OM ZES M1LLI0EN Zondag 24 September 1902 5 centiemen nummer. 56sle Jaar 5714 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst Ezelarijen! Ouders opgepast GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. m OPGEPAST VERGOEDING Gevaarlijke mannen in politiek. OUDERS Catholieke Scholen. LANDBOUW. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE 81TJM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3«« bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord - Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. - Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ton bureele van dit blad. Aalst, 20 September 1902. Maakt u uit den weg, lieve lezer, de armtierige is aan 't redeneeren gegaan en hij heeft wat geestigheden op een gesta peld Weerdig van de partij van 't licht 1 Laat ons eenige pereltjes er uit nemen. De clerilcale pers schreef dat zij die denken dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet, anarchisten waren, vijanden van den coffre-fort en van het altaar. Eenvoudig, gelogen, heer redacteur Wie heeft dat geschreven Dat is gewis gekomen uit de pen van den fameuzen lezer der Revue de Bel- gique i) welke artikelen uitleggen kan die hij noch van bij noch van verre had ge zien Hoe eerlijk Weerdig van de mensch- lijke zedeleei dat ze in de onzijdige scho len willen doen aanleeren n Te Ploudar.iel en te S' Mean staat de Geestelijkheid aan het hoofd der opstan delingen. (sic Ja, de Geestelijkheid maant de geloovi- gen tot kalmte aan zij roept hun toe Weest voorzichtig geweld bederft alle goede zaken Zij heeft daarvoor eene belooning ge kregen. De trok van vele geestelijken wordt hen door dat braaf, eeriijk, deftig geuzenbestuur van Combes ontnomen Schoone heeren, de geuzen. In de jaren 1790 stolen zij het kapitaal en thans pal men zij de intresten binnen Dat is alles eerlijk voor de geuzen. Weerdig van hunne onzijdige zede- leer De armtierige heet de boeren van Bre- tanje opstandelingen Lijdzame opstandelingen Een weinig verder spreekt hij van neêr- schieten Gelogen, heer redacteur gij weet noch tans dat ge de waarheid te kort blijft. Weêral weerdig van die schoone men- schelijke zedeleer door de geuzerij gehul digd. Zondag aanstaande zal hij aan zijne lezers zeggen hoeveel politieag< nten zijn neêrgevallen hoeveel dynamietbommen de Bretonsche boeren hebben geworpen, hoe dikwijls twee, drie honderd in getal zij een enkelen politieman hebben aange vallen, afgeslagen en voor dood in de goten der straten lieten, lijk hunne lieve bondgenooten het deden in April laatsleden. Op de schoone baan van den vooruit gang blijft ge niet steken, niet waar, men is immers van de partij van 't licht 1 Da Bretonsclie boeren hadden het recht niet, beweert de armtierige te manifestee ren want hier in Belgie zijn de manifes tanten voor Z. A. S. op lood onthaald. Lief, armtierige. De muiters in België waren dus manifestanten, kalme, weerdige manifestanten, wier gedrag niet laakbaar was en wier houding deftig. Dus eerlijk en deftig met dynamietbom men werpen Deftig de huizen gaan bestormen van catholieke volksvertegenwoordigers Prijsbaar politieagenten met revolvers doodschieten en ze als dood laten üggen 1 Zie dat zijn manifestanten gij moet ze respecteeren. Het zijn de vrienden der geuzen die voor hen de kastanjen uit het vuur halen. Niet waar, de boeren van Bretanje heb ben de politie opgezocht en zijn de kazer nen gaan belegeren Hij spreekt van eerbied voor de