5 Zondag 27 April 1902 5 centiemen per nummer S6sle Jaar 5670 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Groene A rtisten! 0 Crimineele Bluffers! LEUVEN. WAAROM DE DENDERBODE. Dit blad rerschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- ning van den volgenden dag. - De prijs ervan is tweemaal ter week voor d Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schryft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, •n in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE BtTJM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d« bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten hureele van dit blad. Aalst, a6 April 190a. Als alle middelen niet goed zijn dan begrijpen wij het volgende niet. De tegen strijdigheid is immers te groot. Het staat nochtans in een en zelfde nummer van 't groot orgaan van onzen viezen pastoor Daens op een en zelfde bladzijde. Wij lezen in de Volkseeuw a Indien het ministerie weigert het voorstel van herziening in acht te ne- a mendan zullen er onlusten in 't land losbreken en helaas I het bloed zal stroomen door den zinneloozen weêr- stand der catholieke meerderheid... a Elkeen wacht met angst of er uit den n mond van 't ministerie een woord zal komen van toegeving en bevredi- ging. Het catholiek ministerie heeft de orde hersteld en zal ze krachtdadig handhaven. Het heeft het revolutionnair monster den kop ingeslagen. De dynamitards, de mannen van den revolver, zoo lief aan 't hert van onzen viezen pastoor Daens, zijn in hunne donkere krochten moeten terug kruipen voor het kranig en kracht dadig optreden der Regeering. De brave, vreedzame menschen zullen da catholieken dank weten de dynami tards en hunne vrienden alleen schuim bekken van woede. Pastoor Daens heet de houding der catholieke partij een zinneloozen weér- stand Pastoor Daens zou het schuim van de straat willen zien overwinnen, willen zien baas spelen. Het ministerie had moeten wijken, meent hij, dan hadden de opruiers tot die dwaze menigte gaan kunnen telkens de meerderheid der Kamer aan hunne dwaze eischen weêrstond. Die menigte, dat schuim, is immer bereid op te staan, dy namiet te gebruiken en de straten onvei lig te maken. Zij hadden die schoelies thans reeds laten gelooven dat het ministerie uit schrik zou gaan loopen als het eerste revolverschot in de straten afging. Zij zijn bedrogen geweest. Zoodra die dolle woeste bende vroeg aan de leiders hen aan te voeren en zich aan hun hoofd te plaatsen om tegen de gendarmen, politie en burgerwacht storm te loopen, dan riepen die k< reis KALM TE KALMTE I de gendarmen schie ten dood. Thans alleen kan nog de algemeene werkstaking lukken 1 Vooruit voor algemeene werkstaking Dat spel ook wil slecht aangang. De letterzetters hebben hun reeds zut toege roepen en vele werklieden die het werk hadden laten staan, hebben het sedert reeds hernomen. Wat nu Nu bidden en smeeken zij om toege ving. Zij liggen den Koning ten halze om de de Kamers te ontbinden. Zij richten pe tities in. Onze Vorst is echter te slim hij ziet klaar. De artisten van de omwenteling MOETEN TOCH IETS HEBBEN DAT ZIJ ALS EEN BEKOMEN VOORDEEL KUNNEN UIT ROEPEN, VERKRBGÉN DOOR HET OPTREDEN der menigte. Zij moeten die menigte in den waan houden dat zij almach tig is om ze in de toekomst nog te kunnen werpen op onze samenleving, op onze nationale instellingen. Zij zouden zich zelfs tevreden stellen met eene doode musch. Als het maar IETS IS OM te KUNNEN PRONKEN OP HUNNE MEETINGEN. Doch het ministerie blijft pal staan en de doode musch krijgen zij nietde dyna mitards mogen bedreigen zooveel zij wil len, en roepen lijk zij het doen tegen ON ZEN WOESTE Ter dood ter dood 1 zelfs de doode musch krijgen zij niet. Die kreet, lieve lezer, is meermalen geuit op eene meeting te Brussel en kwam uit den mond van die laf hertige kerels die tot onze soldaten gaan en zeggen Gij zult niet doodslaan Dit alles bewijst dat ons catholiek be stuur kalin inaar vastberaden is opge treden en dat het dus de genegenheid heeft verworven van al de brave men schen die vreedzaam willen leven en an deren met rust laten. Terwijl Pastoor Daens bidt en smeekt