OM ZES MILLIOEN Zondag 12 October 1902 5 centiemen per nummer. 86stc Jaar 5717 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Demokraten Demokraten. Algemeen Stemrecht. De Hop LANDBOUW. Jaarmerkt. Ronsevaal. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schryft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE SLUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen oj 3- bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, ii October 1902. E N Wij bidden onze lezers ons eens te vol gen in een wandelingsken door de dag bladen heen. Wij beginnen met Klokke Roeland en roepen de aandacht op hare zonderlinge bokkensprongen. Daar zij de feiten, de daadzaken niet inroepen kan ten voordeele harer demo- kratie, zoo is zij nu aan 't redeneeren. De Paus moet voor het recht zijn en het recht is het doel der demokraten en daarom kan de Paus de christen de- mokratie niet veroordeelen. Amen. (K. R. 5-10-1902). Zie, als ge nu nog niet overtuigd zijt dat onze Daensisten goedgekeurd en aan gemoedigd worden dan begrijpen wij er, na die redeneering, niets meer van. Niet alleen de Paus moet voor het recht zijn, heeren groenen, maar hij is voor het recht, dat is heel wat sterker. In gansch den loop der geschiedenis heeft het Pausdom recht en waarheid voor gehouden en verdedigd. Het volgt daarin, stipt en trouw de lessen van zijnen God- delijken Meester. (i Het recht is het doel der demo kraten gaat het verder. Wat blieft Er zijn demokraten en demokraten. Er zijn goede. Zij handelen volgens de wen ken des Pauzen en zijn gehoorzaam aan de geestelijke Overheid. Die gehoorzaamheid is het kenmerk der goede demokratie. Er zijn ook slechte demokraten. Zoo heeten de socialisten zich ook demokraat. Zij zeggen, evenals Klokke Roeland het recht is het doel van ons stre ven. «Maar zij dolen hun recht is een valsch recht. Zoo ook is het nu met de Daensisten. Zij gehoorzamen niet aan de Bisschop pen, zij volgen dus den uitdrukkelijken wensch niet van Zijne Heiligheid. Hun recht is even valsch opgevat. De Daensisten aanveerden klassenstrijd als iets redelijks, heeft De Volkseeuw van J3)cd Daens geschreven Hoe Klassenstrijd een recht 1 Er zijn verder in het programma der Daensisten veel, zeer veel punten wier goede recht en rechtveerdigheid voorzeker niet in 't oog springt. Er zijn veel zaken waarvan het tegendeel veel dichter bij de waarheid is. Wij zouden ze graag eens kalm en ma tig hun programma willen zien verde digen,'niet in bombastische artikels gericht tot de menigte welke reikhalst naar op hitsingen en uitvallen tegen de rijken, maar in eene zachte, gematigde redenee ring, geschreven voor hen die goede argumenten verkiezen boven woorden praal. Zij moeten eens spreken tot het ge zond verstand en niet tot de afgunst en den nijd van de minderen tegen de meer deren. Doch dat zullen ze nooit beproeven hunne zwakheid zou te zeer opgemerkt worden. Nemen wij een enkel voorbeeld, onder anderen hun Z. A. S. Is dat de uitdrukking der opperste rechtveerdigheid, een ideaal van goed recht Wij gelooven het niet. De menschen in de samenleving zijn niet gelijk waarom zouden zij het moeten zijn in de stembus Men heeft geen stemrecht omdat men mensch is, een verstandelijk wezenneen, WANT DAN MOETEN DE VREEMDELINGEN OOK HET kiesrecht hebben, en nochtans in alle landen worden zij uitgesloten dan MOETEN OOK DE VROUWEN KIEZER ZIJN en dat nemen de Daensisten niet aan. De mensch stemt als burger, als lid eener natie en in die hoedanigheid be staat er hoegenaamd geene gelijkheid. Een tegenstrever van zuiver algemeen stemrecht kan dus ook zeggen Het recht is