Onze taal. Land- en Tuinbouw. Inschrijving Z.H.Leo XIII,Paus. EEN EN ANDER. Groot Concert Oversti'oomingen. Allerhande nieuws. verbetering hem toeliet nogmaals zijnen beminden kring te komen bezoeken. Doch weldra werd die troost hem ontnomen, en toch, tot op het lijdensbed, bleef hij altijd bekommerd met hetgeen er omging in de lokalen der Korte Zoutstraat. Welk voorbeeld voor ons allen, Mijn- heeren Dan, zulk een leven, bekroond door zulk eene dood Maar ook welke troost voor zijne beminde Zuster, die zijn Engelbewaarder geweest is, voor de acht bare Familie, die zijn vroegtijdig afster ven betreurt Hier, op de aarde, heeft M. Van Itter- bbbk eene voorname plaats bekleed in het leger van het Goede, in de keurbenden der Strijdende Kerk mocht hij van uit de Zegevierende Kerk, waar hij in een beter leven het loon zijner deugden biko men heeft, ons voorts blijven beschermen en bijstaan Die gedachte alleen kan een weinig de bitterheid, het pijnlijke, ver zachten van 't laatste vaarwel dat ik met de aandoening eener eerbiedvolle en vurige vriendschap stuur tot dien groo- ten en onvergetelijken Weldoener onzer Catholieke Volkswerken In 't barre Noörd, in 't zoele Zuiden, In elke streek van 't wereldrond. Weerklinken vreemde stemgeluiden, Bewaard door iedren moedermond. Elk werd een eigen spraak gegeven; Een eigen taal kreeg 't kleinste land. O Moedertaal, een lust, ons leven, Gij zijt en blijft ons duurste pand Die eigen taal vol teederheden, Zoo zacht in moeders wiegelied, Zoo zalvend zoet in haar gebeden, Verruilen wij voor andren niet. Zij beurt ons op bij leed en lijden Zij streelt ons oor in 't blij gezang Zij vuurt ons aan bij 't kloeke strijden. Voor zelfbestaan met vreemden dwang. Geen tale ruischt zoo mild ons tegen, Uit kindermond of vriendenhart Zij klinkt zoo vroom in vaders zegen, Zij brengt ons troost bij ramp of smart. Zij dreunt als donderknal in de ooren, Van vreemd geweld en bastaardij, O Taal, wat lot u zij beschoren, U minnen en vereeren wij. De tijd kan onze krachten rooven, En de overmacht ons nederslaan, Toch zal onz' liefde niet verdooven Onz' taal zal nooit ten onder gaan. Onz' kinderen zullen 't erf bewaken, 't Bevrijden tegen boei en band, De taal, die hunne vadren spraken, Blijft ook voor hen het duurste pand O Moedertale, nooit volprezen, Gij, schoonste schat van 't vrijste volk, Zoolang ons Vlaandren daar zal wezen, Blijft gij zijn onvervreembre tolk. Uwe reine glans zal eeuwig gloren Het waardig kroost van 't voorgeslacht. Blijft u met hart en ziel behooren, En wijdt u gansch zijn levenskracht I Jan Boucherij. Het schurft op de twijgen en takken der vruchtboomen. Zeer dikwijls en bijzonder op de perenboomen, zien wij deze ziekte ontstaan, zonder dat zij ge noeg gekend is. Zij wordt veroorzaakt door zwammen, (Fucicladium pyrinum) op den peerenboom en (F dendriticum) bij den appelboom. Deze zwammen doen op takken en twijgen het schurft ontstaan; de aange taste twijgen en takken krijgen grijsach tige vlekken, die langzamerhand blaas- Yormig opzwellen. Deze blazen barsten later open en dan wordt een zwarte, wollige oppervlakte zichtbaar waarop vele sporen ontstaan. Dikwijls ziet men de toppen der twij gen uitsterven omdat de zwam zich te sterk ontwikkeld heeft. Het schurft komt meer voor bij den perenboom dan bij den appelboom. Deze ziekte is zeer nadeelig maar men kan ze met de volgende mid delen bestrijden of voorkomen ie Alle aangetaste twijgen of takken vóór het einde van den winter wegsnij den ;2e de afgevallen bladeren zorgvuldig verzamelen en onschadelijk maken; hetzij door ze met kalk vermengd, in mengmest of compost om te zetten of wel te ver branden 3e geen vruchten tot na den winter op de boomen laten hangen of op den grond laten ilggen. Indien de ziekte verschenen is, kan een rechtstreeksche bestrijding