a Zondag 10 November 1001 5 centiemen per nummer HO** Jaar 5022 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst Toestand en hervorming. HET SPOOK w GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Het Zwitsersch stelsel. LANDBOUW. Achteruitkruipers! Zondagrust. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onde* agteekening van don volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31 en in alle Postkantoren des Lands Cuiqup Muun Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Deeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 9 November 1901. Wie de maatschappelijke toestanden ernstig overdenkt weet hoe moeilijk het is degelijke bervoimingen tot stand te brengen en zal voorzeker erkentelijk zijn voor het goede dat op sociaal gebied wordt gesticht. Gemakkelijk is het te beknibbelen en in algemeenheden, zonder verdere bepa ling, op hervormingen te wijzen, ze op alle tonen, de grofste het eerst en het best te eischen in naam van het volk. In Daam van bet volk is gauw gezegd, in naam hunner kliekje misschien ware beter. Er zijn er zooveel die spieken in naam van bet volk dat, moest aan dit ge tier eu gekwetter gehoor geven worden, de grootste tegenstrijdigheden op een en zelfde oogeDblik zouden ontstaan. Ouder de schreeuwers, die zoo ver keerd als dwaas handelen zouden onze lezers voorzeker verwonderd zijn dien man niet te vinden die om zijne kwade ezelssprongen zich bekend heeft gemaakt. Wy gaan dan een zyner laatste kwinten een oogenblik onderzoeken. In zijn nummer van Dt Volkseeuw van 20 Oct''her 11. schiijfl onze ex vierde, (2de bi. l,u kol.) Het gaat slecht, zeer slecht in de Walen, maar nog veel slechter in Vlaan- deren, gelijk Auseele klaar en krachtig bewezeu hoeft en gelijk M. De Backer bet toonde voor wat den buiten aan- gaat. Anseele zijn woorden waren vlie- meDd en striemend; men denkt meer op beesteu dan op de menschen, tonder de volkspartijen zou er niets gedaan - 'ijn. Dat laatste is eene opzettelijke leugen. Men wil het volk dit denkbeeld opdraaien om er in do kiezingen nut en voordeel uit te trekken. Daarom wordt die ounoozel- heid in ieder nummer heihaald. Weet M. Daeus niet dat de wet op de werkmanswoningen dagteekent vau 9 Au- gusti 1889 1 Weet hij niet daldescheur- mukei spm tij slechts in 1893 uit hoog moed en wraakzucht is geboren Hoe kon die volksgezinde wet ontstaan zyu uit den drang en invloed eener partij die alsdan nog niet bestond Zulke pillen zal niemand slikken. Onze hervoimer gaat zonder oogpinken voort Over jaar men bad seffens een koste- lyk leger gereed om Daar China een - vijftigtal rijke Belgen te gaan hescher- r men dat is een kasseiworp voor de vier gtuzenburgemees/e> s onzer grootste steden) eD voor honderde duizende Belgen in ellende (sic) men weet, men kan niets. Auseele heeft die woorden 8 uitgespioken nadat de Minister de Smet n de Naeyer en Minister Suimont, de fa- meuze held van Iepereu, hadden gezegd: De krisis bestaat, ja ze bestaat en is erg, 't is onloochenbaar maar we kun- nea er niets aan doen. Ah ge kunt er niets aan doen 't is waar, omdat ge bewaarder zijt en van b geen spoedige en krachtige verbeterinq wilt weten (sic). Men laat de Kamer eens een Volks kamer zijn en ge zult aanstonds den toestand zien j) verbeteren. Zes woorden zijn voldoende. Wij stemmen 't pensioenen op 1 fr. daags. Die aanhaling bevat twee dingen eene hatelijke en valsche beschuldiging en j eene eiffeltorenachtige ezelatij. De bewaarders en onder dien naam verstaat