1 Donderdag 17 October 1901 5 centiemen per nummer 56s" Jaar 5615 Huurlingen. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't-Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Ferdinand BOONE. Revolutie op papier. Werkieden die in 1843, 1844 of 1845 geboren zijt Üit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onde* gteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week or de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes landen; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving idigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont ogen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, in alle Postkantoren des Lands Guique auum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3' bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen 1:1 accoord, Niet opgenomén handschriften wordco niet teruggestuurd Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel© van dit blad Aalst, 16 October 1901. Overigens hebben de feilen uitspraak Het verslag, door M. Helleputte, na sus de middenafdeeling, over het wets- twerp van legerinrichting opgemaakt, zeer merkweerdig. Wij ontleenen er t volgende brokstuk aan, waarin de rslaggever, op voortreffelijke wijze, de wering weerlegt van sommige milita- iten, als zou de vergoeding van den ygsdieust het zedelijk peil van het leger van de natie verlagen Onze achtbare collega's, schrijft de er Helleputte, verliezen uit 't oog dut onze officieren, wier verkleefdheid aan vaderland en verhevenheid van gevoe- is, niemand, meenen wij, in twijfel :j 'kken zal, "betaald worden voor de dien- ij n, welke zij bewijzen. Schaft de jaai wedde der officiers af, evelen onder hen zullen in dienst blij- n Moei men daaruit besluiten, dat zy eenlijk dienst doen om wille van het ld Dat alle roeping bij ben ontbreekt t zou eenvoudig ongerijmd zijn. En 't is Docbtans dit verwijt, 't welk or de minderheid aan de militairen irdt gedaan, die geene officieren zijn. De officiers meenen dat zij, om de msten, die zij aan 't land bewijzen, Kwel als de magistraten, de ingeneurs de ambtenaars van al onze besturen, l recht hebben te leven. Zij hebben yk, en dejaarwedde die zij ontvangen, akt geene inbreuk noch op hunne acht- arbeid, noch op het aanzien, dat hun schuldige! is. i Waarom zou het met do onderoffi- irs, de korporalen en de simpele sol ten anders gesteld zijn Sedert wanneer hebben de hoogere ibtenaars recht op al onzen eerbied, wijl de mindere bedienden, de werk- den, slechts minachting verdienen Wat voor averechtscho democratie is en vanwaar komt zy Dagelijks hooren wij verklaren, in de igeving van hen, die op de hevigste, zoo Bt op do rechtveerdigsto wijze de eischen r arbeidersklas vooruitzetten, dat men groote jaarwedden ten voordeele der line moet verminderen. Eu bier hooren wij verzet aanteeke- d tegen de geringste vergelding. De meerderheid der afdeeliug meent cn de openbare denkwijze zal haar arin niet tegenspreken, dat alle beid vergelding vergt, en dat de ver- lding niets vernederends bevat, zelfs n niet, wanneer zij dient om de diensten beloonen, door het leger aan het alge- len welzijn bewezen. O 15 ZOON naar het Engelsch. 