Donderdag 12 Juni D?02 5 centiemen per nummer S6ste Jaar 3683
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst
GODSDIENST» HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL. VRIJHEID
Ze zijn tegen
Godsdienst niet.
HET PORTRET
Plechtige doop
van prins Leopold.
Onze Missionnarissen.
DE DENDÉRBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. - De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiên door de Post ont-
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in by O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N" 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE 8UKJM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dinsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, ii Juni 1902.
DEN
Hoe dikwerf hebben wij de socialisten
op meetingen en in hunne gazetten niet
hooren herhalen
De strekking onzer partij is zuiver
economisch en beoogt alleenlijk de ver
betering van den stoffelijken toestand der
werklieden.
Werklieden van alle godsdienstige of
wijsgeerige overtuiging: catholieken, pro
testanten, joden zoowel als de vrijden
kers, kunnen zich bij 't socialism aanslui
ten, verzekerd dat hun geloof, hunne
overtuiging zal geëerbiedigd worden.
Dat hebben de roode redenaars en
schrijvelaars reeds wellicht duizend maal
beweerd, maar dan hebben zij ook telken
male den schijnheiligaard gespeeld.
Le Peuple, het Brusselsche roode
orgaan, schreef over eenige dagen
De werkerspartij (leesthet socialism)
vereenigt op economisch gebied, zonder
onderscheid van ras, van godsdienst,
van geslacht al de proletariërs, zij is de
b vertegenwoordiger van hunne belangen
tegen het capitalism.
Doch eenige dagen later las men in
Le Peuple
Gij die van den dood naar het leven,
b van de Kerk naar het socialism komt,
b van het begin af zult ge verwonderd
b zijn, u als broeders onder ons men-
b gende, de vrije gedachte, de vrije cri-
b tiek, de vrije bespreking te ontmoeten.
b Wij beschouwen liet als eene plicht u
b geheel onze meening te doen kennen
de catholieke Kerk is de vijandin der
b werklieden aangezien zij de vriendin
b der meesters is.
En verder
Werklieden, vreest den catholieken
b Godsdienst. Het is hij die zich thans
verzet tegen de volledige verbetering
b van uwen toestand, omdat Hij, door het
b capitalism en voor hem, den eigendom
b wil behouden waarvan gij ontbloot zijt
b 't is Hij die in de nieuwe maatschappe-
b lijke 01de, uwe stoffelijke en maatschap-
b pelijke veiligheid zal bedreigen.
Het socialism verwerpt de veropen-
b baarde leeringen. Men heeft te recht
b geschreven de Godsdienst is de
muur, het clericalism is de scha-
b duwe.
-) Werpen wijden muur omver en
wij zullen eindelijk het schitterend licht
en de weldoende warmte der zon ge-
8 nieten.
Dus: voor die zonderlinge onzijdigen
die de godsdienstige overtuiging van allen
beweren te eerbiedigen moet men de R. C.
Kerk verlaten, moet men apostaat worden
en naar 't socialism overloopen om de
verdrukking te ontvluchten om tot de
broederlijkheid te geraken....
Wat schijnheilige roode volksfop-
pers toch
Catholieken
Wat is.uwe plicht? Uwe opperste
plicht is die roode schijnheiligaards
te ontmaskeren en uit alle de krachten
uwe christene overtuiging te bevech
ten.
DOOR
STRAI¥IEU<>.
3® vervolg.
Die goede brave Max, zei mijn
oom zich tot mij wendend. Wat zal ik
blijde zijn hem te zien Hij is mijn
oudste vriend. Wij begonnen samen onze
studiën bij de Oratorianen maar ik was
bestemd voor St-Maurus en ging derhalve
na twee jaren naar La Chaise Dieu. Wat
hem betrof, zijne familie had hem gaarne
Priester zien worden, doch daar zijn oud
ste broeder stierf voor hij zijne studiën
voltooid had, trad hij weder in de wereld
voor men kon zeggen dat hij ze had ver
laten. Ik begon juist mijn noviciaat, toen
hij La Chaise Dieu verliet. Ik heb Cham-
panbert sedert dien nooit meer gezien,
doch hoorde ik veel van hem behalve uit
de couranten. Hij verliet het land in de
eerste dagen der omwenteling en keerde
niet voorden vrede naar Frankrijk terug.
