OM ZES MILLIOEN
Zondag 12 October 1902
5 centiemen per nummer.
86stc Jaar 5717
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Demokraten
Demokraten.
Algemeen Stemrecht.
De Hop
LANDBOUW.
Jaarmerkt.
Ronsevaal.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schryft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE SLUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen oj
3- bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, ii October 1902.
E N
Wij bidden onze lezers ons eens te vol
gen in een wandelingsken door de dag
bladen heen. Wij beginnen met Klokke
Roeland en roepen de aandacht op hare
zonderlinge bokkensprongen.
Daar zij de feiten, de daadzaken niet
inroepen kan ten voordeele harer demo-
kratie, zoo is zij nu aan 't redeneeren.
De Paus moet voor het recht zijn en
het recht is het doel der demokraten en
daarom kan de Paus de christen de-
mokratie niet veroordeelen. Amen.
(K. R. 5-10-1902).
Zie, als ge nu nog niet overtuigd zijt
dat onze Daensisten goedgekeurd en aan
gemoedigd worden dan begrijpen wij er,
na die redeneering, niets meer van.
Niet alleen de Paus moet voor het recht
zijn, heeren groenen, maar hij is voor
het recht, dat is heel wat sterker.
In gansch den loop der geschiedenis
heeft het Pausdom recht en waarheid voor
gehouden en verdedigd. Het volgt daarin,
stipt en trouw de lessen van zijnen God-
delijken Meester.
(i Het recht is het doel der demo
kraten gaat het verder.
Wat blieft
Er zijn demokraten en demokraten. Er
zijn goede. Zij handelen volgens de wen
ken des Pauzen en zijn gehoorzaam aan
de geestelijke Overheid.
Die gehoorzaamheid is het kenmerk
der goede demokratie.
Er zijn ook slechte demokraten. Zoo
heeten de socialisten zich ook demokraat.
Zij zeggen, evenals Klokke Roeland
het recht is het doel van ons stre
ven. «Maar zij dolen hun recht is een
valsch recht.
Zoo ook is het nu met de Daensisten.
Zij gehoorzamen niet aan de Bisschop
pen, zij volgen dus den uitdrukkelijken
wensch niet van Zijne Heiligheid.
Hun recht is even valsch opgevat. De
Daensisten aanveerden klassenstrijd als
iets redelijks, heeft De Volkseeuw van
J3)cd Daens geschreven
Hoe Klassenstrijd een recht 1
Er zijn verder in het programma der
Daensisten veel, zeer veel punten wier
goede recht en rechtveerdigheid voorzeker
niet in 't oog springt. Er zijn veel zaken
waarvan het tegendeel veel dichter bij de
waarheid is.
Wij zouden ze graag eens kalm en ma
tig hun programma willen zien verde
digen,'niet in bombastische artikels gericht
tot de menigte welke reikhalst naar op
hitsingen en uitvallen tegen de rijken,
maar in eene zachte, gematigde redenee
ring, geschreven voor hen die goede
argumenten verkiezen boven woorden
praal. Zij moeten eens spreken tot het ge
zond verstand en niet tot de afgunst en
den nijd van de minderen tegen de meer
deren.
Doch dat zullen ze nooit beproeven
hunne zwakheid zou te zeer opgemerkt
worden.
Nemen wij een enkel voorbeeld, onder
anderen hun Z. A. S.
Is dat de uitdrukking der opperste
rechtveerdigheid, een ideaal van goed
recht
Wij gelooven het niet.
De menschen in de samenleving
zijn niet gelijk waarom zouden zij het
moeten zijn in de stembus
Men heeft geen stemrecht omdat men
mensch is, een verstandelijk wezenneen,
WANT DAN MOETEN DE VREEMDELINGEN OOK
HET kiesrecht hebben, en nochtans in
alle landen worden zij uitgesloten dan
MOETEN OOK DE VROUWEN KIEZER ZIJN en
dat nemen de Daensisten niet aan.
De mensch stemt als burger, als lid
eener natie en in die hoedanigheid be
staat er hoegenaamd geene gelijkheid.
Een tegenstrever van zuiver algemeen
stemrecht kan dus ook zeggen Het recht
is het doel van mijn streven en evenals
Klokke Roeland het deed, zich op de
goedkeuring van den Paus beroepen.
