OM ZES MILLIOEN
Zondag 17 Augusti 1902
5 centiemen per nummer.
56*c Jaar 570*
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID
Een Zollverein
met Holland.
Werkerspensioenen.
De Belgische mijnwerker.
LANDBOUW.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschryving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
•n in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUG 8UUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 16 Augusti 1902.
Te gelegenheid der feestvieringen welke
te Antwerpen hebben plaats gehad bij de
aankomst van het Hollandsch oorlog
schip, de Evertsen hebben zekere
schrijvers en dagbladen de vraag geopperd
of een Zollverein met onze noorderburen
□iet kon gesloten worden.
Een Zollverein is eene economische
vereeniging tusschen twee of meer landen
waarbij, onder dat oogpunt, de grenzen
verdwijnen. In dat geval dus zouden de
Hollandsche produkten vrijen invoer in
België bekomen, terwijl onze voortbreng
selen zonder inkomrechten in Holland
zouden ingevoerd worden.
Het voorstel is thans nog te zeer onbe
stemd opdat het grondig zou kunnen be
sproken wordenDat zal ons echter niet
weérhouden op dit oogenblik reeds eenige
bedenkingen in het midden te brengen.
Is een Zollverein met Holland voor
ons, Belgen, wel een gewenschte zaak
Onder economisch oogpunt bestaat Bel
gië uit twee deelen, welke het is een
zonderling toeval, ook door de taal om
zoo te zeggen worden gescheiden.
Het—Walenland is een industrieële
streek mijn-, ijzer- en steennijverheid
bloeiën bijzonder in het zuidelijk ge
deelte van ons land. Het noordelijk ge
deelte, integendeel, het Vlaamsche land,
is aan den landbouw overgeleverd. De
Vlamingen kennen de groote nijverheid
der natuurvoortbrengselen nietvoor hen
is de landbouw de bron, waaruit zij de
middelen van bestaan putten.
En Holland
Holland is bijna uitsluitend een land-
bouwland. Uit zijne rijke coloniën trekt
het de coloniale waren, koffie, enz. In
Holland is bijzonderlijk, voor den land
bouwer, de veekweek winstgevend.
Thans wordt het duidelijk. Voor onze
industrieële voortbrengselen zou een Zoll
verein met Holland, hoogst voordeelig
zijn. Die produkten zouden naar het
noorden een gemakkelijken en winstge-
venden aftrok vinden.
Voor Holland eveneens zou de ver
dwijning der Belgische grens eene goede
zaak wezen en de landbouwers van over
den Moerdijk zouden sterk in hun handen
wrijven. België is voor het Hollandsch
vee eene druk bezochte merkt.
Maar.
Ja thans komt de maar, die ongeluk
kige maar die zoovele schoone zaken be
derft De vlaamsche landbouwer zou al
les uitzweeten het Zollverein zou op
zijnen rug worden gemaakt.
Niemand zal het ontkennen dat thans
de veekweek de bijzonderste en winstge-
vendste bron is voor onzen Vlaamschen
landbouw. Men voorziet welk zijn lot
wezen zou indien hier vrij en vrank, het
i58 Vervolg.
Sorandal bleef zwijgen, hij beefde over
al zijne leden.
M. Curtelin stond op en riep hem
hevig ontroerd toe
Maar ongelukkige, gij stort u in
het verderf 1
Sorandal mompelde met merkbaren
angit
Ik ben verloren.
Flick dacht
Hoe heb ik het nu met hem
De onderzoeksrechter had zijne ontroe
ring reeds bedwongen en zegde kalm
Het zij zoo, gij wilt, kunt of durft
niet zeggen, waar gij den nacht .van den
9 op den 10 December geweest zijt. De
aanklacht zal zaggen, dat gij na uwe
vrienden verlaten ie hebben, te peerd ge
stegen en naar Pierrefite gereden zijt.Uw
peerd hebt gij aan een boom nabij den
muur van het park vastgebonden, dien
muur zijt gij overgt klommen, gij hebt
uwe leerzen uitgetrokken, opdat het ge
rucht van uwe voetstappen niet zou ge
hoord worden. Door het venster zijt gij
in de slaapkamer van M. den baron d Am-
gansche jaar door, het Hollandsch vee die
bron kwam uitdroogen.