Van dien tijd af hebben zijne talenten en
zijne trouw hunne vergelding ontvangen.
De Koning heeft hem met eereambten en
onderscheidingen overladen. Hij is Pair
van Frankrijk en Gezant en heeft, ik weet
niet hoeveel titels en waardigheden.Moge
Zooals men weet werd de plechtige dag
voorafgegaan door een galadiner, door
den koning de genoodigden aangeboden,
met groote receptie, waar heel de konink
lijke familie en talrijke hooge personen
uit alle standen aanwezig waren.
Burgemeester De Mot, die te Parijs
was voor het huwelijk van zijnen zoon,
werd vervangen door schepene De Potter.
Bij het diner, voorgezeten door den
koning, zaten rechts de hertogin Karei
Theodoor, de graaf van Vlaanderen,
prinses Albert, de cardinaal-aarstsbis
schop van Mechelen, prinses Karei von
Hohenzollern en prins Ludwig Wilhelm,
en links van Z. M. de gravin van Vlaan
deren, hertog Karel-Theodoor, prinses
Clementine, prins Albert, gravin von
Walwitz en prins Karei von Hohenzol
lern.
Den dag der plechtigheid leverden de
straten in den omtrek der paleizen van
den koning, den graaf van Vlaanderen
en prins Albert veel leven en beweging
op.
Doch het middenpunt van het gewoel
was rond de kerk van Sint-Jacob op Cou-
denberg. De kerk zelf was reeds van af 1
uur in de zijbeuken door eene dichte me
nigte bezet.
Het gulden altaar blonk en schitterde
van licht, en bekoorde het oog door eene
smaakvolle bloemenversiering. De mid-
denbeuk scheen het hoogaltaar den prijs
te willen betwisten door de schitterende
uniformen, der heeren, kleurige toiletten,
gebloemde hoofddeksels der dames, die
reeds hunne plaatsen hadden ingenomen.
Juist ten 2 uren werd de koning door
God hem zegenen Hij is zijn voorspoed
waard, b
De gedachte, dat ik mij in de tegen
woordigheid zou bevinden van dien groo-
ten man en aan hem zou worden voorge
steld, hield mij den ganschen nacht wak
ker. Het scheen mij toe, dat het buiten
ons bereik lag, zulk een hoogen gast
waardig te ontvangen. Ik dacht natuur
lijk dat hij met een talrijk gevolg reisde,
en stelde mij voor, welk figuur onze oude
keukenmeid zou maken bij al die deftige
lui.
In den namiddag verscheen Babelon,
het meisje, dat in de keuken hielp, aan
het uiteinde van het terras en gilde met
haar schrilst geluid mij tegen
Mijnheer Frederik De heer komt
daar aan hij is ginds in de laan.
Waar is zijn wagen Langs wel
ken weg is hij gekomen vroeg ik ge
heel in de war. Zijn rijtuig moet omge
slagen en in een sloot zijn gevallen
Zijn rijtuig riep Babelon la
chend uit. Wel, dat is er een als van
uw oom. Het kan over eiken weg, waar
een ezel zijne vier pooten kan zetten
En zoo was het. De Gezant reed tot
voor de deur op een ezeltje, opgetuigd
naar landsgebruik, mei een stroozak op
den rug in plaats van een zadel en zonder
stijgbeugels geheel het gevolg bestond
uiteen boer, die zijn valies droeg en den
ezel met een hazelaren twijgje voor zich
uitdreef.
de sacrislij binnen geleid. Z. M. was in
uniform van generaal.
Hij was gevolgd door den graaf van
Vlaanderen,prinses Clementine en andeie
leden der koninklijke familie.
