OM ZES M1LLI0EN
Zondag 24 September 1902
5 centiemen
nummer.
56sle Jaar 5714
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
Ezelarijen!
Ouders opgepast
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
m
OPGEPAST
VERGOEDING
Gevaarlijke mannen
in politiek.
OUDERS
Catholieke Scholen.
LANDBOUW.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE 81TJM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3«« bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord
- Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. - Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ton bureele van
dit blad.
Aalst, 20 September 1902.
Maakt u uit den weg, lieve lezer, de
armtierige is aan 't redeneeren gegaan en
hij heeft wat geestigheden op een gesta
peld
Weerdig van de partij van 't licht 1
Laat ons eenige pereltjes er uit nemen.
De clerilcale pers schreef dat zij die
denken dat alle Belgen gelijk zijn voor
de wet, anarchisten waren, vijanden
van den coffre-fort en van het altaar.
Eenvoudig, gelogen, heer redacteur
Wie heeft dat geschreven
Dat is gewis gekomen uit de pen van
den fameuzen lezer der Revue de Bel-
gique i) welke artikelen uitleggen kan die
hij noch van bij noch van verre had ge
zien
Hoe eerlijk Weerdig van de mensch-
lijke zedeleei dat ze in de onzijdige scho
len willen doen aanleeren
n Te Ploudar.iel en te S' Mean staat de
Geestelijkheid aan het hoofd der opstan
delingen. (sic
Ja, de Geestelijkheid maant de geloovi-
gen tot kalmte aan zij roept hun toe
Weest voorzichtig geweld bederft alle
goede zaken
Zij heeft daarvoor eene belooning ge
kregen. De trok van vele geestelijken
wordt hen door dat braaf, eeriijk, deftig
geuzenbestuur van Combes ontnomen
Schoone heeren, de geuzen. In de jaren
1790 stolen zij het kapitaal en thans pal
men zij de intresten binnen
Dat is alles eerlijk voor de geuzen.
Weerdig van hunne onzijdige zede-
leer
De armtierige heet de boeren van Bre-
tanje opstandelingen
Lijdzame opstandelingen
Een weinig verder spreekt hij van neêr-
schieten
Gelogen, heer redacteur gij weet noch
tans dat ge de waarheid te kort blijft.
Weêral weerdig van die schoone men-
schelijke zedeleer door de geuzerij gehul
digd.
Zondag aanstaande zal hij aan zijne
lezers zeggen hoeveel politieag< nten zijn
neêrgevallen hoeveel dynamietbommen
de Bretonsche boeren hebben geworpen,
hoe dikwijls twee, drie honderd in getal
zij een enkelen politieman hebben aange
vallen, afgeslagen en voor dood in de
goten der straten lieten, lijk hunne lieve
bondgenooten het deden in April
laatsleden.
Op de schoone baan van den vooruit
gang blijft ge niet steken, niet waar, men
is immers van de partij van 't licht 1
Da Bretonsclie boeren hadden het recht
niet, beweert de armtierige te manifestee
ren want hier in Belgie zijn de manifes
tanten voor Z. A. S. op lood onthaald.
Lief, armtierige. De muiters in België
waren dus manifestanten, kalme, weerdige
manifestanten, wier gedrag niet laakbaar
was en wier houding deftig.
Dus eerlijk en deftig met dynamietbom
men werpen
Deftig de huizen gaan bestormen van
catholieke volksvertegenwoordigers
Prijsbaar politieagenten met revolvers
doodschieten en ze als dood laten üggen 1
Zie dat zijn manifestanten gij moet ze
respecteeren. Het zijn de vrienden der
geuzen die voor hen de kastanjen uit het
vuur halen.
Niet waar, de boeren van Bretanje heb
ben de politie opgezocht en zijn de kazer
nen gaan belegeren
Hij spreekt van eerbied voor de wet
Maar heeft hij eerbied voor de wet, hij
die tegen onze wetten tiert en schreeuwt
Moet hij onze kieswetten niet eerbiedigen
En nochtans wij hebben hem op straal
gezien, schreeuwend als een bezetene.
En die durft spreken van eerbied
Kortom, die redeneering is volkomen
va'sch. Het is niet genoeg te zeggen: Wet
is wet neen, de wet zelf moet rechtveer-
dig zijn.