42"° vervolg. Zeg my uwen naam, drong de dame ik moet en ik zal mijnen redder kennen. Ik heet August Spikeman, mevrouw. Hoe riep de dame ontsteld uit; August liketnan, zegt ge Waar zyt ge geboren Te Preston, mevrouw. August, mijn zoon, kunt ge mij ooit irgeven riep de dame en bogon te snikken. Ik ken u niet, mevrouw; wie zijt ge dan? Ik ben uwe moeder, die u zoo wreed rlaten heeft, nokte de oude dame; o August, g dat ge mij vergeeft I August sprong in het rytuig en drukte moeder ia de armen. Ik heb u niets te vergeven, moederlief, Igdo hij zacht ik ben te gelukkig u weerge- mden te hebben. Ach, myn jongen, ik heb zoolang naar Vraagt aan den eersten den besten officier, waarom de werving van eeneu goeden kader van onderfficiers zoo moei lijk is. Hij zal u antwoorden, dat de staat van onderofficier niet goed genoeg is, wat beteekent dat de onderofficier niet geDoeg betaald wordt. Een huurling is hij, die eene zaak, welke het ook zij, verdedigt voor geld en om wille van 't geld, die afstand doet van zijne overtuiging, zoo hij er eene heeft om zich te verrijken. Dusdanig is de krijgsman, die aan neemt van elke zaak te verdedigen, de j dagbladschrijver, die gereed is aan een- der welk blad mede te werken; deadvo- s kaat, die geen verschil kent tusschen zijne ij klanten. j! Maar de schrijver, die zijne denkbeel- 5 den verdedigt, heeft het richt van zijne pen te leven do magistraat, die recht spreekt, heeft het recht te leven van zijn ambt; de advokaat, die de zegepraal van het recht verzekert, mag leven van zijn j talent; de leeraar, die de wetenschap vor- spreidt, heeft het recht te leven van den j leeraarstoel; de ambtenaar, die zijn land dient, heeft het recht te loven van zyne betrekking. Waarom zou de officier van zijnen degen mogen leven, terwijl de simpele soldaat niet zou mogen leven van zijn geweer Zoo het voldoende is betaald te wor den, om huurling te zijn, zijn allen huur lingen, en wij zeiven, leden van het par lement, ontsnappen niet aan dit verwijt. Zou er een ambt zijn, waarbij de vol ledige belangloosheid beter op hare plaats zijn zou, dan het ambt vaD wetgever - De grondwetstemmers van 1830 heb ben het noodig geoordeeld aan den wet gever eene vergoeding toe te staan, en tijdens de herziening van 1893 is de ver goeding behouden gebleven, zonder dat desaangaande het minste verzet is opge rezen. Niemand nochtans is gedwongen wet gever te wordeD, terwijl ieder jaar dui zenden jongelingen verplicht zijn soldaat te worden. Wat wij begrijpen zouden, dat is een voorstel, waarbij allo vergelding of jaar wedde zou ontzegd worden aau hen, die ruimschoots met de goederen der fortuin gezegend zijn. n Maar eene vergelding weigeren aan alleu, of liever ze enkel weigeren aau do geringen, want dat is het, wat men be tracht, dat is een stelsel, hetwelk tegelij kertijd tegen de rechtveerdigheid en do gezonde rede aandruischt Reeds hebben wij 't overlijden meege deeld van den heer Ferdinand Boone, onze Stadsgenoot. De beer Boone overleed te Kivula op de Djuma, Belgische Congo den 18en der Oogstmaand 11. alwaar bij, sedert bijna 2 jareu, het ambt van Onderbestierder onzer Aalstersche naamloozo Maatschap, pij La Centrale Africainc waarnam. Ouderofficier bij het Belgische Leger, begaf bij zich voor de eerste maal naar 't zwarte land voor rekening van den vrijen Congostaat in 1896. Als Onderlui lenaot der openbaie macht nam hij deel aan den veldtocht Chaltin in de hooge Ouellé. Hij stichtte daar den post van Zobia op de Bima en werd door den vryeD Congostaat gelast een ruw plan op te nemen der naburige posten, de banen af te teekenen, de overuacbtiugsplaatsen aan te wijzen en er den oogst van caout chouc te bezorgen. Ferdinand Boone was altijd een moe dige Vaderlander welke fier de blauwe gestemde vaan hoog hief en werkte altijd mede om, in 't gevaar zijns levens, bet grootsche Congowerk te steunen. Door zijn moedig gedrag won hy do