Donderdag 16 October 1902 5 centiemen per nummer. ft6sle Jaar 5718
Vrij
onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad
en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL. VRIJHEID.
De liberale partij.
HET PORTRET
De nieuwe wetgeving
onderwijs in Engeland.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
nden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE SEEM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen oj
3d® bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bü accoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, i5 October 1902.
Onze moedige cn gevierde Volksver
tegenwoordiger, M, Woeste, welke, uit
wrok over de bloedende geeselingtn die
hij hun toedient, door de blauwen en roo-
den, maar vooral door de groene krawat-
ten, zoo haalvol wordt belogen en belec-
digd, heeft in a La Revue générale b
een merkweerdige bijdrage meegedeeld
over de laatste wetgevende kiezingen.
Wij willen er dat deel uitknippen be
trekkelijk den handel en wandel onzer
blauwe tegenstrevers
Het is pijnlijk te bestatigén, zegt M.
Woeste, dat de liberalen, ondanks de
lessen der geschiedenis, en den weder
stand, dien de bevolking aan hunne in
zichten biedt, voortgaan met hunne fortuin
te zoeken in de godsdienst- en school-
kwestiën. Zij hopen ongetwijfeld vroeg of
laat de meerderheid des volks tegen de
Kerk en de Geestelijkheid op te ruien,
aldus de radikalen en socialisten op hun
nen kant te krijgen, en van hen hulp te
bekomen en eenig uitstel om de hervor
mingen te verwezenlijken, waarover men
niet eens is. Zullen zij daarin lukken Ik
betwijfel het.
Wat zeker is, 't is dat van nu af, om
dit doel na te streven, hun bijtredingen
zijn verworven, komende van de uiterste
punten, van M.Furnémont,bij voorbeeld,
die op het Congres van het vrijgtdacht
van 8 Juni 1902, de socialisten gelaakt
heeft; die zich willen bepalen op econo
misch gebied,en weigeren rationalistische
propaganda te maken ook nog die van
M. Pergameni, die een woord van M.
Gambetta toepassende, zegde
Welke ook onze bijzondere denkbeel-
den zijn, vergeten wij niet dat het cleri-
calism de vijand is, en dat wij, zoo wij
niet willen dat België een capucienen-
nest worde, zoo wij de wetenschap, den
vooruitgang, de eer, het heden en de
toekomst van ons land willen redden,
het clericalism moeten ncdervellen.
Nedervellen wat beteekent dat
Bedoelt men geweldige middelen Mis
schien wel.De vijanden van het Catholicism
zijn bedwelmd door het voorbeeld der
Fransche radikalen. Doch, in alle geval
is er kwestie den Godsdienst uit al de
scholen te bannen, en zelfs de lichte toe
gevingen der wet van 1879 weg te cijferen;
er is ook kwestie van de plagerijen te ver
ergeren, door Bara tegen de Geestelijk
heid gerichten het doel is een geslacht
te vormen zonder God, doordrongen van
eene onverzettelijke vijandschap tegen
over de Kerk.
i) En 't is om onder zulk vaandel ten
strijde te zijn getogen, dat de liberalen en
over klagen, dat de toestand niet normaal
is, dat de calholieken sedert achttien jaar
aan 't bewind zijn, alhoewel in een parle
mentair land dezelfde partijen niet immer
't gezag dienen in handen te hebben.
i) Alles -wel beschouwd, kunnen zij
dezen toestand enkel aanliu.i eigen wijten.
In Engeland volgen behoudsgezinden en
liberaler, malkander aan 't roer op, met
ecne bijna wiskundige regelmatigheid
daar echter zijn zij slechts door verschil
van denkwijze gescheiden tusschen hen
bestaat die radikale verdeeldheid niet,
welke bij den val van een der partijen de
grootste verwikkelingen zou kunnen in
't leven roepen. Bij ons zou het er gansch
andets toegaan.
