UM ZES MILLIOEN
Zondag 29 Juni 1902
5 centiemen per nummer
56ste Jaar 5688
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID
Tegen de
geestelijkheid.
W
Schrikwekkende
statistiek.
Groot Turnfeest
De Gulden Sporenslag
NATIONALE FEESTEN
DE DENDER BODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
cn in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE HUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 28 Juni 1902.
Onze groenen hebben niet een greintje
eerbied meer voor onze Geestelijkheid,
alhoewel zij er op pochen goede Christe
nen te zijn en als goede christenen te han
delen.
Is, zou men wel vragen, hun eerste
plicht alsdan niet aan hunne Overheid
te gehoorzamen
Zij zijn opgestaan, zeggen zij, met de
edele zending de encycliek van Z. H. den
Paus. Rerum Novarum, te verwezenlij
ken. Dat zijn enkel woorden.
De Paus vraagt de eendacht onder de
Catholieken en, volgens het eerlijk Land
van Aalst, roept hij tot het volk Wordt
allen demokraten natuurlijk in den zin
van de daensisten
Als Z. H. de Paus aan de oneerbiedig
heid ten opzichte zijner woorden en wen
ken niet ontsnapt, dan mag men zich wel
aan heel iets anders verwachten als het
Zijne Hoogweerdigheid onze Bisschop,
onze Priesters en Kloosterlingen geldt.
Wie heeft het hatelijk art. vergeten van
7 April 1901 in Het Recht verschenen.
Ziehier een staalken
En onze brave goede Bisschop, de
vervolger van priester Daens, is er zoo
11 gerust in dat hij ver van ervan te ver-
mageren, nog 7 ponden is verzwaard
in het jaar onzes Heeren 1900
Zulke taal voert Vooruit, zulke taal
schrijft Dendergalm, de armtierige, maar
zoo iets zou nooit in den geest mogen ko
men van wie zich als christen wil doen
doorgaan. Zij die hunne plichten verge'
ten en de gehoorzaamheid is de eerste
plicht hebben het recht niet meer den
naam van Christenen te dragen.
Een kind dat niet gehoorzaamt aan
zijne ouders, onteert den naam der familie.
Klokre Roeland blijft niet ten achter
Zij werpt bloedigen hoon naar 't hoofd der
Geestelijkheid zij verdenkt ze geen ge
loot te hebben. Ze beschuldigt ze dus
haar gansche leven te huichelen 1
Bloedige hoon 1 Leest hem en ziet met
medelijden naar de afgedwaalden die
andere op hunne maat meten. Wie zijne
godsdienstige overtuiging niet heeft ver
loren, zal de rechtzinnigheid van anderen
niet verdenken.
Schandalig is zulke taal
Dit geloof ik ernstig. Als ik mij goed
OVERPEIS EN WEL DE HANDELWIJZE Onzer
geestelijkheid naga, dan dunkt het mij
n dat er hoogstens 3o of 40 per honderd
n kunnen zijn die oprecht gelooven en
den godsdienst ernstig opnemen
Die smaad is te groot dat zullen de
kiezers op tijd en stond wel wreken in de
kiezingen. Zij zullen die lasteraars k met
duizenden en duizenden monden in 'taan-
uon
8* Vervolg.
Wat is er
Wat zegt hij
Mathurine zegt dat hij de moorde
naar is.
De onbekende keerde zich om, alle
oogen waren op hem gevestigd, alle vin
gers wezen hem aan.
Mathurine herhaalde, met uitgestrekten
arm.
Ja, hij is het
Wat beteekent dat vroeg de onbe
kende op hoogen toon.
Neem mij niet kwalijk, mijnheer,
stamelde de hovenier, die niet wist waar
aan hij zich te houden had, maar dat
meisje zegt, dat gij de moordenaar zijt.
De oogen van den man begonnen te
fonkelen, eene huivering voer door zijne
leden.
Dat duurde evenwel slechts een oogen-
blik.
Hij haalde de schouders op en glim
lachte minachtend.
Komaan, zegde hij, open dit hekken
en laat mij door.