Men moet aan de wet gehoorzamen niet
omdat zij wet is, maar omdat zij recht-
veerdig is. De rede dus waarom de wet
moet gevolgd worden ligt in de wet zelve
niet maar in een hooger princiep waar de
wet eene vertolking van is. Wij kunnen
het niet begrijpen hoe het mogelijk is
zulke dwaalleeringen onder het volk te
verspreiden.
De polemiek der geuzen moet wel arm
zalig zijn om tot zulke vernederende
dwaasheden te moeten grijpen. Ik beklaag
de arme dutsen ook al helden noch
tans der partij van 't licht die zulke
eiH-ltorenachtige stommiteiten kunnen
slikken. Hoe laag moeten zij met hunnen
fameuzen Dendergalm zijn gedaald.
O partij van eerlijkheid, licht en weten
schap
20® Vervolg.
Mijnheer de baron is nog maar
voorloopig begraven, in afwachting dat
de familie...
Ik ben de neef en naaste bloedver
want van den baron.
O dat verandert, neem mij niet
kwalijk, mijnheer.
Wijs mij den weg.
Kom dan.
De grafmaker nam den bezoeker meè
naar het uiteinde van het kerkhof, eene
ledige plaats.
Op een door een zwart hekken afge
sloten gedeelte stond een groot houten
kruis, waarop men las
Hier rust
Gontran-Louis, baron d'Amfreville,
geboren te Rouaan,
den 16" September 1808.
Overleden te Pierrefite, den
ion December 1894.
Verraderlijk vermoord.
Bidt voor hem.
Hier is het, zegde de grafmaker.
Sorandal nam eerbiedig den hoed af,
hij was bleek en zijne lippen trilden ze
nuwachtig.
Wet is wet en men moet gehoorzamen,
schuimbekt hij
Verheven
Weerdig van die schoone zedeleer wiens
princiep hij eens vertolkte in Doe het
goede om het goede.
En het goede was voor hem de pries
ters aan de deur zetten
Het goede was voor hem de guillotine
bewonderen die van de Fransche Om
wenteling die zoo vele ongelijkheden
effende 1
Socios, leest gij ongelijkheden
Indien de wet tot stand kwam die Per-
gameni eens eischte en Dendergaln prees
en loofde namelijk de catholieken in 't ge
vang te werpen, in de boete te slaan of te
velbannen hij zou toejuichen hij heeft
het reeds gedaan en uitroepen Wet
IS WET EN AAN DE WET MOET GE GEHOOR
ZAMEN
Ik vraag het u, lieve lezer, is zulke
wijze van redeneeren niet een stommiteit
zonder weèrga
Veronderstellen wij eeits een oogenblik
dat het wet ware de geuzen op te knoopen.
Zou de armtierige heer redacteur, nog
zeggen Wet is wet en men moet er aan
GEHOORZAMEN
Lieve Hemel, bewaar ons van zulke
redeneerders zij zouden er geen twee
maal op denken ons catholieken maar
vogelvrij te verklaren Zij zouden er spot
tend bijvoegen Wet is wet en aan de
WET MOET MEN GEHOORZAMEN.
Zooals ik u zegde, hernam de oude
man, men heeft M. den baron bier slechts
voorloopig begraven. Ik geloof, dat er
onderzoek naar de familie wordt gedaan,
maar als mijnheer dc neef van den over
ledene -is, dan is dat niet verder noodig.
Het zou jammer geweest zijn, niet waar,
wanneer een zoo rijk en voornaam heer in
zulk een armoedig graf had moeten blij
ven liegen, alsof het nog met ongelukkig
genoeg was dat hij op zulke noodlottige
wijze aan zijn einde moest komen. Men
z..„t jk weet het niet, ik heb hem nooit
gezien dat hij nog gezond en sterk
was, ondanks zijnen leeftijd, en dal hij
waarschijnlijk nog lang zou geleefd heb
ben, wanneer hij niet vermoord gewor
den was. Wat zijn er toch voor schurken
in de wereld. Mijnheer kent de geschie
denis zeker wel
Maar de grafmaker kreeg geen ant-
W°Sofandal had niet naar hem geluisterd,
hij scheen in diep gepeins verzonden tc
zijn ten slotte boog hij zijne knie ter
aarde, leunde met het voorhoofd tegen
het zwart houten hekken en bewoog de
lippen, alsof hij een gebed stamelde.
