m
Zondag 5 Januari 1902
3 centiemen per nummer.
36rte Jaar 3638
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Verplicht
Onderwijs.
w
HET SPOOR
Over legerinrichting.
Krimineele taal.
DE DENDERBODE
Uit bl.d verschijnt den Woensd.g en Zaterdag van iedere week, onoe-
dagteekening van den volgenden dag. Be prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zei
maanden; fr. 1-15 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutatraat. IN. 31.
en in alle Postkantoren des Lands
Guique »uum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr 1,00 Vonnisse op
3- bladzijde 50 centiemen 'Dikwijls te herhalen bekendmakingen hu
accoord. Niet opgenomen bandschriften worden niet teruggestuurd -
Heereu notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen den
■iijnadag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën nil vreemde landen tich te wenden ten Bureel#
van dit blad
Aal»t, 4 Januari 1902.
Da voorstaanders van den schooldwang
nemen hunne toevlucht tot alle middelen.
Dat bewijst dat de zaak niet te verdedi
gen is.
Onxe armtierigo, die de logieka zoo dik-
wyls heeft geradbraakt, heeft nu een
nieuw argument, een splinternieuw, ge-
Tonden.
Volgens de clerikalen is het do plicht
niet van den Staat de kinderen een dege
lijk onderwijs te verschaffen, schrijft Den
dergalm van 17 nov. 1901. Er staat er-
gtns geschreven Alle Belgen worden
aanzien als de wetten te kennen.
Dat is niet heel sterk geredeneerd.
Hy zegt ergens. Hij weet dus niet
waar dat geschreven staat. Eu nochtans
die schrijver moet er vrij wat moer over
weten dan een eenvoudige schooljongen,
zelfs van eeue verplichte school.
Als hij do wetton niet kent, hoe durft
hij dan verwachten dat een jongen snul
die nauwelyks lezen en schrijven kan, de
wotlen van zyn land kenue
Zyn fameus argument, alhoewel by
daar een gansche kolom over vol zeever't,
bewijst dus niets, volstrekt niets.
Het is de schooldwang niet welke van
onze mannen doortrapte advocaten maken
zal, die al de wetten van hun laud kennen
en dus voor de rechtbanken hunne onwe
tendheid niet kunnen inroepen.
Konden tij nu lezen souden sij daarom
de weiten begrijpen Zou due, na lijk
vóór, de onwetendheid der rechtskennis
niet bestaan
Dus is Dendcrgalm er leelijk ueveus en
kan dit argument niet ingeroepen worden
om den schooldwang te verdedigen.
Lezen en begrypeu ziju twee verschil
lende diugen en als, volgens Dendergalm,
zijn boerkeu zeggen mag wel te ver
staan om do wet to overtreden 0 ik kan
de wet niet lesen dan mag het vengoed
zeggeu - ik kan de wet niet begrijpen. -
Dus zouden overal scholen van rechts
geleerdheid moeten geopend worden om
de Belgen de draagwydte, <le juiste ken
nis der wetgeving te leeren kennen.
Dat vloeit rechtstreeks uit de aange
voerde redeneering. Dat wijdloopend ge
volg bewyst do valschheid, het onjuiste
van het grondbeginsel waarop zij steunt.
Daarby er is een onderscheid to maken.
Ziehier wat wy daarover lezen in Belt-
jens Code civil annoté vol. 1. bl. 3.
De wetten, door hunne natuur, ver-
binden al de burgers.
Niemand mag de onwetendheid van
de wet voorwenden. Dit vermoeden (dat
al de Belgen do wet kenuou -ie ge-
steund op het maatschappelijk belang.
Do onwetendheid van het recht ver-
schoont niet maar zoo de wet maar pri-
vaat belangen beheerscht, indien zij be-
trekkingen tussohen bijzondere personen
betreft, mag mon niet zeggen dat die
bij tondere personen aansien worden als
- de wet te kennen en dat de onwetend-
heid van het recht ze niet verschoont.
In zake van overeenkomst mogen de
partijeu de dwaling van het recht zoo-
wel als de dwaling van het feit iuroe-
pen.
Zoo oordeelt ook Laurent t. 1. nr 24.
Hij brengt ook in kwestie het grondbe
ginsel der catholieken. De Staat heeft
de plicht niet een degelijk onderwijs aan
de kinderen te verschaffen.
