t De vrijheid Donderdag 28 Augusti 1909 5 centiemen per nummer 56s,e Jaar 5704 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan var de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST HUISGEZIN. EIGENDOM VADERLAND. TAAL. VRIJHEID. van Onderwijs. HET PORTRET De Zondagrust. Hoort wat Land- en Tuinbouw. Onze Missionnarissen. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zy'n ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31. en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE SLUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op s'1® bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 27 Augusti 1902. Het onzijdig onderwijs voorstaan is, volgens de liberalen, de vrijheid van denkwijze verdedigen. Maar is het wel de vrijheid van denk wijze die zij betrachten. Maar neen I... Wat zij betrachten is de verwereldlijking, of liever, de vergeuzing van 't volksonderwijs. De vrijheid van denkwijze heeft andere eischen dan de liberalen en socialisten ze De vrijheid van denkwijze eischt eerst en vooral dat de opvoeding der jeugd ge- beure volgens den wil der ouders. Indien de ouders een godsdienstig on derwijs willen voor hunne kinders, dan moet de Staat hunnen wil eerbiedigen, zoo als hij ook verplicht is te zorgen dat de vrijdenkers voor hunne kinders de zedelijke opvoeding kunnen verkrijgen die zij verlangen. Welnu, wij, catholieken, willen dat die eischen uit de vrijheid van denkwijze natuurlijker wijze voortvloeiende, ook aan andersdenkenden gewaarborgd weze. Neen, wij, catholieken, willen aan de kinders van andersdenken geene zede lijke opvoeding opdringen die zij ver- foeiên, maar wij willen ook dat onze kin ders worden opgeleid en onderwezen in den geest van godsdienstigheid en zede lijkheid die wij verlangen. In deze kwestie juist schijnt de tegen strijdigheidde sectarische onverdraag zaamheid der rooden en blauwen uit. Zij ontkennen ons het recht van onze kinders op te voeden gelijk wij het ver langen. Zij matigen zich het recht aan iedereen zonder onderscheid, dus ook aan onze kinders, de onzijdige, ongodsdien stige, of liever, geusche opvoeding op te dringen en die zij als de beste aller op voedingen voorstaan, maar waartegen onze catholieke overtuiging verzet aan- teekent. Een leeraar der masonnieke hoog- school van Brussel, zette die hatelijke eischen der liberalen vooruit. Volgens dien haatvollen blauwen sectaris zou de Staat het recht hebben aan allen zonder onderscheid het onzijdig of goddeloos onderwijs op te dringen en zelfs door bestuurlijke maatregelen de vrijheid van onderwijs en van vereeniging te kortwie- DOOR STRAN1IERO. i3® vervolg. De Baron zette zich op zijne gewone plaats neder, zijne vrouw aan de eene, zijne dochter aan de andere zijde van hem. Op de ledige plaats wijzend naast deze laatste, noodigde hij mij uit die in te nemen. De bedienden knielden een wei nig verder de kerk in neder op een over den steenen vloer uitgespreid kleed. Wij vormden aldus een afzonderlijk groepje tusschen het altaar en het schip, dat werd opgevuld met lieden uit het dorp en vreemdelingen. Onze aankomst had onder de menigte een weinig opschudding te weeg gebracht. Als de Barones zich naar ..zijbank begaf, terwijl hare vederen wijd en zijd wapperden en hare schoenen niet hooge hakken weêrklonken op den keerde zich aller gelaat met kwaad willige uitdrukking naar haar toe. Zoodra wij onze plaatsen in de bank hadden inge nomen, nam deze vijandelijke gezindheid een meer openlijk karakter aan. Niette genstaande de heiligheid der plaats rees er een gemor op uit de vergadering. Bij deze onverwachte betooging, keek me vrouw de Malpeire, die rustig in haar ken, gelijk het heden in Frankrijk ge beurt. En zeggen dat zij, blauwen en rooden, die zulke vrijheidmoordende leerstelsels voorstaan, dan vermetel genoeg zijn om de onverdraagzaamheid der catholieken te durven aanklagen. Kan men nu ook onbeschaamder den spot drijven met het volk begaafd met ge zonden geest... Ook bij iedere kiezing laat de meerderheid des volks krachtda dig blijken hoezeer zij de liberalen en hunne leerstelsels veracht I De liberalen bevechten de wettelijke invoering der Zondagrust. Hunne ongodsdienstige dweepzucht drijft dus nogmaals boven. Waarom zijn