gelufeweuschen en de achting zyner Oversten. Op 2 Oogst werd bij aangetast door een dubbel pleuris en zijn einde voelende naderen, schreef hy zijn testament in 't welk bij, na zijne laatste gedachten aan zijne moeder en familieleden te hebben toegewijd,bewijzen gaf van ware christene n gezocht. Ik wanhoopte u nog terug te zien, en nu voert God u in mijne armen. God dank, moedor, nu zyn wij weder by elkaar. En ziehier uwe zuster Alice, vervolgde zijne moeder Alice, omhels uwen broeder. Het jongo meisje omhelsde haren broeder innig. Ach broeder, sprak zy, moeder heeft toch zoo om u getreurd. De gedachte aan u liet haar geeue rust. Maar moeder lief, sprak Spikeman, hoe viud ik u hier in dit rytuig Kom mede, myn zoon, en gij zult alles vernemen. John, ryd aanstonds naar hnis. Jos, zegde Spikeman, ga met het wiel tot aan de naaste herberg en wacht mij daar Daarop verwijderde het rytuig zich in snelle vaart. Jos was heel en al verwonderd maar deed gelyk hem bevolen was. Tegen den avond hield een rytuig voor de herberg stil en Spi keman stapte er uit. Hij verhaalde aan Jos, dat zijne moeder, na hem op de kostschool geplaatst te hebben, met groote moeilijkhedeu had te worstelen gehad, zoodat het haar on mogelijk was geweest het kostgeld te betalen. Na eenigo jaren hard werken en zwoegen, was haar man er eindelijk in gelukt eene Ik sterf, schreef hij, in bet christene geloof en vraag vergiffenis aan God overal mijno zoDden. Ik laat stervende geen enkel vijand na en ik hoop dat zij met wie ik moeilijkheden zou kunnen hebben gehad, mij ook het ongelijk zullen vergeven dat ik hou zou kunaen hebben aangedaan. Eene Mis van requiem voor de zielesiust vau den overledene, zal op last der Naamlooze Maatschappij La Cen trale A/ricaine gecelebreerd worden, morgen Donderdag 17 October, om 10 uren ter St. Martinuskerk. Vrienden en kennissen zullen hem willen bijwonen. Hot papier is gewillig zegt een oud spreekwoord eu het zegt de waarheid. Inderdaad, het papier is gewillig eu ver duldig. Het verdraagt dat men zijne blanke, vlekkelooze oppervlakte besmeurt met vetten, zwarten schrijf of drukinkt, in den vorm van letters en woorden, waarin men alle soorten van dwaze, en eigen zaak te beginnen en toen was hare eer ste gedachte voor haren zoon geweest. Maar de bestierder der kostschool berichtte liaar, dat deze de school verlaten had eu hij niet wist waarheen hij gegaan was. Al hare op- i; zoekingen waren vruchteloos geweest, en zij ij begon to twijfelen of zij nog ooit haar kind n zou wederzien. Intusschen was bun handel n goed vooruitgegaan en werd voortdurend meer uitgebreid. Eindelijk, na jaren van voorspoed en welvaart had haar man den handel vaarwel gezegd, en waren zij op oon schoon landgoed in deze streek komen wonen Nu was haar man gestorven en leefde zij stil en teruggetrokken met hare dochter Alice. Gij begrijpt, beste vriend, vervolgde Spikeman, dat ik voortaan bij mijne moeder blyf en mijne zaken van kant doe. Zoo gij wilt kunt gij mijn opvolger wezen. Ik schenk u in alle geval mijn seheerslieperswiel en tevens ook al de meubelen en boeken, welke zich in mijne kamers te Dudstone bevinden. Hier is de sleutel. In den lessenaar zult ge ook nog eenig geld vinden; behoud dit voor u. Schrijf mij van tijd tot tijd hoe gij het stelt. En uu, vaarwel eu herinner u dat geen enkele betrekking zoo dicht bij een heerenleven komt als die van een ketellapper en Bchaar- slijper. Jos nam hartelijk afaoheid van zijnen vriend soms wel misdadige gedachten uitdrukt. Een blad dat ruimschoots