagrustjUit kracht eener wet,zou ver- ichtend zijn. Deze wet zou niet ten doel hebben alle erk des Zondags te verbieden met ver- icbting van de oefeningen der eere- ensten by te wonen, maar wel om aan i werkgevers te beletten van hunne erklieden te doen arbeiden als ze goes- üg hebben wat uit te rusten. Verre van de gewetensvryheid te kren- en zou deze wet ze waarborgen zij zou sletten dat de werkgevers er zich zouden gen verzetten dat hunne werklieden BDne godsdienstige plichten volbrengen werklieden die zicb met de godsdien- ge plichten niet bekommeren zouden n ook de vryheid bezitten van te irken. De liberalen die den werkman als een acbien beschouwen, komen tegen zulk De wet op. Maar waarom?Met de gewetensvryheid ikommeren zij zich zoo zeer als met de ide manen. De Kerk bestrijden, de dsdienstige plechtigheden tegenwerken tis de eeuigste bekommernis... De gezondheid en het welzijn der wer- rsstanden wat raakt hun dat wat zij rlangen is dat de kerk ledig blijve, lar dat de werkhuizen in volle werking n dat is voor onze liberalen het bijzon- rste. Als er den Zondag niet wordt ge- erkt dan brengen de menschelijke meka- eken bun ook niets op. Gelukkiglijk zijn de roode socialisten p een ander gedacht en sluiten zij zich i ods, Catbolieken, aan om de verplich- ide Zondagrust te eischen. De liberalen schreeuwen op allo tonen t de Zondagrust ons Zondagen zou ver- bafiV n gelijk in Engeland, die daar ware gen van verveling zijn en op de welke in dan noch eten noch drinken vinden Dat weten de liberalen ook, maar dit belet bun niet te liegeu om hunne gods diensthaat te kunnen botvieren en de werklieden als mekanieken uit- te buiten I 'waasheid 1.. In Engeland vindt men zoo sl des Zondags als op alle andere dagen eten en te drinken naar hartelust, iar de Engelscben makeu vau deu Zuu- ig gebruik om zich aan den buiselijkeu rd te verlustigen, wanneer 't weder het )t toelaat wandelingen te doen. DeZon- j is voor hen een ware dag van rust, st voor het lichaam, rust voor den ;st na de welke zy des Maandags met nieuwde krachten het werk kunnen rnemen. E Z OO W M MAAI) hI' V 1 11) Q naar het Engelsch. sch .60 pi 40"' irvolg. Dat blijft dus afgesproken. Ik zou u arne een goeden dienst bewyzen alvorens scheiden, en ik meen dit te kunnen doen alle geval, zoo ge nog wat bij mij blijft, ik u een ambacht leeren, dat u helpen d, wanneer alle andere u in den steek Wat, ketellappen en messen slijpen. Juist zoo, en geloof me, zoo ge zeker It zyn van nw brood te winnen, zult ge een ïbacht kiezen, waarin ge van niemands illen of bescherming afhangt. Ketels, myn igen, zullen altijd verslijten, en messen en aren bot worden, en daarom is dit zulk a goed ambacht. Ik heb er vele beproefd, er is geen enkel, dat mij zoo goed bevalt, i na wij toch gegeten hebben, kunnen wij ingoed eens uitzien naar een nachtverblijf, nt ik denk, dat gy liever niet onder den toten hemel wilt slapen, ofschoon ik dit Paul De Witte geeft in zijn werk eene nota over de kunst om het volk te leiden of liever om snullen op flesschen te trek ken waarvan Anseele en Vaabeveren vooral het geheim bezitten. - Daarisgeene bijzondere kunst voor noodig, schertst de gewezen opsteller van Vooruit en daar het volksleiden thans een vak schijnt te worden waarop hoe lan ger boe meer personen en van alle gezind heden zich toeleggen, willen wij ten gerieve van alle tegenwoordige en toeko mende volksleiders hier eene kleine band leiding geven. Wellicht bewijzen wij hiermede allen die op zoek zijn naar eenen naam en een baantje eenen gewicbtigen dienst. De kandidaat-volksleider moet alle gelegenheden aangrijpen om van zich te doen spreken zijnen naam in elk num mer der werkmandsbladen op elke blad zijde doen prijken in alle volksvergade ringen het woord gaan voeren, luid roe pen, heftige gebaren maken en beurtelings eenen geestigen, droeven of hartstochte- lyken toon aanslaan eentoonigheid jaagt dadelijk alle toehoorders weg Wat de man vertelt komt er weinig op aan als hij slechts verzekert dat hij de men- schen gelukkig zal maken zoo gauw men hem aan de macht helpt. Ook mag hij niet vergeten gedurig op zich zeiven te stoefen en te zeggen dat bij zich gestadig opoffert