de liberalen tegen de Zondagrust Omdat ze vreezen dat de zondagrust het onderhouden der kerkelijke plichten voor de geloovigen zal vergemakelijken. Ziedaar de ware beweegreden van hunne vijandigheid tegen dezen zoo heil- zamen maatregel. Onze liberalen die de zondagrust niet uit overtuiging maar wel uit politieke be rekeningen bevechten, weten er geene ernstige opwerpingen tegen in te brengen. De zondagrust verplichtend maken, beweren zij, strijdt regelrecht tegen onze Grondwet, die de vrijheid van geweten huldigt en niet duit dat iernand kunne ge dwongen worden de rustdagen te onder houden 't is gelijk van welken eeredienst ook. Er valt hier te onderscheiden. Geen sprake is er van iemand, tegen wil en dank, de zondagrust op te dringen en nog veel min de godsdienstige oefenin gen van welkdanigen eeredienst ook, te doen bijwonen. Wat men enkel wil is de werkgevers beletten dat ze huune werklieden, tegen wil en dank, tot arbeiden kunnen dwin gen al de dagen der week de zondag of rustdag begrepen. Het zal aan de werklieden vrij staan des zondags te arbeiden of niet te arbei den gelijk zij het verkiezen. Nog eene andere tegenwerping der liberale bestrijders van de zondagrust be staat in het verlies van 52 dagen loon voor de werklieden. Zoo men niet zeggen dat die liberale werkmansvrienden denken dat de arbei der de 365 dagen des jaars onafgebroken, zonder rust, zonder uitspanning aan den arbeid blijven kan kerkboek zat te bidden, verwonderd op en sprak tot hare dochter Wat zouden zij toch willen «1 Dat eenieder tot God bad zonder onderscheid van rang, gaf de Freule opgewonden ten antwoord. De Baron zag zeer bleek en keek de vergadering rond met hooghartig ge- fronsd gelaat. Gelukkig verscheen op dat oogenblik de Priester met zijne misdienaars en ter wijl hij naar het altaar ging, knielde het volk achter in de kerk stilzwijgend neder. Ongeveer een twaalftal jonge lieden ech ter traden vooruit naar het priesterkoor. Als zij het altaar voorbijgingen bogen zij de knie en bleven vervolgens zij aan zij geschaard staan tegenover de plaats van den Baron. Hij fluisterde mij toe Zij hebben recht om daar te staan. Sedert onheuglijke tijden neemt de Abbat, d. w. z. het hoofd dezer jonge mannen en zijne gezellen op Sint Lazarusdag die plaats in. Deze knapen hadden allen groene takjes op hunne hoeden en een soort van sjerp over het dikke buis. De meesten hunner waren krachtige boeren met door de zon geblakerde aangezichten en van reusachtigen lichaamsbouw. Vooral de Abbat was een prachtige type van li chaamskracht. Zijne gestalte was kolos saal en zijne regelmatige trekken brachten mij het hoofd van een zwaardvechter der Ouden in herinnering. De kleeding van Dus, volgens de Iberalen, hebben de werklieden gecnc rust, geene uitspanning noodig. Ze moeter arbeiden en nog arbeiden, altijd arbeiden... Rust en uitspanniig zijn nogthans aan den arbeider onontbterlijk. Hoe meer de ontspanning en de rust dag voor de leden eaier werkmansfamilie en voor de arbeiders eener streek op den zelfden dag valt, hoe aangenamer, hoe vreedzamer het wezert zal. Daarom is de zondag als algemeene rustdag best verkieslijk. Sedert eeuwen is de zevende dag de rustdag gebleven en de rooden zelfs zeggen dat dit aloude ge bruik moet geëerbiedigd blijven. Overigens de werkjieden welke onbe twistbaar de bijzonderste belanghebben den zijn in de zaak, betrachten schier eenparig de spoedige verwezenlijking dezer hervorming met den wensch dat de zondag verkozen worde... dichter Victor Hugo van de klooster lingen dacht en schreef Menschen vereeorgen zich en wonen samen. En met welk recht Op grond van het recht van vereeniging. Zij leven afgezonderd. Met welk recht Op grond van het recht dat ieder mensch heeft, zijne deur te openen of te sluiten. Zij gaan niet uit. Met welk recht Krachtens het recht van naar beliefte te gaan en te ko men, dat ook in zich het recht besluit, te huis te blijven. Maar te huis, wat doen zij daar Zij spreken zacht, zij slaan de oogen neder, zij werken, zij vluchten de wereld, het stadsgewoel, het zingenot, de hoovaardij, de eigenbaat. Zij kleeden zieti eenvoudig, met gewone en grove kleederstof. Niemand onder hen noemt het geringste ding zijn eigendom. Bij zijne intrede