Donderdag 11 September 1909 5 centiemen per nummer. 36ste Jaar 5708 Waar gaan we heen GODSDIENST. HUISGEZIN. EIGENDOM Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst VADERLAND. TAAL, VRIJHEID. REGEN. HET PORTRET LANDBOUW. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- nngen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. DE DENDERBODE CHIQUE SCUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten', bureel® van dit blad. Aalst, xo September igoa. Waar gaan we heen Ziedaar de vraag die de kopstukken der wegzinkende libe rale partij zich gedurig vol bekommernis stellen en dit veel meer dan zij het zich laten blijken. Gedurig, en niet zonder reden, kondi gen zij hare herleving aan en beijveren zij zich om de dringende noodzakelijkheid van haar behoud te doen uitschijnen. Maar toch schijnt het er uit, eigené be kentenis, dwars door dat zij aangaande die herleving en dat behoud niet volkomen sijn gerust gesteld. Le Messager de Bruxelles deelde dezer dagen een schrijven meè van M Abel, hoofdopsteller der Gentsche Flan- cse libérale in 't welk hij voorspelt xat er volgens hem van de liberale partij zou gewordenmoest zij in hare verwach ting bedrogen worden, in andere woor den, moest zij er nimmer in gelukken zich optebeuren. Volgens hem zou de rechtervleugel der liberale partij zich alsdan in de catholieke rangen scharen de linkervleugel zou ofwel afgezonderd blijven bestaan, ofwel tot het socialism overloopen. Daarbij zou zich, naar't oordeel van M. Abel, een derde groep vormen die zich uitslui tend onledig houden zou met oorlog te Toeren tegen de R. C. Geloofswaarheden Geven wij nu 't woord aan den libera len schrijvelaar t Van politieke partij, zegt de liberale schrijver, zooals zij was, zou zij eene filosofieke partij worden. Eene gedaan- teverandering zou zich bij haar voor- doen. Eene groep van vurige anti- catholieke liberalen zou tot stand ko- men,in den godsdienstigen zin des woords, bereid om al hunne pogingen te richten tegen de betwiste geloofs punten. Geene terughouding in 't oog meer moetende houden geene politieke ver- antwoordelijkheid meer le dragen lieb- bende, zouden zij nog slechts één doel najagen aan de Roomsche Kerk zoo- veel zielen mogelijk ontrooven. Het strijdfonds, dat vroeger voor de Kiesworstelingen benuttigd werd, zou dan den strijd tegen het bijgeloof be- kostigen, zou den noodigen kiijgsvoor- raad verschaffen aan vrijzinnige propa- gandisten in alle hoeken des lands. Een nieuw Encylopedism zou het u zijn, dat ontstaan zou. Ziedaar wat deze groep van de oude, ontzenuwde, uiteen- (i gerukte, tot onmacht gedoemde liberale n partij doen zou, gedwongen als zij we- zen zou van een ander karakter te geven aan den strijd tegen de onverdraagzame Kerk. Voor het clericalism de baan ruimen- de, zou het langzaam maar zeker een rationalistisch Belgiö voorbereiden. Zulke beschouwingen lijk deze van M. Abel zijn een onbetwistbaar bewijs van smalle hoop op herleving der liberale partij die bij hare kopstukken bestaat. Zij schijnen veeleer aan de fanatieken der partij den weg voor te schrijven dien zij bij de ontbinding, die voor de deur staat, dienen te volgen. Voor 't overige bevatten de raadgevin gen de onbetwistbare bekentenis hoe het liberalism van nu af reeds ten volle oorlog voert tegen de catholieke geloofswaar heden die het als dom bijgeloof houdt. Nu het liberalism handelt hierin met eenige weêrhouding, met zekere voorzorg, maar dit gebeurt alleenlijk uit politieke berekeningen om niet al te veel tegen- striebeling te verwekken