B a LiflL D 2 IHMftukl Donderdag 15 Mei 1902 5 centiemen per nummer 56*e Jaar 5675 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst fif Dj Dieven 1 GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL VRIJHEID Verkiezing voor eenen Volksvertegenwoordiger Heeren KiezersStemt nevens Nr 3, rechts. Catholieken Leert uwe vrien den, kennissen en geburen goed stemmen. 34ste zittijd van den Bond der Cath. Kringen Correspond. Handelsblad. Nationaliteitsgevoel Nationale Maatschappij Kieskronijk. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- ning van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drjj maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- rangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE ftUUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3d® bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 14 Mei 1902. Arrondissement Aelst. den 25 Mei 1902. Plaatvervanger. Plaatsvervanger. Hier moet men stemmen. Pieraert. Plaatsvervanger. Van der Taelen. De twee en drijstemmers zijn dieven, roovers, zegt Klokke Roeland Zoo Maar in 18g5 verdedigde priester Daens de twee en drij stemmen hij en wilde van een man een stem niet. Was hij dan een aanvoerder van dieven en roovers, een Bakeland of Jan de Lichte Klokke Roeland en Land van Aalst hebben ookZ. A. S. bevochten. Waren die bladen dan de advocaten, de verdedi gers van dieven en roovers Gij zult nu toch niet zeggen dat vroe ger ÉÉN MAN één stem onrechtveerdig was als het nu zóó rechtveerdig is dat een meerstemmer een roover woidt. Hoe kan dat zoo opeens veranderen Als Z. A. S. alleen rechtveerdig is, WAAROM HEBBEN DE GROENE HEEREN VAN HEDEN 'T VROEGER BEVOCHTEN Waarom, heeren, zegt waarom Aan Z. A. S. en zijne rechtveerdigheid is niets veranderd maar die heeren heb ben een anderen bril opgezet waardoor zij dat ding aanzien. Die bril is persoonlijke heerschzucht VROEGER WAREN ZIJ ONBAATZUCHTIG. Als gij nu zoo onbermheitig hebt ge draaid, dan zoudt ge toch mogen wat be scheidener, wat zachter, wat matiger zijn. Wij roepen luid, alleman gelijk in de STEMBUS IS NIET RECHTVEERDIG, Omdat iedereen niet gelijk is in de samenleving. Met Z. A. S. heeft de grootste domkop evenveel te zeggen als de grootste ge- leeide. Is dat rechtveerdig Met Z. A. S. heeft de stem van een bommenwerper, een dynamitard, een op roerling die met revolvers schiet, zooveel weerde als die van een brave, werkzame huisvader. Is dat rechtveerdig De samenleving kan niet bestaan zon der goede orde. Muiters zijn de vijanden van goede orde. Zoudt gij hun nu de wapens in de hand stoppen waarmeê zij de rust van het land, den voorspoed van het volk inden afgrond zullen helpen Gij zegt men stemt omdat men mensch is Zonderling Die ridders van Z. A. S. willen een stemrecht dat niet algemeen is. Onze groenen willen de vrouw buiten cijferen. Is zij dan geen mensch Met welk recht haar van de stembus verwijderen, als men stemt omdat men mensch is Gij zijt dus voorZ. A. S. niet. Gij wilt Z. A. S. besnoeien gij wilt het beperken op den helft van het volk. Volgens uwe princiepen moet gij ook het stemrecht vragen voor de vreemdelin gen. En dat doet gij niet men doet het nergens. Men stemt dus niet als mensch maar als burger Alle burgers zijn niet gelijk. Leest eens uw lastenbrief en gij zult er van spreken. Wij komen alzoo tot de slotsom dat Z. A. S. niet rechtveerdig is, juist omdat de burgers, ongelijk in het betalen der lasten, gelijk gesteld worden in de STEMBUS. Bij de opening der zitting van den eersten dag werd M. Woeste, die vooral te Luik hoog geacht is, met eene treffende ovatie begroet. In