het doel van mijn streven en evenals Klokke Roeland het deed, zich op de goedkeuring van den Paus beroepen. En aanstonds ziet men hoe deerlijk er neven wordt geslagen Daaruit volgt dat de bewijsvoering van Klokke Roeland op niets steunt en hoe kreupel die redeneering gaat. Dit blad zou dus veel beter gedaan hebben feiten aan te halen, woorden weêr te geven welke klaar en duidelijk de goed keuring van den H. Vader aantoonen van het Daensisme. Wij zeggen Daensisme en met rede. Inderdaad. Het Daensisme bekleedt in de geschie denis der demokratie eene bijzondere plaats niet door hare hoedanigheid verre van daar. Zij is afgekeurd door de Bis schoppen van België en Holland te Rome zelf is de hoofdman, aajed Daens, kant en klaar gemaakt wat men van zijn stelsel dacht en hoe zeer hij afwijkte van den weg dien de goede demokraten volgen. Als de Paus van demokraten spreeKt dan bedoelt hij die volksgezinde werkers, welke gehoorzamen aan de wettige Over heid Hij denkt geenszins op de scheur makers, op de woelige bende, van jajBd Daens, volgens de uitdrukking van den Observatore Romano. Onze groenen trachten profijt en voor deel te trekken uit eene dubbelzinnigheid en dat is eene oneerlijke handelwijze. gemoede zult gij uwe zienswijze niet wat veranderen In dit zelfde nummer vaart M. Planc- quaert uit tegen de kerkelijke plechtighe den welke voor de lafenis der ziel van onze betreurde Vorstin Maria-Hendrika plaats grepen. Doch daar stappen wij misprijzend voorbij en nemen Land van Aelst ter hand. Menschen het zou een schroomelijke d groote som zijn, moest men uitrekenen hoeveel de Hop van ons land al verlo- ren heeft door dat schandaleus contrakt n met den Duitschman.... Al 10 jaar duurt die Wreedheid, dat de vremde »,.Hop hier inkomt zonder ne centiem te i) betalen en dat ons Hop belast is met 16 marken 1 1 En de Kamer die dat stemde, wordt genoemd de Kamer van Volksverte- genwoordigers n Land van Aelst, 5 October 1902. Gij maakt geraas, man, en het is anders niet. Zeggen wij eerst en vooral dat wij ook betreuren dat tusschen de volkeren, tus- schen de verschillige natiën geen volko- mene wederkeerigheid bestaat. Maar in zaken van tol en grensrecht is, och arme, het recht van den sterkste, zoo dikwijls doorwegend en alleen beslissend. Zal M. Daens het veranderen, hij die eens beweerde dat het volk niet op te hel pen was uit de diepte waar het krioelt Zal hij het veranderen Laat ons hem herinneren dat ons Mi nisterie hemel en aarde heeft bewogen om het onrecht dat op de Hop drukte te ver wijderen. Het heeft alles ingeroepen wat het kon, alles gedaan wat mogelijk was, maar men wilde het te Berlijn zoo en niet anders. Er viel aan te nemen of het gansche handelsverdrag met Duitschland viel en dan kwam het tot een toloorlog. verplet terend voor ons land. Wij moesten alsdan vaarwel zeggen aan vele andere schoone voordeelen ons door het traktaat verze kerd. In onze Volkskamer zijn er schitterende redevoeringen over uitgesproken zij wa ren zoo treffend, zoo schoon, ware perels van welsprekendheid. Maar men kon niet verder. Duitschland wilde het en alsdan Werp nu in blinde ijverzucht ook den steen niet naar onze naburen van het Oosten. Ah, hebben zij gezegd, gij vraagt de wederkeerigheid, de volkomene. Maar weet gij dan niet dat dit traktaat u de grenzen openzet van een rijk van ruim 45 millioen zielen En gij Wat biedt gij ons aan Kan een uitvoer naar een land van 6 millioen inwoners opwegen tegen een van eene natie van meer dan zeven maal zooveel De ongelijkheid ware te groot, het onrecht aan onze landgenooten te schreeuwend. Zoo redeneerde men in