goede diensten bewijzen en daarom zal men takken en twijgen besproeien met Bordeausche pap. De schildluizen en de steenkool- teerolie. Onze appelboomen worden dikwijls aangerand door een der schade lijkste insekten en de de mosselvormige schildluis (Mytelapis pomorum.) Dikwijls wordt de schors zoo overvloe dig met schildluizen bedekt dat. van hare oppervlakte schier niets zichtbaar blijft. Haar naam is zij verschuldigd aan den eigenaardigen vorm van het rugschild, dat naar voren smaller wordt en eenigszins gekromd is, zoodat het met eene zeer kleine mosselschaal kan vergeleken wor den. Het schild is meer of min donker roodbruin gekleurd. Dit insekt wordt zeer veel aangetroffen op meidoornen en soms op perenboomen en mispelstammen, Om deze luissoort te bestrijden, zalmen in het voorjaar, nog vóór de knoppen uitloopen, de plant rijkelijk bestrijken met teerolie. De stammen, takken, of twijgen lijden niet van deze bewerking integendeel geven de behandelde jonge planten weel derig loof, terwijl de schildluizen geheel verdwenen. Deze vloeistof kan desnoods op dezelfde wijze voor andere soorten van boomen, zonder gevaar gebruikt worden. (Handelsblad). Fr. L. VOOR 00» Zondag aanst. zullen wij de eerste lijst der inschrijvingen welke wij hebben ont vangen afkondigen. De Nieuwjaarontvangst in het koninklijk paleis te Brussel. Don derdag heeft de jaarlijksche ontvangst plaats gehad in het koninklijk paleis te Brussel. M. Schollaert, voorzitter der Wetge vende Kamer, hield eene zeer merkwaar dige redevoering. De Hertog van Ursel, voorzitter van den Senaat, sprak in naam zijner colle- gas en handelde over de overleden Konin gin, over den aanslag door Rubino ge pleegd en over de behoefte welke alle goede vaderlanders en mannen van orde en rust gevoelen zich dichter aan te sluiten rond de dynastie. Hij gewaagde ook van de ontdekte mijnen in Limburg. In zijn antwoord, zegde de Koning dat hij hoopte dat de aanstaande viering van de 75"c verjaring van België's onaf hankelijkheid, zou gekenmerkt worden door eene nuttige hervorming welke de natie ten goede zal komen. Snelgroei. Uit Dresden wordt ge meld dat aldaar in den laatsten tijd door vele bloemisten een middel is toegepast, in navolging van hetgeen de Deensche plantkundigen Johannsen in den Konink lijken Plantentuin 't eerst heeft vertoond. Namelijk planten kunstmatig vroeg te doen bloeien na ze eerst te hebben be dwelmd. Men neemt ze daartoe uit den grond en houdt ze eenige dagen droog. Dan worden zij in luchtdichte blikken gedurende 5o uren aan dampen en zwa- velether blootgesteld, waardoor eene kou de van 18 gr, Celsius wordt bereikt. Zij komen dan in eenen kunstmatigen win terslaap, en ontwikkelen zich daarna als in de lente, Vooral gelukt het bij vlier, sneeuwbal len, dentzias en azalias. Reeds na 14 dagen staan zij soms in bloei. Men be weert dat het op gelijksoortige wijs wel licht gelukken zal, in alle jaargetijden zomervruchten te verkrijgen. Het weer in Januari. Als deZwit- sersche weervoorspeller Capré. wiens aanwijzingen ook voor de laatste maan den van 1902 zoo juist zijn gebleken, voor 1 go3 evenzeer op de hoogte is, zal Januari over 't geheel een natte en geen koude maand zijn. In de eerste week lage barometerstanden met regen over de Noordzee en hare omgeving, met hoogen druk over Zuid-Europa. Van den 8 12 Januari volgt helder en kouder weer, meer dan tot den 18 bij Noordwesten wind, natte sneeuw over West-Europa, met kritieke dagen op 14 en 16 Januari. Van 1826 Januari waaien Westen en Noordwesten winden over midden Euro pa, met hoogen barometer op den 24e. Daarna weder tot het eind der maand regenen sneeuw met lagen barometer stand in het Noorden en hoogen druk in Zuid-Europa. Dus weinig aantrekkelijk weer, maar geen zware kou. De schaat sen kunnen worden opgeborgen. Met de Kerstdagen