wet Maar heeft hij eerbied voor de wet, hij die tegen onze wetten tiert en schreeuwt Moet hij onze kieswetten niet eerbiedigen En nochtans wij hebben hem op straal gezien, schreeuwend als een bezetene. En die durft spreken van eerbied Kortom, die redeneering is volkomen va'sch. Het is niet genoeg te zeggen: Wet is wet neen, de wet zelf moet rechtveer- dig zijn. Men moet aan de wet gehoorzamen niet omdat zij wet is, maar omdat zij recht- veerdig is. De rede dus waarom de wet moet gevolgd worden ligt in de wet zelve niet maar in een hooger princiep waar de wet eene vertolking van is. Wij kunnen het niet begrijpen hoe het mogelijk is zulke dwaalleeringen onder het volk te verspreiden. De polemiek der geuzen moet wel arm zalig zijn om tot zulke vernederende dwaasheden te moeten grijpen. Ik beklaag de arme dutsen ook al helden noch tans der partij van 't licht die zulke eiH-ltorenachtige stommiteiten kunnen slikken. Hoe laag moeten zij met hunnen fameuzen Dendergalm zijn gedaald. O partij van eerlijkheid, licht en weten schap 20® Vervolg. Mijnheer de baron is nog maar voorloopig begraven, in afwachting dat de familie... Ik ben de neef en naaste bloedver want van den baron. O dat verandert, neem mij niet kwalijk, mijnheer. Wijs mij den weg. Kom dan. De grafmaker nam den bezoeker meè naar het uiteinde van het kerkhof, eene ledige plaats. Op een door een zwart hekken afge sloten gedeelte stond een groot houten kruis, waarop men las Hier rust Gontran-Louis, baron d'Amfreville, geboren te Rouaan, den 16" September 1808. Overleden te Pierrefite, den ion December 1894. Verraderlijk vermoord. Bidt voor hem. Hier is het, zegde de grafmaker. Sorandal nam eerbiedig den hoed af, hij was bleek en zijne lippen trilden ze nuwachtig. Wet is wet en men moet gehoorzamen, schuimbekt hij Verheven Weerdig van die schoone zedeleer wiens princiep hij eens vertolkte in Doe het goede om het goede. En het goede was voor hem de pries ters aan de deur zetten Het goede was voor hem de guillotine bewonderen die van de Fransche Om wenteling die zoo vele ongelijkheden effende 1 Socios, leest gij ongelijkheden Indien de wet tot stand kwam die Per- gameni eens eischte en Dendergaln prees en loofde namelijk de catholieken in 't ge vang te werpen, in de boete te slaan of te velbannen hij zou toejuichen hij heeft het reeds gedaan en uitroepen Wet IS WET EN AAN DE WET MOET GE GEHOOR ZAMEN Ik vraag het u, lieve lezer, is zulke wijze van redeneeren niet een stommiteit zonder weèrga Veronderstellen wij eeits een oogenblik dat het wet ware de geuzen op te knoopen. Zou de armtierige heer redacteur, nog zeggen Wet is wet en men moet er aan GEHOORZAMEN Lieve Hemel, bewaar ons van zulke redeneerders zij zouden er geen twee maal op denken ons catholieken maar vogelvrij te verklaren Zij zouden er spot tend bijvoegen Wet is wet en aan de WET MOET MEN GEHOORZAMEN. Zooals ik u zegde, hernam de oude man, men heeft M. den baron bier slechts voorloopig begraven. Ik geloof, dat er onderzoek naar de familie wordt gedaan, maar als mijnheer dc neef van den over ledene -is, dan is dat niet verder noodig. Het zou jammer geweest zijn, niet waar, wanneer een zoo rijk en voornaam heer in zulk een armoedig graf had moeten blij ven liegen, alsof het nog met ongelukkig genoeg was dat hij op zulke noodlottige wijze aan zijn einde moest komen. Men z..