gebruik en misbruik maakt van die verduldigheid en lijdzaamheid van het papier, dat is Voor uit, het orgaan der Gontsche socialiston. Indien men op de letter moest gelooven wat in dal blad, zwart op wit gedrukt staat, men zou zich elk oogenblik ver wachten aan eene uitbersting van lang verkropte volkswoede, welke verwoesting en vernieling zou zaaien in al de steden en dorpen van het land. Dat maakt Vooruit in zijn nummer van dinsdag, voor de honderste maal aan zijne lezers wijs, zeggende En dan komt de kwestie van het algemeen stemrecht, die steeds dreigend over het land hangt. Geduld en lankmoedigheid zijn hij de merkers- klas ten einde. Wij gelooven dat de slag kort, maar hevig en beslissend zal zijn. Eene alemeene ontevredenheid mynt de tegenwoordige meerderheid. Boer en nijveraar, landarbeider en mijn werker, handel en vervoer, bedienden van alle dienst klagen en zijn onrustig. Er gromt iets in de volkslagen. Blinden zijn het die de voorteekenen niet zien, kwade dooven die niet hooren willen Wy gelooven volgaarne dat de hoofd- manuei: van Vooruit niets beters zouden weuschen dan dat de toestand ware zooals zy hem met de somberste kleuren pogen te schetsen. Maar die toestand bestaat niet, zelfs in hunne verbeelding en zij gelooven er zei ven niet aan. 't Is hetgeen wy zullen bowyzen Indien er waarlyk onder de bevolking eene gisting, eene neiging tot opstand heerschte indien er, zooals Vooruit zegt, iets gromde in de volkslagen en er een woeste, vernielende storm op handen ware, wat aouden wy zien De vlammende oproepen van Vooruit tot het houden van geruchtmakende be- toogingen en dreigende meetings, zouden met geestdrift worden beantwoord. In de optochten en vergaderingen der socialis ten zou men niet alleen de knechten en bedienden vaD Vooruit aantreffen, maar de betoogingen stroomen en de lokalen zouden te klein zijn. Nu, niets van dat alles, Vooruit zelf is genoodzaakt te erkennen dat op zijne meetings en vergaderingen do opkomst flauw en de geestdrift nietig is. De over- groote meerderheid der werkersbevolking blijft koud en onverschillig voor de koel bloedig verzonneue ophitsingen van Voor uit. Een ander bewys van de kalmte der bevolking vinden wij in de houding der der doctriuair liberale drukpers. Deze sluit zich aan bij deu strijd voor algemeen stemrecht doch zonder geestdrift want zij weet dat hare party daar niets by te winnen heeft maar uit louteren geest van oppositie tegen de catholieke regee ring. Indien er onder de lagere klassen eene gisting bestond, die dreigt tot oproer over te slaan, de doctrinaire drukpers zou, in de hoop den val van het ministerie te verhaasten, den toestand met de zwartste kleuren afschilderen en zich aanbieden om, alhoewel minderheid, het bewind in handen te nemen, ten einde het vaderland te redden. Tot nu toe doet de doctrinaire druk pers juist het tegenoverstelde zy laakt de ophitsende houding der socialisten, verloochent de propagande bij middel van oproerstokerij en stelt met ons vast dat het land nooit rustiger en kalmer is ge weest dan tegenwoordig. Op do vergaderingen der mijnwerkers, by wie de geest vau oproer nochtans voel veel meer ontwikkeld is dan bij onze Vlaamscho werklieden, daar worden de so cialistische volksvertegenwoordigers voor verkochten, voor vetlekkers uitgeschol den. En dat zijn de geueraals, die de revolutie zouden moeten aanvoeren 1 Kortom, het poer dat do catholieke regeering en de wettige meerderheid in de lucht moet doen springen moet nog uitgevonden worden. en bleef in de herberg overnachten. Hij