En aanstonds ziet men hoe deerlijk er
neven wordt geslagen
Daaruit volgt dat de bewijsvoering van
Klokke Roeland op niets steunt en hoe
kreupel die redeneering gaat.
Dit blad zou dus veel beter gedaan
hebben feiten aan te halen, woorden weêr
te geven welke klaar en duidelijk de goed
keuring van den H. Vader aantoonen van
het Daensisme.
Wij zeggen Daensisme en met rede.
Inderdaad.
Het Daensisme bekleedt in de geschie
denis der demokratie eene bijzondere
plaats niet door hare hoedanigheid verre
van daar. Zij is afgekeurd door de Bis
schoppen van België en Holland te
Rome zelf is de hoofdman, aajed Daens,
kant en klaar gemaakt wat men van zijn
stelsel dacht en hoe zeer hij afwijkte van
den weg dien de goede demokraten
volgen.
Als de Paus van demokraten spreeKt
dan bedoelt hij die volksgezinde werkers,
welke gehoorzamen aan de wettige Over
heid Hij denkt geenszins op de scheur
makers, op de woelige bende, van jajBd
Daens, volgens de uitdrukking van den
Observatore Romano.
Onze groenen trachten profijt en voor
deel te trekken uit eene dubbelzinnigheid
en dat is eene oneerlijke handelwijze.
gemoede zult gij uwe zienswijze niet wat
veranderen
In dit zelfde nummer vaart M. Planc-
quaert uit tegen de kerkelijke plechtighe
den welke voor de lafenis der ziel van
onze betreurde Vorstin Maria-Hendrika
plaats grepen. Doch daar stappen wij
misprijzend voorbij en nemen Land van
Aelst ter hand.
Menschen het zou een schroomelijke
d groote som zijn, moest men uitrekenen
hoeveel de Hop van ons land al verlo-
ren heeft door dat schandaleus contrakt
n met den Duitschman.... Al 10 jaar
duurt die Wreedheid, dat de vremde
»,.Hop hier inkomt zonder ne centiem te
i) betalen en dat ons Hop belast is met 16
marken 1 1
En de Kamer die dat stemde, wordt
genoemd de Kamer van Volksverte-
genwoordigers n Land van Aelst, 5
October 1902.
Gij maakt geraas, man, en het is anders
niet.
Zeggen wij eerst en vooral dat wij ook
betreuren dat tusschen de volkeren, tus-
schen de verschillige natiën geen volko-
mene wederkeerigheid bestaat.
Maar in zaken van tol en grensrecht is,
och arme, het recht van den sterkste, zoo
dikwijls doorwegend en alleen beslissend.
Zal M. Daens het veranderen, hij die
eens beweerde dat het volk niet op te hel
pen was uit de diepte waar het krioelt
Zal hij het veranderen
Laat ons hem herinneren dat ons Mi
nisterie hemel en aarde heeft bewogen om
het onrecht dat op de Hop drukte te ver
wijderen. Het heeft alles ingeroepen wat
het kon, alles gedaan wat mogelijk was,
maar men wilde het te Berlijn zoo en niet
anders.
Er viel aan te nemen of het gansche
handelsverdrag met Duitschland viel en
dan kwam het tot een toloorlog. verplet
terend voor ons land. Wij moesten alsdan
vaarwel zeggen aan vele andere schoone
voordeelen ons door het traktaat verze
kerd.
In onze Volkskamer zijn er schitterende
redevoeringen over uitgesproken zij wa
ren zoo treffend, zoo schoon, ware perels
van welsprekendheid. Maar men kon niet
verder. Duitschland wilde het en alsdan
Werp nu in blinde ijverzucht ook den
steen niet naar onze naburen van het
Oosten. Ah, hebben zij gezegd, gij vraagt
de wederkeerigheid, de volkomene.
Maar weet gij dan niet dat dit traktaat u
de grenzen openzet van een rijk van ruim
45 millioen zielen
En gij Wat biedt gij ons aan Kan
een uitvoer naar een land van 6 millioen
inwoners opwegen tegen een van eene
natie van meer dan zeven maal zooveel
De ongelijkheid ware te groot, het onrecht
aan onze landgenooten te schreeuwend.
Zoo redeneerde men in Duitschland.
Stel u in de plaats en wij vragen u in
Zijn wij rechtveerdig voor alles.