Duitschland. Stel u in de plaats en wij vragen u in Zijn wij rechtveerdig voor alles. Het is gemakkelijk het volk op te hit sen de zaken in een valsch daglicht te stellen, maar men vergeet daarbij eene plicht dat is naar waarheid en rechtveer digheid streven door eerlijke middelen. Dat heeft het Land van Aelst verge ten, dat verliest het gewoonlijk uit het oog. Denderbode echter in zijn streven en in zijne handelingen zal altijd het goede recht eerbiedigen waar het is en naar de waarheid streven zonder te den ken op partijbelang. De socialistische gemeenteraads- heeren zullen zich op 25 October te Bergen in een congres vereenigen, om te spreken over de kiezingen van igo3. Het eierleggen in den winter. Eje zoogenoemde winterlegsters onder de kjekens zijn,gelijk men weet, geen afzon derlijk ras, maar het zijn kiekens, die vroeg in 't jaar uitgebroed werden, dien tengevolge vroegtijdig opgroeiden en legiijp werden. Maar met 't opfokken of knopen van zulke kiekens heeft men nog lang niet alles gedaan om met eemge zekerheid er op te kunnen rekenen, dat de kiekens 's winters, als er sneeuw en ijs ligt, zullen leggen. Daar de eigenlijke legtijd der kiekens het voorjaar is, is 't noodig den dieren in stal of hok een toe stand te veschaflen, die zoo mogelijk het voorjaar evenaart. Het eerste wat in den winter noodig is, is warmte dan voedzaam, doeltreffend voeder en, wat niet te vergeten is, vol doende beweging. De kiekens moetc.i een goed, ruim, gemakkelijk ingericht huis ter beschikking hebben, dat goed dicht gebouwd is en tegen koude beschut. Voorts moeten de kiekens veel licht en zonne schijn hebben in een donker en vuil hok worden de dieren niet opgewekt om te leggen. Daarom moet aan den zuidkant van 't hok licht door vensters kunnen komen. Zindelijkheid en orde moeten ook in den stal heerschen. 1-Iet voeder in den winter moet zooveel mogelijk gelijken op dat wat ze 's zomers bij vrijen uitloop buiten vinden en gebrui ken. Als groen voeder geve men kool, enz. Ook klaverhooi, vooral de blaadjes van de fijne tweede snee tot haksel ge sneden, gestoomd en met tarwezemelen en gestampte gekookte aardappelen of andere groenten gemengd, is een goed vervangmiddel van groenvoeder. Hoe meer afwisseling hoe beter. Behalve week- voeder, melk en gerst is onder anderen kalk voor de kiekens volstrekt noodzake lijk. Wanneer begonnen de Beggijnho- ven Eertijds leerde men dat de Beg- gijnhoven eerstmaals gesticht werden door eenen Luikschen Priester, Lambrecht de Begha, die in 1180 zoude het eerste Beggijnenklooster begonnen hebben te Luik. Dat leeren wordt door velen niet aangenomen. Andere geleerden beweeren dat zij gesticht werden door de H. Begga, dochter van onzen Pepijn van Landen anderen nog door zekeren Beggijn die een eerste Beggijnhof opende te Toulouse. Wat er ook van weze, zeker is het dat de Beggijnhoven talrijk waren binst de i3*, de 14* en de i5eeeuw, vooral in België. In een honderdtal steden van ons land waren er Beggijnen-kloosters. De stad Nijvel had 2000 beggijnen Luik had 17 Beggijnenkloosters waarvan het grootste i5oo beggijnen telde. Velen dier Kloosterhoven zijn verdwenen onder de geweldige slagen der Herboortc of Protestantismus. Althans zijn er menige nog overgebleven, als schuilplaatsen van stille en heilige zielen. Het groote Beg gijnhof van Gent, zegt Kraus, is vooral merkweerdig. Het werd herbouwd, ten jare 1873, ten Oosten der stad in Vlaam- schen bouwtrant, en draagt, net en lieflijk, het uiterlijke eener kleine stad uit de middeneeuwen herboren. Het Beggijnhof van Aalst kwam tot stand in 1265. Groote beweging op