M. Daens de catholieke partij willen van geen verbeteriug weten Dat is hatelijk en laf. Inderdaad, zie eens wat reeks van hervormingen de catbolieken tot stand hebben gebracht. Zelfs hare vijanden hebben haar daarover geluk gewenscht. Frankrijk waar een volksregeering bestaat gelijk gij eens gezegd hebt M. Daensis hij ons wetten komen afschrijven waaronder er nog door de cijnskamer gestemd. Dat is een brutaal feit waartegen gein- tereseerde leugens niets vermogen. Dat feit moet gij, waarheidlievende man, voor uwe lezers verzwijgen. Als er inderdaad voor onmogelijke din gen gestaan woidt lyk voor eene werk staking en dat was het ge*al dan moeten onze catholieke bestuurders ant woorden net juist gelijk de Fransche so cialistische of radikale ministers doen Wij zijn onmachtig, wij kunnen niets doen. Heeft M. Waldeck Rousseau, heeft de socio Baudiu dat niet gezegd in zake vau het minimum van daghuur Arme mau, gij eeu priester, dieper fas et ne fas de catholieke regeeiiügiu deu grond wilt booren en ze vervangen door een ministeiie Anseele-Janson- Vandei velde 1 Het tooverstobje is dus gevonden waar- mi iu een oogwenk, de crisis zal ophouden en overal weelde eu overvloed heerscbeul Dat tooverstokje is het pensioeu aan 1 fi daa-s. Als het pensioen op een fr. daags komt dan »iuneu onze werklieden een groote daghuur en zullen onze produkteu iu den vteemde aangekocht worden aan hooge, winstgevende piyzen 1 Dan ook zullen r onze Franschmaus naar 't zuideu niet meer hoeven te gaan; hier immeis zal het luili-kkcrlaud zyn I Schoon. Maar, arme jongen, als men uw stelsel onderzoekt en afbreekt dan blijft ge stom als ne kerpel eu houdt ge uw bek in uw veeren. Waarom Neen, het is te gek zoo iets durven schrijven dat gaat waarlijk over zijn hout en is 't werk van eeu kwakzalver, dwaze, krimineele kwakzalver welke muot wilt slaan uit de onbeholpenheid zijner lezers. Zij ziju te beklagen I... Chelwynd-Park. M. Lorand, een vooruitstrevend libe raal, heeft zijn sedert lang geliefkoosd stelsel, de gewapende natie, in ons Parle ment verdedig I in zitting vau donderdag 31 October. Hij is tamelijk zwak in zijne verdediging geweest en heeft zich nauwe lijks zoo i oog getoond als onze vermaarde criiicus op krijgsgebied M. Z. Afgeweer. Laat ons een deel zijner bewijsvoering van nabij zien, lijk wij ze vinden in den XX' Siècle van 1 November. Het Zwitsersch stelsel heeft dit voor deel zeer economiek te zijn. De uitgaven voor het Zwitsersch leger, zoowel gewone als buitengewone beloopen tot 25 millioen per jaar, de helft nog niet van ons leger. Zulke absolute cijfers zeggen niets, be wijzen niets, Wij hebben hier voor ons liggen een aardrijkskundig boek van 1898 dus wel op de hoogte. Wij vinden voor Zwitserland eene be volking van 3 raillioeu zielen voor Bel gië integendeel eene van 6,417,000, meer dan het dubbel. Dus zouden wy daaromtrent ver houding aaugenomeu eeu dubbel leger hebben als in Zwitserland en zouden de onkosten even verdubbelen. Dus meer dan 50 millioen. Ziju wij dan zoo ver van ons budjet van oorlog Maar zegt men de buitengewone uitga ven zijn er in begrepen. Dat is waar. Iu België zijn die grooter omdat ons land zoo gemakkelijk niet is om versterken. Werpt. eens boven Geneve een oogslag op de vallei van den Rl.