voor het volk de groote hoop gelooft het altijd hij moet daarbij zorg dragen de concurrenten uit te schelden voor bedriegers. Zoo wist Anseele wel te zorgen dat zijnen naam soms zeven maal in de gazet gedrukt werd als hij er nog geene enkele maal in noodig was. Van kwakzalvers is wel wat te leeren om de guust van het publiek te winnen, besluit Paul De Witte. van Vlaanderen is er tot heden nog op intrest geplaatst 48,603 frank 47 centie men. Die som is voldoende om aan al de aandeelhouders het geld dat zij gestort hebben, het zij 48,100 frank volledig terug te geven. Er blijft nog eene som van 503 fr. 47 centiemen, welke noodig zijn zal om de likwidatiekosten te dekken. Deze uitslag is met langdurige toejui chingen begroet geworden. Provinciale Tentoonstelling van Oost - Vlaandoron, Gent, 1899. Vrijdag namiddag zijn de aandeelhouders der naamlooze maatschappij Gent-Ten toonstelling, in algemeene vergaderiug bijeengeroepen om over te gaau tot de De ontvangsten beliepen 593,123 frank 62 centiemen en de uitgaven bedroegen 544,524 frank 71 centiemen. In de Bank dikwijls liever doe. Krui dus den wagen voort en ik zal mijn oud kwartier gaan opzoeken. De scheresliep wandelde het dorp in, ge volgd door Jos, welke den wagen kruide, tot zy stil bleven bij eene hoeve, waar men hem terstond herkende en welkom heette. Jos kreeg bevel den wagen onder een afdak te kruien, en volgde toen den ketellapper in de hoeve. Deze verhaalde zijne geschiedenis, welke groote verbazing en verontwaardiging opwekte, klaagde toen over hoofdpijn en be gaf zich ter rust, terwijl Jos met de kinderen speelde. Zij aten daar en sliepen er dien nacht, zonder dat de menschen er iets wilden aannemen. Den volgenden dag was de ketel lapper geheel hersteld, en na voor zyne gast vrouw een paar ketels gelapt eu al de messen geslepen te hebben, vertrok hij, gevolgd door Jos met den wagen. Na ongeveer een paar mijlen te zijn voort gegaan, sprak de ketellapper. Kom mijn jongen, laat ons wat rusten, want gij moot wel vermoeid zijn van dat wiel te kruien. Ik zou het zelf hebben gedaan, maar ik gevoel my nog wat stijf, het is toch erger geweest dan ik gedacht had. Hier is een zonnig droog plekje, laat ons hier wat gaan liggen, en ons over niets meer bekommeren Ik bon een wijsgeer, weet ge wat dit is Ik weet het niet al te best, een zeer ver standig goed man, ia het zoo niet De herneming der parlementaire werk zaamheden is op handen. Men heeft zich afgevraagd of de eerste zorg der Kamer niet zou zijn tot de her ziening van haar reglement over te gaan. Ik meen te weten dat, zonder het nut dezer herziening te betwisten, het gouver nement zal aandringen opdat de Kamer onmiddellijk de bespreking der militaire hervormingen beginne. Deze gestemd zij ode, zal niets beletten dat men gevolg geve aan de voorstellen, uitgaande van het parlementair initiatief en welke strekken om de Kamer te waar borgen tegen de hernieuwing der schan dalige tooneelen, die den laatsteu zittijd gekenmerkt hebben. Indien de meerderheid het nuttig oor deelt den voorzitter te dien einde te wape nen met uitgebreider macht. Indien zij deDkt togen de woolmakers strenge tucht straffen te moeten uitveerdigen is het zeker de regeering niet, die er zich zal tegen verzetten. Maar er kan in den loop vau den gewo nen zittijd in die maatregelen voorzien worden, 't is te zeggen na den tweeden dinsdag van November. Het zou zelfs nogal logisch zijn, al de interpellaties tot dien datum te verschui ven, aangezien de Kamer, toen zij besliste in October te zetelen, voornemens was die zittiugen te wijden aan het onderzoek der militaire kwesties. Opdat deze wil der Kamer volbracht worde, zal men noodzakelijk de interpel laties moeten verdageu, waarmee de min derheid stellig zal voor den dag komen. Men vergete het niet, zoo de laatste zittijd zoo lang en zoo ouvruchtbaar tevens is geweest, is I-et omdat de parle mentaire meerderheid zich al te goedwil lig heeft geleend tot het bespreken der iuterpellaties, nu eens uitgaaude van de liberale liukerzijde, dan weer vau de socialistische. De rechterzijde is aan hare eigen waar digheid en aan het land verschuldigd, zich niet lauger ten speelbal te geven