ten vooidetle der dynamitards, revolver- mannen en andere brutale kerels is er een andere un monsieur le Rédac teur. s. v. p. die een oproep doet tot de ordelievende menschen en hun toe roept (Volkseeuw 20 April 1902) (t Aan u, lieve lezers, uwen plicht te doen aan u de catholieken weg te vagen die door hunne zwakheid de oorzaak zullen zijn van een burgeroor- log aan u hun den 25 Mei aanstaande eene vernedering toe te brengen, het i) land te verlossen van die lieden zonder wilskracht en gij zult u verdienstrijk gemaakt hebben tegenover het vader- land. Voor dien heer dus zijn de catholieken te zwok opgetreden Men had er nog meer moeten onderschieten. Neen, heer, juist wat noodig is en niet De orde zullen de catholieken hand haven, de brave menschen zullen zij be schermen maar bloedvergieten als de openbare orde zulks niet vereischt dat doen de catholieken niet. Gij zijt veel te overdreven, gij zijt te bloeddorstig en wij kunnen maar niet begrijpen hoe die ootmoedige bidder en smet-ker van daarstraks uw artikel in zijn blad heeft opgenomen wel te verstaan als hij zelf M. le Rédacteur niet ge speeld hteft het en zou immers de eersie maal niet zijn dat uit dien zelfden mond warm en koud wordt geblazen. Alle middels zijn goed voor dien heer Die oproep even als de smeekingen van den viezen pastoor zullen niet ge hoord worden. Het volk wil de rust en het recht door overtuiging. Het volk wil niet dat het schuim van de straat baas spele. En dat volk mag op de catholieken steu nen, de orde zal heerschen en de dynimi- tards en andere zullen het hoofd buigen. En nu, lezer, hoe vindt gij de helden die in zulke tegenstrijdigheden vallen Bewijst dat niet eens te meer dat wij hier slechts te doen hebben met eenen hansworst voor wien alle middelen goed zijn als hij maar naar boven komt en langs den rug der bedrogene weiklieden op de kussens kan klouteren. Is het niet schandalig het mc-d' lijden van de Regeering in te roepen en tnzelf- dertijd tot het vreedzame voik zeggen Weg met de Regeering die te zwak is, die geen kracht, geen energie heeft Effenaf schandalig 1 00» 'Vervolg. De maire van Pierrcfite moest een trap van dertig treden op, die hem voor zijne door schrik half verlamde beenen onein dig hoog toescheen, maar door zich krampachtig aan de leuning vast te hou den, kwam hij toch met veel moeite boven. Daar werd hij ontvangen door den brigadier. Ik wacht al op u, mijnheer de maire, zegde deze. Links en rechts van den trap stond een gendarm op wacht, die het militaire saluut voor het achtbare hoofd der ge meente maakte. Hier ben ik al, hier ben ik al, sta melde Lordonneau. Hij volgde den brigadier naar de slaap kamer van den ouden baron. Wat hij daar zag, deed het bloed in zijne aderen verstijven. De dubbele deur was geheel geopend zoodat men bij het flauwe schijnsel van den aanbrekenden winterdag, de kamer tot in alle ho<kcn kon overzien. Zij scheen het tooneel van etne vreese- lijke worsteling geweest te zijn, de meu bels waren omvergeworpen en bescha- De groote schuldigen van den laatsten woeligen toestand zijn de gewetenlooze ophitsers die het volk opruien, en als eene wilde bende werpen op onze straten, waar dat schuim de politie vermoordt en de eigendommen stuk slaagt. Hoort ze aan gang. Het volk is meester en welk volk het moet niets vreezen en daarbij wat ZIJN EENIGE MENSCHENLKVENS Dat vroeg zich onze lekkere Pie af. Meester Planquaert kwijkt hem na in Klokke Roeland. Hij durft schrijven Stroomt het bloed, wat geeft dat Daar zijn wij niet bang van. Bluffer. Gij zult u nooit bevinden daar waar er gevaar is. De kogels zijn goed voor anderen, maar voor u niet. Als gij nu niet bang zijt, Meester, zult gij eens op de eerste rij komen daar waar het heet is, waar er geschoten wordt. Doch gij zijt een bluffer en nooit zal men u zien waar er gevaar is. Gij hebt uw n moed laten zien te Brugge op het Hof van Assisen. Die Koenb Leeuw 0 Leeuw kroop er op zijne knieën voor de jury leden en smeekte en bad met de tranen in de oogen en zegde dat hij nooit had wil len de revolutie aanprediken De jury kreeg deernis met den smee- kende leeuw. Die menschen hadden nu eens