m Zondag 5 Januari 1902 3 centiemen per nummer. 36rte Jaar 3638 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Verplicht Onderwijs. w HET SPOOR Over legerinrichting. Krimineele taal. DE DENDERBODE Uit bl.d verschijnt den Woensd.g en Zaterdag van iedere week, onoe- dagteekening van den volgenden dag. Be prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zei maanden; fr. 1-15 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutatraat. IN. 31. en in alle Postkantoren des Lands Guique »uum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr 1,00 Vonnisse op 3- bladzijde 50 centiemen 'Dikwijls te herhalen bekendmakingen hu accoord. Niet opgenomen bandschriften worden niet teruggestuurd - Heereu notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen den ■iijnadag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën nil vreemde landen tich te wenden ten Bureel# van dit blad Aal»t, 4 Januari 1902. Da voorstaanders van den schooldwang nemen hunne toevlucht tot alle middelen. Dat bewijst dat de zaak niet te verdedi gen is. Onxe armtierigo, die de logieka zoo dik- wyls heeft geradbraakt, heeft nu een nieuw argument, een splinternieuw, ge- Tonden. Volgens de clerikalen is het do plicht niet van den Staat de kinderen een dege lijk onderwijs te verschaffen, schrijft Den dergalm van 17 nov. 1901. Er staat er- gtns geschreven Alle Belgen worden aanzien als de wetten te kennen. Dat is niet heel sterk geredeneerd. Hy zegt ergens. Hij weet dus niet waar dat geschreven staat. Eu nochtans die schrijver moet er vrij wat moer over weten dan een eenvoudige schooljongen, zelfs van eeue verplichte school. Als hij do wetton niet kent, hoe durft hij dan verwachten dat een jongen snul die nauwelyks lezen en schrijven kan, de wotlen van zyn land kenue Zyn fameus argument, alhoewel by daar een gansche kolom over vol zeever't, bewijst dus niets, volstrekt niets. Het is de schooldwang niet welke van onze mannen doortrapte advocaten maken zal, die al de wetten van hun laud kennen en dus voor de rechtbanken hunne onwe tendheid niet kunnen inroepen. Konden tij nu lezen souden sij daarom de weiten begrijpen Zou due, na lijk vóór, de onwetendheid der rechtskennis niet bestaan Dus is Dendcrgalm er leelijk ueveus en kan dit argument niet ingeroepen worden om den schooldwang te verdedigen. Lezen en begrypeu ziju twee verschil lende diugen en als, volgens Dendergalm, zijn boerkeu zeggen mag wel te ver staan om do wet to overtreden 0 ik kan de wet niet lesen dan mag het vengoed zeggeu - ik kan de wet niet begrijpen. - Dus zouden overal scholen van rechts geleerdheid moeten geopend worden om de Belgen de draagwydte, <le juiste ken nis der wetgeving te leeren kennen. Dat vloeit rechtstreeks uit de aange voerde redeneering. Dat wijdloopend ge volg bewyst do valschheid, het onjuiste van het grondbeginsel waarop zij steunt. Daarby er is een onderscheid to maken. Ziehier wat wy daarover lezen in Belt- jens Code civil annoté vol. 1. bl. 3. De wetten, door hunne natuur, ver- binden al de burgers. Niemand mag de onwetendheid van de wet voorwenden. Dit vermoeden (dat al de Belgen do wet kenuou -ie ge- steund op het maatschappelijk belang. Do onwetendheid van het recht ver- schoont niet maar zoo de wet maar pri- vaat belangen beheerscht, indien zij be- trekkingen tussohen bijzondere personen betreft, mag mon niet zeggen dat die bij tondere personen aansien worden als - de wet te kennen en dat de onwetend- heid van het recht ze niet verschoont. In zake van overeenkomst mogen de partijeu de