aan de oppositie. Handelsblad Wij lezen in de Gazette van Gent Men weet dat, sedert het wijzigen van het wetboek van militaire rechtspleging, onze taal voor de krijgsrechtbanken meer gebezigd wordt dan vroeger. Thans worden de zaken verdeeld in Vlaamsche en Fransche het is te zeg gen dat voor de Vlaamsche betichten de heele proceduur in het Vlaamsch is, en voor de Walen is de proceduur iu het Fransch. b Op eene der laatste zittingen van den krijgsraad van Oost-Vlaanderen deed zich een incident voor. b Bij den aanvang der zitting, verzocht M. de voorzitte M. den krijgsauditor, te trachten zoo weinig Vlaamsche zaken mogelijk - aan den Raad te onderwer pen. In andere woorden, wilde dit zeggen, dat de Vlaamsche proceduur zoo weinig mogelijk diende te worden toegepast. - M. De Groote, substituut-krijgsaudi- tar, bekleedde den zetel van het openbaar ministeriehy verklaarde dat, wat hem persoonlijk betrof, hij aan do vraag van M. den voorzitter niet zou voldoen. Hot is mijn plicht, zegde hij, de Vlaamsche proceduur toe te passen, zoo haast een Vlaamsche soldaat, vooral als deze laatste weinig of geen Fransch ver staat, iu betichtiug moet worden gesteld. De rechteu der Vlaamsche soldaten moe ten dezelfde zijn als diegene der Waal- sche zij moeten de taal verstaan waarin zij worden beticht en ondervraagd, en het staat hun vrij, eenen advocaat aan te stellen die zich voor hunne verdediging van deze of gene taal wil bedienen. Verder liet de achtbare magistraat verstaan dat al de officieren het zich ten plicht moesten rekenen, de taal hunner Vlaamsche onderhoorigen t- leeren. klachten of wel kaD men de wagons niet bekomen die reeds sedert lang gevraagd zijn, ofwel, is men er in gelukt eenen te zijner beschikking te hebben, het gebruik is er nogtan» niet van verzekerd, want meermaals kunnen de vrachten hem niet naderen. Het ware te wenschen dat in de Koop- warenstatie wat meer orde gesteld wierd, omdat zooveel mogelijk de verzendingen regelmatig zouden kunnen geschieden. Buitengewone werken vragen ook buiten gewone maatregelen. Kan de Kamer van Koophandel zich met deze zaak niet bemoeien Niet geheel en al, iemand kan een wijs geer zijn zonder dat hij heel goed of heel ver standig is. Een wijsgeer is iemand, die over niets zaagt, die met weinig tevreden is en nooit iemand benijdt, die beter af is ten minste dat is myne wijsbegeerte. Ge ziet mij verwonderd aan, jongen ik merk wel dat het u vreemd voorkomt eenen ketellapper zoo tehooren spreken maar gij ,moet weten dat ik een ketellapper ben uit vrije verkiezing ik heb te voren allerlei betrekkingen gehad, wolke mij allen tegensloegen. Wat zijt gij zoo al geweest Mijn vader was een heer, en tot mijn veertiende jaar waB ik een heer, of liever een heerenkind toen stierf hij, en dat stieltje was afgeloopen, want hij liet uieta na. Myne moeder hertrouwde en liet mij aan mijn lot over zy deed mij op een kostschool eu de meester hield mij daar een jaar lang, inde hoop van betaald te zullen worden maar niets meer van mijne moeder hoorende en niet wetende wat met my aan te vangen, stelde hij mij eindelijk aan (want hij was een goed man) als ondermeester op zijne school ja, ziet ge, myne opvoeding was goed geweest en ik bezat de noodige bekwaam lieden. Des morgeus mocht ik mijnheer en madame en de groote meesters aan tafel bedienen, maar moest overal zelf afblyven. Ik onderwees Latyn en Engelsch aan de kleine jongens, AALST. Koopwarenstatie. Dat door de veranderingen v .thans gebracht wor den aan de Koopwaren- statie het laden en lossen tijdelijk eenig- zins belemmerd wordt, kan men allicht verontschuldigen doch dat de verzendin gen belet worden,dat wanneer men zware stukken op wagon wil doen laden, de bedienden van den IJzcrcnweg moeten antwoorden dat er noch ophaalkraan noch oprit (rampe) ten dienste staat, zulks is ouverstaanbaar. Kunnen de werken dan toch niet ge schikt wordeu in dezer voege dat hunne uitvoering de belangen van handel en nijverheid binnen onze Stad niet zou te kort komea Al te dikwyls hoort men Sprekend booglicht. Ia de ver gadering van Duitsche natuurkundigen en geneesheeren, welke deze week te Ham burg is gehouden, heeft professor Simon, van