zijne openingsrede deed M. Woeste uitschijnen, dat de Luiksche catholieken in de deputatie de plaats niet innemen, die hun toekomt, de te leveren strijd moet hier in voorzien. Verder over de middelen van voort planting onzer gedachten uitweidend, zegt M.Woeste, dat men het onderwijs in den godsdienst, de propagandawerken, de herziening der kiezerslijsten enz. moet uitbreiden. Onder de te bespreken punten is ook de Zondagrust der dagbladen. M. De Ville geeft hierover een merkweerdig verslag, in T weik hij zegt, daar het bijzonder ini tiatief niet schijnt te zullen gelukken, de wetgeving er zich meè diende bezig te houdeu. M. de baron Ancion vraagt dat de Zon dagrust zich over alle nijverheidstakken zou uitbreiden. M. Woeste rekent op de openbare denkwijze om de oplossing te verhaasten. MM. Francotte en Jolly behandelden de vrije landbouwvereenigingen. De laat ste stelt als voorbeeld voor geheel het land, de gelijkaardige instellingen in Luxemburg. In de tweede zitting die van Zondag werden er conclusies gestemd in den zin, door M. Jolly uitgedrukt. Een merkweerdig verslag werd voorge dragen door M. Ryckmans, van Antwer pen, over de zedelooze druksels en uit stallingen. Dit verslag lokte eene ernstige bespreking uit, aan welke MM. Francotte, De Jaer, enz., deel namen. Zijne con clusies strekkende tot het beperken van de al te groote vrijheid en het stichten van eenen bond, tegen het verspreiden van zedelooze druksels en platen, werden aangenomen, Een ander punt lokte eene nog al vin nige bespreking uit, namelijk het deelne men der kiezers aan het vormen der can- didatenlijsten, voornamelijk het toepas sen van het meervoudig stemrecht in den poll, die de kiezingen voorafgaan. Verder besprak men de propaganda door de jongelingschap, de plakkaarten, enz., de verzedt lijking van het leger, het vormen van een viijwilligersleger bij mid del van plaatselijke comiteiten, die hierin geholpen zullen worden door de militaire kringen in de garnizoensteden. Het banket werd door 200 leden bijge woond. Behalve M. Woeste als voorzitter zaten aan de eeretafel MM. G. Francotte, baron Ancion, Dallemagne, Berryer, Van Zuy- len, Jolly, markies Impèriali, Polet, Si- monis, N. Goblet, baron de Vinck, enz. M. Woeste bracht den eersten heil dronk aan den Paus, aan den Koning en aan de Koninklijke Familie, tevens de ge boorte van den jongen Prins begroetende als eene gelukkige gebeurtenis voor België. Verder werden toosten gebracht door MM. Nicolas Goblet, Ancion, Berryer, jolly, enz. Te midden van den grootsten geest drift, en geroep Aan 't werk, voor God én Land 1 n scheidde men uiteen. Moge de Voorzienigheid zich laten be wegen, door de gebeden van een geheel volk, vereenigd in een zelfde gevoel van gehechtheid aan eene dynastie. Moge Zij door voor onze noorderburen hunne jonge en beminde vorstin te bewa ren, een onherstelbaar ongeluk van hen afweeren, een ongeluk dat hen geene an dere keuze zou laten dan tusschen een vreemden prins en eene republiek. naar het Engelsch. 74® vervolg. De brief van M. Shane, welke den volgenden namiddag aankwam, stelde haar in eens gerust zij gevoelde dat haar jongen gered was. Beste Mary, lees, hij is gered riep zij uit. Goede God, ontvang de dankbare tranen eener moeder. Zoudt ge mij niet kunnen missen, mevrouw vroeg Mary. U missen? Zeker, zeker 1 vlug Mary, verlies geen oogenblik, snel naar hem toe en neem dien brief mede... Jos had vol angst zitten wachten op den dagelijkschen brief van Maiy de posttijd was reeds voorbij en er was niets aangekomen. Bleek en vervallen door de langs opsluiting en het verdriet, liep