OM ZES MILLIOEN Zondag 17 Augusti 1902 5 centiemen per nummer. 56*c Jaar 570* Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID Een Zollverein met Holland. Werkerspensioenen. De Belgische mijnwerker. LANDBOUW. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschryving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, •n in alle Postkantoren des Lands. CUIQUG 8UUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 16 Augusti 1902. Te gelegenheid der feestvieringen welke te Antwerpen hebben plaats gehad bij de aankomst van het Hollandsch oorlog schip, de Evertsen hebben zekere schrijvers en dagbladen de vraag geopperd of een Zollverein met onze noorderburen □iet kon gesloten worden. Een Zollverein is eene economische vereeniging tusschen twee of meer landen waarbij, onder dat oogpunt, de grenzen verdwijnen. In dat geval dus zouden de Hollandsche produkten vrijen invoer in België bekomen, terwijl onze voortbreng selen zonder inkomrechten in Holland zouden ingevoerd worden. Het voorstel is thans nog te zeer onbe stemd opdat het grondig zou kunnen be sproken wordenDat zal ons echter niet weérhouden op dit oogenblik reeds eenige bedenkingen in het midden te brengen. Is een Zollverein met Holland voor ons, Belgen, wel een gewenschte zaak Onder economisch oogpunt bestaat Bel gië uit twee deelen, welke het is een zonderling toeval, ook door de taal om zoo te zeggen worden gescheiden. Het—Walenland is een industrieële streek mijn-, ijzer- en steennijverheid bloeiën bijzonder in het zuidelijk ge deelte van ons land. Het noordelijk ge deelte, integendeel, het Vlaamsche land, is aan den landbouw overgeleverd. De Vlamingen kennen de groote nijverheid der natuurvoortbrengselen nietvoor hen is de landbouw de bron, waaruit zij de middelen van bestaan putten. En Holland Holland is bijna uitsluitend een land- bouwland. Uit zijne rijke coloniën trekt het de coloniale waren, koffie, enz. In Holland is bijzonderlijk, voor den land bouwer, de veekweek winstgevend. Thans wordt het duidelijk. Voor onze industrieële voortbrengselen zou een Zoll verein met Holland, hoogst voordeelig zijn. Die produkten zouden naar het noorden een gemakkelijken en winstge- venden aftrok vinden. Voor Holland eveneens zou de ver dwijning der Belgische grens eene goede zaak wezen en de landbouwers van over den Moerdijk zouden sterk in hun handen wrijven. België is voor het Hollandsch vee eene druk bezochte merkt. Maar. Ja thans komt de maar, die ongeluk kige maar die zoovele schoone zaken be derft De vlaamsche landbouwer zou al les uitzweeten het Zollverein zou op zijnen rug worden gemaakt. Niemand zal het ontkennen dat thans de veekweek de bijzonderste en winstge- vendste bron is voor onzen Vlaamschen landbouw. Men voorziet welk zijn lot wezen zou indien hier vrij en vrank, het i58 Vervolg. Sorandal bleef zwijgen, hij beefde over al zijne leden. M. Curtelin stond op en riep hem hevig ontroerd toe Maar ongelukkige, gij stort u in het verderf 1 Sorandal mompelde met merkbaren angit Ik ben verloren. Flick dacht Hoe heb ik het nu met hem De onderzoeksrechter had zijne ontroe ring reeds bedwongen en zegde kalm Het zij zoo, gij wilt, kunt of durft niet zeggen, waar gij den nacht .van den 9 op den 10 December geweest zijt. De aanklacht zal zaggen, dat gij na uwe vrienden verlaten ie hebben, te peerd ge stegen en naar Pierrefite gereden zijt.Uw peerd hebt gij aan een boom nabij den muur van het park vastgebonden, dien muur zijt gij overgt klommen, gij hebt uwe leerzen uitgetrokken, opdat het ge rucht van uwe voetstappen niet zou ge hoord worden. Door het venster zijt gij in de slaapkamer van M. den baron d