Daarna begaf Z. Em. de cardinaal zich
in groot bisschoppelijk gewaad, met den
mijter op het hoofd en den staf in de
hand, naar het groot portaal, om den
stoet van den koninklijken doopeling en
zijne ouders te ontvangen en dezen naar
het hoogaltaar te geleiden.
Wij hebben van al die plechtigheden
en de beschrijving van den rijtuigenstoet
de eerewacht, de soldatenparade, enz
reeds in al hare bijzohderheden gegeven
Toen de rijtuigen stil hielden, de trom
petters den groet blaasden en 't muziek
speelde, beklommen de prins en de prin
ses de treden der kerk onder het luide
gejuich der menigte, een gejuich dat ver
dubbelde toen gravin d'Oultremont, welke
den doopeling droeg, zich omkeerde en
het kind met zijn polleke voor het volk
een salucke deed maken.
Leve het prinske Leve het ko-
ninkske riep het volk, hoeden en zak
doeken zwaaiend.
Een heldere zonnestraal brak op dit
oogenblik door de wolken, alsof de hemel
aan het schoone tafereel al den mogelij
ken luister wilde bijzetten, alsof hij den
toekomenden koning, bij zijne intrede in
de catholieke Kerk wilde voorlichten.
Daar naderde Z. Em. de cardinaal
met het wijwater en zegde
Monseigneur
b Mevrouw
b Op het oogenblik over te gaan tot de
doopplechtigheid van den jongen prins,
die de Voorzienigheid aan België geliefde
te schenken, is het mij zoet, in mijnen
naam en in dien van mijne eerbiedweer-
dige collegas van het episcopaat, in naam
der geestelijkheid van onze dioceezen,
onze godsdienstige gelukwenschen te bie
den aan uwe koninklijke hoogheden en
er de hulde van onzen diepen eerbied en
onuitwischbare gehechtheid aan toe te
voegen.
b De mensch vormt wenschen maar
van God alleen hangt derzelver verwe
zenlijking af. Daarom, ons het goddelijk
woord vraagt en gij zult verkrijgen
herinnerend, richten wij op dezen dag
van nationale plechtigheid onze verlan
gens ten Hemel, Hem smeekende, die
weêr te doen nederdalen als een regen
van gratiën en zegeningen op HH. MM.
de koning en de koningin, op Uwe ko
ninklijke hoogheden, op de koninklijke
familie, op ons bemind vaderland en
vooral op het doorluchtig kind, het voor
werp van onze dure hoop.
Prins Albert dankte met eenige woor-
M. de Champanbert sprong vlug op
den grond en omhelsde mijnen oom. De
goede oude man weende waarlijk van
vreugde en stamelde, terwijl hij de hand
van zijnen vriend vasthield
Nu, dat had ik nooit kunnen ver
hopen, Het is een te groot geluk, Mon
seigneur
a Wat meent gij met uwen Mon
seigneur riep de Markies, den arm
van mijn oom grijpend. Noem mij Max
als vroeger. Weet gij wel, beste Thomas,
dat ik u dadelijk herkende
Ik u ook, hernam mijn oom, gij
zijt niet in 't minst veranderd.
Nu, nu, b hervatte de Markies
glimlachend, een beetje sneeuw is hier
gevallen sedert ons laatste afscheid, en
hij streek met de vingers door zijne grijze
lokken.
Als uw brief maar één dag vroeger
was aangekomen, n zeide mijn oom,
zoude ik u te gemoet zijn gekomen tot
C. Gij zult wel moeite gehad hebben om
hier den weg te vinden.
11 O, in 't minst niet, gaf zijne
Excellentie ten antwoord. Ik liet mijn
rijtuig op den grooten weg achter en ging
toen een ezel en een jongen zoeken om
mij hier te brengen. Ik vond, wat ik
zocht, in eene hoeve vlak bij. 0
Maar wie heeft u den weg be
schreven, dien gij nemen moest vroeg
mijn oom.