werd hij, die rijk was, arm wat hij bezat schonk hij tot nut en ge bruik van allen. Hij, dien men eens een man van aanzien, edelheer noemde, staat gelijk met hem, die voorheen een boer was. Allen laten zich de kroon scheren, allen dragen eén zelfde gewaad, slapen op een zelfde stroo en sterven een zelfden dood. 0 Zij dragen een zelfde pak op den rug, een zelfden gordel om de lenden. Daar kan men prinsen zien prinsen en graven zijn juist als schimmen, gelijk de anderen. Geen titel geldt meer de fami lienamen zelfs zijn afgelegd'; zij dragen slechts voornamen. Zij hebben de wereld lijke familie verlaten, en behooren in hunne gemeenschap nog alleen tot de dezen man verschilde eenigszins van die der overige landlieden. In plaats van sayetten sokken, droeg hij geelleêren slobkousen en voor het wambuis van vries, een gestreept linnen kiel. Ik merkte dit alles in 't voorbijgaan en vluchtig op. Mijne ongerustheid groeide aan tot op het oogenblik dat de huwelijksbannen wer den afgekondigd en ter nauwernood kon ik de gejaagdheid verbergen, waarmede ik de vervulling dier plechtigheid ver beidde. Mevrouw de Malpeire scheen geene bezorgdheid te koesteren, hoewel zij hare dochter niet had willen verwittigen van hetgeen er aanstonds zou plaats hebben. Zij keek mij van tijd tot tijd glimlachend aan als om mij geluk te wenschen. Ein delijk las de Priester, met een papier in de hand, van het altaar, te midden van een diepe stilte af: ie De Weledel geboren en Doorluchtige Heer Maximin de Maudille, Graaf van Champanbert wenscht in den echt te tre den met de Weledel geboren en Door luchtige Freule Magdalena, Maria de Malpeire. Nieuw gemor rees op in het schip der kerk, ditmaal ontstaan door den klank der titels en luidklinkende namen. Ang stig zag ik naar de Freule. Haar uiterlijk verraadde geene gejaagdheid. Zij zag enkel zeer bleek en hare handen beefden een weinig, schoon zij dat trachtte te onderdrukken. geestelijke familie. Zij snellen den arme ter hulp, verplegen de zieken. Den over ste dien zij gekozen hebben, zijn zij onderdanig, en zij zeggen tot elkander u Mijn broeder.»Zij bidden. Wien? God. Onbedachtzame, lichtzinnige menschen zeggen Waarom die onbe wogen gestalten ter zijde van het heilig dom Waar dienen zij voor Wat doen zij Er is geen werk verhevener dan wat die personen uitvoeren, geen nut tiger dan wat zij verrichten. Zij bidden voor hen, die niet bidden. En daarom juist worden de klooster lingen vervolgd. De oogsten van 1902. Trots het schrale voorjaar en den koelen zomer, zal 1902 voor een groot deel van Europa een zeer ruim oogstjaar wezen. In Frankrijk schat men de opbrengst van tarwe op 10 t. h. boven het vorig jaar, zoodat weinig aanvoer van buiten noodig zal zijn. Ook in Duitschland valt de oogst veel gunstiger uit dan in 1901Oosten- rijk-Hongarië zal eene groote hoeveelheid graan voor uitvoer beschikbaar hebben. Volgens het verslag van den minister van landbouw in Hongarië overtreft dit jaar zijn voorganger met ruim 25 t. h. Ook Rumenië zal koren ruim kunnen uitvoe ren, en in Rusland is de stand aanmer kelijk boven het gemiddelde. In groot-Britannië is de stand ook zeer gunstig alle voorname gewassen zullen meer of minder boven het gemiddelde opleveren, zij 't ook niet zooveel als in 't vorige jaar, dat buitengewoon gunstig is geweest. Europa zal dus grootendeels in eigen behoefte kunnen aan graan voorzien, wat des te heuglijker is, omdat in de Veree- nigde Staten van Noord-Amerika tegen over den buitengewoon grooten oogst van 1901, dit jaar een veel lagere staat, ongeveer i5 t. h. minder. In Canada daarentegen heeft Manitoba bijzonder veel opgeleverd. Van Argentinië en Australië is nog niets met zekerheid bekend, maar Bri- tisch-Indië heeft nog ruimen voorraad van den laatsten oogst. Er is dus gegrond vooruitzicht, dat er overvloed aan granen zal bestaan. Invoer van Hollandsche melkkooiën en slachtvee. Wijziging der uren waarop het tolkantoor Achel open is. Bij wijziging der aanduidingen bevat in de algemeene tabel afgekondigd in den Wind u toch zoo niet op, kind, fluisterde minzaam hare moeder. Er is geen reden voor om verwonderd te zijn, nog minder om zich op te winden, bracht zij met moeite uit. Ik ben heel kalm en zij wendde het hoofd