Am- gansche jaar door, het Hollandsch vee die bron kwam uitdroogen. Want onze Vlaamsche landbouwer is niet bij machte om de mededinging te weêrstaan van den Hollandschen vee kweek. Onder dien last ging hij volko men ten gronde en wat bleef er onze boe ren te doen, indien de veekweek hen ook wierd ontrukt Dat is de keerzijde en men ziet zij is somber om zich niet te haastig te laten meêslepen door al te verleidende begoo chelingen. In de laatste zitting van den Provincia len Raad van Oost-Vlaanderen, hebben de vrienden van de wtrkerspensioenen het overgroot genoegen gehad te bestati- gen, dat de Heeren van den Raad hun beste gedaan hebben om voor de pensioe nen der kleinen te zorgen. Het krediet in vorige jaren gestemd is merkelijk ver meerderd geworden. Ziehier hoe dit krediet verdeeld zal worden i° 45,000 franks. i° Deze som zal verdeeld worden aan de personen die 40 jaar oud geworden zijn vóór den in Januari 1900, en op den datum van in Januari 1901 geen 55 jaar bereikt hadden. Dus voor de personen geboren tusschen 1845 en 1860, deze twee jaartallen uitge sloten. Zullen uitgezonderd zijn a) De personen die reeds een pensioen van 100 fr. op de lijfrentkas verworven hebben, of die een voorbehouden kapi taal van 25o fr. bezitten. b) De personen die geen deelmaken van erkende maatschappijen voor pensioen. 20 Die toelage zal gegeven worden op elkeen der 4 eerste gestorte franken dus niet meer op den vijfden of zesden frank. 30 De toelage per frank, of de waarde van een punt, zal nooit min zijn dan fr. o,5o, en nooit meer dan 2 frank. Dus voor die welke 4 franken ten minste storten, zal er jaarlijks ten min sten 2 frank toelage gegeven worden, 0 50 x 4 2,00 en ten hoogsten 8 franken, 4 X 2 8 fr. Dit verschil hangt af van het getal der aangeslotenen alsook van de hoeveelheid hunner stortingen. Hoe kleiner het getal is der aangesloten personen van dien ouderdom en hoe minder zij storten, hoe grooter ook de waarden van het punt zal ^Zoo kan de waarde van het punt0,75, 1,00, 1,25, i,5o, 1,75. 2.°° fr- wezen en alzoo zou men op 4 frank gestort, 3,oo, 4,00, 5,oo, 6,00, 7,00, 8,00 fr, sub sieden kunnen genieten. Doch boven de 8 frank kunnen zij niet stijgen. Moeste het getal der aangeslotenen zoo groot zijn dat de waarde van het punt onder de 5o centiemen per frank zou da len, dan zal men de jongsten dezer bui tensluiten bijvoorbeeld van 41, 42, 4J freville gekomen, waarvan gij eerst eene ruit hadt ingeslagen. Gij waart met de verdeeling van het huis bekend en wist dat gij geen gevaar liept, de bedienden te zullen wekken, daar die aan het andere einde van het kasteel sliepen. De grijs aard werd gewekt door 't breken van het glas, maar gij waart reeds in de kamer. Hij snelde toe en gij hebl hem een mes steek in het hart toegebrrcht.grj hebt hem vermoord. De onderzoeksrechter hield even op om adem te scheppen, daarna ging hij met kracht voort. De intendant Dominique, vertrou weling van den baron, die in de aangren- zende kamer sliep, welke in gemeenschap stond met de slaapkamer van zijnen mees- ter is op het gerucht toegesneld, üij wa'art overvallen. Op deze stoornis had gij niet gerekend. Het wapen waarmeè gil reeds den eersten moord had gepleegd, was uwe hand ontvallen, er ontstond eene hevige worsteling tusschen u en den trou wen bediende, die zijnen heer ter hulp snelde en bij die worsteling werden de meubels omgeworpen en gebroken, len slotle werdt gij Dominique meester en verbi ijzelde zijnen schedel met den stool- haak, dien gij hadl kunnen opnemen en waarvan gij u als knods bediende.. Zeg mil is het zoo niet gebeurd, heb ik het tooireel der misdaad niet juist weêrge- geven jaar oud, om voor de anderen de volle waarde te behouden. 