Want onze Vlaamsche landbouwer is
niet bij machte om de mededinging te
weêrstaan van den Hollandschen vee
kweek. Onder dien last ging hij volko
men ten gronde en wat bleef er onze boe
ren te doen, indien de veekweek hen ook
wierd ontrukt
Dat is de keerzijde en men ziet zij is
somber om zich niet te haastig te laten
meêslepen door al te verleidende begoo
chelingen.
In de laatste zitting van den Provincia
len Raad van Oost-Vlaanderen, hebben
de vrienden van de wtrkerspensioenen
het overgroot genoegen gehad te bestati-
gen, dat de Heeren van den Raad hun
beste gedaan hebben om voor de pensioe
nen der kleinen te zorgen. Het krediet in
vorige jaren gestemd is merkelijk ver
meerderd geworden.
Ziehier hoe dit krediet verdeeld zal
worden
i° 45,000 franks.
i° Deze som zal verdeeld worden aan
de personen die 40 jaar oud geworden
zijn vóór den in Januari 1900, en op den
datum van in Januari 1901 geen 55 jaar
bereikt hadden.
Dus voor de personen geboren tusschen
1845 en 1860, deze twee jaartallen uitge
sloten.
Zullen uitgezonderd zijn
a) De personen die reeds een pensioen
van 100 fr. op de lijfrentkas verworven
hebben, of die een voorbehouden kapi
taal van 25o fr. bezitten.
b) De personen die geen deelmaken van
erkende maatschappijen voor pensioen.
20 Die toelage zal gegeven worden op
elkeen der 4 eerste gestorte franken dus
niet meer op den vijfden of zesden frank.
30 De toelage per frank, of de waarde
van een punt, zal nooit min zijn dan fr.
o,5o, en nooit meer dan 2 frank.
Dus voor die welke 4 franken ten
minste storten, zal er jaarlijks ten min
sten 2 frank toelage gegeven worden,
0 50 x 4 2,00 en ten hoogsten 8
franken, 4 X 2 8 fr.
Dit verschil hangt af van het getal der
aangeslotenen alsook van de hoeveelheid
hunner stortingen. Hoe kleiner het getal
is der aangesloten personen van dien
ouderdom en hoe minder zij storten, hoe
grooter ook de waarden van het punt zal
^Zoo kan de waarde van het punt0,75,
1,00, 1,25, i,5o, 1,75. 2.°° fr- wezen
en alzoo zou men op 4 frank gestort,
3,oo, 4,00, 5,oo, 6,00, 7,00, 8,00 fr, sub
sieden kunnen genieten. Doch boven de
8 frank kunnen zij niet stijgen.
Moeste het getal der aangeslotenen zoo
groot zijn dat de waarde van het punt
onder de 5o centiemen per frank zou da
len, dan zal men de jongsten dezer bui
tensluiten bijvoorbeeld van 41, 42, 4J
freville gekomen, waarvan gij eerst eene
ruit hadt ingeslagen. Gij waart met de
verdeeling van het huis bekend en wist
dat gij geen gevaar liept, de bedienden te
zullen wekken, daar die aan het andere
einde van het kasteel sliepen. De grijs
aard werd gewekt door 't breken van het
glas, maar gij waart reeds in de kamer.
Hij snelde toe en gij hebl hem een mes
steek in het hart toegebrrcht.grj hebt hem
vermoord.
De onderzoeksrechter hield even op
om adem te scheppen, daarna ging hij
met kracht voort.
De intendant Dominique, vertrou
weling van den baron, die in de aangren-
zende kamer sliep, welke in gemeenschap
stond met de slaapkamer van zijnen mees-
ter is op het gerucht toegesneld, üij
wa'art overvallen. Op deze stoornis had
gij niet gerekend. Het wapen waarmeè
gil reeds den eersten moord had gepleegd,
was uwe hand ontvallen, er ontstond eene
hevige worsteling tusschen u en den trou
wen bediende, die zijnen heer ter hulp
snelde en bij die worsteling werden de
meubels omgeworpen en gebroken, len
slotle werdt gij Dominique meester en
verbi ijzelde zijnen schedel met den stool-
haak, dien gij hadl kunnen opnemen en
waarvan gij u als knods bediende.. Zeg
mil is het zoo niet gebeurd, heb ik het
tooireel der misdaad niet juist weêrge-
geven
jaar oud, om voor de anderen de volle
waarde te behouden.
2° 20,000 franken.
Aldus verdeeld
a) 10,000 fr. aanmoedigingspremiën
tot het vormen van nieuwe lijfrentboekjes.
