Dondeidag 25 December DM)2 5 centiemen per nummer. SG5*0 Jaar 5765
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
KERSTMIS
Maria Van Brabant
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
SLAVEN DER
VRIJDENKERIJ.
De werkmanspensioenen.
Kolen in de Kempen.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schryft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE IL'CM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 24 December 1902.
Rome had het toppunt zijner macht
bereikt, zijne heerschappij strekte zich
uit van de boorden des Atlantischen
oceaans tot aan den Pe rzischen golf en
van den rand der Germaansche oorwou
den tot aan den brandenden Sphara.
Rome beheerschte bijna heel de toen
bekende wereld en daarbuiten bestonden
er nog slechts natuurvolkeren, door de
Romeinen barbaren genoemd.
In al de overwonnen landen had de
Roomsche beschaving met het Roomsche
heidendom binnengedrongen.
En wat was dan die hooggeroemde
Roomsche beschaving
Onder bedriegelijke uiterlijke verfijnd
heid, soms schijnheilige strengheid en
eene hooge kunstontwikkeling schuilde
een modderpoel van ondeugd en zeden
loosheid, waarvan weldra de heele samen
leving moest schipbreuk lijden.
De slavernij, het pauperisme, de ver
worpen toestand der vrovw, de burger
oorlogen, de knagende kanker van het
zedenbederf en vele andere oorzaken
maakten den ondergang der Roomsche be
schaving onvermijdelijk. Het verval nabij
en noch de geduchte krijgsmacht, noch
het genie der dichters noch de welspre
kendheid der redenaars van den ((Forum»
konden dit verval tegenhouden. Het
menschdom bevond zich als op den boord
van eenen afgrond waarin het zou ten
gronde gaan, kwam er geene hulp of
redding opdagen.
Gewichtige gebeurtenissen werden alom
te gemoet gezien eene bange verwach
ting zweefde over alle volkeren en som
mige rechtschapen, klaarziende heiden-
sche schrijvers, wier wijsbegeerte in de
grove godenleer der Grieken geene vol
doening meer vond, getuigen dit.
De tijd voor de komst van den Messias,
door de profeten voorspeld was aangebro
ken. De scepter van Juda was in vreemde
handen overgegaan.
Het Joodsche volk had niettegenstaande
zijne talrijke ongetrouwheden, de kennis
van den waren God bewaard en de voor-
zegging van eenen Verlosser was den
Historiek-Dramatiek verhaal.
2® vervolg.
Een wreede ziekte, de pest, was op
't leger gevallen de Koning had zich
opgeofferd, was ziek gevallen en gestor
ven te Damiette zijn zoon Philippus,
ook ziekelijk, doch aan 't herstellen, kwam
langzamerhand naar Europa terug in dub
belen rouw, want zijne huisvrouw Isa
bella was eenige weken te voren overle
den, hem vier kleine kinderkes achterla
tende.
Het Koninklijk Huis van Frankrijk
was dus in diepen, diepen rouw gedom
peld alle feestelijkheden werden opge
schorst 't was al rouw en zwart dat men
zag.
Zoo ging de Winter van 1222 voorbij,
en als het 1223 werd tn dat wederom de
slapende natuur herleefde en dat wederom
het jeugdige groen de menschen van dien
tijd verkwikte en verheugde, terwijl de
bloemen en de vogelen kwamen toonen,
dat op den aardbol niet alleen brood is en
Joden bekend doch vele vormden zich
van den beloofden Messias eene verkeerde
opvatting zij stelden zich een Messias
voor als een koning, machtig als David
en rijk als Salomo, die ze van het vreemde
juk zou verlossen.
Keizer Augustus had bevel gegeven
door heel zijn Rijk tot eene volksoptelling
over te gaan en ook bij de Joden moest
dat bevel uitgevoerd worden.
Te Nazareth woonde eene jonge vrouw,
Maria genaamd, een engelachtig toon
beeld van deugd en godsvrucht, de uit
verkoren Maagd waaruit Gods zoon moest
geboren worden. Zij had zich met den
timmerman, Jozef, haar echtgenoot, naar
Bethlehem op weg begeven, om zich daar
voor de optelling te laten inschrijven
beiden waren afkomstig uit het koninklijk
geslacht van David.
Te Bethlehem waren Maria en Jozef
verplicht, daar er in de herbergen geene
plaats meer was, buiten, in eene ellendige
hut of stal, waar de herders soms hunnen
intrek namen om den nacht door te
brengen.
Hier vond de voorzegging der profeten,
de beloften van God zelf hare vervulling.
Hier werd de Messias, de Zaligmaker
geboren, de gewichtigste gebeurtenis der
verloopen en der toekomende eeuwen
werd voltrokken.