vreugde die zoogezegde koene Bvey- del, die onversaagde, ongetemde, moedige ziel voor hen op de knieën te zien vallen 1 En nu durft hij weèrom komen en de arme dutsen ophitsen zich bloot te stel len Waarom zich blootstellen Vooi wie loopen zij gevaar In wiens voordeel Vooi de ophitsers omhooge te laten klauteren. Wat is de strijd voor Z. A. S. En Xlokke Roeland van den tijd ant woordde Dï strijd voor A. S. wil zeggen de strijd vaarmeè eenige mannen hopen eenen kamerzetel te winnen. Uit 2. A. S. trekt de werkende klasse geen voordeel. Zie Frankrijk. Is de werkuur) daar beter Zijn er daar geen werkstakingen. Is mm daar vrij Ja viij van te vlo<ken, God te lasteren maar ni?l van te bidden, van te gelooven. THans- maken de groenen deel van die (I een ice MANNEN dia» hopën eenen kamerzetel te winnen. Oiti ce heerschzucht van die eenige mannen I) te voldoen jaagt men het volk op tegen de wettige Overheid, vloeit het blJfd Weiklieden, oogen open Het is te dwaas de speelbal te zijn van politieke verwaande gekken. Als men u toeroept wij zijn niet bang zegt hun dan Welaan stel u aan ons hoofd daar waar er gevaar is, en gij zult iets zien, ja ge zult ze als hazen zien loopen een pensioen van 65 franks in Frank rijk geen. In België zal weldra eene wet tot stand komen nopens de Zondagrust in Frankrijk is daar geen spraak van. Als de Fransche werkman 's morgens opstaat en dat hij een suksken neemt om zijnen quinquet te aansteken, dan betaalt hij belasting, de stekskens kosten 10 cen tiemen het doosken in België 10 cen tiemen per dozijn dooskens. Als hij dan water kookt op een petrolvuur voor zijnen koffie, betaalt hij belasting, want de pe trol is belast met 7 centiemen per liter. a Als hij koffie opschenkt, betaalt hij belasting de koffie is hoogst belast. 0 Als hij dan boterhammen eet, en brood kan toch niemand missen, de werk man nog min dan een ander, dan betaalt hij belasting. En als de werkman, na het werk of na den maaliijd, een pijpje wil rooken, dan betaalt hij weêr belasting, elkeen weet hier hoe duur de tabak is in Frank rijk. Stekskens, pctrool, koffie, brood, ta bak, alles betaalt belasting in Frankrijk, waar het algemeen stemrecht sedert 5o jaar bestaat. Daarom verzetten in België alle wel denkende lieden zich tegen het algemeen stemrecht dat de socialisten, met de hulp der liberalen en der valsche chrislene democraten, door geweld en oproer wil len afdwingen. De roode en groene socialisten schrij- ven De Fransche catholieken houden fel aan het A. S. en zij zijn er vol liefde voor. Ir. België vervloeken zij het A. S., zij verfoeiën het en doen liever onze li broeders, onze zusters, onze kinderen vermoorden, dan het te geven Waarom Waarom, wel om de eenvoudige reden dat de ondetvinding ons leert dat het volk, in wier belang men het algemeen stem recht vraagt, volstrekt niet gelukkiger is in Frankrijk dan hier in België. In zijn schoon werkje. Ten strijde! geeft MKarei Beyaert ons daar de vol gende bewijzen van In België zijn er wetten die den weikman beschermen tegen overtolligen aibeid in Frankrijk niet. In België hebben de oude werklieden digd, eene eikenhouten kas was open gebroken en al de schuiven er uit gerukt. Alles was bemorst met bloed en mid den in het vertrek vóór het bed, lagen twee lijken uitgestrekt. Dat van den baron, in zijn nachthemd met bloote beenen, op den rug, de armen wijd uitgespreid, door een mes in het hart getroffen. Eene straal van de opkomende zon viel op zijne zilvergrijze haren. Naast hem dat van Dominique, half gekleed. De oude intendent lag met het gelaat naar den grond gekeerd, de leden ver wrongen als in den laatsten doodstrijd, met eene afgrijselijke wonde aan het hoofd. De maire vouwde de handen en mom pelde Och God Ja, ze zijn aardig bezig geweest, zegde de brigadier, terwijl hij aan zijn knevel draaide. Na eenige oogenblikken voegde hij er bij Gij begrijpt wel waarom ik orders gegeven heb hier niemand binnen te laten, alles moet in denzeifden toestan 1 blijven in afwachting dat de onderzocks techier komt. Ind .rdaaJ, z gde Lordonneau, er motst bericht... O daar is al voor gezorgd, viel de brigadier hem in de rede. Ik