De grafmaker knikte droevig met het
hoofd en mompelde Ja, Ja.
Ook hij ontblootte het gnjze hooid en
bleef ineeibiedtge houding staan tot dat
Sorandal zich ophief.
Deze droogde met zijnen zakdoek zijne
tranen af.
De wet op de pensioenen stelt onder
andere vast
De personen die op 1 Januari 1901,
van 55 tot 58 jaar oud geworden wa
ren, moeten in de Algemeene Lijfrent-
kas eene som van 18 frank storten,
willen zij op den ouderdom van 65
jaar, het pensioen van 65 frank genie
ten.
Wie verwaarloost persoonlijk die som
te storten, verliest zijn recht op pensioen.
Het ware wenschelijk dat elk gemeen
tebestuur maatregelen name om boven
staand artikel ruchtbaar te maken.
Vele, zeer vele menschen hebben daar
geene kennis van. Eens 65 jaar zullen zij
verwonderd staan geen pensioen te genie
ten, en de fout zal aan hen liggen, door
onwetendheid der wet.
dor Militianen
en Vrijwilligers.
Ziehier wat daarover in het
Staatsblad komt te verschij
nen
- Persoonlijke dienst als mili-
tiaan geeft recht op eene onmiddelijke
vergoeding, overeenkomstig de bepalin
gen v
1 deze wet.
Art. 2. Gedurende den gewonen
wezenlijken werkelijken dienst wordt aan
vader en moeder van den onder de wa
pens aanwezenden militiaan, of aan den
overlevende, eene vergoeding uitbetaald
van 10,frank per maand bij ontstentenis
van den vader en van de moeder, wordt
de vergoeding uitbetaald aan de bloed-
vei wanten in opgaande linie of aan den
overlevende is dc iniliciaan gehuwd, dan
wordt de vergoeding aan de vrouw uitbe
taald.
Is de militiaan omgekomen bij het
vervullen van een bevolen dienst, dan
wordt de vergoeding bij voortduur uitbe
taald zoo lang zijn gewone werkelijke
dienst moest strekken.
Wet van 21 Maart 1902. - Hoofdstuk 4.
Art. 1, 1. De vergoeding verschul
digd wegens den persoonlijken dienst van
de militianen, in de gevallen voorzien bij
de wet van 5 April 1875, wordt bep.iald
op 25 frank per maand voor de troepen te
voet en 3o frank voor de bereden troepen.
Degene die verschuldigd is aan de vrij
willigers van het contingent wordt gelij
kelijk bepaald op 3o frank per maand.
,§2. Eene vergoeding van 35 frank
pèr maand werkelijken dienst wordt, te
rekenen van den leeftijd van 18 jaar, ver
leend aan de vrijwilligers van beroep.
Art. 2. Eene vergoeding van 35 frs.
r maand wordt toegekend aan de op-
uw dienstnemende soldaten van al de
.rten militianen, plaatsvervangers,
rijwilligers met premie, vrijwilligers van
het contingent en vrijwilligers van be
roep.
Die vergoeding wordt op 40 frank ge
bracht voor de korporalen en brigadiers,
op 5o frank voor de onderofficieren.
Een koninklijk besluit bepaalt welke
soldaten recht hebben op de vergoeding,
bij gelijkstelling met de korporalen, de
brigadiers en de onderofficieren.
Art. 3. De soldaten die weder onder
de wapens worden geroepen voor de mo
bilisatie van het leger of in de bijzondere
omstandigheden voorzien bij artikel 87
van de wet op de militie, trekken de
maandelijksche vergoeding die hun werd
verleend gedurende hunnen werkelijken
dienst.
Indien de wederopgeroepen militair
een huisvader is, die al of niet eene ver
gelding geniet, trekt hij eene vergoeding
van 5o centiemen per kind en per dag,
zonder dat deze bijvergoeding meer moge
bedragen dan 1 frank per dag. Zij wordt
betaald aan de echtgenote ®f aan den
persoon die het kind verzorgt.