zijn er te Brussel i5.ooo bezoekers minder langs de Noord statie aangekomen dan het vorige jaar. Ook in de andere staties was het getal aankomsten aanzienlijk verminderd. De reiskaarten voor Brusselaars, die de stad verlieten, was ook in veel kleiner getal. Diepte der koolmijnen. In het begin der vorige eeuw werd een mijn van 100 met. diep als eene buitengewone zaak beschouwd. In i83o kende men nog geen mijnputten meer dan 5oo meters diep, terwijl tegenwoordig kolen en erts op meer dan een kilometer diepte onder den grond worden gedolven. De eerste onderaardsche koolmijnen op 't einde der i6« eeuw in Engeland in exploitatie gebracht, hadden eene diepte van 20 a 3o meters. EenS in 1686 ging men verder den grond in en diepte men kolen op 75 meters beneden den beganen grond. Thans treft men in de meeste landen mijnen aan, waarvan de diepte ruim 1000 meters bedraagt. Ziehier de voornaamste: In Frankrijk de put van Ebeulet (Haute-Seóne) 1010 meters. In België Sl-Henriette, te Flénu, 1200 met., de mijnen van Viviers, te Gilly, 1143 met. en van Veerhoye te Anderlues[ 1006 met. In Groot Bretanje de koolmijnen van Peudicton en Ashton Moss (Manchester) met eene diepte van 1024 tot 1059 met. Diepste put in Duitschland is de Kaiser Wilhelm II, te Clautsbol, welke 902 met. meet. Doch de Amerikanen, evenals op menig ander gebied, slaan ook hier weer het reccord. De punt van Red Jacket toch heeft eene diepte van 1493 m. De zilvermijnen van Pezebram in Bohemen, met 1 x 15 meters terwijl de goudmijnen van Bendigo (Australië) iets meer dan rooo meters bereiken. STAD VAN AALST. Koorzang-Maatschappij a S* Cecilia. ten voordeele der Armen, ondersteund door het Bureel van Weldadigheid, ter groote feestzaal van het Stadhuis, op Maandag 19 Januari 1903, om 5 uren 's avonds. Voor verdere inlichtingen, raadplege men 't programma. ijjf-yy' De heeren Leden zullen kaar- ten ten huize aanbieden. AALST. De Dender is op gansch zijnen doorloop uit zijne oevers gevloeid ten gevolge van den geweldige regen dezer dagen gevallen. Van Ath tot Aalst en tot Dendermonde staan al de weiden onder water. Hier te Aalst zijn de Osbroek de Ber- gemeerschen totaal onder water geloopen, 'tgene sedert 1890 niet meer is te zien geweest. Weiden die sedertdien nim mer onder water stonden, zijn het nu. In 1890 was er meer water dan heden want alsdan spoelde de ijzerenweg naar Antwerpen door. In de omstreken van Dendermonde staan al de lage gronden onder water. Ten gehuchte Boonwijck staat 't water tot op den dorpel der huizen. In de vallei on voor de sluizen der stad, is de Dender op vele plaatsen overgestroomd. Tusschen Merchtem en Lebbeke staat gansch de streek verscheidene kilometers ver onder water. De merktgangers en groenselver- koopers die's nachts op de baan waren, moesten hunne gespannen aan de hand leiden door eene zee van water. Ten gehuchte Boschkant onder Merch tem, en te Buggenhout hebben de land bouwers in der haast hun vee moeten redden. In de Ardennenstreek. Uit het zuid-oostelijk gedeelte van ons land wor den overstroomingen gemeld. Het dal der Semois is geheel onder water. De Süre richt veel schade aan te Martelange. De Ourthe is in een woedende stroom veranderd. De Lesse, de Vierre en andere rivieren der Ardennen vormen op som mige plaatsen breede meeren. Als de regen niet ophoudt, zoo schrijft men, zal men groote rampen te gemoet gaan. In Henegouwen. Uit Charleroi wordt gemeld dat men sedert 1894 zulk hoog water niet meer zag. De regenmeter teekende in de lijatste 24 uren 34 mm. Te Marchienne au Pont moeten de menschen de bovenverdiepingen hunner huizen bewonen en men moet hun langs de vensters bevoorraden. Het treinverkeer is onderbroken. De fabrieken der Providence kunnen niet werken. In de stad staan alle kelders der oeverbewoners onder water. De smeltovens van