hij zijne cel op en neder, toen de grendels werden weggeschoven en Emma, door haren oom ondersteund, binnentrad. Haar ziende, uitte Jos eenen kreet, en moest zich aan den muur vasthouden om niet te vallen. O riep hij, dat had men mij kun nen besparen deze straf had ik niet ver diend. Emma, hoor mij aan. Zoo waar ik hoop op de eeuwige zaligheid, ik ben onschuldig, ik ben... ik ben... ja, waar lijk... dit ben ik... en hij viel bewusteloos op den vloer. M. Small richtte hem op en legde hem te bed na eene poos kwapi hij bij, en bleef stil liggen, terwijl hij krampachtig snikte. Zoodra hij wat bedaarder geworden was, sprak Emma, welke al dien tijd stil weenende bij hem gezeten was, hem op kalmen toon aan. Ik voel ik weet zeker dat gij on schuldig zijt, of ik zou hier niet gekomen zijn. God ze gene u hiervoor, Emma deze weinige woorden hebben mij meer troost gegeven dan gij u kunt verbeelden. Is het dan niets als een misdadiger be- Prins en prinses Albert hebben het ge lukkig denkbeeld gehad een bezoek te brengen in het Sint Jansgasthuis. Gij kunt u geen gedacht maken van de geestdrift der menigte, die zich in deze volkrijke wijk der Schaarbeekstraat bijeen verzameld had om hen te zien uitgaan. Zij werden begroet door eindelooze toejuichingen en het scheelde niet veel of de mannen spanden de paarden uit om zelf het vorstelijke paar te trekken. Het was Zelfs om dit te vermijden dat de prins zijne koets op zekeren afstand liet bren gen en een eind wegs te voet ging, te midden dier menigte, en zoo er vermaak in vindende, zich zoo dicht mogelijk te bevinden bij die brave lieden, meestal werklieden of winkeliers, welke hen eene zoo echte, ongekunstelde genegenheid betuigden. Al wie bij toeval getuige is geweest van dit onvergeelbaar schouwspel, heeft moe ten bekennen, dat het Belgische volk ge lukkig nog niet rijp is voor de republiek. Hetzelfde verschijnsel openbaart zich overigens bij de levendige en aangrij pende belangstelling, waarmede ons pu bliek de ziekteverschijnselen volgt, die het leven der jonge koningin van Neder land in gevaar brengen. De gaven der beminnelijke vorstin zou den ongetwijfeld volstaan hebben om deze belangstelling te rechtvaardigen maar naast de toegenegenheid mengt zich bij onze medeburgers een diep en welge meend medelijden voor het broedervolk, dat met het verlies van de laatste erfge name van zijn vorstenhuis bedreigd wordt. 4F* tot verbetering van den Belgischen Trekhond. De Bestuurraad van de Nationale Maat schappij tot verbetering van den Belgi schen Trekhond, onder het eerevoorzit terschap van den Minister van Landbouw en het Patroonschap der Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus, heeft de eer al de personen, die zich met de kwestie van den trekhond en zijne verbetering bezighouden, uit te noodigen tot de in stellingszitting eener Provinciale Afdee- ling voor O'ost-Vlaanderen, dewelke zal plaats hebben op Vrijdag 16 Mei 1902, ten 10 en half uren, in het Landbouwers huis, Koornlei, 10, te Gent. Hij doet eenen vurigen oproep aan al degenen die den trekhond gebruiken, om in groot getal de zitting van 16 Mei te willen bijwonen waarvan hieronder de dagorde i° Aanspraak van den voorzitter der Nationale Maatschappij tot verbetering vau den Belgischen Trekhond 2° Lezing der standregelen voor de provinciale afdeelingen 3° Kiezing van eenen voorzitter, van eenen ondervoorzitter, eenen schrijver schatbewaarder en van twee leden des bestuurraads 40 Lezing van het verzoekschrift aan den Provincialen Raad te sturen 5° Teekening door de leden van 't al gemeen reglement op de hondengespan nen voor geheel