a
Zondag 10 November 1001
5 centiemen per nummer
HO** Jaar 5022
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
Toestand en
hervorming.
HET SPOOK
w
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Het Zwitsersch stelsel.
LANDBOUW.
Achteruitkruipers!
Zondagrust.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onde*
agteekening van don volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31
en in alle Postkantoren des Lands
Cuiqup Muun
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Deeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 9 November 1901.
Wie de maatschappelijke toestanden
ernstig overdenkt weet hoe moeilijk het
is degelijke bervoimingen tot stand te
brengen en zal voorzeker erkentelijk zijn
voor het goede dat op sociaal gebied wordt
gesticht.
Gemakkelijk is het te beknibbelen en
in algemeenheden, zonder verdere bepa
ling, op hervormingen te wijzen, ze op
alle tonen, de grofste het eerst en het
best te eischen in naam van het volk.
In Daam van bet volk is gauw gezegd,
in naam hunner kliekje misschien ware
beter. Er zijn er zooveel die spieken in
naam van bet volk dat, moest aan dit ge
tier eu gekwetter gehoor geven worden,
de grootste tegenstrijdigheden op een en
zelfde oogeDblik zouden ontstaan.
Ouder de schreeuwers, die zoo ver
keerd als dwaas handelen zouden onze
lezers voorzeker verwonderd zijn dien
man niet te vinden die om zijne kwade
ezelssprongen zich bekend heeft gemaakt.
Wy gaan dan een zyner laatste kwinten
een oogenblik onderzoeken.
In zijn nummer van Dt Volkseeuw van
20 Oct''her 11. schiijfl onze ex vierde,
(2de bi. l,u kol.)
Het gaat slecht, zeer slecht in de
Walen, maar nog veel slechter in Vlaan-
deren, gelijk Auseele klaar en krachtig
bewezeu hoeft en gelijk M. De Backer
bet toonde voor wat den buiten aan-
gaat. Anseele zijn woorden waren vlie-
meDd en striemend; men denkt meer
op beesteu dan op de menschen, tonder
de volkspartijen zou er niets gedaan
- 'ijn.
Dat laatste is eene opzettelijke leugen.
Men wil het volk dit denkbeeld opdraaien
om er in do kiezingen nut en voordeel uit
te trekken. Daarom wordt die ounoozel-
heid in ieder nummer heihaald.
Weet M. Daeus niet dat de wet op de
werkmanswoningen dagteekent vau 9 Au-
gusti 1889 1 Weet hij niet daldescheur-
mukei spm tij slechts in 1893 uit hoog
moed en wraakzucht is geboren
Hoe kon die volksgezinde wet ontstaan
zyu uit den drang en invloed eener partij
die alsdan nog niet bestond
Zulke pillen zal niemand slikken.
Onze hervoimer gaat zonder oogpinken
voort
Over jaar men bad seffens een koste-
lyk leger gereed om Daar China een
- vijftigtal rijke Belgen te gaan hescher-
r men dat is een kasseiworp voor de
vier gtuzenburgemees/e> s onzer grootste
steden) eD voor honderde duizende
Belgen in ellende (sic) men weet, men
kan niets. Auseele heeft die woorden
8 uitgespioken nadat de Minister de Smet
n de Naeyer en Minister Suimont, de fa-
meuze held van Iepereu, hadden gezegd:
De krisis bestaat, ja ze bestaat en is
erg, 't is onloochenbaar maar we kun-
nea er niets aan doen.
Ah ge kunt er niets aan doen 't is
waar, omdat ge bewaarder zijt en van
b geen spoedige en krachtige verbeterinq
wilt weten (sic). Men laat de Kamer
eens een Volks kamer zijn en ge
zult aanstonds den toestand zien
j) verbeteren.
Zes woorden zijn voldoende.
Wij stemmen 't pensioenen op
1 fr. daags.
Die aanhaling bevat twee dingen eene
hatelijke en valsche beschuldiging en j
eene eiffeltorenachtige ezelatij.
De bewaarders en onder dien naam
verstaat M. Daens de catholieke partij
willen van geen verbeteriug weten
Dat is hatelijk en laf. Inderdaad, zie
eens wat reeks van hervormingen de
catbolieken tot stand hebben gebracht.