Al de personen die op in Januari 1900
hun veertigste jaar niet bereikt hadden of
na het jaar i85g geboren, en zich gedu
rende het loopende jaar aangesloten heb
ben bij de lijfrentkas, zullen eenmaal
twee franken gratis ontvangen.
b) 10,000 fr. aan al de personen, het is
gelijk van welken ouderdom die bij de
lijfrentkas aangesloten zijn. Deze som
per lid verdeeld, zal m handen der maat
schappijen gestort worden, zoo nogthans
dat de som voor eene enkele maatschappij
nooit de 100 fr. mag te boven gaan.
N. B. Het schijnt slechts de leden
der erkende aangesloten maatschappijen
die van de toelagen der provincie kunnen
genieten.
3° 1000 franken.
Deze som zal verdeeld worden tusschen
de personen, die getracht hebben in hel
bezit te komen van eene woonst bij mid
del der beschermingkomiteiten. Verschei-
denen hebben daarom eene gemengde
verzekering op het leven aangegaan.
Hun zal gegeven worden
i° Eene premie ter waarde van ten
meeste 2 franken bij het vormen van eene
verzekeri n gspol is
2° De personen die geen 40 jaar oud
waren op 1 Januari 1900 en hun 55e jaar
niet bereikt hadden op 1 Januari 1901,
eene jaarlijksche premie die tot 1 °/0 van
de verzekerde weerde kan klimmen met
een maximum van 8 franken.
Onze liertelijke dank aan de HH. van
den Provincialen Raad, voor hun vooruit
zicht en welwillendheid.
Een bijzondere dank aan de HH. Van
der Linden en Pussemier, leden des
bestuurs van het Verbond der Werkers-
pensioenkassen van Oost-Vlaanderen.
Ondanks de bekrompen geldmiddelen
waarover de Provincie beschikken kan,
hebben zij toch eene merkelijke som be
stemd om de kleine pensioenen voor per
sonen van hoogeren ouderdom bijzonder
lijk te bevoordeeligen.
Aan hen nog eens onze hertelijke dank.
E. R.
Maatschappelijke wetenschappen.
De bureaucraten hebben eene zonder
linge manier om de menschen voor den
gek te houden.
De regeering schrijft eenen 5 jaarlijk-
schen prijs uit voor maatschappelijke
wetenschappen. En de jury kent den prijs
toe aan... het gouvernement, voor zijne
nijverheidsoptelling.
Proficiat, heeren van het gouvernement
maar in uwe plaats hadden wij het werk
dat wij zelf uitvoerden buiten piijskamp
gehouden.
De zeer eerw. pater C. Rutten heeft,
voor het welbekende werk Les ovvriers
des deux mondes, onder den titel Le mi
neur du bassin houiller du Couchant
de Mons een werk geschreven, waarop
wij de bijzondere aandacht onzer lezers
inroepen.
Uit deze meesterlijke studie, welke
door talrijke bewijzen gestaafd is, trekken
wij de volgende belangrijke inlichtingen
Omtrent de helft der Belgische mijn
werkers, heeft een gemiddeld inkomen
van meer dan 2200 fr. per jaar. Een vier
de dier families, grootendeels samenge
steld uit de jonge gehuwden, die vóór
hun huwelijk niet gespaard hebben, bezit
een jaarlijksch gemiddeld inkomen van
i5oo fr.
Eindelijk, een ander vierde der fami
lies welke twee of zelfs drie nog onge
huwde en in den koolput werkende kin
deren hebben, geniet een jaarlijksch
inkomen van meer, en soms veel meer
dan fr. 2,5oo in het jaar.
Het verbruik van vleesch is aanzienlijk
vermeerderd onder de werklieden der
koolmijnen, hetgeen een bijna onfeilbaar
kenteeken is van de verbetering van hun
stoffelijken toestand. In eene gemeente
van 2,141 zielen heeft de eerw. schrijver
nauwkeurige inlichtingen, betreffende het
verbruik van het vleesch (de konijnen en
het gevogeltje hierin niet inbegrepen) kan
berekend worden op 7860 kilos, zijnde
meer dan 3 kilos voor een werkmans
huisgezin van 4 personen of kijna x kilo
voor eiken persoon. Indien men reke
ning houdt van het feit dat deze cijfers
MiDiMA zijn, vermits, gedurende de week
der kermis, het hulphuis Delhaize, alleen,
meer dan 400 kilos hesp en Amerikaansch
spek verkocht heeft, komt men gemakke
lijk tot gemiddeld wekelijksch verbruik
van 4 kilos per huisgezin en van 1 kilo
per persoon.