heb een man UIT HET VERSLAG van den heer DE COSTER, liberale Senateur en Burgemeester van Leuven, knippi n wij 't volgende 't geen bewijst dat het de schuld is der roode muiters dat de Burgerwachten gebruik hebben moeten maken van hunne wapens Rond zes uren nochtans, vernomen hebb-. nde dat de groepen arbeiders, die naar de statie trokken voor het uur, waar op de volksvert» genwoordigers uit Brussel terugkeert n, talrijker waren dan de vorige dagen en rekening houdende met de op gewondenheid, die de stemmingen ter Kamer over het herzieninssvoorstel, bij '1 volk kon teweegbrengen, heb ik de gen darmerie opgeëischt, om de orde en de veiligheid der personen te doen hand. haven rondom de statie en 't Statieplein. i) Daar de zitting der Kamer dien dag buitengewoon lang duurde, is de afge vaardigde Van Langendonck, dien de Werklieden wilden afwachten, eerst kwart na 7 uren aang> komen. Evenals de an dere malen, werd hij luidruchtig toege juicht en sprak hij tot het volk in bewoor dingen, die op verschillende wijzen wor den weêrgt geven. Door dichte drommen werkvolk ge volgd, trok hij de Statiestraat in en de stoet, die uit verschillende honderden deelnemers bestond, zou op de plaats ko men, toen werptuigen de spiegelglazen van 't Brouwershuis aan stukken deden vliegen en de verbruikers min of meer erg kwetsten. Bijna op 't zelfde oogenblik. terwijl de stoet voortging en over de Magareta- plaats kwam, hebben manifestanten, die er di el van uitmaakten, de ruiten van het lokaal der Jonge Catholieke Wacht, van 't huis Van Kerckhoven en van den heer Arrondissements-commissaris verbrijzeld. Het was toen ongeveer 8 uren s avonds. n De verwoestingen werden mij onmid- d—lijk bekend gemaakt en, ten einde de mogelijke gebeurtenissen te kunnen voor komen. heb ik dadelijk een bevel uitge vaardigd, waardoor stoeten en samen scholingen van meer dan tien personen op den openbaren weg verboden werden. n Hierbij zult gij dit bevel vinden dat, zonder uitstel,ter kennis van de inrichters der socialistische groepen van de eerste dagen werd gebracht om iedere nieuwe betooging te beletten. li Spijts dit bevel, is de socialis tische stoet toch uitgegaan met de gewone kopstukken vooraan en heeft eene dicht en vastberaden volksmassa zich naar de woning van M.den Voorzitter der Kamer begeven, langs de Parijsstraat. Op de hoogte der Minderbroedersstraat gekomen heeft een deel der bende die straat willen inslaan,waar zij heeft gestuit op eene compagnie der burgerwacht, die den ingang der straat afsloot zij wilde de aanvallers tegenhouden,die haar stout- wvg wilden omverreloopen politiebe ambten en schildwachten werden achteruitgedreven en de groote hoop der muiters kwam in aanraking met de troepen, die met gekruiste bajonet den doorgang niet konden verweeren; na dezen te hebben overrompeld, bescha digde de bende het eollegie Justus-Lip- stus, trok door de Kapucienenvoer en de Poelstraat, en we vinden ze verder aan den uitgang dier straat, op St-Antonius- plaats. i) Intusschen kwam het overige van den stoet, door den afgevaardigde Van Langendonck geleid, langs de Parijs straat op de Sint Antoniusplaats het werd tegenhouden door de compagnie Di wit, die moedig haren plicht deed en zich deed eerbiedigen. Toen sprak de afgeveerdigde Van Langendonck, van op de pomp voor de Picpuskerk tot de mani festanten om, schijnt het, te beletten dat ze voort zouden gaan naar de verslagen, die ik ontving, zou er uit de uitgesproken woorden, blijken dat men voornemens was naar de woning van den Voorzitter der Kamer te gaan. Daar deze toespraak ongewoon lang duurde, trok kapitein Dewit, die het goed voor had, persoonlijk naar de Poelstraat, rechtover het huis Schollaert. om te zien of langs daar geene benden kwamen ter - ■ijl men op de St-Antoniusplaats sprak naar de onder-prefectuur van Saint-Denis gezonden. De onderprefekt zal geen oogenblik verzuimd hebben, om naar Pa rijs le teU-grafecrcn, en wij kunnen den onderzoeksrechter tegen elf uren ver wachten. Maar, hernam Lordonneau, is het wel zeker dat de twee ongelukkigen dood zijn Ik denk het wel, zegde de brigadier, maar toch heb ik dokter Monguyon laten