óue. Een enkel fort in de bergen verdoken vaagt de ganscbe diepten leeg eu wee den vijand die zich aldaar wagen zou durven eu langs dien weg Zwitserland biuuen dringen 1 Eu zoo is het overal in die bergachtige streek Maar in België is de toestand anders. België is een vlak land. Er zijn veel forten noodig. Dat had M. Lorand moeten overleggen eer hij dit argument uit een zette en hij zou vau de besparing op ons krijgswezen hebben gezwegen. Het is niet gevaarlijk, zegt hij verder, want in Zwitserland, in den TessijD, is een oproer losgeborsten en toch ziju de geweren niet gebruikt. M. Lorand moet toch bekennen dat de vuur wapens er eene rol hebben gespeeld. De toestand is weeral detelfde niet. Zwitserland heeft geeu nijverheidbevol- king lijk wij cr eene hebben iu onze ver- scbilltge mijnen en andere takken van voortbrengst er aan verbonden. De Zwit sersch nijverheid gebeurt grootendeels op kleine schaal of ten huize. Bij ons gaat het anders. Onze nijver heidbevolking is wispelturig en wordt dagelijks opgehitst tegen hare meesters. 45* vervolg. De arme Bernice stond verpletterd. De liefkooziugen, die eens huur geluk uitmuak- ten, ontving nu eene andere. Vergeten dit woord sneed haar door het hart. Vergeten doodgewaand, terwijl zij nog leefde Ware zy toch gestorven Nog een kus, mijn lieve, zei Chetwynd zacht, eu wilde daarvoor Sylvia voor zyne langdurige koelheid schadeloos stellen, n Die teedere naam wekte Bernice uit hare verdoving, een lichte kreet ontsuapte aun hare geprangde borst. Chetwynd hoorde de beweging, keerde zich om en zag haar aan. Hy slingerde Sylvia van zich af eu vloog op de spookgestalte toe. Bernice vluchtte gelijk een geest. Sylvia wierp een vluchtigen blik op de witte spookgestalte met de zwarte, golvende haren en sprong ook met een woeste kreet den wintertuin in. Het was eene vlucht op leven en dood lord Chetwynd had haar zoo ver ingehaald, dat eeu stuk van haar kleed iu zijne handen bleef hangen. Doch het scheen dat het spook vleugelen had zij won het op Chetwynd. Bij eene krommiug van den weg was zij verdwe nen. De lord doorsnuffelde het geheele park, maar er was niets meer te zien hij dacht er niet aan achter eene heg te zoeken, welke hij voorbijenelde en waarachter zich Bernice schuil hield. Toen Chetwynd ver genoeg uit het gezicht verdwenen was, vluchtte zij langs eene zijtrap naar de dakkamers van het ge bouw. Ook Sylvia was iu het park geweest. Ik zal zeggeu, dat ik haar niet gezien heb, n dacht zij, toen zy weder binnentrad dit is het beste wat ik doen kan. Zij is wer kelijk in het slot Gilbert mag van hare aan wezigheid niets weten en ik moet Ragen da delijk waarschuwen. Mijne onde Ajah zal er wel een middel op vinden, haar nog dezen nacht onschadelijk te maken. Met rasse schreden ging Sylvia naar hare vertrekken. Zij vond de oude Ragen, die uit het tuinhuis teruggekeerd was, voor de ka chel zitten deze vertelde Sylvia haar weder varen en Sylvia haar het gebeurde in de mu ziekkamer. Sylvia was zeer opgewonden, toen zij ver nam, dat Bernice dien avond reeds eenmaal aan haren bruidegum versuheuen was, zoodat het de onde Ragen niet gelukte h.iar tot bedu ren .e biengeu. Laat alles aan my over, zei de onde He<-ft men de laatste opstootjes, tegen M. Traseuster bij voorbeell vergoten. Hadden alsdan die opgeruide mijnwer kers geweren gehad Er is dus een breed verschil tusscheD Zwitserland en België en dit verschil maakt de gewapende natie voor ous on mogelijk en gevaarlijk. Wat in Zwitser land kan uitgevoerd worden en is iu België niet toepasselijk. M. Lorand had ook dat moeten over wegen en zonder twijfel had hij zijn mat ten opgerold en het Zwitsersch stelsel in zijn geboortestreek gelaten. Zondagrust. M. Arthur Verhae- geu, verslaggever