dwaling van het recht zoo- wel als de dwaling van het feit iuroe- pen. Zoo oordeelt ook Laurent t. 1. nr 24. Hij brengt ook in kwestie het grondbe ginsel der catholieken. De Staat heeft de plicht niet een degelijk onderwijs aan de kinderen te verschaffen. Dat is, in zekeren zin, waar. De Staat heeft die plicht niet het is de plicht der ouders aan hunne kinderen een degelijk onderwijsovereenkomstig hun ner overtuiging, te verschaffen. De Staat moet alleenlijk zorgen dat de ouders dit onderwijs aan hunne kinderen geven kunueu. Verder hoeft hij niet te gaan en hij moet geenszins de plaats der ouders innemeu. De kinderen behoorea deirStaat niet toe-, lijk het in liet oude Sparta was en lijk do geuzen het zich hedendaags voorstellen. Zij behooren hunne ouders. Aan de ouders is het zo te doen ouderwijzen vol gens hunne gedachten, volgens hunne overtuiging ou niet volgens die van den Staat., die gistereu M. Van Humbeeck was, beden M. De Troozisen morgen M. Vanderveldo zijn kan. Wij vinden het zonderling dat voor het onderwijs de Staat de plaats der ouders moge innemen, dat de Staat aan de kinderen zijn onderwijs, zijne opvoeding opdrin gen zou, terwijl voor het verzor gen, voor het groot brengen, voor het aankleeden en voeden de last aan de ouders zou worden gelaten. Ooi hel uuderwys te geuieleü zoüdeu de kiudereu de slaven vau den Slaat worden maar om do lasten van voeden en kleeden zou men ze eenvoudig op dcu rug der ouders schudden. Dat is tegenstrijdig, dus valsch. Do Staat heeft het recht niet de kinde ren op te voedeQ. Om op te voeden heeft men leerstel sels noodig en de moderne Staat heeft geen doctrine, geen leerstelsels hij is onzijdig, onverschillig tegenover de verschiUige grondbeginsels die zich het menschelijke verstand en hart betwisten. Te midden der gronte verscheidenheid van denkwijze waarin de Belgen zich ver doelen kan er geen onderwijs gegeven worden dat elk voldoet. Het onderricht gegeven aan kinderen van materialisten of godshatende geuzen kan catholieke ouders niet bevallen en omgekeerd. Wij vragen scholen voor ieders overtui ging, scholen die op gelijken voet staan tegenover de gunsten van den Staat. De Belgen zijn immers gelyk voor de wet, dus ook voor de wet over het ouderwijs. De catholieken hebben het recht scho len te eischen waar buune kioderen kuo- Den heengaao zonder gekrenkt in hunne overtuiging terug te keeren. Zij hebben dat niet en dat onrecht moet ophouden. Wij. catholieken, willen go- lykheid in de rechtveerdigheid wij wil len geuzenscholen voor de geuzen maar ook catholieke scholen voor de kinderen der catholieken en beiden betaald door het geld vau don Staat in verhouding der bewezen diensten. dieLwyiitl-I^ork. Met genoegen mogen wij vaststellen dat «le krijgskun dige van Dendergalm onze beweegreden over de onmoge lijkheid der invoering van bet Zwitsersch stelsel onaange roerd heeft gelaten. Dat isJe begrypen; Het is inderJaad ontegensprekelijk dat de oorlog in een bergachtig land op andere wijze moet gevoerd worden dan in eene vlakke streek. Alhoewel wij daarop niet willen terug komen gelooven wij het echter nuttig voor de zaak op het stilzwijgen onzes tegenstrevers te wijzeu. Het ligt in ons doel de volgende woor den vau onzen poveren artist te bespre ken. In België kost eon klein legertje arlijks 57 millioen; iu Zwitserland heeft meu met 25 millioen uitgaven 's jaars een leger van 500 duizend wel geoefende sol daten. Wij bebbeu reeds gezien dat die cyfers - 25 millioen valsch zijn daar het ourlogsbudjet van 1892 bedroeg