Het verbruik van vleesch zoude onte
gensprekelijk nog vermeerderen, indien
de werklieden het verbruik van den
alcool wilden verminderen.
Onder zedelijk oogpunt moeten de
mijnwerkers volgens den eerw. pater Rut
ten in drie reeksen gerangschikt worden
i° De keur der werklieden, samenge
steld uit matige arbeiders, welke zich
onderscheiden door hunne matigheid,
eene groote edelmoedigheid van karakter,
hunne verkleefdheid aan hunne meesters,
hunne liefde voor het werk. Deze geluk
ken er gemakkelijk in, eenen betrekkelij-
ken welstand te genieten, zelfs met een
inkomen dat eerder beneden het gemid
deld bedrag blijft. Indien zij kinderen
hebben in ouderdom om te werken en die
getrouw gebleven zijn aan de goed ver
zorgde opvoeding welke zij ontvangen
hebben, komt de familie spoedig tot eenen
weihebbenden toestand zij wint dan ge
makkelijk van 10 tot i5 fr. per dag en
somtijds meer.
2° De tweede reeks bevat de meerder
heid onzer mijnwerkers en voornamelijk
de mijnwerkers van den Borinage. «In
den grond zijn deze brave, lieden, gewoon
lijk zeer dienstvaardig en vol medelijden
voor de ongelukken hunner geburen.
Socialisten zijn zij, omdat de collectivis-
tische partij in hunne oogen de partij van
den werkman is, evenals de andere hun
slechts voorkomen als partijen der gegoe
de lieden, welke uitsluitend voor zich
zeiven zorgen en zich slechts uit belang
of uit vrees met de belangen van den
werkman bezig houden.
Wanneer men hun vraagt waarom
zij aan werkstakingen deelnemen, waar
om zij uit het oog verliezen dat zekere be
trekkingen ten minste onbetamelijk vóór
het huwelijk zijn, antwoorden zij dat zij
doen gelijk de anderen. Zij rangschikken
zich op instinctmatige wijze langs den
kant der sterksten getuige hiervan de
oude mijnwerker aan wien wij vroegen
waarom hij voor de socialistsn stemde
Ik mijhheer, ik ben altijd met de sterk
sten. i)
De mannen van den Borinage bijzon
der, vinden gansch natuurlijk dat zij zeg
gen J'prends m'malette au clo qui
m' fait vtvrr. Zij zullen roepen Leve de
pastoor of Leve Prins Albrccht indien
andere hetzelfde rond hen roepen het
geen hun niet zal beletten een uur later
met niet minder levendigheid, Leve De-
fuisseaux of Leve de republiek te roe
pen indien eene roode vlag voorbij wordt
gedragen.
3° De derde reeks bevat mannen, onge
lukkiglijk in al te groot getal, welke
oprecht verdierlijkt zijn, in een vurig
materialisme verzonken zijn, en wier be
staan kan samengevat worden in twee
woorden
Zij drinken alcool en houden kermis.
De meerderheid der kostliggers van
Charleroi behoort tot deze reeks, en het
is onder hen dat de al te vermaarde ban
dieten; de longues pennes, worden aan
geworven.
Wij drukken dit artikel over uit de
Christelijke Arbeid, omdat vele bemer
kingen die daarin voorkomen, ook de
aandacht van onze Aalstersche werklieden
;rdig zijn.
Gedurende al den tijd dat de rechter
sprak, had Sorandal met gebogen hoofd
gestaan, de handen krampachtig saamge-
knepen.
Nu hief hij het gelaat op, zijne haren
hingen verward over zijn marmerbleek
voorhoofd.
Met hijgende stem riep hij uit
Ik ben onschuldig. O mijnheer, tot
dusverre heb ik u mijne onschuld nog
niet betuigd, omdat gij mij niet recht
streeks beschuldigd hadt. Gij spraakt
slechts van verdenking, gij deed mij vra
gen en die heb ik naar waarheid beant
woord. Ik hoopte dat mijne onschuld u
spoedig zou blijken, ik kon niet gelooven,
dat men tot eene bepaalde beschuldiging
zou overgaan, maar alles spant tegen mij
samen, het noodlot vervolgt mij en daar
om roep ik thans luid, met al mijne
kracht, omdat gij in mijne stem den toon
der onschuld moogt herkennen, opdat gij
overinigd zult zijn dat ik slechts het
slachtoffer ben van een ongelukkigen
samenloop van omstandigheden Ik ben
onschuldig
Deze uiibersting van smart, die plotse
ling en hevig verzet van den man, dien
hij tegenover zich had, maakte een die
pen indruk op den onderzoeksrechter.