„t jk weet het niet, ik heb hem nooit gezien dat hij nog gezond en sterk was, ondanks zijnen leeftijd, en dal hij waarschijnlijk nog lang zou geleefd heb ben, wanneer hij niet vermoord gewor den was. Wat zijn er toch voor schurken in de wereld. Mijnheer kent de geschie denis zeker wel Maar de grafmaker kreeg geen ant- W°Sofandal had niet naar hem geluisterd, hij scheen in diep gepeins verzonden tc zijn ten slotte boog hij zijne knie ter aarde, leunde met het voorhoofd tegen het zwart houten hekken en bewoog de lippen, alsof hij een gebed stamelde. De grafmaker knikte droevig met het hoofd en mompelde Ja, Ja. Ook hij ontblootte het gnjze hooid en bleef ineeibiedtge houding staan tot dat Sorandal zich ophief. Deze droogde met zijnen zakdoek zijne tranen af. De wet op de pensioenen stelt onder andere vast De personen die op 1 Januari 1901, van 55 tot 58 jaar oud geworden wa ren, moeten in de Algemeene Lijfrent- kas eene som van 18 frank storten, willen zij op den ouderdom van 65 jaar, het pensioen van 65 frank genie ten. Wie verwaarloost persoonlijk die som te storten, verliest zijn recht op pensioen. Het ware wenschelijk dat elk gemeen tebestuur maatregelen name om boven staand artikel ruchtbaar te maken. Vele, zeer vele menschen hebben daar geene kennis van. Eens 65 jaar zullen zij verwonderd staan geen pensioen te genie ten, en de fout zal aan hen liggen, door onwetendheid der wet. dor Militianen en Vrijwilligers. Ziehier wat daarover in het Staatsblad komt te verschij nen - Persoonlijke dienst als mili- tiaan geeft recht op eene onmiddelijke vergoeding, overeenkomstig de bepalin gen v 1 deze wet. Art. 2. Gedurende den gewonen wezenlijken werkelijken dienst wordt aan vader en moeder van den onder de wa pens aanwezenden militiaan, of aan den overlevende, eene vergoeding uitbetaald van 10,frank per maand bij ontstentenis van den vader en van de moeder, wordt de vergoeding uitbetaald aan de bloed- vei wanten in opgaande linie of aan den overlevende is dc iniliciaan gehuwd, dan wordt de vergoeding aan de vrouw uitbe taald. Is de militiaan omgekomen bij het vervullen van een bevolen dienst, dan wordt de vergoeding bij voortduur uitbe taald zoo lang zijn gewone werkelijke dienst moest strekken. Wet van 21 Maart 1902. - Hoofdstuk 4. Art. 1, 1. De vergoeding verschul digd wegens den persoonlijken dienst van de militianen, in de gevallen voorzien bij de wet van 5 April 1875, wordt bep.iald op 25 frank per maand voor de troepen te voet en 3o frank voor de bereden troepen. Degene die verschuldigd is aan de vrij willigers van het contingent wordt gelij kelijk bepaald op 3o frank per maand. ,§2. Eene vergoeding van 35 frank pèr maand werkelijken dienst wordt, te rekenen van den leeftijd van 18 jaar, ver leend aan de vrijwilligers van beroep. Art. 2. Eene vergoeding van 35 frs. r maand wordt toegekend aan de op- uw dienstnemende soldaten van al de .rten militianen, plaatsvervangers, rijwilligers met premie, vrijwilligers van het contingent en vrijwilligers van be roep. Die vergoeding wordt op 40 frank ge bracht voor de korporalen en brigadiers, op 5o frank voor de onderofficieren. Een koninklijk besluit bepaalt welke soldaten recht hebben op de vergoeding, bij gelijkstelling met de korporalen, de brigadiers en de onderofficieren. Art. 3. De soldaten die weder onder de wapens worden geroepen voor de mo bilisatie van het leger of in de bijzondere omstandigheden voorzien bij artikel 87 van de wet op de militie, trekken de maandelijksche vergoeding die hun werd verleend gedurende hunnen werkelijken dienst. Indien de wederopgeroepen militair een huisvader is, die al of niet eene ver gelding geniet, trekt hij eene vergoeding van 5o centiemen per kind en per dag, zonder dat deze bijvergoeding meer moge bedragen dan 1 frank per dag. Zij wordt betaald aan de echtgenote ®f aan den persoon die het kind verzorgt. 