De Belgische liberalen kleven eene
geweldige politiek aan en 't is zeker de
inhuldiging niet van het monument Van
Humbeeck, door M. Graux begroet als
wekkende de onverwelkbare hoop op
vergelding en weerwraak die van hun
nentwege eenen terugkeer tot de wijsheid
aanduidt. De fouten, door hen op elk ge
bied bedreven hebben zoodanig hen met
minachting overladen, dat, zoo de ver-
cenigde minderheden, onder den invloed
van gunstige omstandigheden, er moesten
in slagen een zeker, ge tal kamerzetels aan
de calholieken te ontrukken, zij onbe
kwaam zouden zijn te besturen zonder de
ondersteuning der socialisten, en deze
zouden zeker die hulp duur doen betalen;
daarbij zouden zij zich niet kunnen staan
de houden, zelfs niet gedurende korten
tijd, zonder de antigodsdienstige dweep
zucht op te hitsen en zonder aldus de
uiterste partijen te overtuigen, dat hun
de baan wordt opengemaakt.
Wil dit zeggen dat er gec-ne rekening
is gehouden van het bestaan eener liberale
partij, welke nog eenige wortels behoudt
in de burgerij der steden, in den koop
handel, in de vrije ambten cn in de hooge
nijverheid Sommige tegenstrevers be
weren het maar hoe weinig gerechtveer-
digd is dit verwijtHet aandeel der libe
ralen heeft niet opgehouden op de meest
verscheiden gebieden zeer ruim te zijn.
0 Zij zijn zeer talrijk in de openbare
ambien en in de rangen des legers ra
de Academie, in de Nationale Bank, in
de Rekenkamer, in de Spaarkas, in de
Magistratuur, in de Burgerwacht zijn zij
ofwel meerderheid ofwel eene zeer sterke
minderheid. En men zou hun nog meer
moeten geven En men zou de liberale
benoemingen moeten opeenstapelen, op
gevaar af hun de ontvangen weldaden
tegen de Regeering te zien keeren Dat
zou eene politiek van gefopten zijn
Ziedaar de ware toestand der liberale
partij.
DOOR
8TRANIERO.
OVER HEX
Nu de smart en vreugdekreten in En
geland weggestorven zijn en ieder weder
zijne koortsige bezigheden heeft herno
men, houdt men zich onledig met rede
twisten over de nieuwe wetten door Mijn
heer Balfour voorgesteld betrekkelijk de
tusschenkomst van den Staat in de on-
dei wijsgestichten.
Zooals men weet bestaat in Engeland
niet wat men heet officitële scholen, dat
is te zeggen instellingen door den Staat
opgericht cn aan het leven gehouden.
Het nieuwe voorstel raakt alleen het
lager en het middelbaar ordeiwijs en
daar het voor doel heeft het schoolgaan
aan te moedigen en uit te breiden, zou
ons land waar dezelfde zaak, jaar in jaar
uit, aan de dagorde staat, er een oogje
dienen op te slaan, ten einde desnoods
rekening te houden van de ondervinding
der eilanders opgedaan.
Tot in 1870 bestonden in Engeland
geene andere dan vrije of anders genoemd
belijdende scholen. Catholieken en An-
glikanen richten elk de hunnen op en
onderhielden ze met hunne giften, terwijl
de andere afgescheiden godsdienstsekten
voor dat doel nooit een penning uitgaven.
De Staat kwam ter aanmoediging bij
door het geven van eene toelage gelijk
aan het derde der onkosten, wanneer het
gesticht zich onderwierp aan haai toe
zicht, doch, dit stelsel sleepte na zich een
noodlottig gevolg, namelijk dat weinig
jonge lieden een betamelijk onderwijs ge
noten.
In 1870 werd eene wet aangenomen
welke dit stelsel omverwierp en een an
der in voege bracht, namelijk de inrich
ting van schoolbesturen (lees niet berelc-
ken). (1)
Deze besturen werden door de bevol
king voor drie jaren gekozen, evenals de
gemeenteraden, cn hadden voor opdracht
scholen in te richten in hunne omschrij
vingen.
De nevengedachte was de belijdende
scholen niet te raken, maar integendeel
deze te ontwikkelen en uit te breiden.
Alleen wanneer in eene gemeente geene
school bestond, had het schoolbestuur
het recht er eene in te richten doch op
gansch wereldlijken voet.
Doch deze besturen vielen meest allen
in handen van partijgangers die het doel
der wet verdraaiden.