niet 25 maar 45 millioeD. Dendergalm heeft niet noodig geoor deeld lijn dwaliug te bekenneu. Een verschil vau omtreüt het dubbel is nogthans de moeite waard. Hij zou het al» zijn plicht moeten aanzien zyne lezers op zoo grove wijze niet in dwaliug to bren gen. Heeft hij niet gezegd dat bij voor do waarheid kampt 63* vervolg, x Maar de hear Monk aagt, dat gij haar ïaagt. Sylvia's galaat verdonkerde en hare oogen fonkelden. a Zei hy dat vroeg aij op bitsigen toon. x Ja, hy zei aan lord Chetwynd, dat gij het ■pook beide keeren getieu heht, sprak de agent bedaard. Sylvia wende het hoofd om, gelyk eene slang, die aich ep bare prooi werpen wil. Zij aag duidelijk dut baar broeder baar tegen werkte, en van dit oogenblik af haatte aij bem met oenen doodelyken haat. u Indien gij aan de woorden ran Monk de voorkeur geeft, seidesy eindelijk met schorre steal, u kan ik daartegen niets doen. Daar ik echter de oogeu voor mij alleen heb en nooit iemand zei, dat ik den geest zag, blijf ik bij myne beweering. Indien het noodig is, zal ik ze onder eed bevestigen. Uw woord is voldoende, zei de politie agent hoffelijk. Het moet een misverstand zijn, dat is alias. Maar veroorloof my nog te vragen, hoe het mogelyk was, dat gy de ge stalte niet bemerktet, daar gy toch in die richting koekt. h Ik moet het nog bevestigen of ik er nog keek, mijnheer, n zei juffrouw Mouk, die hare zelfbeheersching had teruggekregen Anderen kunnen onmogelijk weten, wat ik sag of voelde en overigens kan ik u verzeke ren, dat ik niet naar de deur gekeken heb. Zjj beefde een weinig, hulde zich vaster in haren tnantel en begon weder te wandelen. Eenigekeareu was sij op en neer gegaan, toen de oude Ragen met een sjaal over den arm naar buiten kwam en hare meesteres naderde. De heer Bisset beschouwde do oude Indische met grooto belangstelling. Zulke verschijniugen vindt men in ons proziüsch Eugeland aelden, juffrouw Monk, n sei hy. Zy ziet uit gelijk eene figuur uit Duizend en een Nacht. x Dat is mijne Ajah, die ik uit Indië bracht, sprak de jonge dame. Op dit oogenblik naderde de oude Ragen en reikte hare meesteres de sjaal, terwyl sij een wantrouweuden blik op den politieagent wierp en baar in bet Indisch toefluisterde Neem u iu acht, missy. De hofmeester zy my zooeveu, dat dit de politieagent is ik kwam om u te waarschuwen. Hij zal beproe ven, om u tegenstrijdige verklariugen te ont lokken hy bevalt mij niet. x Bah, n hernam miBS Monk eveneens in het Indisch, u wees niet onnoozel, Ragen. Die mau ia een gewone gek, dit aag ik dadelyk, toeu ik hem ontmoette. Voor my heht gy niets te vreezen, ik hen altyd op myue hoede. x Ik weet het, missy, tei de oude, a maar hy bevalt my niet. Hy ziet er wel gek uit, Hij spreekt verder over welgeoefende soldaten. Dat zou by de Zwitscrsche be voegde mannen zelf uioeteu laten oordee- len. Zij weteo het beter dan hij. Ziehier wat de federale Kolonel de Mandrot schrijft Wanneer men beweert dat de Zwitser- sche legerbenden op de hoogte zijn der staaode lezers van onze naburen dan heeft men zich eene overdrijving geoorloofd weinig waardig van een vrij land en een vry volk. Kolónel do Mandrot zal de zaken wel wat heter kennen dan onze Z. Afgeweer, dc fatüeuze garde-civiek tegen zijn goeste. Wij mogen hem dus meer vertrouwen schenkeu en als onze krijgskundige uit Dendergalm van welgeoefende soldaten spreekt, eenvoudig de schouders ophalen. Het-Zwitsersch leger bestaat uit 3 dee- len. 1* De Keur. Alle welgevormde Zwitser dient iu de keur van zyn 20*u tot 32ata jaar. 2° i)e