van de bijzondere com missie voor de studie en het opstel van een vóórontwerp op de Zondagrust is met dit werk klaar. In dit ontwerp komt voor dat nie mand mag gedwongen worden, 's zon dags te werken, maar de verplichte zon dagrust wordt niet ingesteld, omdat dit strijdig zou zijn met de grondwet. Toch wordt ééu verplichtte rustdag per week voorgeschreven die bij voorkeur de Zondag zou moeten zijn. De commissie, welke met het bestudee- ren van dit vóórontwerp gelast is, zal binnen kort vergaderen onder voorzitter schap van den oud-minister van arbeid, M. On.xreman, die van oordeel is, dat men de wet zoo breed mogelijk moet opvatten om niet onze oude gewoonten te schenden of er plotseling mee af te breken of de vrijheid te krenken. Het castree- ren of snijden der koeien. Iu zekere stre ken zooals in Zwitserland, is het castreeren der koei-n zeer in 't prak tijk gekomen doch in ons land is deze bewerking weinig of niet in voege. Nochtans het castreeren der koeien is in verscheidene omstandigheden zeer voordeelig. Alzoo, voor de onvruchtbare en dik wijls tuchtige koeien is het zeer aanbe velenswaardig. Niet alleen zullen zulke gecastreerde koeien meer melk geven en gedurende eeneu langeren tijd, maar ook zij zullen na Her melktijd gemakkelijk vetten, het vleesch zal vau veel betere hoedanigheid zyu eu de hoeveelheid ten honderd ge slacht vleesch grooter zijn. Ook zeer vooideelig voor de koeien uie Hoor de melkkoorts aaDgetast geweest zijn (daar deze koeien heel waarschijnlijk bij bet kalven opnieuw de melkkoorts krijgen eu ervan sterven). Op lat de bewerking de beste uitslagen levert, zal zij geschieden 6 8 wekeD na het kalven. De beste ge schikte ouderdom is begrepen tusschen 7 en 8 j aren. Indiaansche vrouw, de lady zal u na dezen nacht niet meer lastig vallen. Ik geloof, dat zij wéér naar de dakkamers gegaan is. om van kineren te verwisselen, ik zal haar zoeken. Ga terug naar lord Chetwynd, jufvrouw, voortaan zal geen geest meer in Chetwynd- I'aik verschyoen. n De oude maakte een dreigend gebaar, het- geene hare meesteres goed verstond. Zy ging r hare kleedkamer, nam uit de Indische kast verschillende voorwerpen, die zij op hare borst verborg, eu klom toen naar de boveusie vertrekken van het slot. Juffrouw Monk keerde terug naar de mu ziekkamer. Iu de gung, juist voor hare deur, outmoette zy haren broeder, die uit het tuin huisje terugkeerde. Wat is er gaande, Sylvia vroeg hij. Wat beteekent die beweging. 8 Niets, Niets n antwoordde Sylvia snel, zoodat zijn argwaan nog meer opgewekt werd. Ik ga naar Max, die op mij wacht ik heb een muziekstuk gehaald. n Zij keerde zich om en snelde naar beneden, terwijl Gilbert haar met argwaan nakeek. a Zij zeide, dat sij muziek gehaald had, maar zij had niets in de handen, n dacht hij en begaf zich eveneens naar de muziekkamer. Zijne zuster zat daar alleen. Ga heen, Gilbert 1 n riep zij. - Max eu ik moeten el kaar spreken. Indien gij ous stoort, zult gij het u berouwen. M. Flocard van Geneve, schat voor eene goede melkkoe de veihoogiog van melkopbrengst, als gevolg van het castree ren, op 1300 a 1400 liters melk geduren de de twaalf maanden die op de bewer king volgen. Merken wij op dat het castreeren he den, voor de koe eene bewerking is, die, om zoo te zeggen, geen gevaar meer ople vert. De veeartsen Flocard en Lermat hebben meer dan 3000 koeien gecastreerd zonder een enkel ongeval. Tegen de pootziekte. M. de mi nister van landbouw heeft de noodige maatregelen genomen om spoedig