Zelfs hare vijanden hebben haar daarover
geluk gewenscht. Frankrijk waar een
volksregeering bestaat gelijk gij eens
gezegd hebt M. Daensis hij ons wetten
komen afschrijven waaronder er nog door
de cijnskamer gestemd.
Dat is een brutaal feit waartegen gein-
tereseerde leugens niets vermogen. Dat
feit moet gij, waarheidlievende man, voor
uwe lezers verzwijgen.
Als er inderdaad voor onmogelijke din
gen gestaan woidt lyk voor eene werk
staking en dat was het ge*al dan
moeten onze catholieke bestuurders ant
woorden net juist gelijk de Fransche so
cialistische of radikale ministers doen
Wij zijn onmachtig, wij kunnen niets
doen.
Heeft M. Waldeck Rousseau, heeft de
socio Baudiu dat niet gezegd in zake vau
het minimum van daghuur
Arme mau, gij eeu priester, dieper
fas et ne fas de catholieke regeeiiügiu
deu grond wilt booren en ze vervangen
door een ministeiie Anseele-Janson-
Vandei velde 1
Het tooverstobje is dus gevonden waar-
mi iu een oogwenk, de crisis zal ophouden
en overal weelde eu overvloed heerscbeul
Dat tooverstokje is het pensioeu aan 1 fi
daa-s.
Als het pensioen op een fr. daags komt
dan »iuneu onze werklieden een groote
daghuur en zullen onze produkteu iu den
vteemde aangekocht worden aan hooge,
winstgevende piyzen 1 Dan ook zullen
r onze Franschmaus naar 't zuideu niet
meer hoeven te gaan; hier immeis zal het
luili-kkcrlaud zyn I
Schoon. Maar, arme jongen, als men
uw stelsel onderzoekt en afbreekt dan
blijft ge stom als ne kerpel eu houdt ge
uw bek in uw veeren. Waarom
Neen, het is te gek zoo iets durven
schrijven dat gaat waarlijk over zijn hout
en is 't werk van eeu kwakzalver, dwaze,
krimineele kwakzalver welke muot wilt
slaan uit de onbeholpenheid zijner lezers.
Zij ziju te beklagen I...
Chelwynd-Park.
M. Lorand, een vooruitstrevend libe
raal, heeft zijn sedert lang geliefkoosd
stelsel, de gewapende natie, in ons Parle
ment verdedig I in zitting vau donderdag
31 October. Hij is tamelijk zwak in zijne
verdediging geweest en heeft zich nauwe
lijks zoo i oog getoond als onze vermaarde
criiicus op krijgsgebied M. Z. Afgeweer.
Laat ons een deel zijner bewijsvoering
van nabij zien, lijk wij ze vinden in den
XX' Siècle van 1 November.
Het Zwitsersch stelsel heeft dit voor
deel zeer economiek te zijn. De uitgaven
voor het Zwitsersch leger, zoowel gewone
als buitengewone beloopen tot 25 millioen
per jaar, de helft nog niet van ons leger.
Zulke absolute cijfers zeggen niets, be
wijzen niets,
Wij hebben hier voor ons liggen een
aardrijkskundig boek van 1898 dus wel
op de hoogte.
Wij vinden voor Zwitserland eene be
volking van 3 raillioeu zielen voor Bel
gië integendeel eene van 6,417,000, meer
dan het dubbel.
Dus zouden wy daaromtrent ver
houding aaugenomeu eeu dubbel leger
hebben als in Zwitserland en zouden de
onkosten even verdubbelen. Dus meer
dan 50 millioen.
Ziju wij dan zoo ver van ons budjet van
oorlog
Maar zegt men de buitengewone uitga
ven zijn er in begrepen.
Dat is waar. Iu België zijn die grooter
omdat ons land zoo gemakkelijk niet is
om versterken. Werpt. eens boven Geneve
een oogslag op de vallei van den Rl.óue.
Een enkel fort in de bergen verdoken
vaagt de ganscbe diepten leeg eu wee den
vijand die zich aldaar wagen zou durven
eu langs dien weg Zwitserland biuuen
dringen 1
Eu zoo is het overal in die bergachtige
streek
Maar in België is de toestand anders.
België is een vlak land. Er zijn veel forten
noodig.
Dat had M. Lorand moeten overleggen
eer hij dit argument uit een zette en hij
zou vau de besparing op ons krijgswezen
hebben gezwegen.