schreef eerst eenige regelen naar Mary met verzoek haar autwoord naar Dudstone te zenden vervolgens rekende hij met de weer- din af en trok met zijn wiel verder om naar hunne kamers, nu zijne kamers, terug te keeren. Hij hield niet op met onderweg geld te verdienen en na verloop vau vijf dagen be vond hij zich voor de deur der herberg, waar zij den vorigen keer hun wiel gelateu hadden. Hij deed ook zoo dezen keer en zoodra het het donker geworden was, begaf hij zich naar de stad en klopte aan het hnis, waar de ka mers van Spikeman waren. Men had daar reeds eenen brief van dezen ontvangen, zoodat men Jos sonder moeite naar boven liet gaan. Zoodra hy eene keers had aangestoken, ging hij op de sofa zitten rusten en denken. Het is genoegelijk iets in eigendom te be zitten, en Jos was nooit te voren in dit geval geweesthet was dus geene geringe voldoe ning voor hem, die meubelen, dat bed en die boeken te zien en te kunnen zeggen dit alles is mijn. Jos gevoelde dit, gelijk waarschijnlijk r van ons hetzelfde zou gevoelon, en zat zoo eenigen tijd zijnen eigendom te bewon deren. Nu ging hij over tot een nauwkeurig onder zoek en begon met alle kassen en schuiven te Gij weet dat de oude werklieden van 65 jaar of meer, thans een pensioen ont vangen, dank aan de wet door het catho lieke ministerie voorgesteld. Dit pensioen zal u ook later gegeven worden, indien gij wilt. Inderdaad, de wet zegt (art. 9)Naar mate zij den ouderdom van 65 jaar berei ken, kunnen de werklieden, die ten min ste 55 jaar oud zijn op 1 Januari 1901, die dus geboren zyn voor 1846, 't jaarlijks pensioen van 65 fr. genieten echter, worden de belanghebbenden, die op dezen laatsten datum deu ouderdom van 58 jaar niet bereikt hebben, die dus geboren zijn na den na den 1 Januari 1843. van het pensioen uitgesloten, indien zij niet gedurende een tijdperk van ten minste drie jaar, in de Algemeeoe Lijfrentkas stortingen hebben gedaan tot een bedrag van ten minste 3 fr.'s jaars, in het go- heel 18 fr. uitmakende. Indien gij dus later uw pensioen wilt trekken, moet gij er van nu af voor zor gen, kleine stortingen in de Lijfrentkas te doen. Dank aan die kleine stortingen en aau de toelagen van Staat en Provincie die er zullen bijkomen, zal uw pensioen aan groeien eu dus hoogor beloopen nog dan 65 frank. openen. Er waren verscheidene zaken, welke Jos niet verwacht had, zooals een groote voorraad linnengoed, tafellinnen en al de kleersn van Spikeman; verder zilveren lepels, allerlei kleinigheden en in den lessenaar twin tig pond sterling. Jos borg het geld weg, ging te bed en sliep zoo gerust en kalm als de grootste grondbezitter van het vereenigd koninkrijk. Den volgenden morgend ging hij naar het postbureel en vond daar een grooten brief van Mary, welke hem uitleg gaf over haar lang stilzwijgen. Zij had drie weken te voren eenen brief ontvangen, geschreven uit naam van vrouw Chopper zoo gevaarlijk ziek was, dat zij niet meer kon herstellen zij leed aan eene verzwering van de lever en verzocht aan Mary om zoo mogelijk verlof te vragen en naar Gravesend te komen, want zij ver langde haar voor haren dood nog te zien. Mary liet dezen brief aan lady Austin lezen en toen zij deze verhaald had, hoe zij vrouw Chopper als^eene moeder lief had, kreeg zij het gevraagde ver lof en vertrok onmiddellijk naar Gravesend. Vrouw Chopper log te bed en sluimerde, toen Mary binnentrad de teekenen van een aaustaande einde vertoonden zich op haar gelaat. Wordt voortgezet

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1