Ronsevaal jaar- merkt dit jaar. Verloren Maandag schijnt er voornamelijk voor geschikt. V9n jaar tot jaar is er vooruitgang. Dit jaar was het pluimgedierte voornamelijk vertegen woordigd. Geen wonder, ook de jeugdige pluimveemaatschappij van Erembodcgem is eene der knapste sociëteiten in dit vak, en zij heeft waarlijk hare schoonste stuk ken aangebracht. De patroon van 't gevo gelte, Ridder Leo Schellekens, slaat hier de maat. Een goed lot jonge hengsten en een even merkweerdig lot jonge stieren, waarvan sommige afstammelingen van groote weerde. Dit waren de beste num mers van de jaarmerkt. In pluimgedierte en jong vee zijn voor namelijk zaken verricht. Er waren nog menigvuldige vragen naar jonge stieren, afstammelingen van keurdieren uit het veestamboek. Dit is van gotde beteekenis voor de toekomst. Op meest al de jaar merkten zijn er verkoopers genoeg maar geen koopers Hier was het gansch tegen overgesteld. Wij hopen wel dat onze vee kweekers tegen toekomend jaar jong gerief zullen aanbrengen, want Ronsevaal moet de jaarmerkt worden, voor jonge stieren dienstig voor veekweeksyndicaten. Deze die hier verkocht hebben, zullen tevrede zijn, daar ze wel, zeer wel, verkocht heb ben. Het is eenieder bekend dat dit volks feest is ingericht door de zorgen en onder 't geleide van den Heer Minister De Bruyn, en zijne Schoonbroeders de Hee ren Ridders Schellekens van Ronsevaal. Benevensdeze Heeren waren menigvul dige landbouwvrienden opgekomen om het feest op te luisteren. De Z. E. H. Deken van Aalst, Baron Leo Bethune, Pastoor Sadones van Erembodcgem. E. I I. Van der Schueren en M. August Van der Schueren. M. Mopfils, M. Vemieuwe van het Ministerie van Landbouw, Louis Van der Snickt en meer. Ridder Leo Schellekens bracht een hertelijk woord van dank aan de Tentoon- stellers en de Heeren Juryleden alsook aan de vrienden die dit feest kwamen op luisteren en voornamelijk aan Baron Leo Bethune, die zijnen betreurden vader, oud-medestichter van Ronsevaal-Jaar- merkt, op die plechtigheid vervangt en nooit te kort blijft waar het de verdediging geldt van Landbouw en Arbeid. Geen twist, geene opmakerij Vrede en een drachtig streven van alle weldenkende lie den die gezag hebben, kunnen alleen den toestand verbeteren en den vooruitgang begunstigen. M. de Minister De Bruyn ('t ware moeilijk het woordeken Minister achter te laten) spreekt een woord van aanmoedi ging voor de tentoonsteller en noodigt ze om steeds met meer iever de foor van Ronsevaal op te luisteren. Het doel der inrichters is de mindere landbouwers aan te moedigen. Geen enkel vak van vee kweek is hier verwaarloosd en de foor begunstigtbfj voorkeurden lokalen kweek. Dit Volksfeest, eene ware Vlaamsche Kermis, waar 't muziek en de dans het minste ontbreken, is uiterst wel afgeloopen, en is de Heeren van Ronsevaal een nieuwe titel aan de welgemeende en welverdiende genegenheid die ze op gansch den Steen weg genieten. (Medegedeeld). 23® Vervolg. Hij was groot en forsch gebouwd. Zijne kastanjebruine lokken omlijstten krullend een regelmatig, schrander gezicht, waarin een paar helderblauwe oogen straalden en dat uitliep in een kleinen, puntigen baard. Op de passagierslijst stond hij inge schreven als Olivier Fromentel, schilder van beroep. Hij scheen zeer vroolijk gestemd en, terwijl hij op de ellebogen over de ver schansing leunde en in het kalme zeewater zag, neuriede hij een liedje uit eene operette. Intusschen daalde de mist, dien de kapitein bij het vertrek reeds had voor zien, langzaam neer en belemmerde al meer en meer het uitzicht de horizon rondom het stoomschip werd nauwer. Eensklaps