Evenwel, mijnheer, hernam de ho
venier, als dat meisje zegt dat zij u her
kent.
gezicht slingeren Lafaards! hier is de
belooning van uwe eerschendingingen en
lasterende rooverijen
De Daensisten durven schrijven wat
de geuzen niet doen, wat de socialisten
nauw niet zouden durven De Priesters,
zij hebben geen oprecht geloof
Na de geestelijke Overheid te hebben
gelasterd, tracht diezelfde pen ook den
Godsdienst in het belachelijke te trek
ken, ook den Godsdienst bespottelijk te
maken. Het een volgt natuurlijk op het
andere, want beide dingen zijn eng, te
eng verbonden opdat het anders zou kun
nen zijn. Wie geen eerbied heeft voor
de Priesters zal ook den Godsdienst
niet ontzien, en wie den Godsdienst is
genegen zal ook zijne Bedienaars, de
Geestelijken, in eere houden.
Lees nu de schandalige taal van
Klokke Roetand, 22 juni 11., 2dï bl. i,te
en 2dekol.
Nederige onderpastoor te Zomergem,
die drij paternoteis leest voor en 7 jaren
aflaat schenkt aan al dezen die hem
den voorkeur geven.
i) Ieder kwezelken dat een nieuwen
kalant aanbrengt, mag gedurende eene
maand, alle weken (tot hare groote
n glorie en verheerlijking) vijf minuten
n langer dan haar konkurente in den
biechtstoel zitten.
Er wordt verzekerd dat als de meid
i) en de knecht die zich van die afroomers
bedienen in staat van gratie zijn, deze
afroomers veel min room geven dan
andere, en als er iets aan scheelt of dat
er wat min boter verkregen wordt, het
zeker is dat de boerin gedurende die
week niet genoeg haar huis of hare
i) stallen heeft bewaakt.
Onze lezers zullen evenals wij met ver
ontwaardiging die hatelijke taal gelezen
hebben. Zij zullen zich wel afgevraagd
hebben of zoo iets door christen gebleven
zielen kon zijn geschreven, of die taal nog
waardig is van een christen mensch. Die
woorden bevatten bittere spot maar eens
zal hij terug vallen op hen die er de
daders van zijn en er eene schrikkelijke
verantwoordelijkheid over dragen.
In een onlangs verschenen wetenschap
pelijk werk wordt gewezen op het over
wegend aandeel van het alcoolism in de
statistieken der misdaad en op de steeds
aangroeiende verwoestingen van het drank
misbruik.
Volgens de berekeningen van dat werk
mag een man van twintig jaren, die zich
aan misbruik van sterke dranken over
geeft, nauwelijks hopen nog een zestiental
jaren te leven indien hij slechts een
bierdrinker is, mag hij rekenen op twee-
en-twintig jaren is hij daarentegen, ge
heel en al matig dan mag hij nog gemid
deld op vier-en-veertig jaren rekenen,
Verder wordt in het werk gezegd dat,
op 97 kinderen, geboren van ouders die
misbruik maken van sterke dranken, er
nauwelijks 14 gezond ter wereld komen.
Wat de misdaden betreft moeten er, op
honderd, in Frankrijk 5o en in Duitsch-
land 41 aan het drankmisbruik toegeschre
ven worden.
Van den anderen kant heeft de schrij
ver vastgesteld dat, in een tijdperk van
tien jaren, waarin de dagloonen met een
vierde gestegen zijn, het getal der perso
nen die misbruik van sterke dranken
maken evenveel is vermeerderd. In een
ander tijdperk, daarentegen, toen de loo-
nen met een derde verminderden, verviel
het getal der drankhuizen van 3o5 op i83.
De schrijver stelt ook vast dat, in de
Amerikaansche stad Johnsburg, sedert
lange jaren geene enkele misdaad is be
dreven, alhoewel die stad eene nogal
talrijke werkersbevolking heeft; maar
alle verkoop van alkool is er streng ver
boden en alleen de apothekers mogen er
afleveren, op vertoon van een recept door
eenen geneesheer afgeleverd.