Moucheret te Acoz staan onder water. Het werk is er ge staakt. De spoorwegdienst van Charleroi naar Marchienne rijdt niet meer. In sommige huizen staat 80 centimeters water. Langs den kant van Bosquetville kan de stoomtram nog rijden, doch het water staat tot eenige meters onder de stook plaats. Zelfde slechte tijdingen uit Chatelineau en verscheidene andere plaatsen. Te Binche is een dijk doorgebroken boomen zijn ontworteld en in sommige stallen stond het vee tot aan den hals in 't water. Te Luik. Eene tijding van maan dag meldt dat de Maas xo centimeters per uur klimt. Alle aanleghavens zijn onder water. Te Chenée moeten verscheidene fa brieken stil liggen. Te Angleur zijn de bewoners van de kaai door het water afgesloten van alle gemeenschap. Te Herstal zijn de eilanden Monsin en Marais geheel onder geloopen. De laatste depechen zijn verre van ge ruststellend. Ook de vaart naar Maestricht stroomt over. Rond Brussel. Zondag avond zijn al de weiden langs de Zenne, tc Hal, te Ruysbroeck, te Vorst en Anderlecht, on der water geloopen De sluisdeuren zijn overal geopend en de politie waakt dat zij in dien toestand blijven. Dijnsdag middag stond het water te Anderlecht 5o centimeters boven de peil- maat. De benedenstad van Brussel zeifis be dreigd. Dc opzichters van den riooldienst hebben maandag namiddag om 2 uren de bewoners van de oevers der Zenne doen verwittigen en ze doen verzoeken, voor zorgsmaatregelen te nemen. In Vlaanderen. Door de overvloe dige regens is te Gontrode eene pacht hoeve, bewoond door de weduwe Ver- straete, bijna geheel weggespoeld. De inwoners zijn moeten vluchten met hun vee. Gansch de oogst drijft op hel water. Sl Nicolaas 5 Januri. Door den overvloedigen regen, die er zondag nacht gevallen is, staat geheel de Beekstraat en Hazewindestraat onder water. De bewo ners, die daarop ingericht zijn, hebben hunne schoven voor de deuren geplaatst welkers zijkanten zij bestrijken met pot aarde, om het water uit de voegen te hou den. Dijnsdag namiddag tusscl» n 2 en 3 uren deed de eerw. heer Quintyn, onder pastoor in de O. L. Vrouwkerk, eene be rechting bij eene stervende vrouw in de Beekstraat. Drie mannen kwamen den priester halen met eene stootkar, waar deze met zijnen dienaar die de lan taarn droeg, opklom om zijne H. Bedie ning uit te voeren hij werd op dezelfde wijze tot aan het begaanbaar gedeelte der Nieuwstraat gebracht. Verscheidene kelders zijn in dit gewest onder water geschoten. Stempels. Alle soorten van stempels en alle benoodigheden zijn te bekomen ter boek- en steendrukkerij van Den Denderbode. Te verkrijgen ten bureele van Den Denderbode, Geillustreerde Post kaarten, aan fr. 0,20 en fr. o,5o het dozijn. Met de post verzonden, 5 cen tiemen meer. Aalst. Heden, woensdag 7 Januari kwam een vreemdeling ten huize van Goetjens Frans, koetsier, Moorselbaan, Nr 19, en bood de vrouw Spaens Marie een fleschje te koop houdende een vocht zoo klaar als water, zeggende dat het een souvereine remedie is tegen de tandpijn, kostende een frank. De vrouw kocht een fleschje en de vreemdeling vroeg wat lauw water in't welk hij een deel van 't fleschje goot en deed de vrouw er haren mond meê spoelen, er bijvoe gende dat ze dat 14 dagen lang moest doen. Aanstonds werd de vrouw onpas selijk zij gevoelde eene droogte in de keel en beefde in al hare lidmaten. De vreemdeling scheen rond de 40 jaren oud, dik aangezicht, blonde knevels en neusnijper, zwarte veston, broek bruin en wit en korte getten. Hij zegde gelogeerd te zijn in 't Hotel Comte de Flandre al hier en woonachtig te Dendermonde. Men is dus verwittigd Messengevecht t© Appel- terre. Onder dezen titel deelt de armtierige Dendergalm een verhaal mêe van de oneenigheden die tusschen Appel- terre en 't gehucht Eychem van deze Gemeente afhangende zijn gerezen, on eenigheden, die