be paalde inlichtingen te bekomen over de waarde der behandeling van bedoelde ziekte door het stelsel van M. Baccelli. Die behandeling zal beproefd worden op kosten van den Staat, wanneer het wenschelijk schijnt. De Winter heeft reeds zijnen intocht gehouden. Iu Duitschland kwamen in de laatste dagen vrij strenge nachtvorsten voor bij eene temperateur van 4 graden Fahrenheit onder het vriespunt. De wa terstand in de rivieren is plotseling laag geworden en op den Midden-Rijn wordt de scheepvaart er reeds door bemoeie- lijkt. Maandag nacht zijn te Parijs twee per- soDen, op straat, tengevolge van die kou de, bewusteloos geworden en overleden. Londen zit sedert Zondag morgend in een dikken nevel, die het omnibus-ver keer zeer bemoeielijkt. Zondag avond was het geheel gestremd. Men zag wan delaars, voorafgegaan door geleiders, die toortsen droegen. Tal van ongelukken met rijtuigen zijn voorgekomen, ni>-tte- geostaaude met lantaarns gewapende po- licie-ageuten voortdurend iu de weer areo, om botsingen te voorkomen. Te Nischni-Novgorod (Rusland) vriest het 18 graden. Op de Wolga is reeds ijsgang. Hm n zei Monk, zich in een stoel wer pend. In elk geval zal ik het eerst berouwen wanneer ik heenga. Ik ken u, lieve zuster, eu blijf zoolang tot nw beminde komt. Daar komt iemand, n Snelle voetstappen weêrklonken in den wintertuin en daar stormde lord Chetwynd met een bleek en verward gelaat binnen. Is zij teruggekomen n vroeg Chetwynd. Ik heb haar weer gemist. n Wie Wie riepen Sylvia en Gilbert tegelijk. Bernice, mijne vrouw Is zy hier terug gekomen n herhaalde Chetwynd. Goede God, ik heb haar heden voor den tweeden keer verloren. O. is u het spook weer verschenen, Max? vroeg Monk. Is da geest weêr bier geweest Ja, Bernice kwam en zag ons aan, toeu Sylvia eu ik daar stonden. Zij zuchtte en dat sneed mij door de ziel. Ik zag haar gelaat het was bleek en treurig, maar straalde van schoonheid evenals in het park. Sylvia zag haar ook. n u Neen neen ik zag geen geest Verwonderd keek Chetwynd zijne verloofde aan. Zeker hebt gij haar gezien verklaarde hy. Ik zweer u, dat ik niets zag. En gij hebt naar de dear gekeken, Sylvia u Ja, n bevestigde Sylvia. Indien daar iets was, hadde ik het zeker gezien. Vele menschen denken dat M. Daens een vooruitstrever is eu partijganger der nieuwigheden Dwaling, menschen, dwaling! M. Daens eene groote achteruitkruiper. Hij stuurt niet voorwaarts, hij wil ach terwaarts, tegen stroom op hij die de wereld wil hervormen, hij is duizende en duizende jaren achteruit Niet lachen, het is waar. M. Daens schrijft in zijn Land van Aelst van zondag 27 October eerste bladz., tweede kol. Het getal werkeloozen in de steden wordt ontelbaar, de mekanieken vermoorden 't volk. Eh wel, wat belieft er u. Een achter uitkruiper, hé Voor M. Daens was het betar toen eli met zijn hot op den rug zich door modder en slijk voortsleuren moest. De wagens zijn veroordeeld, de krui wagen zelfs moet eraan, het zijn immers makanieken. M. Daens veroordeelt de mekanieken, zij zijn de dood van het volk 1 De buizen moeten afgebroken worden, en ieder naar een hol in de bergen 11! M. Daens is ook voorde wetenschap I Zij moet naar den bliksem De weten schap heeft de mekanieken uitgevonden en ingevoerd. Hebben wij niet gelijk M. Daens als een achteruitkruiper aan den schandaald te nagelen I Zijn uurwerk verachtert; bij is nog iu 't tijdstip dat het misleide volk de mscbie- nen stuk sloeg I Dus op zyn minste 75 jaar achter. Eo zeggen, a. u. b. dat hij