Het is niet gevaarlijk, zegt hij verder,
want in Zwitserland, in den TessijD, is
een oproer losgeborsten en toch ziju de
geweren niet gebruikt.
M. Lorand moet toch bekennen dat de
vuur wapens er eene rol hebben gespeeld.
De toestand is weeral detelfde niet.
Zwitserland heeft geeu nijverheidbevol-
king lijk wij cr eene hebben iu onze ver-
scbilltge mijnen en andere takken van
voortbrengst er aan verbonden. De Zwit
sersch nijverheid gebeurt grootendeels op
kleine schaal of ten huize.
Bij ons gaat het anders. Onze nijver
heidbevolking is wispelturig en wordt
dagelijks opgehitst tegen hare meesters.
45* vervolg.
De arme Bernice stond verpletterd. De
liefkooziugen, die eens huur geluk uitmuak-
ten, ontving nu eene andere. Vergeten dit
woord sneed haar door het hart. Vergeten
doodgewaand, terwijl zij nog leefde Ware
zy toch gestorven
Nog een kus, mijn lieve, zei Chetwynd
zacht, eu wilde daarvoor Sylvia voor zyne
langdurige koelheid schadeloos stellen, n
Die teedere naam wekte Bernice uit hare
verdoving, een lichte kreet ontsuapte aun
hare geprangde borst. Chetwynd hoorde de
beweging, keerde zich om en zag haar aan.
Hy slingerde Sylvia van zich af eu vloog op
de spookgestalte toe.
Bernice vluchtte gelijk een geest.
Sylvia wierp een vluchtigen blik op de
witte spookgestalte met de zwarte, golvende
haren en sprong ook met een woeste kreet
den wintertuin in.
Het was eene vlucht op leven en dood
lord Chetwynd had haar zoo ver ingehaald,
dat eeu stuk van haar kleed iu zijne handen
bleef hangen. Doch het scheen dat het spook
vleugelen had zij won het op Chetwynd. Bij
eene krommiug van den weg was zij verdwe
nen.
De lord doorsnuffelde het geheele park,
maar er was niets meer te zien hij dacht er
niet aan achter eene heg te zoeken, welke hij
voorbijenelde en waarachter zich Bernice
schuil hield. Toen Chetwynd ver genoeg uit
het gezicht verdwenen was, vluchtte zij langs
eene zijtrap naar de dakkamers van het ge
bouw.
Ook Sylvia was iu het park geweest.
Ik zal zeggeu, dat ik haar niet gezien
heb, n dacht zij, toen zy weder binnentrad
dit is het beste wat ik doen kan. Zij is wer
kelijk in het slot Gilbert mag van hare aan
wezigheid niets weten en ik moet Ragen da
delijk waarschuwen. Mijne onde Ajah zal er
wel een middel op vinden, haar nog dezen
nacht onschadelijk te maken.
Met rasse schreden ging Sylvia naar hare
vertrekken. Zij vond de oude Ragen, die uit
het tuinhuis teruggekeerd was, voor de ka
chel zitten deze vertelde Sylvia haar weder
varen en Sylvia haar het gebeurde in de mu
ziekkamer.
Sylvia was zeer opgewonden, toen zij ver
nam, dat Bernice dien avond reeds eenmaal
aan haren bruidegum versuheuen was, zoodat
het de onde Ragen niet gelukte h.iar tot bedu
ren .e biengeu.
Laat alles aan my over, zei de onde
He<-ft men de laatste opstootjes, tegen
M. Traseuster bij voorbeell vergoten.
Hadden alsdan die opgeruide mijnwer
kers geweren gehad
Er is dus een breed verschil tusscheD
Zwitserland en België en dit verschil
maakt de gewapende natie voor ous on
mogelijk en gevaarlijk. Wat in Zwitser
land kan uitgevoerd worden en is iu
België niet toepasselijk.
M. Lorand had ook dat moeten over
wegen en zonder twijfel had hij zijn mat
ten opgerold en het Zwitsersch stelsel in
zijn geboortestreek gelaten.
Zondagrust. M. Arthur Verhae-
geu, verslaggever van de bijzondere com
missie voor de studie en het opstel van
een vóórontwerp op de Zondagrust is met
dit werk klaar.