hoorde Olivier eene zware basstem in het franschachter hem zeggen: Verduiveld, dat is een leelijke mist. Hij keerde zich om en slaakte een vreugdekreet. Komaan, een landgenoot, riep hij uit. De man, die voor hem stond, kon on geveer vijftig jaar oud zijn hij was kort van gestalte, zwaarlijvig en had een hoog- I0Met de handen in de zakken van zijnen wintert,ak zag hij voor zich uit en mon sterde de lucht met een kennersblik. Neem mij niet kwalijk, mijnheer, dat ik zoo vrij ben u aan te spreken, of schoon ik nog niet het genoegen hebui te kennen, zegde Olivier, maar aan boord van eene stoomboot behoeft men de etiket „iet zoo strikt in acht te nemen, als aan den vasten wal, nietwaar Het is rmj inderdaad een genoegen,in ueen Fransch- man te ontmoeten. Welzeker, welzeker, zegde de man met de basstem, mij ook, verduiveld, het doet mij plezier weer eens mijne moeder- ual mh°ore„ spreken, „adat ,k zooveel jaren onder de Engelschen heb geleefd. Hij keerde vervolgens terug tot het denkbeeld, wat hij zooeven had uitgespro ken, zag opnieuw naar de luchten bromde on bedenkelijken toon Om het even, het ziet er op zee met g°- Hoe dat vroeg Olivier Fromentel, die thans met zijnen rug tegen dei ver- Khansing leunde en een sigaar opslak, Ski Bij dat wij slecht weer te wachten hebben Zie eens aan, de zee goift ter nauwernood, men zoo meenen op een "fiver van het Luxembourg te varen en ik kan in mets een naderenden storm be speuren, maar ik ben geen zeevaarder, tk heb van die dingen weinig verstand. En hij voegde er bij, nadat hij een trek aan zijne sigaar gedaan en een groote rookwolk voor zich uit geblazen had - En dan, wat zou het nog zijn, als wij eens schipbreuk leden. Het moet wel aardig zijn, zoo'n schipbreuk, ik heb er dikwijls genoeg naar verlangd, er nog eens eene bij te wonen. Mijnheer, gij zijt geen zeevaarder, maar ik wel, ten minste, ik ben het ge weest, wat op hetzelfde neerkomt. Ik heb langen tijd op zee gevaren en gij nooit. Ik zeg dat de hevigste storm minder gevaar lijk is dan de mist. En hij voegde er iets zachter bij Vooral in eene zoo druk bevaren zee als deze. O ja, zegde de jongeling met het oog op mogelijke aanvaringen niet waar Juist. Ja, men moet een onaangenaam oogenblik doorleven, wanneer men zoo eensklaps uit den mist, op korten afstand van zijn schip, een donker gevaarte ziet opdagen en tot de overtuiging komt, dat eene botsing onvermijdelijk is, maai er worden toch lichten aangestoken en men luidt de bel. Men schiet zelfs het kanon af, sprak de zwaarlijvige man, maar dat helpt meestal niet veel. Is de mist dik dan belet hij dat men de lichten op verder afstand dan twintig meters ziet en men hoort het luiden van de bellen eerst, wanneer het te laat is om den schok te voorkomen. Zelfs het gebulder van het kanon wordt ge dempt, in die loodzware luchtgesteltenis. Verduiveld, zegde Olivier, dan be staat er geen middel om aanvaring te voorkomen en moet alles aan het toeval overlaten. Aan Gods genade, zooals wij zee lieden zeggen, ,- Verduiveld, herhaalde de jongeling, ge moet weten, alle gekheid terzij gesteld, dat het mij minder zou bevallen onver wacht naar den kelder te gaan, zonder de voldoening zelfs te hebben op het oogen blik van mijne dood het verheven schouw spel te genieten. Eene schipbreuk in hevigen storm, dat zou mij nogal toe lachen, maar eene aanvaring in den mist, waarbij men niets ziet, in het geheel niet. De oud-zeevaarder glimlachte om de vroolijkheid van zijne medepassagier en zegde Gij zijt nog jong. Zes-en-twintig jaar. Ik heb vier maanden door Engeland gezworven en verlang er nu vurig naar, mijn