door zekere groene kra- watten zijn gestookt geworden. Te Eychem bestaat er een kerkje en de inwoners zouden willen dat er Z. H. de Bisschop er een pastoor zou benoemen. Maar daar er geene middelen zijn, zou die E. H. Pastoor van den hemelschen dauw moeten leven. Ons inzicht is niet de zaak in den grond te behandelen, alhoewel wij voldoende inlichtingen bezitten, maar De Dender galm spreekt van een gevecht tusschen Appelterrenaren en Eychemenaren met messenen geweerschoten, enz. enz... En dat gevecht werd aangevuurd door de Geestelijkheid, door de Pastoors en Onderpastoors die de gefanatiseerde boeren opjoegen.... Maar raadplegen wij eens onzen Con frater. Recht en Vrede van Ninove hij die maar een halve uur van Eychem woont, hij zal beter in staat zijn ons de ware toedracht der zaak voor te stellen. Laten wij hem dus het woord om te bewijzen hoe de grootste schavuiten der liberale weekbladpers durven liegen en bedriegen Over 14 dagen gebeurde te Appelterre Eychem een zeer erg feit. Wij hebben er in ons voorgaand nummer niet van ge rept, omdat de zaak ons op te veel ver schillende en tegensprekende wijzen verteld was. Ziehier echter wat schijnt de waarheid te zijn. Op eenen uitkant der gemeente bestaat hetgeen die mannen daar zeiven gedoopt hebben met den schoonen naam van eenen Bond vanzatterikken. Uit eerbied voor onze lezers verzwijgen wij de echte benaming. Alle zor.dagen ten minste, zuipen die kerels om prijs, en hij die het meest maatjes kan binnen krijgen is de held van den dag. Zijn dat ook nog menschen Nu, ter gelegenheid van eene begrafe nis was de president want ze hebben ook een president van die jenever- bee....zen den Zaterdag 20 December laatst op zwier geraakt, en den Zondag avond verkeerde hij in eenen staat die, men kan het wel denken, niets meer ge meens had met een redelijk schepsel Gods. Zijne kameraden begonnen dan er letterlijk mede te werpen en te kaatsen, totdat zij er zelfs geen teeken van leven meer aan zagen. Wat daar verder dan gebeurde kan met geene deftige pen meer beschreven worden niemand van onze lezers is in staat het zich zelfs in te beel den. Dat spel was voor goed aan den gang als 't was dan 2 uren van den Maandag morgen eenige mannen van Eychem, terugkeerende van eene vogelbolling, daar binnen traden. Daar men juist bezig was met den president te begraven en naar de hel te leiden, vielen de spotter nijen gemakkelijk op den pastor van Eychem en seffens was geheel het kot in vol ie ruzie en la wijt. De baas (1) dan kwam er tusschen en zei iedereen buiten.'t Was gauwer gezegd gedaan Eenigen nogtans geraakten op straat en bleven kijven, maar anderen bleven binnen en geraakten aan 't vech ten. Den eenen achter den anderen smeet ze debaasdan buiten, met zijn stoofdeksel en koterhaak. Op straat herbegon een algemeen en woest gevecht men getuigt zelfs dat vier revolverschoten gelost werden, 's Ander daags vertelde men overal dat twee man nen van Eychem naar huis gedragen werden met gekloven schedel. Een der twee verkeerde in zeer bedenkelijken toestand. Het gerecht heeft de zaak in handen. In n° 3i der Cogelslei te Antwerpen woont M. Fischer, koopman in hout. Vrijdag morgend speelden zijne zonen, Willy en Walther, respectievelijk i3 en 7 jaar oud, op eene kamer der eerste ver dieping van het huis. De kinderen waren alleen. Moê ge- speeld, waren zij een poos gaan rusten, toen de oudste eene kleine karabijn-Flo bert, die in eenen hoek stond cn die hij meende niet geladen te zijn, in de rich ting van zijn broerke afvuurde. Een schot weerklonk, en de jonge Walter, in den hals getroffen stortte neer. Op den knal kwam de gouvernante toegeloopen en staarde een verschrikke lijk schouwspel aan. De kleine Walther lag op den grond, in eenen grooten bloedplas, geen teeken van leven meer gevend. De oudere broeder, als