In dit ontwerp komt voor dat nie
mand mag gedwongen worden, 's zon
dags te werken, maar de verplichte zon
dagrust wordt niet ingesteld, omdat dit
strijdig zou zijn met de grondwet.
Toch wordt ééu verplichtte rustdag
per week voorgeschreven die bij voorkeur
de Zondag zou moeten zijn.
De commissie, welke met het bestudee-
ren van dit vóórontwerp gelast is, zal
binnen kort vergaderen onder voorzitter
schap van den oud-minister van arbeid,
M. On.xreman, die van oordeel is, dat men
de wet zoo breed mogelijk moet opvatten
om niet onze oude gewoonten te schenden
of er plotseling mee af te breken of de
vrijheid te krenken.
Het castree-
ren of snijden
der koeien.
Iu zekere stre
ken zooals in
Zwitserland, is
het castreeren der koei-n zeer in 't prak
tijk gekomen doch in ons land is deze
bewerking weinig of niet in voege.
Nochtans het castreeren der koeien is
in verscheidene omstandigheden zeer
voordeelig.
Alzoo, voor de onvruchtbare en dik
wijls tuchtige koeien is het zeer aanbe
velenswaardig.
Niet alleen zullen zulke gecastreerde
koeien meer melk geven en gedurende
eeneu langeren tijd, maar ook zij zullen
na Her melktijd gemakkelijk vetten, het
vleesch zal vau veel betere hoedanigheid
zyu eu de hoeveelheid ten honderd ge
slacht vleesch grooter zijn.
Ook zeer vooideelig voor de koeien uie
Hoor de melkkoorts aaDgetast geweest zijn
(daar deze koeien heel waarschijnlijk bij
bet kalven opnieuw de melkkoorts krijgen
eu ervan sterven). Op lat de bewerking de
beste uitslagen levert, zal zij geschieden
6 8 wekeD na het kalven. De beste ge
schikte ouderdom is begrepen tusschen
7 en 8 j aren.
Indiaansche vrouw, de lady zal u na dezen
nacht niet meer lastig vallen. Ik geloof, dat
zij wéér naar de dakkamers gegaan is. om van
kineren te verwisselen, ik zal haar zoeken.
Ga terug naar lord Chetwynd, jufvrouw,
voortaan zal geen geest meer in Chetwynd-
I'aik verschyoen. n
De oude maakte een dreigend gebaar, het-
geene hare meesteres goed verstond. Zy ging
r hare kleedkamer, nam uit de Indische
kast verschillende voorwerpen, die zij op hare
borst verborg, eu klom toen naar de boveusie
vertrekken van het slot.
Juffrouw Monk keerde terug naar de mu
ziekkamer. Iu de gung, juist voor hare deur,
outmoette zy haren broeder, die uit het tuin
huisje terugkeerde.
Wat is er gaande, Sylvia vroeg hij.
Wat beteekent die beweging.
8 Niets, Niets n antwoordde Sylvia snel,
zoodat zijn argwaan nog meer opgewekt werd.
Ik ga naar Max, die op mij wacht ik heb
een muziekstuk gehaald. n
Zij keerde zich om en snelde naar beneden,
terwijl Gilbert haar met argwaan nakeek.
a Zij zeide, dat sij muziek gehaald had,
maar zij had niets in de handen, n dacht hij
en begaf zich eveneens naar de muziekkamer.
Zijne zuster zat daar alleen. Ga heen,
Gilbert 1 n riep zij. - Max eu ik moeten el
kaar spreken. Indien gij ous stoort, zult gij
het u berouwen.
M. Flocard van Geneve, schat voor
eene goede melkkoe de veihoogiog van
melkopbrengst, als gevolg van het castree
ren, op 1300 a 1400 liters melk geduren
de de twaalf maanden die op de bewer
king volgen.
Merken wij op dat het castreeren he
den, voor de koe eene bewerking is, die,
om zoo te zeggen, geen gevaar meer ople
vert. De veeartsen Flocard en Lermat
hebben meer dan 3000 koeien gecastreerd
zonder een enkel ongeval.
Tegen de pootziekte. M. de mi
nister van landbouw heeft de noodige
maatregelen genomen om spoedig be
paalde inlichtingen te bekomen over de
waarde der behandeling van bedoelde
ziekte door het stelsel van M. Baccelli.