Eindelijk, het schijnt dat het getal der
misdadigers veel minder is bij de vrou
wen dan bij de mannen. De kindermoord
komt bij haar in eersten rang vervolgens
de vergiftiging, de verheling en eindelijk
de vrijwillige brandstichting. Wat den
ouderdom betreft, het grootste getal der
misdadigers zijn tusschen de twintig en
de dertig jaren oud, doch elke ouderdom
schijnt zijne bijzondere soort van misdaad
te hebben. Voor de jongsten is het de
vrijwillige brandstichtingvoor de oude
ren is het moordpoging en moord.
De voornaamste les welke dat werk be
vat is de nieuwe bevestiging dat alcoolism
of misbruik van sterke dranken noodlottig
en onvermijdelijk tot vernietiging der
gezondheid en in vele gevallen tot de
misdaad leidt.
Bijgevolg is de bestrijding der steeds
toenemende geneverplaag een hoogst
noodzakelijk werk tot bevordering der
openbare gezondheid, tot algemeene ver-
zedelijking en tot uitroeiing der misdaad.
Kleine burgerij. Het 3e interna
tionaal congres der kleine burgerij zal op
3 en 4 September te Amsterdam gehou
den worden Drie Nederlandsche minis
ters, waaronder Dr Kuyper, hebben het
het congres onder hunne bescherming
genomen, en koningin Wilhelmina zal er
op vertegenwoordigd worden door den
regeeringscommissaris G. Van Tienhoven.
De twee vorige congressen der kleine
burgerij werden, zooals men weet, gehou
den te Antwerpen in 1899 en te Namen
in 1901.
Onder de punten, die op de dagorde
staan van het congres van Amsterdam,
bemerken wij de oneerlijke concurren
tie de zoogezegde uitverkoopen de
wetgeving op de faillieten de verkoop
op krediet de verzekeringen de Zon-
dagrusthet nijverheids- en beroepson
derwijs, enz.
te Berchem-Antwerpen.
De Nationale Bond der Catho-
lieke Turn- en Wapenmaatschap
pijen van België viert, op 2g-3o
Juni 1902, haar jaarfeest te Ber
chem-Antwerpen. Dit feest valt
I dit jaar te zamen met den ion
verjaaidag der inrichting. Het is
door het toedoen van den Ber-
chemschen Turnkring dat, in
1892, de enkele toen bestaande catholieke
tummaatschappijen werden opgeroepen
tot het inrichten van gezegden Bond die
thans 75 aangesloten maatschappijen telt
boven een veertigtal andere, welke nog
niet voorgoed zijn ingeschreven.
Het feest heeft plaats op het Van Hom-
beeckplein naar aanleiding van de ker
mis.
Het tiende verjaringsfeest van den
Bond belooft onder alle oogpunten prach
tig te zijn. De bijtredingen komen goed
toe, en verschillige maatschappijen zullen
met talrijke turners aan het feest deel
nemen. Zelfs Frankrijk zal te Berchem
vertegenwoordigd zijn, namelijk door de
turnafdeeling bestaande in het Werk der
Vlamingen, te Parijs.
Het belooft dus een der prachtigste en
grootste turnfeesten te zijn die tot hiertoe
in België plaats gehad hebben, en eene
groote volksmenigte zal naar Berchem
doen stroomen.
Kloek aan Catholieke Turners, komt
talrijk op te Berchem, waar onze Bond
werd gesticht toont uwe macht, uwe
kracht, uwen vooruitgang in de edele
Turnzaak.
Ja, ja, herhaalde Mathurine hard
nekkig. Ik herken hem zeer goed, hij is
het wel.
De onbekende fronste de wenkbrauwen.
Die grap heeft nu al lang genoeg
geduurd nep hij uit. Dat meisje is gek,
kom, laat mij door.
In plaats daarvan klemde de hovenier
zich met de beide handen aan het hek
vast en hield het gesloten, terwijl hij
mompelde
Maar niettemin, mijnheer, ik ken u
niet...
Mathurine schreeuwde
Houdt hem vast, ik zeg u dat hij
het is. Hij is eergisteren hier gekomen,
lk heb hem met M. den baron gezien, hij
is Sorandal
De man maakte eene driftige beweging
en bromde tusschen zijne tanden, hoe
wel luid genoeg om door allen verstaan
te worden
Dat is merkweerdig,op mijn woord.