3. Op de vergoeding voorzien bij
de 1 en 2 van dit artikel wordt, indien
daartoe redenen zijn, eene som van i5
frank per maand genomen om te woiden
uitbetaald aan de personen aangeduid in
artikel 2 van de wet ven 5 April 1875.
Indien de soldaat weduwnaar is met
kind, wordt deze som betaald aan den
persoon die liet kind verzorgt.
Wet van 21 Maart 1902 - Hoofdstuk 8
Miucianen en Vrijwilligers van het
CONTINGENT.
3. Te rekenen van den in October
1902, zullen de in de hoofdstukken IV,
Ven VI dezer wet vervatte bepalingen
en die de aan de militianen en aan de
vrijwilligers van het contingent verschul
digde vergoeding betreffen, worden toe
gepast op de militairen dezer soorten van
de vroegere klassen dan die van 1902, tot
op het tijdstip van het naar huis gaan
hunner klasse met onbepaald verlof.
Welke zijn de gevaarlijkste mannen
voor eene partij Het zijn de mannen die
zelf niets doen voor de partij, maar die
alles afkeuren en beknibbelen wat ande
rc-n doen, die alles, altijd en overal kritie
keeren bij Jan en alleman en die alzoo
ontevredenheid, mismoed, twist, twee
dracht en verdeeldheid verwekken en de
partij verslappen. Weg met de be-
knibbelaars en vivat de werkers Leve
de eendracht tusschen de catholieken,
volgens de onophoudende vermaningen
van Z. H. Paus LeoXIII.
Wie het schoentje past, trekt het aan.
luk en de welvaart hunner kinders in de
toekomst willen verzekeren.
OUDERS! Onlangs hielden dcoffi-
cieëlc schoolmeesters congres te Namen.
De schooldwang, liet onzijdig, of liever
ongodsdienstig onderwijs, werd er voor
gestaan. De catechism moet door eene
soort van natuurlijke zedeleer vervangen
worden Dus God afgeschaft en vervan
gen door de natuur.
Uit de beraadslagingen en beslissingen
van dit congres blijkt klaar en duidelijk,
dat de officieële onderwijzers met een
anticatholieken rationnalistischen geest
zijn bezield en dat zij er naar streven om
de gansche Belgische schooljeugd de offi
cieële anticatholieke zedeleer in tc pom-
Wij herhalen het nogmaals Het tijd
stip des jaars is aangebroken op 't welk
gij, Ouders, den keus eener school moet
dotn voor uwe kinders.
Ouders, gij die trouwe catholieken wilt
zijn, gij zult niet aarzelen ge weet im
mers dat eene catholieke opvoeding moet
gepaard gaan met een christen onderwijs.
Zonder religie kan de samenleving niet
bestaan en daarom moet dc christelijke
leering den grondslag zijn van 't onder
wijs.
En dit wordt ons voorgehouden door
Z. H. den Paus, door HH. onze Bis
schoppen, door onze Priesters en zelfs
door geleerde protestanten welke de be
langen der samenleving kennen en ver
dedigen.
Ouders wij willen u nogmaals onder
oogen brengen wat de beroemde schrij
ver en staatsman Guizot, een protestanr,
schreef
0 Hoe meer de maatschappelijke be we-
ging aan leven en uitgestrektheid wint,
des tc minder zal de politiek toereikend
zijn om liet geschokte menschdom te
0 geleiden. IToogere macht is daardoor
i) noodig dan de aardsche, verder uit-
zicht dan het tijdelijke, God moet er
zijn, God en de eeuwigheid.
Guizot verklaarde verder dat het on-
I) ZEDELIJK EN GODSDIENSTIG ONDERWIJS
I) GEENSZINS, GELIJK DE REKEN- MEET- OF
I) SCHRIJFKUNDE, EENE LBS TS DIE GEGEVEN
II OP BEPAALDEN TIJD NADERHAND NIET
II MEER BESPROKEN WORDT DAT HET WE-
II TENSCHAPPELIJK DEEL DE GERINGSTE
PLAATS INNEEMT IN HET ZEDELIJK EN
GODSDIENSTIG ONDERWIJS DAT NOODZA-
KELIJK DE GEEST EN OMGEVING DER
I) SCHOOL ZEDELIJK EN GODSDIENSTIG HOE-
l) TEN ZIJN I DAT DE GODSDIENST UIT ge
il heel HET ONDERWIJS MOET DOORSTRALEN
EN al DE DADEN EN WERKEN ZOOWEL VAN
u DE ONDERWIJZERS ALS DER LEERLINGEN
MOET BEZIELEN.