Die behandeling zal beproefd worden
op kosten van den Staat, wanneer het
wenschelijk schijnt.
De Winter heeft reeds zijnen intocht
gehouden. Iu Duitschland kwamen in de
laatste dagen vrij strenge nachtvorsten
voor bij eene temperateur van 4 graden
Fahrenheit onder het vriespunt. De wa
terstand in de rivieren is plotseling laag
geworden en op den Midden-Rijn wordt
de scheepvaart er reeds door bemoeie-
lijkt.
Maandag nacht zijn te Parijs twee per-
soDen, op straat, tengevolge van die kou
de, bewusteloos geworden en overleden.
Londen zit sedert Zondag morgend in
een dikken nevel, die het omnibus-ver
keer zeer bemoeielijkt. Zondag avond
was het geheel gestremd. Men zag wan
delaars, voorafgegaan door geleiders, die
toortsen droegen. Tal van ongelukken
met rijtuigen zijn voorgekomen, ni>-tte-
geostaaude met lantaarns gewapende po-
licie-ageuten voortdurend iu de weer
areo, om botsingen te voorkomen.
Te Nischni-Novgorod (Rusland) vriest
het 18 graden. Op de Wolga is reeds
ijsgang.
Hm n zei Monk, zich in een stoel wer
pend. In elk geval zal ik het eerst berouwen
wanneer ik heenga. Ik ken u, lieve zuster, eu
blijf zoolang tot nw beminde komt. Daar
komt iemand, n
Snelle voetstappen weêrklonken in den
wintertuin en daar stormde lord Chetwynd
met een bleek en verward gelaat binnen.
Is zij teruggekomen n vroeg Chetwynd.
Ik heb haar weer gemist. n
Wie Wie riepen Sylvia en Gilbert
tegelijk.
Bernice, mijne vrouw Is zy hier terug
gekomen n herhaalde Chetwynd. Goede
God, ik heb haar heden voor den tweeden
keer verloren.
O. is u het spook weer verschenen, Max?
vroeg Monk. Is da geest weêr bier geweest
Ja, Bernice kwam en zag ons aan, toeu
Sylvia eu ik daar stonden. Zij zuchtte en dat
sneed mij door de ziel. Ik zag haar gelaat
het was bleek en treurig, maar straalde van
schoonheid evenals in het park. Sylvia zag
haar ook. n
u Neen neen ik zag geen geest
Verwonderd keek Chetwynd zijne verloofde
aan.
Zeker hebt gij haar gezien verklaarde hy.
Ik zweer u, dat ik niets zag.
En gij hebt naar de dear gekeken, Sylvia
u Ja, n bevestigde Sylvia. Indien daar
iets was, hadde ik het zeker gezien.
Vele menschen denken dat M. Daens
een vooruitstrever is eu partijganger der
nieuwigheden
Dwaling, menschen, dwaling! M. Daens
eene groote achteruitkruiper.
Hij stuurt niet voorwaarts, hij wil ach
terwaarts, tegen stroom op hij die de
wereld wil hervormen, hij is duizende en
duizende jaren achteruit
Niet lachen, het is waar. M. Daens
schrijft in zijn Land van Aelst van zondag
27 October eerste bladz., tweede kol.
Het getal werkeloozen in de steden
wordt ontelbaar, de mekanieken
vermoorden 't volk.
Eh wel, wat belieft er u. Een achter
uitkruiper, hé
Voor M. Daens was het betar toen eli
met zijn hot op den rug zich door modder
en slijk voortsleuren moest.
De wagens zijn veroordeeld, de krui
wagen zelfs moet eraan, het zijn immers
makanieken.
M. Daens veroordeelt de mekanieken,
zij zijn de dood van het volk 1
De buizen moeten afgebroken worden,
en ieder naar een hol in de bergen 11!
M. Daens is ook voorde wetenschap I
Zij moet naar den bliksem De weten
schap heeft de mekanieken uitgevonden
en ingevoerd.
Hebben wij niet gelijk M. Daens als
een achteruitkruiper aan den schandaald
te nagelen I
Zijn uurwerk verachtert; bij is nog iu
't tijdstip dat het misleide volk de mscbie-
nen stuk sloeg I Dus op zyn minste 75
jaar achter.