Niemand,antwoordde zijn vriend.
den de prinses met eenen glimlach en
dan stapte de stoet naar het hoogaltaar,
terwijl de nieuwsgierige menigte, links
en rechts tot op de stoelen stond om iets
te zien. Tevens hoorde de prins voor de
eerste maal het tromgeroffel van zijn toe
komend leger.
Daar hadden de voorgeschreven cere
moniën plaats. Het prinske liet nu voor
het eerst zijn stem hooren eene goede
stem zegden de moeders en de koning
glimlachte in zijnen grooten grijzen baard,
en de ouders, de officieren, de eeredames,
het volk, alles glimlachte, want de stem
van den doopeling was tot in de verst
verwijderde hoeken van de kerk doorge
drongen.
Toen de doopplechtigheid was afgeloo-
pen teekenden de hooge personen het
doopregister, het muziek speelde de Brui-
loftsmarche en in de kerk zelf riep het
volk Leve de prins toen de stoet naar
de deur terugkeerde.
Op straat begroette de nog talrijker ge-
wordene menigte den jongen prins, ter
wijl hij naar het paleis terugreed, waar de
ovatie een oprecht indrukwekkend karak
ter kreeg.
En nu God behoede Leopold III"1
Toen prins Albert met den doopeling in
zijn paleis was teruggekeerd, bleef eene
dichte volksmenigte zich nog langen tijd
daar verdringen.
Een geestdriftig geroep steeg op
In 't balcon in 't balcon I
Eene hofdame en prins Wilhelm ver
toonden zich aan het venster, om te zien
wat men wilde.
Het geroep verdubbelde. Eindelijk werd
het middenvenster geopend prinses Elisa
beth verscheen in het balcon, met een
gelaat stralend van geluk en dragende
haren zoon in de armen, hem oplichtend
als om hem des te beter aan het volk te
kunnen toonen.
Prins Albert Prins Albert roept
het volk nu.
Prins Albert verscheen nu naast zijne
gemalin en groette herhaalde malen het
volk dat, in eene plotselinge opwelling
van geestdrift de Brabanconne aanhief.
Het werd drie uren. En de regen dreef
eindelijk de menigte uit elkaar.
Zaterdag had een feestmaal bij den
graaf van Vlaanderen plaats.
Bergen, schildert de liberalen af als volgt
De liberalen zijn verslagen zij alleen
zijn verminderd zij alleen verliezen
zetels. Zij zijn gestraft op de manier
waarop zij gezondigd hebben. Gooche
laars in de Kamer, tienmaal meer reac-
tionnair dan de klerikale ministers, heb
ben zij slechts geleefd van dubbelzinnig
heid en onzin. Zij zouden den oproer
verwekt hebben, indien zij zeker geweest
waren dat de oproer hun gunstig kon zijn.
Dat is zeer juist. Na openlijk een ver
bond voor de herziening met de socialis
ten gesloten te hebben en ze aldus te
hebben aangemoedigd in hunne bewe
ging, hebben de doctrinaire en radikale
haaien hunne bondgenooten laten
schieten, toen zij zagen dat de openbare
denkwijze hunne geweldenarijen afkeur
de.
De liberalen verwekken, met hunne
valsche en loensche politiek, zelfs den
walg van hunne roode confraters in anti-
klerikalism. Doch, wat de walg van elkan
der scheidt zal, in gegevene omstandig
heden, de haat legen Kerk en Godsdienst
weer vereenigen.
Wat de liberalen zijn. Liberalen
en socialisten, die vóór de kiezing bond
genooten waren, beginnen elkander duch
tig in 't haar te zitten. De Suffrage
universel, orgaan der socialisten van
Ik kende de streek. Ik ben hier vroeger
nog eens geweest. 1. En hij keek rond
naar de vallei en de bergen.
Nadat gij La Chaise Dieu ver
laten hadt n
Ongeveer twee jaren daarna, b
Werkelijk - riep Dom Gérusac
uit. Hoe kwam het dan, dat ik daar
nooit van gehoord heb
Mijnheer de Champanbert glimlachte
eenigszins treurig en antwoordde met
zachtere stem.