wezenloos, aan den grond genageld, stond voor hem, met de karabijn aan zijne voeten. Een toegesnelde geneesheer kon helaas! niets anders dan de dood vaststellen. De droefheid der ouders is onbeschrijf lijk. De onvrijwillige dader is zoozeer ge schokt door het voorval, dat hij ere ziek te bed ligt. Moge h?t drama toch andermaal eene waarschuwing zijn, en geen geladen wapens in huis te laten, vooral ze niet in 't bereik van kinderen te stellen. Het ongeluk heeft op Zurenborg eene diepe ontroering teweeg gebracht, want iedereen kende er de twee levenslustige knapen. De Antwerpsche opsporingsbrigade heeft Vrijdag weer een goeden slag ge- daan, waardoor, meer dan waarschijnlijk, een groote diefstal werd verijdeld. Ziehier in welke omstandigheden de agenten van Oosterwijck en De Bruycker argwaan kregen. Sinds een paar dagen hadden deze twee agenten 3 kerels opgemerkt, die eene zonderlinge levenswijze leidden, niet werkten, en waarvan de een eene echte boeventronie heeft. Zij besloten dit drie tal eens goed in 't oog te houden. Vrijdag middag ontmoetten zij hen weer en verloren hen geen oogenblik uit het oog. Het was rond de Ooststatie dat de zonderlingen rondwandelden, het eene koffiehuis uit, het andere in. Nu en dan gingen zij afzonderlijk, om eenige oogen- blikken weer bijeen te komen. Eindelijk bleven ze in de Pelikaan straat heen en weer wandelen zij hadden steeds een oog op het hotel La Maison Blanche, en poogden er zelfs binnen te gaan, doch daar kwam niets van. Het was toen reeds 7 ure geworden. De drie fijn opgekleede heerkens kregen in 't oog, dat men hen bewaakte en achter volgde. Zij beraadslaagden een oogenblik met elkaar en zetten het dan ijlings op een loopen. Dit was nu genoeg voor de agenten, die de vluchtelingen achterna zetten en elk er eenen konden aanhouden. Na ze beiden eerst naar het bureel te hebben gebracht, gingen ze terug op zoek naar den anderen, die een half uur nadien eveneens werd aangehouden. De twee eerst aangehoudenen noemden zich Carl Schnell, leurder, 22 jaar, op logement Sint-Jansvliet, en Adolf Wilms, 20 jaar, op logement in de Korte Vlier straat. Beiden werden in 't bezit gevonden van verschillende valsche papieren. De derde noemt zich Carl Becker, 23 jaar, eveneens op logement in de Korte Vlier straat. Allen zijn Duitschers. Bij dezen laatste vond men, benevens valsche papieren, eene partij dievenge- reedschappen, allen van het laatste maak sel en waarbij niets vergeten was. Daaronder was een scherpe beitel, ver schillende koperen passe-partouts in vorm van haken gemaakt en waarmede men alle deuren kan openen een fluitje om signalen te geven, stekskens, eene kaars, die reeds gebrand had, en cok een pakje watte om zich spoedig te kunnen verbinden in geval zij werden gekwetst om alzoogeen sporen achter te laten. Dat zij niet de eerste maal op expeditie waren, blijkt hieruit, dat op den beitel verscheidene plekken was waren, voort komende van het afdruipen der kaars. Doch dit was nog niet alles. Nog werd een vierde Duitscher aangehouden, die zelfs een lint in zijn knopsgat droeg, en zich zelfs baron liet noemen. Doch buiten dit vond men niets dat eenig belang had voor de policie op hem. Deze valsche baron had over eenigen tijd gewoond met Alfred Schnell, een der eerst aangehoudenen, in de Lemanstreet, te Londen, Ze waren met dezelfde boot naar Antwerpen afgezakt. Na allen te hebben onderzocht ging men in hunne woning eens zoeken. Dit bracht niets uit. Bij Wilms evenwel, ontdekte men weer iets zonderlings. In een koffer vond men een galakostuum, waarvan het habiet en de vest doorboord waren en daarrond was de stof met bloed doortrokken. Daarop kreeg men ook een hemd in 't zicht, dat eveneens doorboord was en geheel met bloed was gedrenkt. Er bestond geen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 2