Hier loopt het oude verbond ten einde
en blinkt de dageraad der herborenwor
ding van het menschdom.
Hier is en blijft het keerpunt der ge
schiedenis, even als de Menschwordmg
het verhevenste wonder is der Goddelijke
goedheid en liefde.
Aanbidden wij met de vrome herders
het goddelijk wichte dat daar, met ge
balde vuistjes, op zijn zacht beddeken van
hooi in eene krib ligt te slapen en voegen
wij onze zwakke stem bij het koor der
engelenschaar, die de lucht doet weergal
men van den hemelschen zang
Glorie zij God in den iiooge en
VREDE DEN MENSCHEN VAN GOEDEN
Volgens de groote koppen der vrijden
kerij moet men aan zijn geloof verzaken
om zich los te worstelen uit de slavernij
en eene onbeperkte vrijheid te genieten.
Van welken aard de vrijheid is welke de
vrijdenkers genieten, blijkt uit het vol
gende feit dat door la Croix du Var
wordt verhaald
Een dezer dagen werd, in eene paro
chiekerk van Toulon, een nog al belang-
deftig bestaan voor elk die van goeden
wil is, maar ook welvaart en vreugd, als
dan in Maart 1822 kwam andermaal een
koninklijke bode uit Parijs naar Brussel
nu was de bode een plechtig gezantschap
die aan hertog Jan de hand kwam vragen
van zijne zuster Maria voor den jongen
Koning-weduwenaar van Frankrijk Hij
had te Parijs en te Brussel hare deugden
en hare zedigheid bewonderd, die neg
verre hare schoonheid overtroffen, en hij
wilde die schoone jeugdige bloem van
Brabant nevens hem op den troon plaat-
SC Sedert de dood van zijn vader Lode-
wijk IX, was Philip droefgeestig en treur-
moedig geworden. Alle grootheid en rijk
dom dienden hem tot last, het leven walg
de hem. Het was met moeite dat hij zich
nog met eenige Staatszaken bezig hield
hij liet alles over aan een ervaren man,
aan een soort van Staatsminister genaamd
Pieter La Brosse, braaf in schijn, maar
deugniet in zijn hart door vleierijen en
allerhande slimme trekken had hij op den
koning zul ken machtigen invloed ver
worven dat Philippus de Stoute, bijna
zonder lezen, alles teekende wat zijn kan
selier en secretaris hem voorlegde.
Dit verwekte een groote ontevreden
heid bij de machtige heeren van Frank
rijk maar de kanselier wist alles zoo be
hendig aan boord te leggen, dat hij meer
meer de gunst van den koning ver
rijk stuk, de titel eener rente of van een
pensioen gevonden. Na dat stuk in de
•pastorij ter bewaring gegeven te hebben
en om te beletten dat het opnieuw zou
verloren of verdoold geraken, deed men
aan den politiecommissaris van het naast
gelegen bureel verzoeken^enen agent te
zenden om het af te halen.
Waar dat hervroeg de agent.
In die kerk, zegde commissaris.
Ha zoo, neen, antwoordde de agent
vastberaden, in eene kerk ga ik niet.
Weihoe, gij gaat er niet vroeg de
commissaris verbaasd.
Neen, ik ga niet naar de kerk.
't Is zeker om te lachen dat gij dat
zegt
Volstrekt niet, antwoordde de agent,
gij zoudt toch niet willen dat ik in de
boet geslagen worde
In de boet Wat wilt gij daarmeê
zeggen
Wel ja, antwoordde de agent, ik
behoor tot eene maatschappij waarvan de
leden vijf frank boet oploopen, telkens
dat zij eenen voet in de kerk zetten.
De agent werd inderdaad, van de bood
schap ontslagen.
Er bestaat dus, te Toulon, eene maat
schappij van zoogezegde vrije mannen,
geheel en al ontlast van alle godsdienstige
bijgeloovigheden(l) doch aan wie het, op
eene boet van 5 frank verboden is eene
kerk binnen te gaan.
Zoo het schijnt telt die maatschappij,
onder hare leden politieagenten, ambte
naars die, betaald met het geld der be
lastingschuldigen, bijgevolg ter beschik
king zouden moeten zijn van het publiek,
zonder onderscheid van denkwijze.
Het reglement van die maatschappij
voorziet zelfs niet de gevallen van hoog
dringendheid, 't is te zeggen,de verplich
ting waarin de agent zich zou kunnen be
vinden in eene kerk te gaan, om er zijnen
dienst uit te oefenen.