Ziedaar hoe het onderwijs zijn moet,
dat de ouders verplicht zijn voor hunne
kinders te kiezen indien zij hun eigen ge-
zend uwe Kinder»
naar de
Ook de oogen van den grafmaker waren
vochtig, maar dit was meer van den kou
den wind, die er waaide de man, die
altijd te midden van de dooden leefde,
was tamelijk ongevoelig geworden.
Eensklaps begon de hond, die den
grafmaker op den voet gevolgd was, zacht
te janken, waarop zijn baas hem met de
knie aanstootte en zegde
Koest, Turk.
Sorandal stak zijn zakdoek in zijn zak
en zegde
Hoor eens.
Mijnheer 1
Heeft men den ouden intendant
gelijk met den baron begraven
De grafmaker zag hem verwonderd aan
en zegde
Wat belieft mijnheer
Ik vraag u of men het lijk van den
ouden intendant Dominique bij dat van
zijnen meester heeft begraven. Weet ge
niet wien ik bedoel P
O ja, zeker, maar weet mijnheer
dan niet...
Wat?
Ik hoop niet, dat mijnheer liet mij
kwalijk zal nemen, maar ik vind die
vraag zoo zonderling. Weet mijnheer dan
niet dat de intendant niet dood is
Wanneer Flick lucibij» tegenwoordig
was geweest, zou hij ztker belang gesteld
hebben in hetgeen er op dit oogenbiikie
zien was, bij zou zijne kleine oogen zoo
wijd mogelijk hebben opengezet, want
Wij lezen in het Landbouwblad van
Limburg
Het uitdoen der aardappelen.
Het redematig oogenblik om aardap
pels uit te doen valt samen met de volle
dige verdroging van het aardappelloof.
Begint men er vroeger mede, dan heeft
zulks een nadeeligen invloed onder het
dubbel oogpunt van hoedanigheid cn
hoeveelheid.
Onder betrek der hoedanigheid, laten
de te vroeg ingezamelde aardappelen veel
te verlangen; niet alleen bevatten zij min
der voedende bestanddeelen, doch zij zijn
ook flauw, waterachtig, moeilijk om te
bewaren en maken maar slechte plant-
aardappels uit.
Wat de hoeveelheid betreft, zij is klei
ner naarmate de inoogsting vroeger ge
schiedt, want de voedende sappen, in de
bladeren en in de stammen bevat, dalen
tot in de wortels, op het oogenblik der
rijpwording van de plant, en komen na
hervormingen in de knollen bijeen, onder
den vorm van zetmeel. Deze terugkeer
van de voedende bestanddeelen gaat voort
tot de volledige verdroging van het loof
der planten en is van aard de opbrengst
en de hoedanigheid van het voortbreng
sel zeer gcvoeliglijk te vermeerderen.
Zoo er omstandigheden zijn betrekke
lijk, de luchtgesteltenis, den landbouw en
den handel, die het tijdstip van het uit
doen der aardappels doen verhaasten, is
het niettemin waar, dat buiten deze ge
vallen. die men niet of zeer moeilijk kan
vermijden, het gansche voordeel blijft
aan het uitdoen der knollen in den staat
c-ener volkomene rijpheid, bij droog we
der, en na dat den grond behoorlijk op
gedroogd is. Die laatste voorwaarde heeft
een grooten invloed op de goede bewaring
der knollen.
L. Van den Berck.
Sorandal die al bleek was, werd nu lood
kleurig in het gelaat, zijne lippen werden
wil alsof al zijn bloed naar het hart tcrug-
vloeid was, zijne oogen puilden uit hunne
kassen.