en zich zekere gematigde elementen der partij niet vijan dig te maken. Maar als men den handel en wandel van zekere liberale kopstukken van nabij nagaat, dan ondervindt men dadelijk dat ze met zulken hardnekkigen haat tegen den R. C. Godsdienst zijn behept, dat men waarlijk zou zeggen dat het libera lism geene politieke maar eene filosofieke partij is geworden. Wellicht is dit 't verschijnsel dat het tijdstip der ontbinding voor liberalism reeds is aangebroken en dat de groep fanatieke religiehaters die, voortaan, vol gens M. Abel. geen ander doel meer zal betrachten dan de geloofswaarheden te bevechten, reeds ten wereldtooneele is verschenen. Te oordeelen naar de woedende aan vallen van de fanatieke schrijvelaars die hunne helsche gal inden armtierigei) Den- dergalm uitbraken, is het wel mogelijk.... De kosten eener werkstaking. Sedeit de vier maanden dat de werksta king in de koolmijnen van Pennsylvanië en Virginië duurt, hebben de bazen reeds 200 miljoen franks verloren aan kolen, de mijnwerkers 87 miljoen aan dagloonen en de kooplieden der streek hebben voor ten minste 56 miljoen verliezen onder gaan. De kosten, veroorzaakt door de politie en de troepen, gelast met het toe zicht over de mijnen, beloopen reeds 10 miljoen franks. Ten gevolge der werk staking zijn in 'tgeheel 175,000 personen, vrijwillig of gedwongen, van hunne broodwinning beroofd. De winter zal verschrikkelijk zijn voor de armen in de groote steden, want de prijs der kolen slaat voortdurend op. De werkstakers zouden nu willen dat de regeering hun geschil met de bazen aan een scheidsgerecht onderwierp, 't Is het oppergerechtshof der Vereenigde Staten dat moet oordeelen of het gevaar, door de werkstaking veroorzaakt, groot genoeg is om eene tusschenkomst der re geering noodzakelijk te maken. Een goed voorbeeld voor de vrienden der werkstaking in ons land. Een spreekwoord zegt over niets ter wei el J wordt meer gesproken dan over het weèr en over een andermans huishou den. Van dit laatste punt zullen wij heden maar zwijgen en eenige woorden over het eerste zeggen. Zeker gaat er geen dag, zelfs geen uur voorbij, zonder dat een gesprek tusschen elkaar kennende personen aangeknoopt wordt met elkander schoon wéér, niet waar Een echt hondenweêr, van daag, eh enz. al naar gelang de zon of de regen iets wat in den zomer van ig02 maar al te dikwijls het geval is met emmers uit de lucht valt. Iedereen weet ook dat hetgeen door de eenen als schoon, door de anderen als slecht weder beschouwd wordt. Het is bijna altijd het persoonlijk eigen belang dat de menschen, in het algemeen, een goed of slecht oordeel doet strijken. Primum mfhi eerst voor mij, zegden of dachten ten minste de baatzuchtige Romeinen, en ten allen tijde en bij alle volkeren is het de leus geweest en het zal de leus blijven van het grootste deel der menschen. De regen is noodig, hoogst noodig voor tuin- en veldvruchten, zal een stede ling zeggen, als hij uit den mond zijner huishoudster verneemt dat de vroege groenten, erwten, wortelen, bloemkool, enz. dat boter en eieren aan een tamelijk hoogen prijs staan. Maar dat diezelfde stedeling op gestelden dag een plezierreisje ga doen, en de vurig verlangde regen dan jtiist tuinen en velden kome laven, ho dan zal hij cén anderen toon aanslaan, en den regen, dat breekspel van zijn ver maak, naar alle duivels wenschen. Nu, door ondervinding weten wij dat de regen in ons landje, nog eene spoe- DOOR STRANIERO. i5e vervolg. Gij zult niemand binnenlaten dan jkn Abbat en zijne twaalf gezellen, luidde