Daarna harder
Nu ja. het is waar, ik ben mijnheer
Sorandal maar ik begrijp niet hoe dit
meisje mij kent,
Zij heeft u eergisteren met mijnheer
den baron gezien, zegde een boer.
Inderdaad, ik ben eergisteren bij
mijn oom geweest, zegde Sarandal kalm,
wat geeft dat?
O I gij weet waarschijnlijk niet....
zegde de hovenier.
Voor de rookers. Rap smoren is
zoo slecht als rap eten, of nog slechter.
Hetzij men eene sigaar, eene pijp of
eene sigaret rookt, men moet langzaam
trekken, om er het grootste genoegen
uit te trekken
Traag trekken is eene eerte vereischte
als men eene pijp rookt.
Vele personen die reeds in hunne kin
derjaren rooken, kennen er nog niets van.
Het doet er volstrekt niets toe hoe dik
wijls eene pijp uitdoove.
Echte rookers hebben altijd, en ten
minste twee pijpen nooit zullen zij uit
eene pijp smoren vooraleer deze afge
koeld is.
Maar hoe moet men smoren en hoe
rap
Ziehier De bak der pijp mag nooit
zoo heet worden dat men hem slechts
moeilijk in de hand kan houden. Krijgt
de bak heet, 't is een onfeilbaar teeken
dat men te ras trekt.
Goede tabak, eene goede pijp, dat zijn
de eerste vereischten.
Eet traag, smoor traag, drink weinig,
en als ge niet vroeg sterft zult ge lang
blijven leven en vele pijpen kunnen door-
rooken
1302 11 Juli 1902.
Het is de eerste maal dat België als een
één en vrij volk, de vereeuwing van den
slag der Gulden Sporen zal vieren.
In Kortrijk worden grootsche feesten
bereid.
In Vlaanderen zijn reeds de feestelijk
heden begonnen ter herinnering van dit
gloriefeit, dat alleen schitterend genoeg
is, om door al de eeuwen heen den naam
van Vlaming met eer te omglansen.
In Antwerpen, Brabant en Limburg
blijft men niet ten achter.
De Vlamingen te Luik vieren den jubel
dag op Zondag 6 Juli.
Op vele plaatsen wordt hij gevierd op
11 Juli, den eigenlijken verjaardag. Op
andere plaatsen nog den volgenden zon
dag, i3 Juli.
Te Brussel, Leuven, Antwerpen, Turn
hout, Hasselt, Tongeren, St-Truiden,
Landen, Hamont, Moll, Borgloon, overal
worden feesten aangekondigd overal
zullen de Vlamingen, die het Vlaamsch
bloed warm door de aderen stroomt en
die fier op hun edel voorgeslacht zijn, de
zegepraal van Groeninghen willen vieren,
de zegepraal die Vlaanderen en gansch
België uit de klauwen van Frankrijk
heeft verlost, die onze onafhankelijkheid
heeft mogelijk gemaakt en onze moeder
taal heeft gered.
Nogmaals drukken wij hier de hoop
uit, dat ook onze stad niet zal achter blij
ven, en weldra een comiteit zal gevormd
worden om dien roemrijken dag, den
öoo5"11 verjaardag van den Gulden Spo
renslag, plechtig te herdenken.
Wat?
Dat mijnheer de baron denzelfden
nacht vermoord is
Welzeker, dat weet ik, ik heb het
in de dagbladen gelezen en daarom kom
ik hier.
Goed, maar dan weet gij toch zeker
niet, dat...
Wat
Wel, dat men u beschuldigt hem
vermoord te hebben.
Sorandal deinsde terug.
Ik de moordenaar riep hij uit.
Ellendeling-
Hij hief zijn stok op, maar had den
tijd niet toe te slaan.
De vermetelsten der omstaanders had
den zich op hem geworpen men klemde
zich aan zijne armen vast, men ontrukte
hem zijnen wandelstok.
Hij verzette zich hevig, sloeg links en
rechts krachtig om zich heen, maar hij
moest zwichten voor de overmacht en
van verder verzet afzien.