(i Gij waart toen te St-Pierre de
Corbie juist op het punt uwe beloften af
te leggen Er waren toen zaken, waarvan
ik niet weet of ik u daarover kon schrij-
v Waarom niet Dat verwondert
mij, zeide mijn oom op zijn vriende
lijken, eenvoudigen toon.
Ik stond een weinig terzijde in stille
verbazing ik kon mij niet verbeelden,
een man voor mij te zien, die den koning
van Frankrijk vertegenwoordigde en ge
wend was tot gekroonde hoofden te spre
ken. Op het eerste gezicht zou men onzen
gast voor een gewoon heer van buiten
hebben gehouden. Zijn blauwe jas, dicht
geknoopt over de borst, gaf zelfs niet het
kleinste siukje van een rood lintje te zien.
Zijne kleeding was zoo eenvoudig moge
lijk zijne bewegingen los en natuurlijk
en zijn gelaat drukie zoowel goedhartig
heid als schranderheid uit. Toch lag er
iets gebiedends in zijne verschijning en
Op bet einde van Mei hebben wij een
lijstje meêgedeeld, bevattende de namen
onzer kloosterorden, welker leden in de
verre missiën werkzaam zijn.
Dit lijstje was verre van volledig.
Wij kunnen er nog bijvoegen
In Azië, Afrika en Amerika ontmoeten
wij de missionnarissen oblaten van Maria
Onbevlekt, welke 5 huizen in België heb
ben 1 te Antwerpen, 1 te Luik, 2 te
Bestin, in Luxemburg en 1 te Waregem,
het klein seminarie van Transvaal, be
stemd om geloofsgezanten te kweeken
voor de Vlaamsche bevolkingen in Zuid-
Afrika.
In Oceanië preêken de missionnarissen
van het H. Hart te midden van kanni-
baalsche stammen. Zij hebben huizen te
Leuven en te Borgerhout.
Melden wij ook nog de orde van Pic-
pus, die den held pater Damiaan leverde
de missie van den H. Geest, te Lier de
Broeders Maristen, van Aarlen de Zus
ters der Voorzienigheid en der Onbevlekte
Ontvangenis van Champion (Namen), die
belangrijke huizen in Amerika bezitten.
Kolen in de Kempen. Te Beerin
gen (Limburg) zijn kolenlagen ontdekt op
eene diepte van 5 a 600 meters.
Beeringen ligt op 25 kilometers ten
westen van Asch, het eerste punt waar
kolen gevonden werden.
soms in zijn oog eene lichte flikkering
hetgeen wellicht getuigde van een weinig
hooghartigheid. Zijn gelaat was nog zeer
fraai en, wat vreemd was, hij zag er veel
jonger uit dan mijn oom Dom Gérusac,
wiens leven was voorbijgegaan in eenen
rustigen, wetenschappeiijken arbeid, had
reeds de houding van een ouden man.
terwijl zijn vriend, die in den strijd van
worstelende hartstochten was gewikkeld
geworden en in de wisselvalligheden van
een avontuurlijk leven meêgevoerd, nog
met opgeheven hoofd en vasten tred
daarhenen stapte.
Mijn oom stelde mij aan onzen gast
voor en daarna gingen beide vrienden
gearmd het huis binnen. Mijnheer de
Champanbert wendde zijne schreden
naar den tuin, maar Dom Géresac trok
hem mede naar den anderen kant, zeg
gende
Het is buiten te heet wij deden
beter in de bibliotheek te gaan zitten, n
Zeker, zeker antwoordde de an
dere vroolijk, a uwe bibliotheek, waarde
Thomas, dat weet ik, is uwe wereld, uw
rijk, uw huisgezin. Gij zult mij kennis
laten maken met al de oude en nieuwe
schrijvers hier verzameld. Doch voor
alles, zoudt gij mij niet aan wat drinken
kunnen helpen ik versmacht van dorst, b
(Wordt voortgezet.)