waarschuwen. Daar is hij al. Een nieuw personage verscheen op de plaats des onheils het was inderdaad dokter Monguyon, de geneesheer van Pi. ri efite en omstreken. Hij snelde toe zonder adem, merkbaar ontroerd. O dokter 1 riep Lordonneau hem toe, met tranen in de oogen, zij zijn bei den dood. Om het even, ik wil hen zien, ant- woorde de geneesheer. Hij ging alleen de noodlottige kamer binnen en de maire en de brigadier, die op den dorpel bleven staan, zagen hem bij de lijken ncèrknielen. Ilij drukte de hand op de plaats waar het hart van den biron geklopt had, en schudde het hoofd, het lijk was reeds koud en stijf. D.khI, nie'waar vroeg Lordonneau met gedempte stem. De dokter kmkie bevestigend met het hoofd. Vervolgens naderde hij het lichaam «an Dominique, maar hier maakte hij eensklaps een gebaar \an verwondering, zijne handen hadden bij de aanraking niet de ijzige koude bespeurd, die aan toont dat het bloed niet langer door de aderen vloeit. Hij sprong op. Hola, riep hij uit, deze is nog niet dood. Leeft hij Ja, ja, spoedig, help mij hem anders heen te brengen, misschien kan hij nog gered worden. De gendarmen snelden toe, namen het onbeweeglijk lichaam op, droegen het naar eene aangrenzende kamer en legden het te bed. De brigadier zegde - Ik geloof dat, zoo hij nog niet ge heel dood is, het toch niet veel scheelt. Inderdaad, Dominique bleef roerloos liggen, zonder eenig geluid te doen hooien en zijn gelaat was geheel dat van een doode. Dokter Monguyon trok zijnen frak uit en wierp dien op eenen stoel. Wij moeten het uiterste beproeven, Z' gde hij. Breng mij eene kom water,eene spons en linnen. De komst van den onderpref. kt van Saint-Dcnis belette d n inaire en den brt- g tdier dokter Monguyon behulpzaam te I zijn, om het leven van den intendent weër I op te wekken. Aldus zag hij eene talrijke menigte, die de gaslichten uitdoofde en, zich verwachtende aan eene gecombineerde De onderprefekt, een jong ambtenaar, vol dtenstiever, wilde, in afwachting van de komst der justicie, het onderzoek vast beginnen. Gij kendet mijnheer den baron D'Amfreville, zegde hij tegen den maire. Wat was hij voor iemand Ik kende hem slechts zeer opper vlakkig, om u de waarheid te zeggen, antwoordde de maire. Twee jaar geleden heeft hij dit kasteel gekocht en is hij er zich komen vestigen. Hij was zeer oud, misschien wel tachtig jaar, en hij leefde alleen, zonder ander gezelschap dan dien armen Dominique, zijn vertrouweling. Hij ging door voor zeer rijk, niet waar O schatrijk, millioenen. Ik heb hooren zegg -n, dat hij twee goudmijnen bezat in Afrika. Dan zal diefstal wel de drijfveer tot de misdaad zijn geweest, mompelde de onderprefekt. Mijscbien wel. Weet gij ook iets omtrent zijne fa milie of vrienden Lordonneau schudde ontkennend hef hoofd. In twee jaar, dat hij hier heeft ge woond, antwoord le hij. geloof ik niet, dat hij eeu tnk-l b zoek heeft ontvangen. Hij spiak weinig en zijn intendent was bijna even gesloten als hij. Nooit heeft uien den een of den ander over familie hooren spreken. Had M. D'Amfreville veel geld in huis Lordonneau haalde zijne schouders op en antwoorde Daar kan ik u niets van zeggen mijnheer de baron hield met niemand hier in het dorp omgang. Ik ben twee of drie maal bij hem geweest, om zijnen steun te vragen bij werken van liefdadigheid, en, dat moet ik zeggen, bij heeft mij nooit met ledige handen laten vertrekken. De onderprefekt wendde zich eensklaps tot den brigadier. Wat denkt gij hiervan brigadier vroeg hij. ik denk, antwoordde deze, dat mijn heer de onderprefekt zooeven volkomen gelijk had, toen hij veronderstelde, dat diefstal de drijfveer van den moord is geweest. Vooreerst, zie maar eens in welken toestand de kamer hier verkeert. Alle schuiven van die kas zijn door* zocht, dat is goed zichtbaar. Langs waar zouden de moordenaars zijn binnengedrongen Door het venster. Het klimop, waar- meê de muur begroeid is, is overal afge rukt en vertrapt, sprekende bewijzen van inbraak. Ik heb alles goed nagezien. Bovendien, toen zij heengingen, hebben zij het venster open gelaten. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1902 | | pagina 1