Zij verklaarden den oorlog aan de belij-
20® vervolg.
k Ja, inderdaad, beaamde hij op
ietwat treurigen toon.Ik kom van avond
hier, wijl men mijne hulp heeft ingeroe
pen voor eene dringende zieke en ik was
bang reeds te laat te komen.
Nadat Abbé Lambert zijne kleederen
gedroogd en een kop koffie had gedron
ken, begon mijnheer de Champanbert
hem op bescheiden wijze te polsen aan
gaande den tijd zijner aankomst in deze
streken en de berichten, die hij vroeger
ingewonnen had betrekkelijk de vroegere
heeren van dezen grond. Abbé Lambert
scheen onderricht van het belang, hetwelk
mijnheer de Champanbert dwong hiernaar
een onderzoek in te stellen en hij be
spaarde hem de noodzakelijkheid van
meer rechtstreeks te moeten vragen, door
opernstigen, droeven toon te zeggen
Toen ik voor ongeveer zestien
jaren hier aankwam, was de familie de
Malpeire zoo goed als vergeten. Zelfs
2'inspeelde men bijna niet meer op de nood-
lottige gebeurtenis, die hun vertrek voor
afging.
(1) Waar dat woord is uitgekomen mag de
weten
dende scholen en werkten ze op allerlei
wijze tegen.
Daar zij het recht hadden belastingen
te heffen, richtten zij, nevens vrije scho
len, er anderen op die de eersten afbreuk
deden, en bouwden gestichten even kost
baar als onnoodig.
Catholieken en Anglikancn moesten dus
niet alleen hunne eigene instellingen
onderhouden, maar ook nog de mededin
gende scholen helpen bekostigen.
Zoo is het eilaas in België ook nog
gestild
Gelukkig werd de kiezing van 1894
over dit vraagpunt gedaan en het vrij on
derwijs gered door het vernietigen der
radikale staatspartij die niets beters zou
gevonden hebben dan de vrije gestichten
af te schaffen met hun de toelagen van
den Staat te ontnemen.
Het ongeluk zou groot geweest zijn als
men bedenkt dat het belijdend onderwijs
r40oo scholen telt tegen 5700 officieële
De nieuwe Kamers werden dus ge
dwongen het vraagpunt te bespreken en
eene oplossing te zoeken.
Niet alleen hadden zij voor plicht het
lager onderwijs herin te richten, doch
ook het vakonderwijs, beiden omtrent
niets waardig, en ze in verband te bren
gen met het hooger onderwijs.
Ziehier tot welken uitslag de bespre
king heeft geleid De gemeenteraad heeft
van nu af de hoogere hand op het onder
wijs. Hij noemt afgevaardigden belast
met het toezicht over de gestichten. De
eerste afgevaardigden worden gekozen
door den raad zelve zij voegen zich
eenige personen toe die zij bekwaam ach
ten met raad en daad bij te staan.
Overal waar de gemeenteraden deze
inrichting aannemen zijn de oude bestu
ren afgeschaft, doch deze blijven bestaan
in tegenovergesteld geval.
Onnoodig aan te wijzen welke voor
deden van onpartijdigheid aldus in het
leven geroepen zijn.
De nieuwe wet tracht iedereen voldoe
ning te geven.
Alle scholen van welke geloofsbelijde
nis ook, worden door de gemeente on
derhouden, en daarbij is het geven van
toelagen aan het toezicht der overheid
onderworpen, beide goede grondbegin
selen.
De gemeenteraden hebben daarenboven
het recht een derde der bestuurleden te
noemen van iedere school, en deze is
onderworpen aan het toezicht der Staats-
opzichters.
Ieder gesticht is gehouden alle leerlin
gen aan te nemen die er het onderwijs
verlangen te genieten, doch de leerlingen
cener andere geloofsbelijdenis dan die
gene die in de school wordt onderwezen
heeft het recht den leergang van gods
dienst niet bij te wonen, en enkel de
andere wereldlijke lessen te volgen.
Meer nog, de ouders eener geloofsbe
lijdenis hebben het recht de inrichting
eener school voor hunne kinderen te
eischen wanneer er geen van hun geloof
bestaat, al ware de andere ook groot ge-
no' g en op voldoende wijze ingericht om
aan allen het onderwijs te verschaffen.