2° 20,000 franken. Aldus verdeeld a) 10,000 fr. aanmoedigingspremiën tot het vormen van nieuwe lijfrentboekjes. Al de personen die op in Januari 1900 hun veertigste jaar niet bereikt hadden of na het jaar i85g geboren, en zich gedu rende het loopende jaar aangesloten heb ben bij de lijfrentkas, zullen eenmaal twee franken gratis ontvangen. b) 10,000 fr. aan al de personen, het is gelijk van welken ouderdom die bij de lijfrentkas aangesloten zijn. Deze som per lid verdeeld, zal m handen der maat schappijen gestort worden, zoo nogthans dat de som voor eene enkele maatschappij nooit de 100 fr. mag te boven gaan. N. B. Het schijnt slechts de leden der erkende aangesloten maatschappijen die van de toelagen der provincie kunnen genieten. 3° 1000 franken. Deze som zal verdeeld worden tusschen de personen, die getracht hebben in hel bezit te komen van eene woonst bij mid del der beschermingkomiteiten. Verschei- denen hebben daarom eene gemengde verzekering op het leven aangegaan. Hun zal gegeven worden i° Eene premie ter waarde van ten meeste 2 franken bij het vormen van eene verzekeri n gspol is 2° De personen die geen 40 jaar oud waren op 1 Januari 1900 en hun 55e jaar niet bereikt hadden op 1 Januari 1901, eene jaarlijksche premie die tot 1 °/0 van de verzekerde weerde kan klimmen met een maximum van 8 franken. Onze liertelijke dank aan de HH. van den Provincialen Raad, voor hun vooruit zicht en welwillendheid. Een bijzondere dank aan de HH. Van der Linden en Pussemier, leden des bestuurs van het Verbond der Werkers- pensioenkassen van Oost-Vlaanderen. Ondanks de bekrompen geldmiddelen waarover de Provincie beschikken kan, hebben zij toch eene merkelijke som be stemd om de kleine pensioenen voor per sonen van hoogeren ouderdom bijzonder lijk te bevoordeeligen. Aan hen nog eens onze hertelijke dank. E. R. Maatschappelijke wetenschappen. De bureaucraten hebben eene zonder linge manier om de menschen voor den gek te houden. De regeering schrijft eenen 5 jaarlijk- schen prijs uit voor maatschappelijke wetenschappen. En de jury kent den prijs toe aan... het gouvernement, voor zijne nijverheidsoptelling. Proficiat, heeren van het gouvernement maar in uwe plaats hadden wij het werk dat wij zelf uitvoerden buiten piijskamp gehouden. De zeer eerw. pater C. Rutten heeft, voor het welbekende werk Les ovvriers des deux mondes, onder den titel Le mi neur du bassin houiller du Couchant de Mons een werk geschreven, waarop wij de bijzondere aandacht onzer lezers inroepen. Uit deze meesterlijke studie, welke door talrijke bewijzen gestaafd is, trekken wij de volgende belangrijke inlichtingen Omtrent de helft der Belgische mijn werkers, heeft een gemiddeld inkomen van meer dan 2200 fr. per jaar. Een vier de dier families, grootendeels samenge steld uit de jonge gehuwden, die vóór hun huwelijk niet gespaard hebben, bezit een jaarlijksch gemiddeld inkomen van i5oo fr. Eindelijk, een ander vierde der fami lies welke twee of zelfs drie nog onge huwde en in den koolput werkende kin deren hebben, geniet een jaarlijksch inkomen van meer, en soms veel meer dan fr. 2,5oo in het jaar. Het verbruik van vleesch is aanzienlijk vermeerderd onder de werklieden der koolmijnen, hetgeen een bijna onfeilbaar kenteeken is van de verbetering van hun stoffelijken toestand. In eene gemeente van 2,141 zielen heeft de eerw. schrijver nauwkeurige inlichtingen, betreffende het verbruik van het vleesch (de konijnen en het gevogeltje hierin niet inbegrepen) kan berekend worden op 7860 kilos, zijnde meer dan 3 kilos voor een werkmans huisgezin van 4 personen of