3. Op de vergoeding voorzien bij de 1 en 2 van dit artikel wordt, indien daartoe redenen zijn, eene som van i5 frank per maand genomen om te woiden uitbetaald aan de personen aangeduid in artikel 2 van de wet ven 5 April 1875. Indien de soldaat weduwnaar is met kind, wordt deze som betaald aan den persoon die liet kind verzorgt. Wet van 21 Maart 1902 - Hoofdstuk 8 Miucianen en Vrijwilligers van het CONTINGENT. 3. Te rekenen van den in October 1902, zullen de in de hoofdstukken IV, Ven VI dezer wet vervatte bepalingen en die de aan de militianen en aan de vrijwilligers van het contingent verschul digde vergoeding betreffen, worden toe gepast op de militairen dezer soorten van de vroegere klassen dan die van 1902, tot op het tijdstip van het naar huis gaan hunner klasse met onbepaald verlof. Welke zijn de gevaarlijkste mannen voor eene partij Het zijn de mannen die zelf niets doen voor de partij, maar die alles afkeuren en beknibbelen wat ande rc-n doen, die alles, altijd en overal kritie keeren bij Jan en alleman en die alzoo ontevredenheid, mismoed, twist, twee dracht en verdeeldheid verwekken en de partij verslappen. Weg met de be- knibbelaars en vivat de werkers Leve de eendracht tusschen de catholieken, volgens de onophoudende vermaningen van Z. H. Paus LeoXIII. Wie het schoentje past, trekt het aan. luk en de welvaart hunner kinders in de toekomst willen verzekeren. OUDERS! Onlangs hielden dcoffi- cieëlc schoolmeesters congres te Namen. De schooldwang, liet onzijdig, of liever ongodsdienstig onderwijs, werd er voor gestaan. De catechism moet door eene soort van natuurlijke zedeleer vervangen worden Dus God afgeschaft en vervan gen door de natuur. Uit de beraadslagingen en beslissingen van dit congres blijkt klaar en duidelijk, dat de officieële onderwijzers met een anticatholieken rationnalistischen geest zijn bezield en dat zij er naar streven om de gansche Belgische schooljeugd de offi cieële anticatholieke zedeleer in tc pom- Wij herhalen het nogmaals Het tijd stip des jaars is aangebroken op 't welk gij, Ouders, den keus eener school moet dotn voor uwe kinders. Ouders, gij die trouwe catholieken wilt zijn, gij zult niet aarzelen ge weet im mers dat eene catholieke opvoeding moet gepaard gaan met een christen onderwijs. Zonder religie kan de samenleving niet bestaan en daarom moet dc christelijke leering den grondslag zijn van 't onder wijs. En dit wordt ons voorgehouden door Z. H. den Paus, door HH. onze Bis schoppen, door onze Priesters en zelfs door geleerde protestanten welke de be langen der samenleving kennen en ver dedigen. Ouders wij willen u nogmaals onder oogen brengen wat de beroemde schrij ver en staatsman Guizot, een protestanr, schreef 0 Hoe meer de maatschappelijke be we- ging aan leven en uitgestrektheid wint, des tc minder zal de politiek toereikend zijn om liet geschokte menschdom te 0 geleiden. IToogere macht is daardoor i) noodig dan de aardsche, verder uit- zicht dan het tijdelijke, God moet er zijn, God en de eeuwigheid. Guizot verklaarde verder dat het on- I) ZEDELIJK EN GODSDIENSTIG ONDERWIJS I) GEENSZINS, GELIJK DE REKEN- MEET- OF