Schoone vrijheid, inderdaad, welke de
vrijdenkerij aan hare aanhangers bezorgt
M. Francotte, minister van nijverheid
en arbeid, heeft aan de goedkeuring des
koning een besluit onderworpen, dat de
voorwaarden vaststelt welke voortaan de
noodlijdende werklieden moeten vereeni
gen, om het pensioen van 65 fr te be
komen.
Het was hoogst noodig, van aan de
comiteiten, die alleen bevoegd zullen zijn
om een advies uit te brengen over de
vraag van den noodlijdende
Het was hoogst noodig, van aan de
plaatselijke comiteiten een eenvoudig
regel voor te schrijven, want in sommige
gemeenten stelde men voor dit pensioen
personen voor, die in andere gemeenten
van deze gunst waren uitgesloten.
In 1901 zijn er te Brussel op 1864 vra
gen, aan het beechermcomiteit gedaan,
964 aangenomen en 900 verworpen.
De meeste dezer vragen kwamen van
ouderlingen, die verzorgd werden in de
hospicie der Stad.
't Was het tweede jaar van de toepas
sing der wet; het eerste jaar had men reeds
meer dan 4000 werkmanspensioenen toe
gestaan.
Met het contingent geleverd door het
volgende dienstjaar, was het getal ouder
lingen, die het pensioen van 65 fr. ge
nieten. te Brussel op 1 Januari 1902,
4091.
Een vergelijkend werk dat gedaan
werd in de bureelen van het ministerie,
heeft bewezen dat in sommige gemeenten
men breeder is geweest, in andere
strenger.
En dat heeft den minister aangezet een
ilgcmeenen regel vast te stellen.
De koollaag wordt tegen het boven
water beschermd door eene dikke leem-
laag ongelukkiglijk vindt men onder
die laag, bronnen die ontvlieden met eene
drukking van 33 atmospheren en ter hitte
van 240. Het moeilijke zal zijn door dit
gedeelte van den grond te dringen.
M. Fourmaries zegt dat de Kempische
kolen droog zijn, van hetzelfde aardkun
dige tijdperk als de kolen van Westfalen,
Noord-Frankrijk, Yorkshire en Derbys
hire.
M. Recour, in naam der nijveraars
sprekend, dèelde den geestdrift der ge
leerden niet.
Volgens hem zullen de onkosten buiten
alle verhouding zijn met de waarde der
kolen, gezien vooral het bestaan der
springbronnen; het is noodig dit punt te
doen uitschijnen om loensche speculaties
te voorkomen.
M. Habels bevestigde dat de rijkdom
der Kempische koollagen vergelijkbaar is
aan die van Westfalen,want het is in den
grond hetzelfde bekken. Sommige aders
hebben 44 centim, dikte. Overigens,
boringen zijn nu overbodig geworden;
men moet putten graven.
Het kenmerkende dezer beraadslagin
gen was de geestdrift der geleerden, ter
wijl de nijveraars meer twijfel aan den
dag legden.
Men schrijft ons uit Bree
De boormachien die nog in volle wer
king is te Wyshagen. nabij de hofstede
Donderslag, heeft deze week de derde
zware vette kolenlaag doorboord op eene
diepte van omtrent 800 meters; alvorens
aldaar te eindigen, denkt men tot op 950
meters te boren. Op 900 meters diepte
heeft nog geen enkel boortoren gewerkt in
de omstreken.
De suikerconventie. Men meldt
in officieele kringen der Vereenigdu Staten
dat eene internationale commissie binnen
kort zal beraadslagen over artikel 4 van
de suikerconventie, dat door Engeland en
de andere landen verschillend wordt uit
gelegd.
Oostenrijk en Holland protesteeren
stellig tegen de verklaringen van het En-
gelsche gouvernement, opzichtens de pre
mies aan de Engelsche colonies toege
kend.
wierf, ja, door hem tot den adel werd
verheven met den titel van Baron voor
hem en voor zijne kinderen.
Die arglistige boosaardige man had
n brave vrouw en een zoon, Amaury,
die hem in niets geleek en integendeel
oprecht verkleefd was aan de Koninklijke
Familie. Door de macht zijns vaders was
hij hofjonker geworden.
Gelijk wij hooger zegden, Philip-de-
Stoute was ganscti moedeloos geworden
en luisterde naar niemand dan naar zij
nen kanselier die al den last van 't Staats
bestuur op hem had genomen, maar die
veel onrechtvaardigheden en den Koning
in den haat van zijn volk begon te bren
gen.