het antwoord van den ouden edel man, 0 en zoo iemand anders met geweld Km trachten binnen te dringen, zult gij doen wat ik u gezegd heb. Kom, n sprak de Barones la dende, d laat ons audiëntie gaan ver kenen aan deze lieden. Uwe hand, mijn teer de Baron. Ga met ons mede, kind, Toegde zij er bij, hare dochter aanspre kend. De Freule volgde hen, in de hand de blauwe sjerp onopgevouwen houdend. Zij *ag zeer bleek en ik merkte, dat hare band beefde. Zij gingen allen naar bene den. Ik volgde hen niet de Jjeheele Kak was mij onaangenaam en ik wilde bij het overreiken der sjerp niet tegen woordig zijn. Ik bleef dus alleen in de buiskamer bij het venster staan en keek gedachteloos naar de donkere vlakte. Er was geene maan en men zag geen enkele ster aan den hemel. De tuin en alles daar beneden was in eene diepe duisternis gehuld..De nachtwind zong treurig door ling, gevraagd of ongevraagd, komt geven, en oorzaak is van groote schade en stoffe lijk verlies voor den stedeling en voor den landman. In menige streek zijn hooi en stroo niet droog kunnen binnenge haald worden, en hebben aldus een totaal bederf, of ten minste een aanzienlijk ver lies van hoedanigheid ondergaan. De aardappelen, een zeer slechten oogst. Dat zulk een tegenslag de rekening van den landbouwer niet maakt, is buiten kijf. Voor den stedeling ook wordt de regen, in menige gevallen, als eene plaag be schouwd. Een feest, eene plechtigheid of eene kermis bijvoorbeeld, wordt gevierd. De inrichters hebben aantrekkelijke ver makelijkheden, bij middel van plakbrie ven afgekondigd. Ook verwachten zich de burgers aan een grooten toeloop van volk winkeliers, herbergiers en hotel houders hebben een aanzienlijden voor raad waren ingedaan, in de hoop van een stuivertje te verdienen. Maar de mensen wikt en God beschikt. De wind is des zondags gekeerd de lucht is grauw en donker weldra vallen zware regenvlagen en verandert straten en pleinen in beken en waterplassen. Het feest, de plechtigheid of de kermis vallen letterlijk in het water. De vreem delingen zijn .stillekens thuisgebleven vrienden en kennissen zijn slechts weinig gekomen. Eeen sluier van mismoed heeft zich over de gansche stad uitgestrektde burgers trekken lange, zure gezichten en schijnen eer tot schreien dan tot lachen gezind. Zij zijn immers in hunne ver wachting teleurgesteld eenige genoeglijke uren met hunne familie en kennissen door te brengen, terwijl degenen, die een stui vertje meenden te verdienen alle hoop op winst moeten opgeven. Nu, wat is er aan te doen Morren en klagen, zuur zien en lange gezichten trek ken, dat alles is boter aan de galg gestre ken 't is toch zoo, en niet anders. Eene treffende plechtigheid had maan dag namiddag plaats in de kerk van Vaux sous Chèvremont. Door de dames van den Bien Etre Social, van Luik, eene instelling die voor doel heeft de verwoestingen te bestrijden door het alcoolism aangericht onder den werkmanstand, was eene bijzondere beê- vaart ingericht naar O. L. V. van Chè vremont, naar aanleiding der jaarlijksche groote beèvaart, die als naar gewoonte door talrijke vreemdelingen werd bijge woond. In den namiddag hield Mgr Rutten, Bisschop |van Luik, het sermoen en be sprak voornamelijk de kwestie van het alcoolism, de gevolgen derer kwaal en de middelen tot bestrijding ervan. Hij bracht eene warme hulde aan de dames die zich toewijden en opofferen om, door propaganda, bezoeken en an derzins, den kanker der dronkenschap te bevechten. Het zal, zegde Monseigneur, eene eeuwige eer blijven voor de christene liefdadigheid, dat