droomt een vooruitlooper te zijn, een wereldher vormer I Zoo hij nu geen wereldhervormer ware, geen vooruitlooper, och Heere I wat zou het dan zijn Natuurlijk hij zou logiek zijn en nog met zijn gedachten in den tij 1 dat elk met zijn hot op den rug liep O wereldher vormer Ml dienstdoende Apotheker, Zondag 10 No vember 1901, M. Oallebaut, Boter markt. Landelijke politie. Oaz catholiek gouvernement is ernstig be kommerd en bezig met de verbeteriug der landelijke politie. VaD over drie maanden heeft het eene bijzondere commissie aangesteld, en ge last met de herinrichting van de lande lijke politie grondig na te gaan en voor ta bereiden. Verleden week hield dat berek zijne tweede vergaderiug. Welke besluiten wierden er genomen Eene vermeerdering van gendarmerie wordt voorgesteld. Ernstigere waarborgen zullen van de veldwachters geëischt wor den men zal dit korps volledig herin- richten. De gemeenten zouden aan de gouverneur de lijsten der caudidaten- veldwachters voorstellen indien deze caudidaten niet geschikt schijnen voor het ambt, zou de bestendige deputatie eene tweede lijst voorstallen. De gouverneur zal derwijze van den veldwachter, dien hij benoemen zal, de wenschelijke waar borgen mogen verwachten. Aan dergelijke maatregels zullen alle man van orde toejuichen en algemeen de wensch uitdrukken dat de bijzondere com missie, haar werk spoedig voltrekke, en ons ministerie de beste besluiten spoedig tea uitvoer brenge. Wat moet ik daarvan danken vroeg lord Chetwynd, nog bleeker wordend. Gij keekt naar de plaats waar zij stond en zaagt niets. Wilt gij mij dit wijs maken om mij te doen gelooven, dat ik mij bedroog Ik zag geen geest geen spook, Sylvia, maar een levend wezen zooals wij. n Onmogelijk zei Monk ongerust, n Mijn arme Max heeft zijn verstand verlo ren n jammerde Sylvia, bevende van angst. Gij weet niet, wat gij zegtwij zullen den geneesheer ontbieden a Lord Chetwynd's gelaat kreeg eene streDge uitdrukking. Stil Sylvia, n zei hij, spreek zoo niet. Wij staan voor een geheim. Wie is dat wezen, dat als eene drupp 1 water op Bernice gelijkt Monk, kom, help mij zoeken sij kan niet ver zijn, ik moet haar vinden. r> Beste Max. n zei Monk, gij vergist u. Sylvia heeft niets gezien, en hadde een levend schepsel daar gestaan, dan moest zij het ge zien hebben. Gij hebt weder eene gezichtsbe goocheling gehad. Dat woord wil ik niet meer hooren, Monk, riep Chetwynd toornig. Zij liep door den wintertuin en ik hoorde hare schreden en was zoo dicht bij haar, dat ik dit vatte. Chetwynd liet het stukje van het kleed zien dat iu zijn handen achtergebleven wa«. Wie zij ook zijn moge, dit herkan ik zeer goed, i zei Chetwynd. Bedaar Chetwynd, n sprak Monk, eene slechte vrouw speelt hier lady Chetwynd, want nwe echtgenoote is dood en kan niet meer tot u komen. Maar het gelaat was zoo rein eu zoo edel. n k Dat bewyst niets, het was wellicht een masker. Laten wij zoeken, maar heel bedaard, opdat de dienstboden niet merken, wat hier voorvalt. Gij doorzoekt het park sn ik het hnis is dat goed. n De markies was tevreden, stak het stukje van het kleed in zyn zak en ging naar buiten in de duisternis. Monk begaf zich naar de dakkamers, gelijk Ragen voor hem gedaan had. u Hierboven zal ik haar vinden, dacht hij, want zij is gekomen om van Lieeren te ver wisselen. Indien ik haar nog eens vind, zal ik haar goed in het oog houden, dat zij my niet meer ontsnapt, n (Wordt vervolgt)}

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1901 | | pagina 1