Dat is, in zekeren zin, waar. De Staat
heeft die plicht niet het is de plicht
der ouders aan hunne kinderen een
degelijk onderwijsovereenkomstig hun
ner overtuiging, te verschaffen.
De Staat moet alleenlijk zorgen dat de
ouders dit onderwijs aan hunne kinderen
geven kunueu. Verder hoeft hij niet te
gaan en hij moet geenszins de plaats der
ouders innemeu.
De kinderen behoorea deirStaat niet toe-,
lijk het in liet oude Sparta was en lijk do
geuzen het zich hedendaags voorstellen.
Zij behooren hunne ouders. Aan de
ouders is het zo te doen ouderwijzen vol
gens hunne gedachten, volgens hunne
overtuiging ou niet volgens die van den
Staat., die gistereu M. Van Humbeeck
was, beden M. De Troozisen morgen M.
Vanderveldo zijn kan.
Wij vinden het zonderling dat
voor het onderwijs de Staat de
plaats der ouders moge innemen,
dat de Staat aan de kinderen zijn
onderwijs, zijne opvoeding opdrin
gen zou, terwijl voor het verzor
gen, voor het groot brengen, voor
het aankleeden en voeden de last
aan de ouders zou worden gelaten.
Ooi hel uuderwys te geuieleü zoüdeu de
kiudereu de slaven vau den Slaat worden
maar om do lasten van voeden en kleeden
zou men ze eenvoudig op dcu rug der
ouders schudden.
Dat is tegenstrijdig, dus valsch.
Do Staat heeft het recht niet de kinde
ren op te voedeQ.
Om op te voeden heeft men leerstel
sels noodig en de moderne Staat heeft
geen doctrine, geen leerstelsels hij is
onzijdig, onverschillig tegenover
de verschiUige grondbeginsels die
zich het menschelijke verstand en
hart betwisten.
Te midden der gronte verscheidenheid
van denkwijze waarin de Belgen zich ver
doelen kan er geen onderwijs gegeven
worden dat elk voldoet. Het onderricht
gegeven aan kinderen van materialisten
of godshatende geuzen kan catholieke
ouders niet bevallen en omgekeerd.
Wij vragen scholen voor ieders overtui
ging, scholen die op gelijken voet staan
tegenover de gunsten van den Staat. De
Belgen zijn immers gelyk voor de wet,
dus ook voor de wet over het ouderwijs.
De catholieken hebben het recht scho
len te eischen waar buune kioderen kuo-
Den heengaao zonder gekrenkt in hunne
overtuiging terug te keeren.
Zij hebben dat niet en dat onrecht moet
ophouden. Wij. catholieken, willen go-
lykheid in de rechtveerdigheid wij wil
len geuzenscholen voor de geuzen maar
ook catholieke scholen voor de kinderen
der catholieken en beiden betaald door
het geld vau don Staat in verhouding der
bewezen diensten.
dieLwyiitl-I^ork.
Met genoegen mogen wij
vaststellen dat «le krijgskun
dige van Dendergalm onze
beweegreden over de onmoge
lijkheid der invoering van bet
Zwitsersch stelsel onaange
roerd heeft gelaten.
Dat isJe begrypen; Het is
inderJaad ontegensprekelijk dat de oorlog
in een bergachtig land op andere wijze
moet gevoerd worden dan in eene vlakke
streek.
Alhoewel wij daarop niet willen terug
komen gelooven wij het echter nuttig
voor de zaak op het stilzwijgen onzes
tegenstrevers te wijzeu.
Het ligt in ons doel de volgende woor
den vau onzen poveren artist te bespre
ken.
In België kost eon klein legertje
arlijks 57 millioen; iu Zwitserland heeft
meu met 25 millioen uitgaven 's jaars een
leger van 500 duizend wel geoefende sol
daten.
Wij bebbeu reeds gezien dat die cyfers
- 25 millioen valsch zijn daar het
ourlogsbudjet van 1892 bedroeg niet 25
maar 45 millioeD.
Dendergalm heeft niet noodig geoor
deeld lijn dwaliug te bekenneu.
Een verschil vau omtreüt het dubbel is
nogthans de moeite waard. Hij zou het
al» zijn plicht moeten aanzien zyne lezers
op zoo grove wijze niet in dwaliug to bren
gen. Heeft hij niet gezegd dat bij voor do
waarheid kampt
63* vervolg,
x Maar de hear Monk aagt, dat gij haar
ïaagt.