I) SCHRIJFKUNDE, EENE LBS TS DIE GEGEVEN II OP BEPAALDEN TIJD NADERHAND NIET II MEER BESPROKEN WORDT DAT HET WE- II TENSCHAPPELIJK DEEL DE GERINGSTE PLAATS INNEEMT IN HET ZEDELIJK EN GODSDIENSTIG ONDERWIJS DAT NOODZA- KELIJK DE GEEST EN OMGEVING DER I) SCHOOL ZEDELIJK EN GODSDIENSTIG HOE- l) TEN ZIJN I DAT DE GODSDIENST UIT ge il heel HET ONDERWIJS MOET DOORSTRALEN EN al DE DADEN EN WERKEN ZOOWEL VAN u DE ONDERWIJZERS ALS DER LEERLINGEN MOET BEZIELEN. Ziedaar hoe het onderwijs zijn moet, dat de ouders verplicht zijn voor hunne kinders te kiezen indien zij hun eigen ge- zend uwe Kinder» naar de Ook de oogen van den grafmaker waren vochtig, maar dit was meer van den kou den wind, die er waaide de man, die altijd te midden van de dooden leefde, was tamelijk ongevoelig geworden. Eensklaps begon de hond, die den grafmaker op den voet gevolgd was, zacht te janken, waarop zijn baas hem met de knie aanstootte en zegde Koest, Turk. Sorandal stak zijn zakdoek in zijn zak en zegde Hoor eens. Mijnheer 1 Heeft men den ouden intendant gelijk met den baron begraven De grafmaker zag hem verwonderd aan en zegde Wat belieft mijnheer Ik vraag u of men het lijk van den ouden intendant Dominique bij dat van zijnen meester heeft begraven. Weet ge niet wien ik bedoel P O ja, zeker, maar weet mijnheer dan niet... Wat? Ik hoop niet, dat mijnheer liet mij kwalijk zal nemen, maar ik vind die vraag zoo zonderling. Weet mijnheer dan niet dat de intendant niet dood is Wanneer Flick lucibij» tegenwoordig was geweest, zou hij ztker belang gesteld hebben in hetgeen er op dit oogenbiikie zien was, bij zou zijne kleine oogen zoo wijd mogelijk hebben opengezet, want Wij lezen in het Landbouwblad van Limburg Het uitdoen der aardappelen. Het redematig oogenblik om aardap pels uit te doen valt samen met de volle dige verdroging van het aardappelloof. Begint men er vroeger mede, dan heeft zulks een nadeeligen invloed onder het dubbel oogpunt van hoedanigheid cn hoeveelheid. Onder betrek der hoedanigheid, laten de te vroeg ingezamelde aardappelen veel te verlangen; niet alleen bevatten zij min der voedende bestanddeelen, doch zij zijn ook flauw, waterachtig, moeilijk om te bewaren en maken maar slechte plant- aardappels uit. Wat de hoeveelheid betreft, zij is klei ner naarmate de inoogsting vroeger ge schiedt, want de voedende sappen, in de bladeren en in de stammen bevat, dalen tot in de wortels, op het oogenblik der rijpwording van de plant, en komen na hervormingen in de knollen bijeen, onder den vorm van zetmeel. Deze terugkeer van de voedende bestanddeelen gaat voort tot de volledige verdroging van het loof der planten en is van aard de opbrengst en de hoedanigheid van het voortbreng sel zeer gcvoeliglijk te vermeerderen. Zoo er omstandigheden zijn betrekke lijk, de luchtgesteltenis, den landbouw en den handel, die het tijdstip van het uit doen der aardappels doen verhaasten, is het niettemin waar, dat buiten deze ge vallen. die men niet of zeer moeilijk kan vermijden, het gansche voordeel blijft aan het uitdoen der knollen in den staat c-ener volkomene rijpheid, bij droog we der, en na dat den grond behoorlijk op gedroogd is. Die laatste voorwaarde heeft een grooten invloed op de goede bewaring der knollen. L. Van den Berck. Sorandal die al bleek was, werd nu lood kleurig in het gelaat, zijne lippen werden wil alsof al zijn bloed naar het hart tcrug- vloeid was, zijne oogen puilden uit hunne kassen. 