Frankrijk terug te zien, waai heen ik eene schoone verzameling schetsen meebreng, want ge moet weten, mijnheer, dat ik schilder ben, ik maak er mijn werk van om de schoon heden der natuur zoo goed ik kan op het doek over te brengen. Dat is een schoon werk, mijnheer, zegde de zwaarlijvige man op gemoede lijken toon. Zes-en twintig jaar, verdui veld, dan is men in het beste deel van zijn Verwisselde rollen. Het kasteel Rouvroy, bij Virton, is door eene verjaagde Fransche kloostergemeente aangekocht, namelijk deCarmelietersen.die voor over ste hebben de dochter van generaal de Sonis. Het kasteel Rouvroy hoorde vroeger toe aan den grootsten nonncnplager, die België ooit gekend heeft, aan den beruch- tcn Bouvier, den held van het school onderzoek. Hij zal nooit gedacht hebben dat het huis, waar hij den ondergang van het catholiek onderwijs bewerken wilde, eens tot huisvesting zou dienen van haar die hij verjagen wilde. Kon hij nog eens terugkomen, met zijn berucht gebleven u Gendarmes, faites SORT1R CES PEMMES Maar nu, u die tijd is lang voorbij, zong Willem De Mol. leven en ik kan zeer goed begrijpen, dat gij aan het bestaan hecht. Welnu, ik, mijnheer, nu wij aan 't klappen zijn ge raakt, ik heb er mijne gegronde reden toe om er ook aan te hechten, misschien nog sterker dan gij. Zoo. Ja, het is zooals ik u zeg. Zie, ik weet natuurlijk niet of gij ei goed voor zit, maar in elk geval, gij reist voor uw plezier, dus moet ge niet zoo erg schraal bij kas zijn. Bovendien,gij hebt het leven waarschijnlijk nog niet van den donker sten kant leeren kennen, maar stel u eens een man van drie-en-vijftig jaren voor, een oud-zeeman... Hier hield hij even op om adem te scheppen, zooals hij in het begin van het gesprek reeds had gedaan toen hernam hij Stel u voor, zeg ik, een oud-zeeman, die zoowat overal heeft rondgezwalkt, op alle zeeën, zonder dat hij er meer bij ge wonnen heeft, dan dat zijn huid geblakerd is, en zijne beurs is ledig gebleven. Hij is getrouwd, heeft eene dochter, maar geen geld. Van familie geen spoor. Hij heeft wel eenen verren bloedverwant, die schatrijk, millionair moeten zijn, maar die bloed verwant, die schatrijk, millionair moet zijn, maar die bloedverwant heeft zich nooit iets aan hem gelegen laten liggen, het is juist zoo goed alsof hij hem niet had, hij hoort nooit iets van hem, Ten slotte gaat de reederij, waarvoor hij vaart op de flesch, bovendien dat rusteloos zwerven is hij moe. hij wil ook wel eens bij vrouw en kind blijven, daarvoor is men toch ge trouwd Na veel moeite krijgt hij een mager postje aan wal, aan eene haven van Engeland, Cardiff. Daar heeft die oud zeeman zeven jaar geleefd, treurig, met de grootste zorg om met zijn tracte- ment rond te komen. Eensklaps brengt de telegraaf hem het bericht, dat die verre bloedverwant dood en zijne dochter, die van den oud-zeeman, eenigc erfgename is. Vijf millioen, mijnheer, vijf millioen, is dat niet om van te duizelen Eerst twijfelt hij er aan, hij vraagt zich af of hij niet slachtoffer van een flauwen grappenmaker of misschien een oplichter of zoo iets is, hij vraagt bevestiging van het bericht, hij ontvangt een uitvoerigen brief van den notaris en dan vertrekt hij. Zeg nu zelf, mijnheer, of het voor zoo'n man niet hard zou zijn, nog in dc haven schipbreuk te lijden, alvorens hij had kun nen genieten van eene welgesteldheid, die deze erfenis hem nog zoo ter elfder ure heeft aangebracht. Olivier Fromentel begon tc lachen en zegde Gij zijt dieoude-zeeman, nietwaar, mijnheer Ja. Dan wensch ik u geluk. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1902 | | pagina 1