Sylvia's galaat verdonkerde en hare oogen
fonkelden.
a Zei hy dat vroeg aij op bitsigen toon.
x Ja, hy zei aan lord Chetwynd, dat gij het
■pook beide keeren getieu heht, sprak de
agent bedaard.
Sylvia wende het hoofd om, gelyk eene
slang, die aich ep bare prooi werpen wil. Zij
aag duidelijk dut baar broeder baar tegen
werkte, en van dit oogenblik af haatte aij bem
met oenen doodelyken haat.
u Indien gij aan de woorden ran Monk de
voorkeur geeft, seidesy eindelijk met schorre
steal, u kan ik daartegen niets doen. Daar ik
echter de oogeu voor mij alleen heb en nooit
iemand zei, dat ik den geest zag, blijf ik bij
myne beweering. Indien het noodig is, zal ik
ze onder eed bevestigen.
Uw woord is voldoende, zei de politie
agent hoffelijk. Het moet een misverstand
zijn, dat is alias. Maar veroorloof my nog te
vragen, hoe het mogelyk was, dat gy de ge
stalte niet bemerktet, daar gy toch in die
richting koekt.
h Ik moet het nog bevestigen of ik er nog
keek, mijnheer, n zei juffrouw Mouk, die
hare zelfbeheersching had teruggekregen
Anderen kunnen onmogelijk weten, wat ik
sag of voelde en overigens kan ik u verzeke
ren, dat ik niet naar de deur gekeken heb.
Zjj beefde een weinig, hulde zich vaster in
haren tnantel en begon weder te wandelen.
Eenigekeareu was sij op en neer gegaan, toen
de oude Ragen met een sjaal over den arm
naar buiten kwam en hare meesteres naderde.
De heer Bisset beschouwde do oude Indische
met grooto belangstelling.
Zulke verschijniugen vindt men in ons
proziüsch Eugeland aelden, juffrouw Monk, n
sei hy. Zy ziet uit gelijk eene figuur uit
Duizend en een Nacht.
x Dat is mijne Ajah, die ik uit Indië
bracht, sprak de jonge dame.
Op dit oogenblik naderde de oude Ragen en
reikte hare meesteres de sjaal, terwyl sij een
wantrouweuden blik op den politieagent wierp
en baar in bet Indisch toefluisterde
Neem u iu acht, missy. De hofmeester zy
my zooeveu, dat dit de politieagent is ik
kwam om u te waarschuwen. Hij zal beproe
ven, om u tegenstrijdige verklariugen te ont
lokken hy bevalt mij niet.
x Bah, n hernam miBS Monk eveneens in
het Indisch, u wees niet onnoozel, Ragen. Die
mau ia een gewone gek, dit aag ik dadelyk,
toeu ik hem ontmoette. Voor my heht gy niets
te vreezen, ik hen altyd op myue hoede.
x Ik weet het, missy, tei de oude, a maar
hy bevalt my niet. Hy ziet er wel gek uit,
Hij spreekt verder over welgeoefende
soldaten. Dat zou by de Zwitscrsche be
voegde mannen zelf uioeteu laten oordee-
len. Zij weteo het beter dan hij.
Ziehier wat de federale Kolonel de
Mandrot schrijft
Wanneer men beweert dat de Zwitser-
sche legerbenden op de hoogte zijn der
staaode lezers van onze naburen dan heeft
men zich eene overdrijving geoorloofd
weinig waardig van een vrij land en een
vry volk.
Kolónel do Mandrot zal de zaken wel
wat heter kennen dan onze Z. Afgeweer,
dc fatüeuze garde-civiek tegen zijn goeste.
Wij mogen hem dus meer vertrouwen
schenkeu en als onze krijgskundige uit
Dendergalm van welgeoefende soldaten
spreekt, eenvoudig de schouders ophalen.
Het-Zwitsersch leger bestaat uit 3 dee-
len.
1* De Keur. Alle welgevormde Zwitser
dient iu de keur van zyn 20*u tot 32ata
jaar.
2° i)e landweer. Zy begrijpt de man
nen vtn hun 33,,e jaar tot hun 44rt*f dus
12 jaar.
3° De landstorm. Zij begrypt al de
manutin van 17 tot 50 jaar oud die niet
tot eeiïe der 2 eerste klassen behooren.