Het is gemakkelijk het volk op te hit
sen de zaken in een valsch daglicht te
stellen, maar men vergeet daarbij eene
plicht dat is naar waarheid en rechtveer
digheid streven door eerlijke middelen.
Dat heeft het Land van Aelst verge
ten, dat verliest het gewoonlijk uit het
oog. Denderbode echter in zijn streven
en in zijne handelingen zal altijd het
goede recht eerbiedigen waar het is en
naar de waarheid streven zonder te den
ken op partijbelang.
De socialistische gemeenteraads-
heeren zullen zich op 25 October te
Bergen in een congres vereenigen, om te
spreken over de kiezingen van igo3.
Het eierleggen in den winter.
Eje zoogenoemde winterlegsters onder de
kjekens zijn,gelijk men weet, geen afzon
derlijk ras, maar het zijn kiekens, die
vroeg in 't jaar uitgebroed werden, dien
tengevolge vroegtijdig opgroeiden en
legiijp werden. Maar met 't opfokken of
knopen van zulke kiekens heeft men nog
lang niet alles gedaan om met eemge
zekerheid er op te kunnen rekenen, dat
de kiekens 's winters, als er sneeuw en
ijs ligt, zullen leggen. Daar de eigenlijke
legtijd der kiekens het voorjaar is, is 't
noodig den dieren in stal of hok een toe
stand te veschaflen, die zoo mogelijk het
voorjaar evenaart.
Het eerste wat in den winter noodig is,
is warmte dan voedzaam, doeltreffend
voeder en, wat niet te vergeten is, vol
doende beweging. De kiekens moetc.i een
goed, ruim, gemakkelijk ingericht huis
ter beschikking hebben, dat goed dicht
gebouwd is en tegen koude beschut. Voorts
moeten de kiekens veel licht en zonne
schijn hebben in een donker en vuil hok
worden de dieren niet opgewekt om te
leggen. Daarom moet aan den zuidkant
van 't hok licht door vensters kunnen
komen. Zindelijkheid en orde moeten ook
in den stal heerschen.
1-Iet voeder in den winter moet zooveel
mogelijk gelijken op dat wat ze 's zomers
bij vrijen uitloop buiten vinden en gebrui
ken. Als groen voeder geve men kool,
enz. Ook klaverhooi, vooral de blaadjes
van de fijne tweede snee tot haksel ge
sneden, gestoomd en met tarwezemelen
en gestampte gekookte aardappelen of
andere groenten gemengd, is een goed
vervangmiddel van groenvoeder. Hoe
meer afwisseling hoe beter. Behalve week-
voeder, melk en gerst is onder anderen
kalk voor de kiekens volstrekt noodzake
lijk.
Wanneer begonnen de Beggijnho-
ven Eertijds leerde men dat de Beg-
gijnhoven eerstmaals gesticht werden door
eenen Luikschen Priester, Lambrecht de
Begha, die in 1180 zoude het eerste
Beggijnenklooster begonnen hebben te
Luik. Dat leeren wordt door velen niet
aangenomen. Andere geleerden beweeren
dat zij gesticht werden door de H. Begga,
dochter van onzen Pepijn van Landen
anderen nog door zekeren Beggijn die een
eerste Beggijnhof opende te Toulouse.
Wat er ook van weze, zeker is het dat de
Beggijnhoven talrijk waren binst de i3*,
de 14* en de i5eeeuw, vooral in België.
In een honderdtal steden van ons land
waren er Beggijnen-kloosters. De stad
Nijvel had 2000 beggijnen Luik had 17
Beggijnenkloosters waarvan het grootste
i5oo beggijnen telde.
Velen dier Kloosterhoven zijn verdwenen
onder de geweldige slagen der Herboortc
of Protestantismus. Althans zijn er menige
nog overgebleven, als schuilplaatsen van
stille en heilige zielen. Het groote Beg
gijnhof van Gent, zegt Kraus, is vooral
merkweerdig. Het werd herbouwd, ten
jare 1873, ten Oosten der stad in Vlaam-
schen bouwtrant, en draagt, net en lieflijk,
het uiterlijke eener kleine stad uit de
middeneeuwen herboren.
Het Beggijnhof van Aalst kwam tot
stand in 1265.