landweer. Zy begrijpt de man nen vtn hun 33,,e jaar tot hun 44rt*f dus 12 jaar. 3° De landstorm. Zij begrypt al de manutin van 17 tot 50 jaar oud die niet tot eeiïe der 2 eerste klassen behooren. Voltens het werk van M. Molard telde de keu in 1892, 131.471 man, de land weer *11,360 en de laudstorm 273,800. De mannen ontslagen van den dienst uit du keur en de landweer betalen eene taks v u 6 frank, vermeerderd met bij- komiftttre jaarhjksehe- lasten welke tot 300 fr. voor de keur, en tot 150 fr. voor üc landweer kunnen stijgen. Wat denken de Zwitsers zelf over hun krijgsstelsel 1 Ziehier wat wij lezen in de Qaeetie de Lausanne. Er steekt iu dat uittreksel nog een reden waarom dat stelsel in ons land niet is toe te passen. - Van al de wetten van een land is de krijgswet deze die het meest moet over- eeukomen met de zeden, de levenswijze, de overleveringen, de geschiedenis van het volk waarvoor zij bestemd is. Wij hebben in Zwitserland een mili- - tiestelsel, omdat wij het altijd gehad - hebben, omdat hei volkomen overeen- - stemt met onzen politieken, aardtijks- kundig en en topugraphischen toestand. - Dit stelsel is voor ons gepast eu wij willen er geen ander. Maar wy bewe ren niet daarom dat het voor alle doel- - einden bestemd is en dat andere volke- ren wier politieken toestand verschil- lend is en die eeno andeie zending te vervullen hebben, het kunnen aan- veerden, Wy bekenneu gaarne dat om een n militiestelsel te beoefenen men een lange gewoonte hebben moet, een natiouaal opvoeding systeem eu eeu volksgeest die men niet kunstmatig op een dag scheppen kan met wetten eu verordeningen. De tegenstrevers van ons stelsel vor i men in de Belgische Kamers do meer- i derheid. Zij vinden liet niet voor huu i land geeigend tij hebben daarvoor zeer goede reden. Het Zwitsersch militii-stelscl kan heel goed zijn voor die bergachtige streek, omdat het overeenstemt met de zeden eu gewoonten van het volk en met de gesteld heid vaa het land. Het heeft altijd in Zwitserland ia voege geweest en dank daar aan eu heeft het er die nadeeleu niet die het in België, bij voorbeeld, na zich slepen zou. Wij hoopen dat M. Z. Afgeweer naar de voordracht van do boeren Louw en Pjok- hooy zal gaan luisteren zijn en dat hij uit de redevoering van dezeu laatsten afleideu zul dat de gesteldheid van ous land niet geschikt is om de guerilla te voeren dat ols lot dus iu de vlakte door een wezen lijke veldslag zal beslist worden eu dat daarvoor eeu leger noodig is waar tucht beersebt en blinde gehoorzaamheid. Eu zulk een leger zou ons het Zwitsersch militiestelsel niet leveren. maar ik zie verder, missy Ik ben bang 3 im. n Juffrouw Monk lachte en de oude Ragen verwijder dezich laDgiaam. x Mijne Ajah is eene goede, oude ziel, jprak Sylvia tot den heer Bisset. Zij kan slecht Engelsch en spreekt met mij altyd in hare moedertaal, het Indisch. Zij seide mij. dat ik voorzichtig moest zijn voor die scherpe lacht en my geen kou op den hals halen. Hoe vindt gij het Indisch het klinkt als muziek niet waar, Ik hoor die taal zoo graag zij was de eerste, die ik leerde, en ik kon haar niet vergeten. De Indische taal ia zeer week, sooals gij zegt, juffrouw, bemerkte Mr Bisset. u Zy be valt mij toch hoor ik liever eene krachtige taal, zooals ons Engelsch. Die weeke taal past by die tropische naturen deze naturen zijn ook week en zoet, maar hunne zoetheid bevat dikwijls vergift. Gij moest het Indisch lee ren, mijnheer Bisset, De agent lachte zonderling. Zei ik u niet. dat ik in Indië geboren ben vroeg hij. u Het