Zoo vrijwaart de nieuwe wet de rechten
van iedereen en wordt vrede en gelijk
heid voortgebracht waar vroeger enkel
onrust en plagerijen bestonden.
Opgesteld door een dronkaard.
A Is het aker, dat drinkvuur bevat.
B Is de borrel, van 't duivelsche nat.
C Is Cornelia, die zit in 't buffet.
D Is de dronkaard, als zwijn in zijn bed.
E Is zijne Ega, in lompen gehuld.
F Is de flesch, op den duur maar gevuld
G Is 't gelag, aan den tapper betaald.
H Is de hospes, die 't geld naar zich haalt
J Is jenever, met water verdund.
K Is het krijtje, met dubbele punt.
L Is de la, voor den tapper zijn geld.
M Is de munt, die hem toe wordt geteld.
N Is de neus, rood als gloeiende vuur.
O Is het onheil, gesticht op den duur.
P Isdepestwalm, dieheerschtindekroeg
Q Is Quirinus, braaf dronken al vroeg.
R Is de roomer, bij ruzie of jool.
S Is sladood, maar des dronkaards parool
T Is de toonbank, met geld in de la.
U Is het uur, der vergelding hierna.
V Is het vaatje dat pronkt op de bank.
W Is het wee, dat ontstaat door den drank
IJ Is de ijskou, in 't harte ontstaan.
Z Is de ziel, die verloren zal gaan.
J. Motuans.
Maar gij weet er van riep de
Markies uit.Gij hebt gehoord van de
eenige dochter van den laatsten Baron,
Freule de Malpeire
De goede oude Priester verhief zijne
handenen blikken ten hemel en sprak
ernstig en met klem
Moge God medelijden hebben met
de ziel dier arme vrouwEn ook gij moet
haar vergeten zij heeft door bitter lijden
voor hare zonden geboet.
Gij kent dan Freule de Malpeire
persoonlijk 1 onderbrak ben nijnheer
de Champanbert hev.g opgewonden.OlJ
kont mij zeggen welk het einde ,s geweest
van haar ongelukkig leven.
Het is eene onaangename geschie
denis, mompelde Abbé Lambert het
hoofd schuddende, als aarzelde hij om die
oiinlijkc herinnering te doen herleven.
Doch de Markies wilde van geene weige
ring hooren en ten laatste ving hij aan
JL Ten tijde der ontvluchting van
Freule de Malpeire, was ik pastoor van
ct c een dorpje in Provence in het
diöcec's Aix. Hot gezin van Franso.sP.na.
tel woonde in die Plaals-H'J
onder den naam van Abbat, omdat hij
bii tie dorpsfeesten aan het hoofd, der
fó .ge bede,, sto, d. De Pinatels behoor,
den tot den alouden stam van loeren, d,e
reeds voor diie 1 vierhonderd jaar van
vader op zoon in bezit waren van een
eigen stek gronds cn dit zeiven bebouw-
Onwetendheid.— Op i6o5 ingeschre
ven Brusselsche milicianen, waren er 136
volkomen ongeletterd, 18 konden nauwe
lijks lezen. Bijna 10 p. h. onwetenden 1
Een twintigtal jaren geleden was het
reeds zoo en wijlen M. Coomans kon
zeggen in de Kamer, met de officieele
statistiek in handen, dat voor de geleerd
heid zijne Kempische boeren de bewoners
van Brussel ver vooruit waren.
Indien wij sedert dien weg hebben af
gelegd is het echter in achterwaartsche
richting.
Zou 't anders kunnen zijn, wanneer eene
heele partij zich bezig houdt met het be
kampen van het godsdienstig onderricht
Zonder de hulp onzer vrije scholen in
de opvoeding der massa, zouden de onge-
letterden nog veel talrijker zijn.