Groote beweging op Ronsevaal jaar-
merkt dit jaar. Verloren Maandag schijnt
er voornamelijk voor geschikt. V9n jaar
tot jaar is er vooruitgang. Dit jaar was
het pluimgedierte voornamelijk vertegen
woordigd. Geen wonder, ook de jeugdige
pluimveemaatschappij van Erembodcgem
is eene der knapste sociëteiten in dit vak,
en zij heeft waarlijk hare schoonste stuk
ken aangebracht. De patroon van 't gevo
gelte, Ridder Leo Schellekens, slaat hier
de maat. Een goed lot jonge hengsten en
een even merkweerdig lot jonge stieren,
waarvan sommige afstammelingen van
groote weerde. Dit waren de beste num
mers van de jaarmerkt.
In pluimgedierte en jong vee zijn voor
namelijk zaken verricht. Er waren nog
menigvuldige vragen naar jonge stieren,
afstammelingen van keurdieren uit het
veestamboek. Dit is van gotde beteekenis
voor de toekomst. Op meest al de jaar
merkten zijn er verkoopers genoeg maar
geen koopers Hier was het gansch tegen
overgesteld. Wij hopen wel dat onze vee
kweekers tegen toekomend jaar jong gerief
zullen aanbrengen, want Ronsevaal moet
de jaarmerkt worden, voor jonge stieren
dienstig voor veekweeksyndicaten. Deze
die hier verkocht hebben, zullen tevrede
zijn, daar ze wel, zeer wel, verkocht heb
ben.
Het is eenieder bekend dat dit volks
feest is ingericht door de zorgen en onder
't geleide van den Heer Minister De
Bruyn, en zijne Schoonbroeders de Hee
ren Ridders Schellekens van Ronsevaal.
Benevensdeze Heeren waren menigvul
dige landbouwvrienden opgekomen om
het feest op te luisteren. De Z. E. H.
Deken van Aalst, Baron Leo Bethune,
Pastoor Sadones van Erembodcgem. E.
I I. Van der Schueren en M. August Van
der Schueren. M. Mopfils, M. Vemieuwe
van het Ministerie van Landbouw, Louis
Van der Snickt en meer.
Ridder Leo Schellekens bracht een
hertelijk woord van dank aan de Tentoon-
stellers en de Heeren Juryleden alsook
aan de vrienden die dit feest kwamen op
luisteren en voornamelijk aan Baron Leo
Bethune, die zijnen betreurden vader,
oud-medestichter van Ronsevaal-Jaar-
merkt, op die plechtigheid vervangt en
nooit te kort blijft waar het de verdediging
geldt van Landbouw en Arbeid. Geen
twist, geene opmakerij Vrede en een
drachtig streven van alle weldenkende lie
den die gezag hebben, kunnen alleen den
toestand verbeteren en den vooruitgang
begunstigen.
M. de Minister De Bruyn ('t ware
moeilijk het woordeken Minister achter te
laten) spreekt een woord van aanmoedi
ging voor de tentoonsteller en noodigt ze
om steeds met meer iever de foor van
Ronsevaal op te luisteren. Het doel der
inrichters is de mindere landbouwers aan
te moedigen. Geen enkel vak van vee
kweek is hier verwaarloosd en de foor
begunstigtbfj voorkeurden lokalen kweek.
Dit Volksfeest, eene ware Vlaamsche
Kermis, waar 't muziek en de dans het
minste ontbreken, is uiterst wel afgeloopen,
en is de Heeren van Ronsevaal een nieuwe
titel aan de welgemeende en welverdiende
genegenheid die ze op gansch den Steen
weg genieten.
(Medegedeeld).
23® Vervolg.
Hij was groot en forsch gebouwd. Zijne
kastanjebruine lokken omlijstten krullend
een regelmatig, schrander gezicht, waarin
een paar helderblauwe oogen straalden
en dat uitliep in een kleinen, puntigen
baard.
Op de passagierslijst stond hij inge
schreven als Olivier Fromentel, schilder
van beroep.
Hij scheen zeer vroolijk gestemd en,
terwijl hij op de ellebogen over de ver
schansing leunde en in het kalme zeewater
zag, neuriede hij een liedje uit eene
operette.
Intusschen daalde de mist, dien de
kapitein bij het vertrek reeds had voor
zien, langzaam neer en belemmerde al
meer en meer het uitzicht de horizon
rondom het stoomschip werd nauwer.
Eensklaps hoorde Olivier eene zware
basstem in het franschachter hem zeggen:
Verduiveld, dat is een leelijke mist.
Hij keerde zich om en slaakte een
vreugdekreet.