Een persoon was er, die het vertrou
wen des Konings deelde, en dit was her
tog Jan van Brabant meermaals was hij
aan 't Koninklijk Hof, dikwerf vergezeld
van zijne zuster Maria. Hij gaf den Ko
ning goeden raad, sprak hem moed toe
en vermaande hem over de deugnieterij
van zijnen kanselier, terwijl Maria een
bijzondere genegenheid toedroeg aan de
Koningskinderen en ook weldra de hoog
achting en de liefde had verworven der
Koninginne-weduwe van Lodewijk IX,
bijgenaamd Margaretha.
Het was op raad zijner moeder, uit
liefde tot zijne kinderen en om de duur
bare wezens een tweede moeder te gun
nen, uit persoonlijke genegenheid, dat
Zondag heeft de Societé de Géologie
te Brussel eene helangrijke zitting ge
houden over het vraagpunt der nieuwe
koolmijnen in de Kempen.
Eene zeer merkwaardige bespreking
heeft plaats gehad.
M. Lhoest zegde dat het koolbekken
zich uitstrekt, ten zuiden, tot eene lijn,
die gaat van Lier naar Aerschot.dan op
Nieuwerkerken, om te Lanaeken te ein
digen.
M. Forir meende dat in de bovenste
streek van 't nieuwe bekken, er eene 4 m.
24 dikke ontginbare laag op 100 m. wordt
aangetroffen, terwijl in 't rijkste deel van
't Luiksche bekken het percent niet meer
dan 3 m. 20 bedraagt. De helling van
het bekken is zwak.
Koning Philip de hand vroeg van Maria
van Brabant.
Er hoeft niet gezegd te worden dat dit
vorstelijk huwelijk met glans en luister
werd gevierd te Brussel en te Parijs.
Maria van Brabant, ge zijt dus Ko-
ninginne van Frankrijk geworden die
buitengewone eer streelt u, hoe kan het
anders Maat ge zijt een verstandige,
echt christen dochter uw bijzonderste
vreugd is dat gij daar veel goed zult kun
nen doen. Onbekend is het u niet, dat de
Koning van Frankrijk onder zijnen naam
veel en grouwelijke onrechtvaardigheden
laat plegen hoe machtiger en hoe rijker
zijn kanselier La Brosse wordt, hoe trot-
scher hij handelt en hoe wreeder dwinge
landij hij durft plegen.
a Maria van Brabant, ge zijt door uw
ouders opgevoed in een strenge tucht en
in een sterk gevoel der plicht, die elk
ambt oplegt hoe hoogere staat, hoe
strengere plicht; uw besluit staat vast
uwen invloed op 't hart van den Koning,
al uwe macht zuil gij gebruiken, niet
tegen eenen persoon, maar tegen een be
stuur van ongerechtigheid. Denkt gij
soms nog aan hetgene u te Nijvel werd
voorzegd Och ja, maar uw hart is gerust
en gelukkig, omdat gij niets betracht dan
hetgene goed en eerlijk is.
Ja en Neen. De bespreking»
van de veekwestie in de Kamer heeft den
strijd tusschen den vrijhandel en het pro
tectionisme heropend.
De voorzitter van den Nationalen Been-
houwersbond, M. Dourlet, van Charleroi,
Deemt den handschoen op en vraagt, in
eenen brief, gericht aan MM. Tibbauten
Maenhaut, beiden woordvoerders in dit
debat, dat de eene of de andere partij
eene tegensprekelijke meeting zou beleg
gen te Gent
Ofwel door de beenhouwers van Gent,
waar de vertegenwoordigers der land-
bouwgroep zouden spreken
Ofwel door den Landbouwbond, waar
de beenhouwers hunne belangen zouden
komen verdedigen.
De eerste maal dat Maria van Brabant
den kanselier zag in 't Hof van Parijs,
dan ging er een stem op, die haar zegde
Dat is 't serpent, van 't welk 't heilig
Begijntje mij sprak.
La Brosse, van zijnen kant, dit helder
deugdzaam wezen ziende, en dieoogen
stralende van eerlijk gemoed, La Brosse
kreeg een siddering en zegde in zijn
eigen Die vrouw is mij vijandig, en zal
mijne macht willen afbreken haar ver
klaar ik den oorlog ze moet weg haar
verderf is mijne bevrijding... Mijneenig-
ste potitiek moet zijn middelen beramen
om haar uit den weg te ruimen. Nu
gaan wij zien hoe die helsche geest zijne
plannen smeedde.
III. Een gelukkig huishouden.
Er staat geschreven
Een goede vrouw is 's mans behoü...
De vrouw bouwt het huis op. of breekt
het af.
Verecundia in feminis, magnanirai-
tate in viris.
Door eerbaarheid van vrouw.
Door moedigheid van man.
Men meer als een gebrek.
In hem verschoonen kan.
(Wordt voortgezet).