Zij die de Kerk bestrijden cn hinder
palen in den weg leggen aan het christelijk
onderwijs, zijn de ware werktuigen der
onwetendheid.
den. De moeder, eene eerzame vrouw,
die hard werkte voor den kost en zeer op
de kleintjes lette, bestuurde de huishou
ding. Zij had haren oudsten zoon uitge
huwelijkt aan een meisje, dat voor bruid
schat een lap gronds meebracht ter waar
de ongeveer van duizend kronen, en zij
leefde in dc beste verstandhouding met
hare schoondochter. Op zekeren dag
kwam zij mij het nieuws berichten, dat
haar tweedezoon ging trouwen met Freule
de Malpeire. De weduwe was in geenen
deele door deze verbintenis met den adel
verblind.
't Isalles geen goud water blinkt.»
sprak zij. Er is geen woord gerept over
een huwelijksgift en. als de ouders het
meisje niet meer willen zien noch tot haar
spreken, zullen zij haar hoogst waarschijn
lijk ook wel onterven. Zuik een huwelijk
lijkt ons volstrekt niet. Wat zullen wij met
dat fijne dametje bij ons aan huis doen
Denkt zij misschien, dat wij allen s'il vous
plait voor haar zullen spelen Maar het
helpt niets, of men daar al van spreekt
Francois heeft haar naar de hceve ge
bracht en er schoot niets anders over dan
z> getrouwd te krijgen. Doch uit den
grond van mijn hart wenschte ik, dat het
dametje nooit bij mij over den dorpel was
gekomen.
Ik deed al wat ik kon om haar het
huwelijk van haren zoon in een ander
daglicht te doen beschouwen en haar over
te halen met meer chrislelijken geest de
jonge vreemdelinge tc verwelkomen, die
een lid van het huisgezin geworden was.
Maar ofschoon zij, gelijk dc wereld het
noemt, eene goede vrouw was, bezat
vrouw Pinatal geen enkel der godsdien
stige beginselen, welke ik haar trachtte in
te printen en al mijne pogingen waren
vruchteloos.
Juist in dien tijd werd ik door den Bis
schop naar Aix geroepen om onder zijn
toezicht een werk te voleindigen, waar
mede ik 's jaais te voren een aanvang ge
maakt had. Ik bleef gidurendetwee maan
den van mijne parochie afwezig en het
was omstreeks Kerstmis, toen ik naar
huis wederkeerde.
Laat in den avond kwam ik aan, na een
gedeelte van den Weg te hebben geloopen
en, daar er een koude motregen begon te
vallen, spoedde ik mij naar de woning der
Pinatels, die aan dc baan lag op ongeveer
één mijl afstand van het dorp. Hun huis
was een groot, slecht opgetrokken gebouw
met ongepleisterdc muren. De buitendeur
verleende toegang tot een soort van plein
vol rommel, stapels rijsbossen en mest-
hoopen.
Het was zeer donker en, terwijl ik het
plein overstak cn met mijn stok tastende
naar den uitgang zocht, hoorde ik voor mij
iemand uitroepen
a Francis, zijt gij daar eindelijk?
Ik naderde en maakte mij bekend,
waarop degene, die gesproken had, plot
seling den hoek van het huis omging en
verdween. Ik stiet de deur open, die op
een kier stond, en door de stal gaande,
kwam ik in de kamer, waar het huisgezin
gewoonlijk zat. Het was een vrij lang ver
trek, maar zoo duister en zoo vol rook,
dat ik in 't eerst moeilijk iets kon onder
scheiden.
Toen ik binnentrad zat de geheele fami
lie rondom de tafel. Als zij mij zag, stond
vrouw Pinatel op, zeggende
Och hemel mijnheer Pastoor,
hebt gij zonder licht door de stal moeten
gaan Vondt gij de deur dan open
o Er was iemand op de plaats, ant
woordde ik,ik denk uwe schoondochter,
die op haar man wachtte.
De weduwe haalde de schouders op en
de oudste zoon bromde tusschen de tan
den
Dan kan zij waarschijnlijk den ge-
heelen nacht wel buiten blijven.
Ik zat op de eereplaats onder de voor
uitstekende schouw, waartegen glanzend
tinnen schotels prijkten. Twee kleine
blokjes hout brandden langzaam in deu
haard en,ofschoon het uur van avondeten
reeds voorbij was, hing er nog altijd een
ontzaglijk groote pot tusschen de asch te
pruttelen»
WarJt voortgezet.