Indisch was de eerste taal die ik leerde mijne min was ook eene inboorlinge zooals de uwe mijue moeder stierf toen ik een jaar oud was. Juffrouw Monk werd bleek, x Gij gij verstaat dus Indisch vroeg aij. u Ja, toer goed, antwoordde de agent koeltjes, x Tot mijn tiende jaar leefde ik in Indië en moest er later nog eens terngkeeren, wegens mijne erfenis. Ik bleef er toen vyfjaar Wij geven de volgende aanhalingen uit Klokke Roeland te overwegen aan al do- genen die nog redeoeeron en vreè en «t verkiezen boven woelingen en omwente lingen. Klokke Roeland 22 Sept. 1901, art. van den L>-euw vau Vlaanderen die toch zoo ootmoedig bad en smeekte op het Assisenhof te Brugge. 't Kau ook zyn dat mensahon die ma- r:ifesteeren voor A. S., in een oogen- blik vau opgewondenheid, eene ruit inslaan enz. ua de victorie dikwijls maanden, ja lijk in 1893 soms jaren in 'l gevang moeten zuchten (Voor eeue ruit ïq te slaan I Volgens ons zou de strijd dubbel moe- ton zijn 1* Stryd voor A. S. - 2* Strijd voor de kwijtschelding van al de politieke misdrijven gedurende den strijd voor A 8. gepleegd. En men zoude het een zonder het andere niet mogen aanne- men. P f P Volledige straffeloosheid voor de scha vuiten die de eigendommen schenden ea de persouen aanranden I I Dat is aan liet schuim carfe blanche geven I Ehwel vredelievende burgers, wat zegt gij van dien leeuw e Donderdag 19 December was het mee ting in den Eldorado, zaal te Brussel. De leeuw sprak er ook en hij brulde olgans bet verslag vau Klokke Roeland 29 Dec. 1901. AU het seia wordt gegeven vau uit de Kamers, moeten wij ook alles wagen om den zegen te bekomen. Het is niet genoeg dat het A. S. ver- kregen worde maar ook de amnestie - vooral degenen die vervolgd wor- - den of veroordeeld zijn geweest of zullen zijn voor het algemeen - stemrecht. Is het niet crimineel in den hoogsten graad de schavuiten de straffeloosheid beloven opdat zij stout genoeg zouden zijn, in het mauifesteeren en zij geene vrees zouden hebben voor Gerecht eu Tribu nalen 1 Zy willen het A. S. Goed. Dat zij trachten het volk to over tuigen en wanneer zij mosrderheid in de Kamers zyn zulleu zij de herziening der grondwet kunnen doen. Waarom geweld gebruiken Omdat zij er anders niet kuQnen ko men. Is dat huano zaak niet veroordee- len Indien het volk voor A. S. is, zal het er komen zonder moeite zonder ge weid. Wij vreezen uw beslag niet, heeren, wij vreezen geen gewald. Wij zulleu pal staan en het weten af te keeren. om land en volk te bestudeeren. Eerstdaags sal een werk van mij over indië verschijnen.n Sylvia Monk luisterde met bang stils wijgen. Zij wist, dat de agent de waarschuwingen der oude Ragen verstaan had zij was daarover seer geergerd, x Ik moet u zeggen, n zeide zij bits, dat het alles behalve passend is een gesprek af te luisteren. x Ik kan daarop antwoorden, dat het niet welvoegelijk is eeue vreemde taal de spreken, wanneer men meent niet verstaan te worden,» sei de politieagent heel bedaard. x Mug ik vragen, welk besluit dat ia x Ik betreur het, u dat niet te kunnen zeg gen, juffrouw, sei Bisset eerbiedig, x zelfs aan Lord Chetwynd aal ik dit niet bekend maken. Doch eeue zaak kan ik u verzekeren, namelyk deze, dat ik het geheim sal oplussen al moest ik dag en nacht werken. Zyne stem klonk niet gemaakt maar be daard en vastberaden, alsof hij elk woord gewogen had. Juffrouw Monk meende er zelfe eeue bedreiging in te lien, aij keek hem scherp aau eu zag, dat in zijue blikken meer verbor gen lag dan sij dacht. x Iu geval vau een goeden nitslag