Voltens het werk van M. Molard telde
de keu in 1892, 131.471 man, de land
weer *11,360 en de laudstorm 273,800.
De mannen ontslagen van den dienst
uit du keur en de landweer betalen eene
taks v u 6 frank, vermeerderd met bij-
komiftttre jaarhjksehe- lasten welke tot
300 fr. voor de keur, en tot 150 fr. voor
üc landweer kunnen stijgen.
Wat denken de Zwitsers zelf over hun
krijgsstelsel 1
Ziehier wat wij lezen in de Qaeetie de
Lausanne. Er steekt iu dat uittreksel nog
een reden waarom dat stelsel in ons land
niet is toe te passen.
- Van al de wetten van een land is de
krijgswet deze die het meest moet over-
eeukomen met de zeden, de levenswijze,
de overleveringen, de geschiedenis van
het volk waarvoor zij bestemd is.
Wij hebben in Zwitserland een mili-
- tiestelsel, omdat wij het altijd gehad
- hebben, omdat hei volkomen overeen-
- stemt met onzen politieken, aardtijks-
kundig en en topugraphischen toestand.
- Dit stelsel is voor ons gepast eu wij
willen er geen ander. Maar wy bewe
ren niet daarom dat het voor alle doel-
- einden bestemd is en dat andere volke-
ren wier politieken toestand verschil-
lend is en die eeno andeie zending te
vervullen hebben, het kunnen aan-
veerden,
Wy bekenneu gaarne dat om een
n militiestelsel te beoefenen men een
lange gewoonte hebben moet, een
natiouaal opvoeding systeem eu eeu
volksgeest die men niet kunstmatig op
een dag scheppen kan met wetten eu
verordeningen.
De tegenstrevers van ons stelsel vor
i men in de Belgische Kamers do meer-
i derheid. Zij vinden liet niet voor huu
i land geeigend tij hebben daarvoor
zeer goede reden.
Het Zwitsersch militii-stelscl kan heel
goed zijn voor die bergachtige streek,
omdat het overeenstemt met de zeden eu
gewoonten van het volk en met de gesteld
heid vaa het land. Het heeft altijd in
Zwitserland ia voege geweest en dank
daar aan eu heeft het er die nadeeleu niet
die het in België, bij voorbeeld, na zich
slepen zou.
Wij hoopen dat M. Z. Afgeweer naar de
voordracht van do boeren Louw en Pjok-
hooy zal gaan luisteren zijn en dat hij uit
de redevoering van dezeu laatsten afleideu
zul dat de gesteldheid van ous land niet
geschikt is om de guerilla te voeren dat
ols lot dus iu de vlakte door een wezen
lijke veldslag zal beslist worden eu dat
daarvoor eeu leger noodig is waar tucht
beersebt en blinde gehoorzaamheid.
Eu zulk een leger zou ons het Zwitsersch
militiestelsel niet leveren.
maar ik zie verder, missy Ik ben bang 3
im. n
Juffrouw Monk lachte en de oude Ragen
verwijder dezich laDgiaam.
x Mijne Ajah is eene goede, oude ziel,
jprak Sylvia tot den heer Bisset. Zij kan
slecht Engelsch en spreekt met mij altyd in
hare moedertaal, het Indisch. Zij seide mij.
dat ik voorzichtig moest zijn voor die scherpe
lacht en my geen kou op den hals halen. Hoe
vindt gij het Indisch het klinkt als muziek
niet waar, Ik hoor die taal zoo graag zij was
de eerste, die ik leerde, en ik kon haar niet
vergeten.
De Indische taal ia zeer week, sooals gij
zegt, juffrouw, bemerkte Mr Bisset. u Zy be
valt mij toch hoor ik liever eene krachtige
taal, zooals ons Engelsch. Die weeke taal past
by die tropische naturen deze naturen zijn
ook week en zoet, maar hunne zoetheid bevat
dikwijls vergift. Gij moest het Indisch lee
ren, mijnheer Bisset,
De agent lachte zonderling.
Zei ik u niet. dat ik in Indië geboren
ben vroeg hij. u Het Indisch was de eerste
taal die ik leerde mijne min was ook eene
inboorlinge zooals de uwe mijue moeder
stierf toen ik een jaar oud was.