Sorandal, die dit zeer goed scheen te
bcmei ken, en op dien indruk wilde dooi-
gaan, hernam
Ik een moordenaar 1 Ik zou mijnen
oom vermoord hebben 1 Groote God I
Het is mij alsof ik droom. Ben ik wel
wakker. Heb meèlijden, zeg mij dat van
dat alles niets waar is,dat eene vreeselijke
nachtmerrie mij kwelt. Mijnheer, mijn
heer. hoor mij aan, geloof mij toch, het
is niet mogelijk, niet mogelijk. Ja, ik heb
misslagen begaan, dat erken ik, ik heb
mij schuldig gemaakt aan fouten, aan
zware vergrijpen, aan laakbare hande
lingen. Als officier heb ik mijn plicht
verzaakt, dat is waar en ook is het waar,
dat ik mij jegens mijne vrouw slecht ge
dragen heb. Gij ziet het, ik verberg u
niets, ik wil mij niet anders voordoen,
dan zooals ik ben, helaas Mijn geheel
leven verdient ernstige verwijten, maar
daarom ben ik nog geen misdadiger, geen
moordenaar geworden. Trouwens, waar
om zou ik den baron d'Amfreville hebben
vermoord, daar moet ik toch eene reden,
eene aanleiding toe gehad hebben
Langzaam en met nadiuk vroeg de
rechter
Hebt gij u niet meester gemaakt van
een testament dat u onterfde
Sorandal wroi g zich de handen
Gij gelooft dat riep hij uit. Mijn
God, aasde ik dan op het vermogen van
mijnen oom Heb ik mij niet altijd tevre
den gesteld met hetgeen ik had Boven
dien, gij weet dat ik op het punt stond
mij naar Amerika in te schepen, waar mij
eene voordeelige betrekking wacht. Zoo
Snotziekte onder de paarden te
Londen. In eene onlangs gehouden
vergadering der nationale Engelsche maat
schappij voor veeartsenijkunde werd er
meegedeeld dat, sedert 1881, 35,65 r ge
vallen van snotziekte zich in Engeland
hebben voorgedaan.
Het is vooral te Londen, dat deze ziekte
zich voordoet in 1901 alleen g3,5 t. h.
van alle gevallen.
Als men de waarde der paarden tegen
5oo fr. per hoofd berekend zoo is er,
sedert 21 jaar, 18 millioen fr. verloren
gegaan.
Het spreekt van zelf, dat te Londen, de
strijd tegen de .snotziekte geen gemakke
lijke zaak is. De groote Londensche stra
ten zijn gestadig van bespannen wagens
overstelpt zoodat de aanraking met snot-
zieke paarden niet te vermijden is. Ook
het algemeen gebruik der drinkplaatsen
begunstigt het verbreiden der ziekte.
Rond de jaren g5 en 96. hebben wij in
onze groote Belgische steden eenige aan
zienlijke smetzetels van snotziekte weten
te dempen, hetgeen met behulp der mal-
leïne, tamelijk snel doenlijk geweest is.
In deze smetzetels werden steeds Engel
sche paarden gevonden. Sedertdien heeft
de regeering de proef der mallelne ver
plichtend gemaakt voor alle oude en ver
sleten paarden die men wensebt in te
voeren, en deze maatregel heeft er sterk
toe bijgedragen om de besmetting door
Engelsche paarden te kortwieken.
De Vlastijd in Zeeuwsch Vlaande
ren, De vlastijd is voorbij en daarmee
het rijden der zwaar geladen wagens, die
dagelijks langs de grensplaatsen naar
België reden.
Dit jaar is er bijzonder veel gedroogd,
onbewerkt vlas langs de kantoren Clinge,
Kappellebrug, Koewacht, Overslag, Oud-
brugsche sluis en Sas van Gent naar
België vervoerd. Alleen langs het grens-
kantoor Koewacht ging circa een half
millioen kilogram.