het land 6° Verschillige mededeelingen. TE BRUSSEL zijn dus zes lijsten de liberalen of vereenigde haaien 2e de Daensisten 3e de socialisten 4® de independenten 5e de Kotkelbergers (buitenlijst) 6e de katholieken. Er zijn 177,3o3 kiezers, beschikkende over 269,123 stemmen, die hunne stem moeten uitbrengen in de kiezing voor de Kamer. Dat is 7816 kiezers en i3,g32 stemmen meer dan in 1900. Voor den Senaat zijn er 146.628 kiezers met 235,649 stemmen, of 5706 kiezers met 11,172 stemmen meer dan vroeger. handeld te worden, geschandvlekt te zijn en naar een verafgelegen land verbannen te worden, en dat op den eigen oogen blik, dat ik zoo gelukkig, zoo voorspoe dig en zoo hoopvol was Maar ik kan daar niet aan denken. Is dat niet hard te dragen, Emma Nu, wat kan mij staande houden, tenzij het bewustzijn van mijne onschuld en de zekerheid dat zij, welke ik zoo bemin en die ik nu voor altijd ver lies, er ook niet aan twijfelt. Ja, dat is een groote troost en nu wil ik mij aan den wil des Hemels onderwerpen. Emma barstte in tranen los en verborg haar gelaat tegen den schouder van Jos. Na eene poos antwoordde zij En ben ik dan niet te beklagen Is het is niets, zoo teeder, zoo hevig, zoo vurig te beminnen, mijn hart, al mijne gedachten, mijn bestaan aar. éénen enk - len gegeven te hebben waarom zou ik het nu verzwijgen aan eene zoo ge lukkige en zalige toekomst te hebb< n ge dacht, en dit alles gelijk een droom te zien vervliegen en te ontwaken voor zulke vreeselijke werkelijkheid Beloof mij eene zaak, gij moogt het aan Emma niet weigeren aan haar die naast u knielde, toen gij haar het eerst hebt ontmoet en die nu voor u op de knieën ligt Ik durf niet, Emma, want mijn hart zegt mij, dat ge mij iets wilt voor stellen, wat niet zijn kan gij moet mij nu verlaten en voor altijd. Voor altijdvoor altijd riep Emma. opspringende. Neen, neen Oom, hij zegt dat ik hem voor altijd moet verlaten Wie komt daar binnen? Ha, het is Mary! Mary, hij zegt dat ik hem voor altijd moet verlaten Moet ik dat, Mary Neen, neen riep Mary, dat moet ge niet hij is gered en zijne onschuld is bewezen hij is voor altijd de uwe Het is onmogelijk te beschrijven wat er nu volgde. Wij zullen dien dag over slaan gedurende denwelken onze vier ge lukkigen bij elkander zaten, de tranen van di oef held door vreugdetranen ver vangen werden en de glimlach van geluk hun gelaat verhelderde. Den volgenden morgend kwamen M. Shane en O'Donahue zij brachten de stukken meê, behelzende de onmiddelijke invrijheidstelling van Jos. Dcnzelfden dag nog vertrokken Emma en haar oom naar Portsmouth, waar zij vol ongeduld de komst van Jos afwacht ten, zoodra deze zijne plichten jegen» zijne ouders zou veivuld hebben. Bij zijne aankomst op het kasteel was alles in vreugde weldra waren zijne lot gevallen in den ganschen omtrek bekend en ieder beschouwde hem als een held. Op den vierden dag bracht hij het lijk zijns vaders ter laatste rustplaats. Drie maanden later stond er eene groote menigte voor het huis van M. Small te Portsmouth. Een groot gezel schap was daar bijeen de O'Donahues, de M. Shanes, de Spikemans en meer anderen. Lady Austin was daar en zag er tien jaar jonger uit Mary hielp haar kleeden, beiden lachten en weenden te gelijk het was de trouwdag van Jos. Na de plechtigheid vertrok het jonge paar naar het kasteel, waar zij hun verder k-ven in geluk en voorspoed sleten. Lady Austin bicef bij hen tot aan haren dood en ook Mary bleef bij hen inwonen, met meer als dienstbode, maar als eene trouwe beproefde vriendin. EINDE.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1902 | | pagina 1