Juffrouw Monk werd bleek,
x Gij gij verstaat dus Indisch vroeg
aij. u Ja, toer goed, antwoordde de agent
koeltjes, x Tot mijn tiende jaar leefde ik in
Indië en moest er later nog eens terngkeeren,
wegens mijne erfenis. Ik bleef er toen vyfjaar
Wij geven de volgende aanhalingen uit
Klokke Roeland te overwegen aan al do-
genen die nog redeoeeron en vreè en «t
verkiezen boven woelingen en omwente
lingen.
Klokke Roeland 22 Sept. 1901, art.
van den L>-euw vau Vlaanderen die toch
zoo ootmoedig bad en smeekte op het
Assisenhof te Brugge.
't Kau ook zyn dat mensahon die ma-
r:ifesteeren voor A. S., in een oogen-
blik vau opgewondenheid, eene ruit
inslaan enz. ua de victorie dikwijls
maanden, ja lijk in 1893 soms jaren in
'l gevang moeten zuchten (Voor eeue
ruit ïq te slaan I
Volgens ons zou de strijd dubbel moe-
ton zijn
1* Stryd voor A. S.
- 2* Strijd voor de kwijtschelding
van al de politieke misdrijven
gedurende den strijd voor A 8.
gepleegd.
En men zoude het een zonder
het andere niet mogen aanne-
men.
P f P
Volledige straffeloosheid voor de scha
vuiten die de eigendommen schenden ea
de persouen aanranden I I
Dat is aan liet schuim carfe blanche
geven I
Ehwel vredelievende burgers, wat zegt
gij van dien leeuw
e
Donderdag 19 December was het mee
ting in den Eldorado, zaal te Brussel.
De leeuw sprak er ook en hij brulde
olgans bet verslag vau Klokke Roeland
29 Dec. 1901.
AU het seia wordt gegeven vau uit de
Kamers, moeten wij ook alles wagen
om den zegen te bekomen.
Het is niet genoeg dat het A. S. ver-
kregen worde maar ook de amnestie
- vooral degenen die vervolgd wor-
- den of veroordeeld zijn geweest
of zullen zijn voor het algemeen
- stemrecht.
Is het niet crimineel in den hoogsten
graad de schavuiten de straffeloosheid
beloven opdat zij stout genoeg zouden zijn,
in het mauifesteeren en zij geene vrees
zouden hebben voor Gerecht eu Tribu
nalen 1
Zy willen het A. S.
Goed. Dat zij trachten het volk to over
tuigen en wanneer zij mosrderheid in de
Kamers zyn zulleu zij de herziening der
grondwet kunnen doen.
Waarom geweld gebruiken
Omdat zij er anders niet kuQnen ko
men. Is dat huano zaak niet veroordee-
len Indien het volk voor A. S. is, zal
het er komen zonder moeite zonder ge
weid.
Wij vreezen uw beslag niet, heeren,
wij vreezen geen gewald.
Wij zulleu pal staan en het weten af te
keeren.
om land en volk te bestudeeren. Eerstdaags
sal een werk van mij over indië verschijnen.n
Sylvia Monk luisterde met bang stils wijgen.
Zij wist, dat de agent de waarschuwingen der
oude Ragen verstaan had zij was daarover
seer geergerd,
x Ik moet u zeggen, n zeide zij bits, dat
het alles behalve passend is een gesprek af te
luisteren.
x Ik kan daarop antwoorden, dat het niet
welvoegelijk is eeue vreemde taal de spreken,
wanneer men meent niet verstaan te worden,»
sei de politieagent heel bedaard.
x Mug ik vragen, welk besluit dat ia
x Ik betreur het, u dat niet te kunnen zeg
gen, juffrouw, sei Bisset eerbiedig, x zelfs
aan Lord Chetwynd aal ik dit niet bekend
maken. Doch eeue zaak kan ik u verzekeren,
namelyk deze, dat ik het geheim sal oplussen
al moest ik dag en nacht werken.
Zyne stem klonk niet gemaakt maar be
daard en vastberaden, alsof hij elk woord
gewogen had. Juffrouw Monk meende er zelfe
eeue bedreiging in te lien, aij keek hem scherp
aau eu zag, dat in zijue blikken meer verbor
gen lag dan sij dacht.
x Iu geval vau een goeden nitslag zal ik u
eene schitterende helooning geveu, mynheer
Bisset, x Zeer gaarne zon ik het slechte
vrouwspersoon gsstraft zien en ik raad u aan
ze onder de dienstmeisje» te soeken.
x lk dank u voor dien raad, maar ik heb
myn plan reeds vastgesteld. Juffrouw, zei de
agent beleefd x sal er niet» meer aau veran-
Vinilaliiir bdt aitgeliotnM wi* <ua
JSIUUWW Motuisw le Rètactew
is dio in De Voll:n Iu
kelen bijeouflanste.