Omdat de vlastijd voor deze streken
van zooveel belang geacht wordt, gaat
het eindigen der werkzaamheden ook met
eenige plechtigheid gepaard. Wanneer het
laatste voer geladen is, wordt daarop een
groenè met bloemen versierde tak ge
plaatst. Om dien tak scharen zich de
treksters en bindsters en al zingende en
joelende wordt het laatste vrachtje naar de
Belgische statie vervoerd.
En als dan 's avonds de boer het werk
volk onthaalt op genever en bier, dan
stijgt de vreugdeten top. Er wordt gedanst
en gesprongen en al de vermoeienissen
van den zwaren arbeid worden vergeten.
Jammer dat deze vlasfooien, zooals zij in
deze streken genoemd worden, soms in
drinkgelagen ontaarden en dan tot walge
lijke tooneelen aanleiding geven.
Verstandige landbouwers zijn dan ook
reeds begonnen met den jenever en het
bier af te schaffen en het volk te onthalen
op warme wafels met boter en suiker.
Groene I*ïe, de held die twee
sigaren oprookte en er daarna nog eene
van weggaf, komt te ontdekken dat de
wijk van Erembodegem, Ronsevaal,
Brusselschen Steepweg, eene vallei is,
hoog verheven tusschen Aalst en
Hekelgem.
Dit is waarlijk waardig van den held
lie gevonden heeft dat de Lange Zout
straat te Aalst op de Groote Merkt uit
komt of uitgeeft omdat men daar destijds
zout pleecht te verkoopenEen standbeeld
voor dat genie op de pont des soupirs
zoodra ze verplaatst is Ziedaar toch
't minste dat Aalst doen kan
het mij daar slechts een weinig meèloopt,
dan kan ik er mij rijk maken. Ik zou mij
meester gemaakt hebben van het testa
ment van den baron d'Amfreville Wist
ik dan dat hij een testament gemaakt
had Hel is wreed mij op zulke zwakke
bewijzen te beschuldigen. Gij beschouwt
mij vol verachting, ik zie aan alles, dat
gij mij niet gelooft, maar wat moet ik
doen om u te overtuigen
Wanneer gij onschuldig zijt, dan
kunt gij dat toch zeer gemakkelijk doen,
antwoordde de rechter. Zeg mij slechts
waar gij in den nacht van den 9 op den 10
zijt geweest.
Sorandal aarzelde een oogenblik, zijne
opgewondenheid was eensklaps tot be
daren gebracht.
Opnieuw boog hij het hoofd en mom
pelde
Thuis.
Een getuige, aan wier geloofwaar
digheid ik niet mag twijfelen, beweert het
tig» ndeel.
En ik houd vol dat ik thuis geweest
ben.
Bewijs het dan.
Dat kan ik niet.
Dan staat uwe verklaring gelijk
met eene bekentenis, zegde de rechter op
plechiigen toon.
Het scheen dat deze woorden al de wils
kracht van Sorandal eensklaps deden
terugkeeren.
Neen, neen,het Is geene bekentenis!
riep hij uit. Hoe zou ik eene misdaad
kunnen bekennen die ik niet bedreven heb?
Ik zeg u dat ik onschuldig ben, dat een
afschuwelijk noodlot mij overal vervolgt.
De onderzoeksrechter, die zich nu meer
en meer overtuigd hield dat Sorandal de
moordenaar was, herhaalde zijne vraag
Waar zijt gij in den nacht van 9 op
den 10 geweest
Wat helpt het mij of ik u dat al
zeg, daar ik het toch niet kan bewijzen
was de weervraag van Sorandal.
Waarom niet
Waarom niet Gij vraagt mij waar
om niet Ik zweer u, dat ik niet te Pierre
fite ben geweest in dien nacht ik heb
thuis geslapen.
Waar gij geen bed, geen canapé, of
zelfs geen stoel hadt, daar uwe meubelen
waren verkocht
Ik heb op den grond gelegen bij
mijne koffers.
Komaan, dat klinkt toch al te on
waarschijnlijk.
Ik zweer 11 dat het zoo is.
Maar hoe zijt gij dan in huis geko
men, daar de portierster verklaart, u niet
te hebben open gedaan
Toen ik aan de deur van mijn huis
kwam, vond ik daar M. Proteau, een
me iebewoner van het huis. Hij had juist
gebeld en ik ben gelijk met hem binnen
gekomen. (Wordt voortgezet.)