geen enkel gevaar de maatschappij bedreigd heeft, of zij stond op om het af te weeren. De nieuwe kerk van Chèvremont waar van over 25 jaar de eerste steen werd ge legd, is nu bijna geheel voltooid. het traliewerk der lanen. Ik leunde met het hoofd in de hand en verviel in een droefgeestige bui, welke langzamerhand mijne wraakgierige gevoelens verdreef. Het soort van bekentenis, die de Freule mij als uit eigen beweging had afgelegd, had eerst in mijn hart eenen nieuwen aan val van afgunst en verbittering teweegge bracht, die zeer veel weg had van haat. Door echter in mijnen geest de wreede woorden te overpeinzen, die zij had geuit, begon ik te denken, dat er geen reden bestond om er eenig gewicht aan te hech ten dat het slechts eene verontschuldi ging was en eene uitvlucht, bloot eene bedriegerij dat ik geen mededinger had noch hebben kon. Als ik daarvan eens de overtuiging had, dan, gevoelde ik, zou ik gemakkelijk hare koelheid kunnen verge ven hare verachting trotseeren. Ik was bereid mij voor de voeten neder te werpen van het hooghartige meisje en haar te zeggen, dat ik haar zou blijven beminnen en haar immer zou zijn toegewijd zonder aan te dringen op vergelding, als dit haar wil, haar gril was. Terwijl ik mij zeiven aan deze afwisselende bewegingen van teederheid en spijt overgaf, meende ik iemand langzaam onder het venster te zien doorgaan, gelijk een mei)sch, die ziin weg zoekt in het duister. Ofschoon daarin niets bijzonders gelegen was, werd toch mijne aandacht daardoor opgewekt cn volgde ik deze onduidelijke gestalte eenigen tijd met mijne blikken maar de duisternis was zoo groot, dat zij vefdwe nen was voor ik had kunnen onderschei den, waarheen zij gegaan was. Een oogen- blik daarna sprong het hondje der Freule op en gromde. Ik wendde mij om de deur van het boudoir, dat voor schilders werkplaats gediend had, was open. Ik verbeeldde mij op de krakende planken het geluid te hooren van een lichten, hei- melijkcn voetstap. De indruk op mij daarvan was zoo levendig, dat ik uitriep Wie daar Er kwam geen antwoord. Ik nam eene kaars en ging het boudoir binnen. Het hondje volgde tusschen mijne beenen. De deur naar het parterre stond open. Dit was dikwijls op deze zomeravonden het geval. Er was niemand te zien, maar ik beeldde mij in, dat ik het geluid vernam van wegstervende schreden. Hieruit leidde ik af dat een der bedienden langs daar den tuin was ingegaan, en ik keerde naar de huiskamer terug. Ongeveer een half uur daarna trad me vrouw de Malpeirre binnen en wierp zich op de sofa met den uitroep Ik ben doodaf Ik heb onderweg in de kamer van Boinet een oogenblik moeten rusten. Ik wee', niet, dat ik ooit in mijn leven zoo gelachen heb. Ik denk, dat dit mij zoo heeft afgemat. (c Was de ontvangst dan zoo verma kelijk luidde mijne vraag. O, gij zult er alles van vernemen, i rjep de gastvrouw uit in eene nieuwe lachbui. Stel u voor de Abbat cn zijn gpvolg wachtten óns op in de groene zaal Koeien in de weide. Dat melk koeien, zoolang ze inde weide zijn, geen ander voeder noodig hebben dan 't gras dat ze verorberen, wordt door velen aan genomen. In werkelijkheid is dat alleen maar voor eene maand toepasselijk, na melijk als gras 't weelderigst en 't sappigst is. Komt de tijd van dorheid en van de vliegenplaag aan, dan is het groenvoeder, dat de koei zelf zoekt, niet voldoende meer of als ze zich dan nog in 't vleesch kan houden, dan vermindert toch de menigte. In dien tijd is het, hoe weinig dit nog geloofd wordt, dringend noodig, dat ze een bijgift krijgt