Eo zeggen, a. u. b. dat hij droomt een
vooruitlooper te zijn, een wereldher
vormer I
Zoo hij nu geen wereldhervormer ware,
geen vooruitlooper, och Heere I wat zou
het dan zijn
Natuurlijk hij zou logiek zijn en nog
met zijn gedachten in den tij 1 dat elk met
zijn hot op den rug liep O wereldher
vormer Ml
dienstdoende Apotheker, Zondag 10 No
vember 1901, M. Oallebaut, Boter
markt.
Landelijke politie. Oaz
catholiek gouvernement is ernstig be
kommerd en bezig met de verbeteriug der
landelijke politie.
VaD over drie maanden heeft het eene
bijzondere commissie aangesteld, en ge
last met de herinrichting van de lande
lijke politie grondig na te gaan en voor ta
bereiden.
Verleden week hield dat berek zijne
tweede vergaderiug. Welke besluiten
wierden er genomen
Eene vermeerdering van gendarmerie
wordt voorgesteld. Ernstigere waarborgen
zullen van de veldwachters geëischt wor
den men zal dit korps volledig herin-
richten. De gemeenten zouden aan de
gouverneur de lijsten der caudidaten-
veldwachters voorstellen indien deze
caudidaten niet geschikt schijnen voor het
ambt, zou de bestendige deputatie eene
tweede lijst voorstallen. De gouverneur
zal derwijze van den veldwachter, dien
hij benoemen zal, de wenschelijke waar
borgen mogen verwachten.
Aan dergelijke maatregels zullen alle
man van orde toejuichen en algemeen de
wensch uitdrukken dat de bijzondere com
missie, haar werk spoedig voltrekke, en
ons ministerie de beste besluiten spoedig
tea uitvoer brenge.
Wat moet ik daarvan danken vroeg
lord Chetwynd, nog bleeker wordend. Gij
keekt naar de plaats waar zij stond en zaagt
niets. Wilt gij mij dit wijs maken om mij te
doen gelooven, dat ik mij bedroog Ik zag
geen geest geen spook, Sylvia, maar een
levend wezen zooals wij. n
Onmogelijk zei Monk ongerust, n
Mijn arme Max heeft zijn verstand verlo
ren n jammerde Sylvia, bevende van angst.
Gij weet niet, wat gij zegtwij zullen den
geneesheer ontbieden a
Lord Chetwynd's gelaat kreeg eene streDge
uitdrukking.
Stil Sylvia, n zei hij, spreek zoo niet.
Wij staan voor een geheim. Wie is dat wezen,
dat als eene drupp 1 water op Bernice gelijkt
Monk, kom, help mij zoeken sij kan niet ver
zijn, ik moet haar vinden. r>
Beste Max. n zei Monk, gij vergist u.
Sylvia heeft niets gezien, en hadde een levend
schepsel daar gestaan, dan moest zij het ge
zien hebben. Gij hebt weder eene gezichtsbe
goocheling gehad.
Dat woord wil ik niet meer hooren, Monk,
riep Chetwynd toornig. Zij liep door den
wintertuin en ik hoorde hare schreden en was
zoo dicht bij haar, dat ik dit vatte.
Chetwynd liet het stukje van het kleed zien
dat iu zijn handen achtergebleven wa«.
Wie zij ook zijn moge, dit herkan ik zeer
goed, i zei Chetwynd.
Bedaar Chetwynd, n sprak Monk, eene
slechte vrouw speelt hier lady Chetwynd,
want nwe echtgenoote is dood en kan niet
meer tot u komen.
Maar het gelaat was zoo rein eu zoo
edel. n
k Dat bewyst niets, het was wellicht een
masker. Laten wij zoeken, maar heel bedaard,
opdat de dienstboden niet merken, wat hier
voorvalt. Gij doorzoekt het park sn ik het
hnis is dat goed. n
De markies was tevreden, stak het stukje
van het kleed in zyn zak en ging naar buiten
in de duisternis. Monk begaf zich naar de
dakkamers, gelijk Ragen voor hem gedaan
had.
u Hierboven zal ik haar vinden, dacht hij,
want zij is gekomen om van Lieeren te ver
wisselen. Indien ik haar nog eens vind, zal
ik haar goed in het oog houden, dat zij my
niet meer ontsnapt, n
(Wordt vervolgt)}