kijna x kilo voor eiken persoon. Indien men reke ning houdt van het feit dat deze cijfers MiDiMA zijn, vermits, gedurende de week der kermis, het hulphuis Delhaize, alleen, meer dan 400 kilos hesp en Amerikaansch spek verkocht heeft, komt men gemakke lijk tot gemiddeld wekelijksch verbruik van 4 kilos per huisgezin en van 1 kilo per persoon. Het verbruik van vleesch zoude onte gensprekelijk nog vermeerderen, indien de werklieden het verbruik van den alcool wilden verminderen. Onder zedelijk oogpunt moeten de mijnwerkers volgens den eerw. pater Rut ten in drie reeksen gerangschikt worden i° De keur der werklieden, samenge steld uit matige arbeiders, welke zich onderscheiden door hunne matigheid, eene groote edelmoedigheid van karakter, hunne verkleefdheid aan hunne meesters, hunne liefde voor het werk. Deze geluk ken er gemakkelijk in, eenen betrekkelij- ken welstand te genieten, zelfs met een inkomen dat eerder beneden het gemid deld bedrag blijft. Indien zij kinderen hebben in ouderdom om te werken en die getrouw gebleven zijn aan de goed ver zorgde opvoeding welke zij ontvangen hebben, komt de familie spoedig tot eenen weihebbenden toestand zij wint dan ge makkelijk van 10 tot i5 fr. per dag en somtijds meer. 2° De tweede reeks bevat de meerder heid onzer mijnwerkers en voornamelijk de mijnwerkers van den Borinage. «In den grond zijn deze brave, lieden, gewoon lijk zeer dienstvaardig en vol medelijden voor de ongelukken hunner geburen. Socialisten zijn zij, omdat de collectivis- tische partij in hunne oogen de partij van den werkman is, evenals de andere hun slechts voorkomen als partijen der gegoe de lieden, welke uitsluitend voor zich zeiven zorgen en zich slechts uit belang of uit vrees met de belangen van den werkman bezig houden. Wanneer men hun vraagt waarom zij aan werkstakingen deelnemen, waar om zij uit het oog verliezen dat zekere be trekkingen ten minste onbetamelijk vóór het huwelijk zijn, antwoorden zij dat zij doen gelijk de anderen. Zij rangschikken zich op instinctmatige wijze langs den kant der sterksten getuige hiervan de oude mijnwerker aan wien wij vroegen waarom hij voor de socialistsn stemde Ik mijhheer, ik ben altijd met de sterk sten. i) De mannen van den Borinage bijzon der, vinden gansch natuurlijk dat zij zeg gen J'prends m'malette au clo qui m' fait vtvrr. Zij zullen roepen Leve de pastoor of Leve Prins Albrccht indien andere hetzelfde rond hen roepen het geen hun niet zal beletten een uur later met niet minder levendigheid, Leve De- fuisseaux of Leve de republiek te roe pen indien eene roode vlag voorbij wordt gedragen. 3° De derde reeks bevat mannen, onge lukkiglijk in al te groot getal, welke oprecht verdierlijkt zijn, in een vurig materialisme verzonken zijn, en wier be staan kan samengevat worden in twee woorden Zij drinken alcool en houden kermis. De meerderheid der kostliggers van Charleroi behoort tot deze reeks, en het is onder hen dat de al te vermaarde ban dieten; de longues pennes, worden aan geworven. Wij drukken dit artikel over uit de Christelijke Arbeid, omdat vele bemer kingen die daarin voorkomen, ook de aandacht van onze Aalstersche werklieden ;rdig zijn. Gedurende al den tijd dat de rechter sprak, had Sorandal met gebogen hoofd gestaan, de handen krampachtig saamge- knepen. Nu hief hij het gelaat op, zijne haren hingen verward over zijn marmerbleek voorhoofd. Met hijgende stem riep hij uit Ik ben onschuldig. O mijnheer, tot dusverre heb ik u mijne onschuld nog niet betuigd, omdat gij mij niet recht streeks beschuldigd hadt. Gij spraakt slechts van verdenking, gij deed mij vra gen en die heb ik naar waarheid beant woord. Ik