af. Ik zag of bemerkte verder niets en toch ben ik er zeker van, dat daar iets moet zijn voorgevallen, dat mij de oogen had moeten openen en mij toonen, dat ik een mededinger had, Zoodra de Mis uit was, maakte de Ba ron plaats voor mij en sprak «Nu de huwelijksaankondiging openlijk heeft plaats gehad, moet gij voorgaan, mijnheer de Graaf en uwe ver loofde de hand bieden. Ik deed het met kloppend hart. Freule de Malpeire liet mij toe haar tot aan de kerkdeur te leiden. Het volk was reeds den tempel uitgestroomd en wachtte ons buiten op. De kleine schaar boeren, aan wier hoofd de Abbat stond, trad vooruit. Hij nam zijn hoed af en richtte zich tot den Baron in het Proven^aalsch. Wat zegt hij vroeg fluisterend mevrouw de Malpeire aan hare dochter. Hij noodigt ons uit bij de spelen tegenwoordig te zijn, antwoordde zij koel. a Goed en wel, zeide de Barones, maar op een afstand. Ik heb zetels laten zetten op de borstwering wij kunnen van daar uit alles, wat er gebeurt, even goed zien als beneden. Doch wij moeten Moniteur van 5 Januari 1902, mag de invoer van Hollandsche melkkoeien als ook van slachtvee geschieden langs het tolkantoor Achel den 1 en i5 van iedere maand, van zonsopgang tot i5 uren. Dit besluit zal met 1 September van kracht zijn. (Moniteur). Naamfeest van den Paus.Zondag, ter gelegenheid van het feest van den H. Joachim, heeft de Paus eene ontvangst gehouden, waarbij tegenwoordig waren 21 Cardinalen, Bisschoppen, Prelaten en Waardigheidsbekleders bij het Pauselijk Hof en vertegenwoordigers van katholieke vereenigingen. De Paus heeft het bedrag doen kennen der giften gezonden door de Engelsche, Hollandsche, Fransche, Spaansche, Ita lia ansche, Belgische en Canadeessche katholieken, voor het oprichten van ker ken en kapellen toegewijd aan den H. Joachim. Z. H. verheugde zich over de medewerking der katholieke landen en vooral van Frankrijk dat, ondanks de tegenwoordige omstandigheden, 5o,ooo frank heeft gezonden. De H. Vader vroeg de oprichting van eene kapel toegewijd aan het H. Hart. Sprekende met eenen priester uit Mada gascar vroeg Z. H. nieuws over de zen dingen. Hij maakte den lof der Fransche Dames die 200,000 frank aan de zendin gen hebben geschonken. Hij voegde erbij Ziet hoe, zelfs in deze tijden, Franhrijk de catholieke overleveringen handhaaft. Men heeft den Paus eenen bloemen korf aangeboden. Leo XIII was in volle gezondheid. In Congo zullen de paters Jesuiten van België binnen kort in Kwangoland de zelfde werken tot voortplanting van ge loof en beschaving beginnen, welke zij in de streek van de Inkissi gesticht en tot zullcen hoogen bloei gebracht hebben. Men mag hopen dat binnen twee jaar de kapel hoeven van den Kwango zoo ver zullen uitgebreid zijn, dat zij met die van de Inkissie maar een geheel zullen uit maken. De normaalschool van Ki Santu (Sint- Ignatius Bergeyck,) nu onder het werk zaam en wijs bestuur van pater Banc- kaert, neemt ook eene groote uitbreiding. Het is pater Van Hencxthoven, de uit stekende stichter der missiën van den Inkissi, die belast is met de inrichting van dezen van den Kwango. dien knaap en zijne vrienden uitnoodigen om op het kasteel een glas wijn te komen drinken en de sjerp in ontvangst te ne men die gij u de moeite hebt gegeven te borduren. Het helpt mij echter niet, of ik hun al in 't Fransch aanspreek, 't Was dus beter, kind, dat gij hun de zaak aan 't verstand bracht. Dat is reeds gedaan, was haar antwoord. «Vader heeft mij daarjuist gezegd, dat gij hen dezen avond ver wacht. Laat ons dan spoedig zorgen, dat wij uit dit gedrang komen, riep de Ba rones, in den draagstoel stappende. Wij zouden versmacht worden als wij hier bleven staan Het werd ons inderdaad vrij benauwd, daar het volk tamelijk onbeschaamd op ons aandrong. Toch was het nog geen bepaalde ruwheid, noch hoorde men dreigende uitroepen. Ik zal voorop gaan, sprak de Ba ron, ik laat u de zorg mijner dochter over. Ik nam den arm van Freule de Mal peire in den mijnen om haar door het ge drang der menigte heen te leiden doch zij maakte zich eensklaps los, en zich tot den Abbat wendend als om zich onder zijne hoede te stellen, zeide zij hem «Ga voor ons uit, Pinatel. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1902 | | pagina 1