1-Iij wankelde en, wanneer hij niet spoe dig het houten hekken gegrepen en zich daaraan vastgehouden had, dan zou hij neergevallen zijn, maar de oude graf maker was geen fijn opmerker, hem ont ging alles. Wat zegt gij mij daar? vroeg Soran dal met heesche stem. Mijn hemel, ik heb u gezegd zooals het is. Ja, hernam Sorandal, terwijl hij zich inspande om wat vastheid in zijne stem te brengenik weet het, ik herinner het mij, Dominique, de intendant, werd niet onmiddelijk gedood, zooals zijn meester. Toen men de misdaad ontdekte, ademde hij nog, maar, zooals men mij verteld heeft, bleef er geene hoop over hem te redden. Nu ja, sprak de grafmaker, zooveel is ztker dat hij, die hem getioffen heeft, geene kat was 0111 zonder handschoenen aan te pakken. Zijne gehaele hersenpan was verbrijzeld, die arme Dominique, en men zou geen cent voor zijn leven heb ben gegeven, maar de dokters mijnh er zit ook wel weten dat zij verbazend knap zij", de dokters van den t« genwoordigen lijd Ue uokters hebben zijne hersens weer bij elkaar gebonden, zijne huid dicht genaaid, wat weet ik het, in elk geval, hij leeft nog, maar... Maar Och, het is eigenlijk juist zoo goed alsof hij uiet meer leefde, zooals men mij verteld heeft. Hoe dat Nu, het schijnt dat het in zijn hoofd nog in 't geheel niet pluis is, zoo dat... hoe zal ik het zeggen... 't is ge daan, geen mensch thuis meer daarboven, totaal leeg. Het is mogelijk dat hij er nog van op zal komen, maar hij zal toch niets kunnen vertellen, want hij herinnert zich hoegenaamd niets meer, hij is zoo goed als kind. Sorandal haalde lang en diep adem, zijne hand, die hij een oogenblik tegen zijne borst gedrukt had, als wilde hij het hevig kloppen van zijn hart bedwingen, zakte weer, zijn gelaat nam langzamer hand weer de gewone uitdrukking aan, en het bloed keerde naar zijne wangen terug. Het is te hopen, zegde bij met nog tamelijk onvaste stem, dat men een mid del zal vinden om dien armen man nog geheel te genezen. Hij heeft den moor denaar gezien, dus ook hij alleen zal hem kunnen noemen. Och, mijnheer, zegde de oude man, terwijl hij bedenkelijk het hoofd schudde, als dat het eenige is wat hij te vreezen heeft, dan kan die schelm gciust slapen. De dokter, M. Monguyon, heeft gezegd Dominique is een levende doode, zijn ge heugen, zijn verstand zijn verdwenen, voor altijd en er zal geen woord meer over zijne lippen komen. Terwijl de got.de man sprak, had hij, zonder het zelf te weten, een plechtigen toon aangeslagen en hij strekte de magere armen uit, als had hij eene voorspelling gedaan. De hond, die aan zijne voeten lag, begon klagend te huilen. Er heerschte een oogenblik stilte, daarna vroeg Soraedal. Hebt gij mij zooeven niet gezegd dat men naar de bloedverwanten van den baron d'Amfreville zocht Ja, mijnheer, maar ziet gij, daar heb ik al heel weinig verstand van. Zoo veel weet ik zeker, dat men op het kasteel alles heeft verzegeld, maar wanneer gij cr meer van weten wilt, en dat zal wel, daar gij immers de eenige bloedver want van den ouden heer zijt... docd, welnu dan moet gij naar M. Balladon, den notaris gaan, hij behandelt de zaken. Ah zoo, M. Balladon hebt gij gezegd? Ja, de notaris te St-Denis, ruc aux Fleurs, bet nummer weet ik niet, maar gij zult het huis toch gemakkelijk vinden, tr staan van die vergulde figuren op de deuren geschilderd, fanonceaux noemen ze dat, geloof ik. Goed, dank u. (Wordt voortg.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1902 | | pagina 1