Onder de worsteling werd er geroepen
Grijpt hem
Houdt hem goed vast.
Hij is gepakt.
Brengt hem bij mijnheer den maire.
Maar zijt gij dan allen krakzinnig
riep Sorandal uit. Ik zal het u betaald
zetten, kerels
Opnieuw deed hij eene poging om zich
los te rukken, wat geen ander gevolg
Stad Kortrijk.
op 17 24 Augustus.
V0LK80PT0CI1T.
Binnen twee maanden vieren wij het
zesde eeuwfeest van den Gulden-Sporen
slag, die het latere ontstaan der Neder
landen van België en Holland
mogelijk maakte.
Volksstoet, Vaandelfeest, Onthulling
van het Gedenkteeken en Uitvoering van
Vaderlandsche liederen op Zondag 17
Augustus, in den nanoen.
Duizenden en duizenden uit Vlaande
ren en Brabant, uit Limburg en Zeeland,
uit heel Nederland moeten in den Stoet
verschijnen en lucht geven aan hunne
stamfierheid.
De maatschappijen gelieven hunne bij
treding te zenden, uiterlijk voor 3i Juli
aanstaande, aan den heer Doutreligne,
bureeloverste ten Stadhuize. Deze zendt
ook alle gewenschte inlichtingen.
Het Gemeentebestuur looft meer dan
2000 fr. premiën uit.
Bovendien ontvangt iedere deelnemen
de maatschappij een kunstdiploma.
Na den volksstoet, om 6 uren, wordt
de feestcantate van Th. Sevens en Karei
Mestdagh ten gehoore gebracht door 1000
uitvoerders.
's Anderendaags doorkruist een histo
rische Stoet de straten der stad.
Het nachtfeest op Groeninge zal schit
terend wezen.
Voor hen, die gaarne op denzelfden
dag naar huis keeren, zullen er late trei
nen in alle richtingen vertrekken.
Nederlanders, allen op naar Groeninge,
naar Kortrijk I
De wereld mag weten, dat wij trotsch
zijn op ons verleden dat wij onze duur
gewonnen vrijheid hou en trouw willen
bewaren.
Het Comiteit.
had, dan dat de boeren hem nog steviger
vasthielden.
Hij heeft het zelf bekend 1 riep Ma
thurine. Hij is het
Lompe vlegels 1 schreeuwde Soran
dal, Wat heb ik dan bekend Dat ik
Sorandal heet Welnu Wilt gij mij wel
eens los laten.
De hovenier kwam tusschen beiden met
bevende stem.
Luister eens, mijnheer, zegde hij.
Het is zeker heel onaangenaam voor u,
maar dat meisje herkent u, dat is duide
lijk en wij kunnen er niets aan doen dat
de policie naar u zoekt, dat er een bevel
tot inhechtnisneming, zooals zij dat noe
men, tegen u is afgegeven door den
rechter.
Een bevel tot inhechtnisneming
herhaalde Sorandal. Loop heen, dat is
onmogelijk.
O, zeker, mijnheer, dat is zoo en
daarom, ziet ge, zou het beter zijn, dat
gij zelf naar de mairie gingt, om ophel
dering te geven.
Sorandal scheen even na te denken,
daarop zegde hij
Ik weiger niet om met uwen maire
te gaan spreken, wanneer dat een middel
is, om dit onaangename misverstand
spoedig op te helderen, maar wanneer ik
er heenga, dan wil ik vrij zijn in mijne
bewegingen en niet worden vastgehouden
als een dief.
Bij de gendarmen. Eindelijk zou
er toch recht gedaan zijn tan de zoo bil
lijke eischen die de gendarmen met reden
voorbrachten. Er is verbetering gebracht
aan hunnen toestand voor wat de soldij
betreft.
Ziehier hoe, op voorstel van den mi
nister, de jaarwedden vastgesteld zijn, ten
gevolge van het krediet van 662,965 fr.
dat generaal Cousekant dAlkemade, Mi
nister van oorlog daarvoor aan de Kamers
voorgesteld en verkregen heeft.