Göttingen, een proef getoond, welke algemeen opzien heeft gewekt en wellicht zeer belangrijke toepassingen kan vinden. Op het dsk vaD een der gymnasia was een electrische booglamp geplaatst, die haar licht naar alle richtingen kon doen schijnen. Dat licht werd door eon grooten reflector gericht op het dak van het labo ratorium voor natuurkunde, op éón kilo meter afstand. Daar werd het door een hollen spiegel opgevangen en terugge kaatst op eeu element van selenium, waaraan eeu telefoondraad was verbon den. Zoodra nu op het dak van het gymna sium tegen de booglamp werd gesproken, waarbij de luchttrillingen dan op het electrisch licht inwerkten (zonder dat zulks echter voor het oog waarneembaar was), bleek het selenium voor die licht- wijzigingen zóó gevoelig te zijn, dat het door de daaraau verhouden telepboon de op een kilometer afstand gesproken woor den duidelijk overbracht. Hierin had men dus een nieuwe wijze vau telephoneeren zonder draad voor zich, welke wellicht eenmaal in de practijk groot nut zal stichten. Dat is beter. Men heeft zich afge vraagd of België ook het nieuwe Duitsche stelsel niet zou toepassen, van de heen- en weerkaarten voor langen tijd geldig te makeu. In Duitschland is, zooals men weet heen- en weêrkaart tegenwoordig geldig voor 45 dagen. In Zwitserland heeft men dit stelsel ook onderzocht en men is tot het besluit gekomeu, dat het beter is, die heen- eu weerkaarten in eeus af te schaffen en de enkele reiskaarten goedkooper te maken. Daarin bestaat eerder de logische en democratische oplossing, zegt men daar, zonder er zich mee te bekommeren of een reiziger binnen drie dagen of binnen drie maanden naar huis terugkeert. welke scheeve gezichten tegen mij trokken en spelden met gebogen pennen in mijnen stoel staken ik was het eerste op en het laatste te bed. Ik moest naar buiten loopen als de kie kens kakelden, opdat de jongens de eieren niet zouden stelen ik moest de kinderen van madam dragen, de gebroken glazen betalen, als ik den dader niet kon vinden de schuld van alles krijgeu en op eeu honderd jongens passen dat alles voor 40 pond sterling per jaar. Ik bleef er twee jaar, en had toen juiBt 6 pond boGpaard, waarmode ik do wijdo we reld ingiug. Gelyk gij nn nog doet, sprak Jos lachend. Wacht maar, en luister liever. Ik zocht overal, maar niemand had een goed opgevoe- deu jongen noodig. Eindelijk vond ik eene plaats als bediende in eene herberg aan den grooten weg, waar ik den geheelen dag van het eene tafeltje naar het andere moest loo pen, en alle menschen moest bedienen, terwijl de groote knecht al het drinkgeld opstreek. Nochtaus, ik markte daar eenige kennissen, en werd klerk by eenen graanhandelaar, maar hij ging bankroet, en ik kwam hij eenen ma&lder, waar ik altyd vol meel zat. Vau dezen kwam ik bij eenen kolenkoop- man en werd na eenigen tyd door een geluk kig toeval scheepsklerk op eene oorlogsbrik ik kruiste gedurende zes maanden in het Ka- i naaimaar ik zag dat ik niet vooruit kon komen, en het gedwongen leven verveelde mij zoodra wij dus aan wal kwamen en ik mijn geld ontvangen had, deserteerde. Toen werd ik winkelbediende bij een lakeukoop- 5 man, en daarna magazijnier, doch dat werk was te hard. Eindelijk kwam ik bij eenen blikraaker en loodgieter, en hier leerden mij de werklieden een en ander. Ik spaarde tot ik mij een wiel kon koopen en trok er toen van door om als ketellapper en scheresliep een vrij en onafhankelijk leven te leiden. Maar mij dankt, dit is toch een veel mindere stand. Daarin vergist ge u grootelyks, dat zijn niets dan vooroordeelen. Iedere stand is def tig, als men zich er goed in gedraagt. Maar gij moet toch maar weinig ver dienen. Ook daarin vergist gij u. Gij kunt niet begrijpen hoevoal versleten of gebarsten ke tels en hoeveel botte messen en scharen er in de wereld zijn. Mededingers heb ik niet te vreezen, want iedere ketellapper heeft zijn eigen distrikt, waar een ander niet mag komen. Tweemaal per jaar ga ik al de dor pen, vlekken en gehuchten van mijn gebied rond, en win dan genoeg om het overige van den tijd deftig en onbekrompen te leven, ge lijk gij weldra zult zien. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1