zal ik u eene schitterende helooning geveu, mynheer Bisset, x Zeer gaarne zon ik het slechte vrouwspersoon gsstraft zien en ik raad u aan ze onder de dienstmeisje» te soeken. x lk dank u voor dien raad, maar ik heb myn plan reeds vastgesteld. Juffrouw, zei de agent beleefd x sal er niet» meer aau veran- Vinilaliiir bdt aitgeliotnM wi* <ua JSIUUWW Motuisw le Rètactew is dio in De Voll:n Iu kelen bijeouflanste. Het is dus Priester Ou na r zyu die Fransche art-»,- - Het is dus priesle- La ns die den October 1901 to De Volksecuu liet vol gunde schroef. Wij drukken in vetjes Wat men ook doen moge, men n zal den aard der werkli^-ion. niet veranderen. n De werkman ver~u at hij wintzoo ie het altijd geweeet In n het verleden en zoo zal he-', altijd zijn in de toekomP n Daarom ia de beweeglijke schaal n derdaghurer een gevaarlijk stel- jj eel in België ten min i Ehwel werklieden, dat komt van Pries ter Daens. Wat dunkt er u Hij slingert u brutaal in 'c aangelicht Gij zijt ah ijd ir< s -da g» weest en gij zu;t altijd dronkaard# zijn. n Daarom voor u geen v van daghuur. Gij zoudt het toch opa i Werklieden van Brabaut, ,;i 4e»t die woorden, wr kt dien -j r. taa niet straffeloos üke h*. - giugen in 't aangeaebt s.-uj/cr. i. Werklieden op 1 deren. Vergeef my, dat ik n lastig viel en neem mijn dank aan voor de hulp. die gij mij betoond hebt. Ik moet Lord Chetwynd be- zoeken. Hij nam eerbiedig den hoed af eu ging heen. Juffrouw Monk sag hem met gloeiende wangen en fonkelende oogen na en wandelde voort. Wat bedoelt hij met die hulp, dacht zij. Wat heb ik gezegd' Wie zou denken dat hij Indisch verstond Hoc zal dat afloopen De heer Bisset ging na dit belangrijk ge sprek naar sijne kamer, ten einde zich aan te kleeden voor het diner. Iu de eetkamer geko men, groette hem Lord Chetwynd zeer vrien delijk. Weldra kwamen Tempest en Gilbert Monk en eindelijk Sylvia in een kleed van gele zijde. Juffrouw Monk groette den geleer de met vleiende woordeD, Bisset echter wierp sij een trotachen blik toe. Zij dacht hem door hare schoonheid te overvleugelen, doch Bisset liet tich niet verblinden. Na het eten ging men in den salon. Juffrouw Monk speelde piano en zong by, de heer Temi>est verhaalde van zijne rei zen en lotgevallen en zoo werd de avond ge. zellig doorgebracht. Om elf uur verlieten Gilbert en Juffrouw Mouk het geselschap, heiden met den wensch elkaar dien avond nog te spreken. De heer Tempest stond op en volgde hun voorbeeld. lk verzoek u nog een oogenblik te bly. ven, zei de politieagent bedaard, x Ik Lord Chetwynd iets - aesfê* - g- dat de markies in i Is saksD te vernemen. De heer Bisset giogop t - deur, luisterde en sloot ze. x Ik heb ontdekt dat het ip< öit Chet- rynd-Park ontvlucht is en te vu gate ging, vanwaar het met .-i Louden reisde. Zij was hes »i.s«n, r er r als eene fijne jonge den^e en drorg r kleeren. Lord Chetwynd en et-pest wa^en i r verrast over deze tyding x Ik beb redenen om te ge toov> - dat jonge dame in het kv -1 e* »k heeft, want ik geloof wel, Jat i k witte lijkkleed met zich r< ;<rt. Wan i.jk verwiBseltzij van kleeren op e- i af w kamer. Gaarne zou k ir uw bei '.n 0 woordigheid de dakkamera ondersoek»: t nen wy daar ongeziet kon.ai x Zeker. Ik sal den beer Monk i*rso«k«si met ons te gaan. x Liever ware het my. den heer h!r n:sl ■nee te nemen, zei BiaaeL Ik werk niet .raag met zooveel jnenschen. Chetwynd stemde toe. Den volger dag zon men het kasteel doo -zoeken. (Wordt voortge ut).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1902 | | pagina 1