Gendarmen te paard Adjudant on
derofficier, van fr. 2044,00 op fr. 225o
compagnie-adjudant, van fr. i86i,5o op
fr. 2200 opperwachtmeester, van fr. 1679
op fr. 2100 ie wachtmeester, van fr. 1606
op fr. 2020 wachtmeester-fourrier, van
fr. i587,75 op fr. 2000 wachtmeester-
bevelhebber, van fr. 1496,50 op fr. 1970
wachtmeester (zonder bevel), van fr. 1496
op fr. 1790 brigadier, van fr. i35o op
fr. i63o gendarm van i" klas, van fr.
1314 op fr. i5go gendarm van 2* klas,
van fr. n86,35opfr. i5io.
Gendarmen te voet Opperwacht
meester, van fr. 1387 op fr. 1800 eerste
wachtmeester, van fr. i3t4 0pfr. 1730
wachtmeester-brigade bevelhebber van fr.
1244 op fr. 1710; zonder bevel (nieuwe
graad) fr. i53o brigadier van fr. 1 i5i,5o
op 1440 gendarm van ie klas, van fr.
iog5 op fr. 1370; gendarm van ae klas,
van fr. 957,5o op fr. 1290.
Er is spraak gendarmen van 3e klas
te noemen. Deze zullen binnen komen
die te paard aan fr. 1460, wat vroeger
fr. 118Ö was, dus 274 fr. ineer te voet,
aan fr. i25o wat vroeger fr. 967, dus 293
fr. meer is.
Kanker. De leeraar Honeitz van
Kopenhagen, hoofdstad van Denemarken,
zou een middel tegen den kanker ontdekt
hebben.
Hij zou de kankerzieke lichaamsdeelen
behandelen met ananthyl of chlorathyl,
welke eene zoo hevige koude ontwikkelen,
dat de ziektekiemen er door zouden ge
dood worden.
Toen de boeren aarzelden, voegde hij
erbij
Zijt ge bang dat ik zal wegloopen,
domkoppen
De boeren overlegden een oogenblik
met elkaar.
Hem loslaten, hm
Bah, we houden hem in 't oog.
Een vroeg
Belooft gij ons dat gij niet zult weg
loopen
Zeker, antwoordde Sorandal. Voor
uit nu, wijs mij den weg naar de mairie.
De handen lieten hem los en hij her
stelde snel de wanorde van zijne kleeren.
Woestelingen, mompelde hij, ter
wijl hij een nieuwen strik in zijn hals
doek legde. Men zou niet zeggen dat men
hier zoo dicht bij Parijs was.
Zijn hoed was in de worsteling afge
vallen en hij vroeg er naar op bevelenden
toon.
Men gaf hem zijnen hoed aan,hij streek
hem glad met zijne mouw en zette hem
op.
Mijn stok
De hovenier raapte den stok op en gaf
hem dien.
Vooruit nu.
De troep daalde de helling af, die van
het kasteel naar het dorp Pierrefite
voerde.
De boeren omringden Sorandal en be
waakten hem streng.
Hij zag hem aan met koelen minach
tenden blik en haalde nu en dan de schou
ders op.
De jongens, die zoo hard zij konden
vooruitloopen waren, verspreidden het
gerucht dat men den moordenaar had
gepakt.
Geheel Pierrefite liep uit, om eenen
blik te werpen op den moordenaar,
zooals men hem reeds, doch zeer zwak
en angstig, noemde.
Lordonneau, de weerdige maire van
Pierrefite, die gewaarschuwd was, had
zich snel naar de mairie begeven, waar
hij, getooid met zijn cherp, bevend yan
aandoening, den aangehoudene in zijne
kamer verwachtte.
De secretaris van den maire was den
brigadier der gendarmerie gaan roepen,
die in de grootste haast kwam met twej
man.
Welnu, brigadier? vroeg Lordon-
neau toen hij hem zag, wat denkt gij van
hetgeen men vertelt
De brigadier had geen tijd hierop te
antwoorden.
Voetstappen van eene talrijke menigte
klonken door de straat en men hoorde
een luid geschreeuw.
Hier is hij
Hij is het 1
I)e moordenaar
Hij is gepakt I
Wij hebben hem 1 (Wordt voortg.)