Komaan, een landgenoot, riep hij
uit.
De man, die voor hem stond, kon on
geveer vijftig jaar oud zijn hij was kort
van gestalte, zwaarlijvig en had een hoog-
I0Met de handen in de zakken van zijnen
wintert,ak zag hij voor zich uit en mon
sterde de lucht met een kennersblik.
Neem mij niet kwalijk, mijnheer,
dat ik zoo vrij ben u aan te spreken, of
schoon ik nog niet het genoegen hebui te
kennen, zegde Olivier, maar aan boord
van eene stoomboot behoeft men de etiket
„iet zoo strikt in acht te nemen, als aan
den vasten wal, nietwaar Het is rmj
inderdaad een genoegen,in ueen Fransch-
man te ontmoeten.
Welzeker, welzeker, zegde de man
met de basstem, mij ook, verduiveld, het
doet mij plezier weer eens mijne moeder-
ual mh°ore„ spreken, „adat ,k zooveel
jaren onder de Engelschen heb geleefd.
Hij keerde vervolgens terug tot het
denkbeeld, wat hij zooeven had uitgespro
ken, zag opnieuw naar de luchten bromde
on bedenkelijken toon
Om het even, het ziet er op zee met
g°- Hoe dat vroeg Olivier Fromentel,
die thans met zijnen rug tegen dei ver-
Khansing leunde en een sigaar opslak,
Ski Bij dat wij slecht weer te wachten
hebben Zie eens aan, de zee goift ter
nauwernood, men zoo meenen op een
"fiver van het Luxembourg te varen en
ik kan in mets een naderenden storm be
speuren, maar ik ben geen zeevaarder, tk
heb van die dingen weinig verstand.
En hij voegde er bij, nadat hij een trek
aan zijne sigaar gedaan en een groote
rookwolk voor zich uit geblazen had
- En dan, wat zou het nog zijn, als
wij eens schipbreuk leden. Het moet wel
aardig zijn, zoo'n schipbreuk, ik heb er
dikwijls genoeg naar verlangd, er nog
eens eene bij te wonen.
Mijnheer, gij zijt geen zeevaarder,
maar ik wel, ten minste, ik ben het ge
weest, wat op hetzelfde neerkomt. Ik heb
langen tijd op zee gevaren en gij nooit. Ik
zeg dat de hevigste storm minder gevaar
lijk is dan de mist.
En hij voegde er iets zachter bij
Vooral in eene zoo druk bevaren zee
als deze.
O ja, zegde de jongeling met het
oog op mogelijke aanvaringen niet waar
Juist.
Ja, men moet een onaangenaam
oogenblik doorleven, wanneer men zoo
eensklaps uit den mist, op korten afstand
van zijn schip, een donker gevaarte ziet
opdagen en tot de overtuiging komt, dat
eene botsing onvermijdelijk is, maai er
worden toch lichten aangestoken en men
luidt de bel.
Men schiet zelfs het kanon af, sprak
de zwaarlijvige man, maar dat helpt
meestal niet veel. Is de mist dik dan belet
hij dat men de lichten op verder afstand
dan twintig meters ziet en men hoort het
luiden van de bellen eerst, wanneer het te
laat is om den schok te voorkomen. Zelfs
het gebulder van het kanon wordt ge
dempt, in die loodzware luchtgesteltenis.
Verduiveld, zegde Olivier, dan be
staat er geen middel om aanvaring te
voorkomen en moet alles aan het toeval
overlaten.
Aan Gods genade, zooals wij zee
lieden zeggen, ,-
Verduiveld, herhaalde de jongeling,
ge moet weten, alle gekheid terzij gesteld,
dat het mij minder zou bevallen onver
wacht naar den kelder te gaan, zonder de
voldoening zelfs te hebben op het oogen
blik van mijne dood het verheven schouw
spel te genieten. Eene schipbreuk in
hevigen storm, dat zou mij nogal toe
lachen, maar eene aanvaring in den mist,
waarbij men niets ziet, in het geheel niet.
De oud-zeevaarder glimlachte om de
vroolijkheid van zijne medepassagier en
zegde
Gij zijt nog jong.
Zes-en-twintig jaar. Ik heb vier
maanden door Engeland gezworven en
verlang er nu vurig naar, mijn Frankrijk
terug te zien, waai heen ik eene schoone
verzameling schetsen meebreng, want ge
moet weten, mijnheer, dat ik schilder ben,
ik maak er mijn werk van om de schoon
heden der natuur zoo goed ik kan op het
doek over te brengen.