1-Iij wankelde en, wanneer hij niet spoe
dig het houten hekken gegrepen en zich
daaraan vastgehouden had, dan zou hij
neergevallen zijn, maar de oude graf
maker was geen fijn opmerker, hem ont
ging alles.
Wat zegt gij mij daar? vroeg Soran
dal met heesche stem.
Mijn hemel, ik heb u gezegd zooals
het is.
Ja, hernam Sorandal, terwijl hij
zich inspande om wat vastheid in zijne
stem te brengenik weet het, ik herinner
het mij, Dominique, de intendant, werd
niet onmiddelijk gedood, zooals zijn
meester. Toen men de misdaad ontdekte,
ademde hij nog, maar, zooals men mij
verteld heeft, bleef er geene hoop over
hem te redden.
Nu ja, sprak de grafmaker, zooveel
is ztker dat hij, die hem getioffen heeft,
geene kat was 0111 zonder handschoenen
aan te pakken. Zijne gehaele hersenpan
was verbrijzeld, die arme Dominique, en
men zou geen cent voor zijn leven heb
ben gegeven, maar de dokters mijnh er
zit ook wel weten dat zij verbazend knap
zij", de dokters van den t« genwoordigen
lijd Ue uokters hebben zijne hersens
weer bij elkaar gebonden, zijne huid
dicht genaaid, wat weet ik het, in elk
geval, hij leeft nog, maar...
Maar
Och, het is eigenlijk juist zoo goed
alsof hij uiet meer leefde, zooals men mij
verteld heeft.
Hoe dat
Nu, het schijnt dat het in zijn
hoofd nog in 't geheel niet pluis is, zoo
dat... hoe zal ik het zeggen... 't is ge
daan, geen mensch thuis meer daarboven,
totaal leeg. Het is mogelijk dat hij er nog
van op zal komen, maar hij zal toch niets
kunnen vertellen, want hij herinnert zich
hoegenaamd niets meer, hij is zoo goed
als kind.
Sorandal haalde lang en diep adem,
zijne hand, die hij een oogenblik tegen
zijne borst gedrukt had, als wilde hij het
hevig kloppen van zijn hart bedwingen,
zakte weer, zijn gelaat nam langzamer
hand weer de gewone uitdrukking aan,
en het bloed keerde naar zijne wangen
terug.
Het is te hopen, zegde bij met nog
tamelijk onvaste stem, dat men een mid
del zal vinden om dien armen man nog
geheel te genezen. Hij heeft den moor
denaar gezien, dus ook hij alleen zal hem
kunnen noemen.
Och, mijnheer, zegde de oude man,
terwijl hij bedenkelijk het hoofd schudde,
als dat het eenige is wat hij te vreezen
heeft, dan kan die schelm gciust slapen.
De dokter, M. Monguyon, heeft gezegd
Dominique is een levende doode, zijn ge
heugen, zijn verstand zijn verdwenen,
voor altijd en er zal geen woord meer
over zijne lippen komen.
Terwijl de got.de man sprak, had hij,
zonder het zelf te weten, een plechtigen
toon aangeslagen en hij strekte de magere
armen uit, als had hij eene voorspelling
gedaan.
De hond, die aan zijne voeten lag,
begon klagend te huilen.
Er heerschte een oogenblik stilte,
daarna vroeg Soraedal.
Hebt gij mij zooeven niet gezegd
dat men naar de bloedverwanten van den
baron d'Amfreville zocht
Ja, mijnheer, maar ziet gij, daar
heb ik al heel weinig verstand van. Zoo
veel weet ik zeker, dat men op het kasteel
alles heeft verzegeld, maar wanneer gij
cr meer van weten wilt, en dat zal
wel, daar gij immers de eenige bloedver
want van den ouden heer zijt...
docd, welnu dan moet gij naar M.
Balladon, den notaris gaan, hij behandelt
de zaken.
Ah zoo, M. Balladon hebt gij gezegd?
Ja, de notaris te St-Denis, ruc aux
Fleurs, bet nummer weet ik niet, maar
gij zult het huis toch gemakkelijk vinden,
tr staan van die vergulde figuren op de
deuren geschilderd, fanonceaux noemen
ze dat, geloof ik.
Goed, dank u. (Wordt voortg.)