van korenvoeder, bij voorbeeld een mengsel van maïsmeel en lijmstofhoudende stonen tot een dagclijk- sche hoeveelheid van A 2 kilo, al naar de grootte der koei en den toestand der weide, 't Verschil in melkopbrengst der aldus gevoederde koeien en zulke, die zich alleen met weidevoeder moeten ver genoegen is, volgens de ervaring en zorg vuldig genomen proeven van degelijke veehouders, aanmerkelijk. Vakblad voor bedelaars. Te Parijs verschijnt nu een vakblad voor bedelaars, dat voornamelijk korte berichten en mede- deelingen uit den kring der vakgenoten behelst. De aankondigingen zijn curieus. Men vindt er bij voorbeeld van den vol genden inhoud. Gevraagd wordt een blinde die wat op de fluit kan spelen of Gevraagd wordt een lamme voor eene goede bezochte zeebadplaats de voorkeur hebben personen die den rech- teren arm missen. Goede getuigschriften en eene kleine borgsom zijn vereischt. met hunne hoeden af heel eerbiedig. Als mijne dochter vooruittrad, ging de dikke ongen op heel bevallige wijze op de oiieën zitten om de sjerp in ontvangst te nemen. Zij boog over hem henen en hing ze hem over de borst, terwijl de anderen toejuichten en een vervaarlijk leven maak ten. Ten slotte als de stilte hersteld was, stond de Abbat op en richtte tot mij eene kortte toespraak, welke mij tijd gaf om hem eens nader op te nemen. Op mijn woord, de kerel is een reus. Ik geloof niet, dat de veeren van mijn hoed tot aan zijn elleboog reiken. Toen hij klaar was met zijne aanspraak, wendde ik mij tot den Baron met de woorden u Mijnheer, mag ik u verzoeken mij aan dezen jongen man bekend te maken. Daar ik de taal van deze streek niet mach tig ben, was ik niet in staat zijne woorden te verstaan, doch ik ben niet minder in verrukking over zijne gevoelens. Wel, hemelsche Goedheid Me vrouw, riep de Baron uit, hij sprak u in het Fransch toe. Dit prikkelde mijne zenuwen zoozeer, dat mij een lachbui overviel, welke mij noodzaakte mijn gelaat met mijnen waaier te bedekken en ten laatste na een kwar tier kwam ik eerst tot mij zelve. Doch het slot heeft, geloof ik, alles goed ge maakt. Wijn en likeuren werden volop aan deze goede lieden voorgezet. Zij dron ken, ik weet niet hoe dikwijls wel, op 1 onze gezondheid en zij zijn, naar ik meen, i^el voldaan weggegaan. Doch de geheele zaak is schrikkelijk vermoeiend geweest. Mijne dochter is door de emoties van dezen dag geheel uitgeput van afmatting en heeft mij gevraagd niet aan het avond maal te verschijnen. Wat mij aangaat, ik gevoel mij gansch opgefrischt, niet alleen oin u en den Baron gezelschap te houden onder het avondmaal, maar zelfs om, als gij daar lust toe gevoelt, ons gewoon pi ketspel te spelen. De Baron vervoegde zich alsdan bij ons en sprak Er is eene ontelbare menigte volks op den weg. Zij schijnen hierheen te gaan, m&ar zullen zeker niet binnen ko men. Wij kunnen heel gerust slapen. Ik heb last gegeven de ophaalbrug op te trekkén. O riep süjne vrouw gekschee- rend uit, dan zijn wij allen uwe gevan genen. Niemand kan hier uitgaan zonder uw verlof. Wij gingen aan het avondmaal. Ik meende te bemerken, dat de Baron niette genstaande al zijne pogingen om onbe kommerd te schijnen, eenigszins beang stigd was door den stand der zaken. Hij viel evenwel als naar gewoonte in zijn armstoel in slaap en mevrouw de Malpeire en ik begonnen een dier eindelooze spel len, die zij dikwerf voorzette tot na mid dernacht. Omstreeks elf ure kwam Jufvrouw Boi- n t ontsteld de kamer biunenstormen. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1902 | | pagina 1