hoopte dat mijne onschuld u spoedig zou blijken, ik kon niet gelooven, dat men tot eene bepaalde beschuldiging zou overgaan, maar alles spant tegen mij samen, het noodlot vervolgt mij en daar om roep ik thans luid, met al mijne kracht, omdat gij in mijne stem den toon der onschuld moogt herkennen, opdat gij overinigd zult zijn dat ik slechts het slachtoffer ben van een ongelukkigen samenloop van omstandigheden Ik ben onschuldig Deze uiibersting van smart, die plotse ling en hevig verzet van den man, dien hij tegenover zich had, maakte een die pen indruk op den onderzoeksrechter. Sorandal, die dit zeer goed scheen te bcmei ken, en op dien indruk wilde dooi- gaan, hernam Ik een moordenaar 1 Ik zou mijnen oom vermoord hebben 1 Groote God I Het is mij alsof ik droom. Ben ik wel wakker. Heb meèlijden, zeg mij dat van dat alles niets waar is,dat eene vreeselijke nachtmerrie mij kwelt. Mijnheer, mijn heer. hoor mij aan, geloof mij toch, het is niet mogelijk, niet mogelijk. Ja, ik heb misslagen begaan, dat erken ik, ik heb mij schuldig gemaakt aan fouten, aan zware vergrijpen, aan laakbare hande lingen. Als officier heb ik mijn plicht verzaakt, dat is waar en ook is het waar, dat ik mij jegens mijne vrouw slecht ge dragen heb. Gij ziet het, ik verberg u niets, ik wil mij niet anders voordoen, dan zooals ik ben, helaas Mijn geheel leven verdient ernstige verwijten, maar daarom ben ik nog geen misdadiger, geen moordenaar geworden. Trouwens, waar om zou ik den baron d'Amfreville hebben vermoord, daar moet ik toch eene reden, eene aanleiding toe gehad hebben Langzaam en met nadiuk vroeg de rechter Hebt gij u niet meester gemaakt van een testament dat u onterfde Sorandal wroi g zich de handen Gij gelooft dat riep hij uit. Mijn God, aasde ik dan op het vermogen van mijnen oom Heb ik mij niet altijd tevre den gesteld met hetgeen ik had Boven dien, gij weet dat ik op het punt stond mij naar Amerika in te schepen, waar mij eene voordeelige betrekking wacht. Zoo Snotziekte onder de paarden te Londen. In eene onlangs gehouden vergadering der nationale Engelsche maat schappij voor veeartsenijkunde werd er meegedeeld dat, sedert 1881, 35,65 r ge vallen van snotziekte zich in Engeland hebben voorgedaan. Het is vooral te Londen, dat deze ziekte zich voordoet in 1901 alleen g3,5 t. h. van alle gevallen. Als men de waarde der paarden tegen 5oo fr. per hoofd berekend zoo is er, sedert 21 jaar, 18 millioen fr. verloren gegaan. Het spreekt van zelf, dat te Londen, de strijd tegen de .snotziekte geen gemakke lijke zaak is. De groote Londensche stra ten zijn gestadig van bespannen wagens overstelpt zoodat de aanraking met snot- zieke paarden niet te vermijden is. Ook het algemeen gebruik der drinkplaatsen begunstigt het verbreiden der ziekte. Rond de jaren g5 en 96. hebben wij in onze groote Belgische steden eenige aan zienlijke smetzetels van snotziekte weten te dempen, hetgeen met behulp der mal- leïne, tamelijk snel doenlijk geweest is. In deze smetzetels werden steeds Engel sche paarden gevonden. Sedertdien heeft de regeering de proef der mallelne ver plichtend gemaakt voor alle oude en ver sleten paarden die men wensebt in te voeren, en deze maatregel heeft er sterk toe bijgedragen om de besmetting door Engelsche paarden te kortwieken. De Vlastijd in Zeeuwsch Vlaande ren, De vlastijd is voorbij en daarmee het rijden der zwaar geladen wagens, die dagelijks langs de grensplaatsen naar België reden. Dit jaar is er bijzonder veel gedroogd, onbewerkt vlas langs de kantoren Clinge, Kappellebrug, Koewacht, Overslag, Oud- brugsche sluis en Sas van Gent naar België vervoerd. Alleen langs het grens- kantoor