Het is dus Priester Ou na r
zyu die Fransche art-»,- -
Het is dus priesle- La ns die den
October 1901 to De Volksecuu liet vol
gunde schroef. Wij drukken in vetjes
Wat men ook doen moge, men
n zal den aard der werkli^-ion. niet
veranderen.
n De werkman ver~u at hij
wintzoo ie het altijd geweeet In
n het verleden en zoo zal he-', altijd
zijn in de toekomP
n Daarom ia de beweeglijke schaal
n derdaghurer een gevaarlijk stel-
jj eel in België ten min i
Ehwel werklieden, dat komt van Pries
ter Daens. Wat dunkt er u
Hij slingert u brutaal in 'c aangelicht
Gij zijt ah ijd ir< s -da g»
weest en gij zu;t altijd dronkaard#
zijn. n
Daarom voor u geen v van
daghuur.
Gij zoudt het toch opa i
Werklieden van Brabaut, ,;i 4e»t
die woorden, wr kt dien -j r. taa
niet straffeloos üke h*. -
giugen in 't aangeaebt s.-uj/cr. i.
Werklieden op 1
deren. Vergeef my, dat ik n lastig viel en
neem mijn dank aan voor de hulp. die gij mij
betoond hebt. Ik moet Lord Chetwynd be-
zoeken.
Hij nam eerbiedig den hoed af eu ging heen.
Juffrouw Monk sag hem met gloeiende
wangen en fonkelende oogen na en wandelde
voort.
Wat bedoelt hij met die hulp, dacht zij.
Wat heb ik gezegd' Wie zou denken dat hij
Indisch verstond Hoc zal dat afloopen
De heer Bisset ging na dit belangrijk ge
sprek naar sijne kamer, ten einde zich aan te
kleeden voor het diner. Iu de eetkamer geko
men, groette hem Lord Chetwynd zeer vrien
delijk. Weldra kwamen Tempest en Gilbert
Monk en eindelijk Sylvia in een kleed van
gele zijde. Juffrouw Monk groette den geleer
de met vleiende woordeD, Bisset echter wierp
sij een trotachen blik toe. Zij dacht hem door
hare schoonheid te overvleugelen, doch Bisset
liet tich niet verblinden.
Na het eten ging men in den salon.
Juffrouw Monk speelde piano en zong
by, de heer Temi>est verhaalde van zijne rei
zen en lotgevallen en zoo werd de avond ge.
zellig doorgebracht.
Om elf uur verlieten Gilbert en Juffrouw
Mouk het geselschap, heiden met den wensch
elkaar dien avond nog te spreken.
De heer Tempest stond op en volgde hun
voorbeeld.
lk verzoek u nog een oogenblik te bly.
ven, zei de politieagent bedaard, x Ik
Lord Chetwynd iets - aesfê* - g-
dat de markies in i Is saksD
te vernemen.
De heer Bisset giogop t -
deur, luisterde en sloot ze.
x Ik heb ontdekt dat het ip< öit Chet-
rynd-Park ontvlucht is en te vu
gate ging, vanwaar het met .-i
Louden reisde. Zij was hes »i.s«n, r er r
als eene fijne jonge den^e en drorg r
kleeren.
Lord Chetwynd en et-pest wa^en i r
verrast over deze tyding
x Ik beb redenen om te ge toov> - dat
jonge dame in het kv -1 e* »k
heeft, want ik geloof wel, Jat i k
witte lijkkleed met zich r< ;<rt. Wan i.jk
verwiBseltzij van kleeren op e- i af w
kamer. Gaarne zou k ir uw bei '.n 0
woordigheid de dakkamera ondersoek»: t
nen wy daar ongeziet kon.ai
x Zeker. Ik sal den beer Monk i*rso«k«si
met ons te gaan.
x Liever ware het my. den heer h!r n:sl
■nee te nemen, zei BiaaeL Ik werk niet .raag
met zooveel jnenschen.
Chetwynd stemde toe. Den volger dag
zon men het kasteel doo -zoeken.
(Wordt voortge ut).