Dat is een schoon werk, mijnheer,
zegde de zwaarlijvige man op gemoede
lijken toon. Zes-en twintig jaar, verdui
veld, dan is men in het beste deel van zijn
Verwisselde rollen. Het kasteel
Rouvroy, bij Virton, is door eene verjaagde
Fransche kloostergemeente aangekocht,
namelijk deCarmelietersen.die voor over
ste hebben de dochter van generaal de
Sonis.
Het kasteel Rouvroy hoorde vroeger
toe aan den grootsten nonncnplager, die
België ooit gekend heeft, aan den beruch-
tcn Bouvier, den held van het school
onderzoek.
Hij zal nooit gedacht hebben dat het
huis, waar hij den ondergang van het
catholiek onderwijs bewerken wilde, eens
tot huisvesting zou dienen van haar die
hij verjagen wilde.
Kon hij nog eens terugkomen, met zijn
berucht gebleven u Gendarmes, faites
SORT1R CES PEMMES
Maar nu, u die tijd is lang voorbij,
zong Willem De Mol.
leven en ik kan zeer goed begrijpen, dat
gij aan het bestaan hecht. Welnu, ik,
mijnheer, nu wij aan 't klappen zijn ge
raakt, ik heb er mijne gegronde reden toe
om er ook aan te hechten, misschien nog
sterker dan gij.
Zoo.
Ja, het is zooals ik u zeg. Zie, ik
weet natuurlijk niet of gij ei goed voor
zit, maar in elk geval, gij reist voor uw
plezier, dus moet ge niet zoo erg schraal
bij kas zijn. Bovendien,gij hebt het leven
waarschijnlijk nog niet van den donker
sten kant leeren kennen, maar stel u eens
een man van drie-en-vijftig jaren voor,
een oud-zeeman...
Hier hield hij even op om adem te
scheppen, zooals hij in het begin van het
gesprek reeds had gedaan toen hernam
hij
Stel u voor, zeg ik, een oud-zeeman,
die zoowat overal heeft rondgezwalkt, op
alle zeeën, zonder dat hij er meer bij ge
wonnen heeft, dan dat zijn huid geblakerd
is, en zijne beurs is ledig gebleven. Hij
is getrouwd, heeft eene dochter, maar
geen geld.
Van familie geen spoor. Hij heeft wel
eenen verren bloedverwant, die schatrijk,
millionair moeten zijn, maar die bloed
verwant, die schatrijk, millionair moet
zijn, maar die bloedverwant heeft zich
nooit iets aan hem gelegen laten liggen,
het is juist zoo goed alsof hij hem niet had,
hij hoort nooit iets van hem, Ten slotte
gaat de reederij, waarvoor hij vaart op de
flesch, bovendien dat rusteloos zwerven
is hij moe. hij wil ook wel eens bij vrouw
en kind blijven, daarvoor is men toch ge
trouwd Na veel moeite krijgt hij een
mager postje aan wal, aan eene haven
van Engeland, Cardiff. Daar heeft die
oud zeeman zeven jaar geleefd, treurig,
met de grootste zorg om met zijn tracte-
ment rond te komen. Eensklaps brengt
de telegraaf hem het bericht, dat die verre
bloedverwant dood en zijne dochter, die
van den oud-zeeman, eenigc erfgename is.
Vijf millioen, mijnheer, vijf millioen, is
dat niet om van te duizelen Eerst twijfelt
hij er aan, hij vraagt zich af of hij niet
slachtoffer van een flauwen grappenmaker
of misschien een oplichter of zoo iets is,
hij vraagt bevestiging van het bericht, hij
ontvangt een uitvoerigen brief van den
notaris en dan vertrekt hij.
Zeg nu zelf, mijnheer, of het voor zoo'n
man niet hard zou zijn, nog in dc haven
schipbreuk te lijden, alvorens hij had kun
nen genieten van eene welgesteldheid, die
deze erfenis hem nog zoo ter elfder ure
heeft aangebracht.
Olivier Fromentel begon tc lachen en
zegde
Gij zijt dieoude-zeeman, nietwaar,
mijnheer
Ja.
Dan wensch ik u geluk.
Wordt voortgezet.