Koewacht ging circa een half millioen kilogram. Omdat de vlastijd voor deze streken van zooveel belang geacht wordt, gaat het eindigen der werkzaamheden ook met eenige plechtigheid gepaard. Wanneer het laatste voer geladen is, wordt daarop een groenè met bloemen versierde tak ge plaatst. Om dien tak scharen zich de treksters en bindsters en al zingende en joelende wordt het laatste vrachtje naar de Belgische statie vervoerd. En als dan 's avonds de boer het werk volk onthaalt op genever en bier, dan stijgt de vreugdeten top. Er wordt gedanst en gesprongen en al de vermoeienissen van den zwaren arbeid worden vergeten. Jammer dat deze vlasfooien, zooals zij in deze streken genoemd worden, soms in drinkgelagen ontaarden en dan tot walge lijke tooneelen aanleiding geven. Verstandige landbouwers zijn dan ook reeds begonnen met den jenever en het bier af te schaffen en het volk te onthalen op warme wafels met boter en suiker. Groene I*ïe, de held die twee sigaren oprookte en er daarna nog eene van weggaf, komt te ontdekken dat de wijk van Erembodegem, Ronsevaal, Brusselschen Steepweg, eene vallei is, hoog verheven tusschen Aalst en Hekelgem. Dit is waarlijk waardig van den held lie gevonden heeft dat de Lange Zout straat te Aalst op de Groote Merkt uit komt of uitgeeft omdat men daar destijds zout pleecht te verkoopenEen standbeeld voor dat genie op de pont des soupirs zoodra ze verplaatst is Ziedaar toch 't minste dat Aalst doen kan het mij daar slechts een weinig meèloopt, dan kan ik er mij rijk maken. Ik zou mij meester gemaakt hebben van het testa ment van den baron d'Amfreville Wist ik dan dat hij een testament gemaakt had Hel is wreed mij op zulke zwakke bewijzen te beschuldigen. Gij beschouwt mij vol verachting, ik zie aan alles, dat gij mij niet gelooft, maar wat moet ik doen om u te overtuigen Wanneer gij onschuldig zijt, dan kunt gij dat toch zeer gemakkelijk doen, antwoordde de rechter. Zeg mij slechts waar gij in den nacht van den 9 op den 10 zijt geweest. Sorandal aarzelde een oogenblik, zijne opgewondenheid was eensklaps tot be daren gebracht. Opnieuw boog hij het hoofd en mom pelde Thuis. Een getuige, aan wier geloofwaar digheid ik niet mag twijfelen, beweert het tig» ndeel. En ik houd vol dat ik thuis geweest ben. Bewijs het dan. Dat kan ik niet. Dan staat uwe verklaring gelijk met eene bekentenis, zegde de rechter op plechiigen toon. Het scheen dat deze woorden al de wils kracht van Sorandal eensklaps deden terugkeeren. Neen, neen,het Is geene bekentenis! riep hij uit. Hoe zou ik eene misdaad kunnen bekennen die ik niet bedreven heb? Ik zeg u dat ik onschuldig ben, dat een afschuwelijk noodlot mij overal vervolgt. De onderzoeksrechter, die zich nu meer en meer overtuigd hield dat Sorandal de moordenaar was, herhaalde zijne vraag Waar zijt gij in den nacht van 9 op den 10 geweest Wat helpt het mij of ik u dat al zeg, daar ik het toch niet kan bewijzen was de weervraag van Sorandal. Waarom niet Waarom niet Gij vraagt mij waar om niet Ik zweer u, dat ik niet te Pierre fite ben geweest in dien nacht ik heb thuis geslapen. Waar gij geen bed, geen canapé, of zelfs geen stoel hadt, daar uwe meubelen waren verkocht Ik heb op den grond gelegen bij mijne koffers. Komaan, dat klinkt toch al te on waarschijnlijk. Ik zweer 11 dat het zoo is. Maar hoe zijt gij dan in huis geko men, daar de portierster verklaart, u niet te hebben open gedaan Toen ik aan de deur van mijn huis kwam, vond ik daar M. Proteau, een me iebewoner van het huis. Hij had juist gebeld en ik ben gelijk met hem binnen gekomen. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1902 | | pagina 1