Onze taal.
Land- en Tuinbouw.
Inschrijving
Z.H.Leo XIII,Paus.
EEN EN ANDER.
Groot Concert
Oversti'oomingen.
Allerhande nieuws.
verbetering hem toeliet nogmaals zijnen
beminden kring te komen bezoeken. Doch
weldra werd die troost hem ontnomen, en
toch, tot op het lijdensbed, bleef hij altijd
bekommerd met hetgeen er omging in de
lokalen der Korte Zoutstraat.
Welk voorbeeld voor ons allen, Mijn-
heeren Dan, zulk een leven, bekroond
door zulk eene dood Maar ook welke
troost voor zijne beminde Zuster, die zijn
Engelbewaarder geweest is, voor de acht
bare Familie, die zijn vroegtijdig afster
ven betreurt
Hier, op de aarde, heeft M. Van Itter-
bbbk eene voorname plaats bekleed in het
leger van het Goede, in de keurbenden
der Strijdende Kerk mocht hij van uit
de Zegevierende Kerk, waar hij in een
beter leven het loon zijner deugden biko
men heeft, ons voorts blijven beschermen
en bijstaan Die gedachte alleen kan een
weinig de bitterheid, het pijnlijke, ver
zachten van 't laatste vaarwel dat ik
met de aandoening eener eerbiedvolle en
vurige vriendschap stuur tot dien groo-
ten en onvergetelijken Weldoener onzer
Catholieke Volkswerken
In 't barre Noörd, in 't zoele Zuiden,
In elke streek van 't wereldrond.
Weerklinken vreemde stemgeluiden,
Bewaard door iedren moedermond.
Elk werd een eigen spraak gegeven;
Een eigen taal kreeg 't kleinste land.
O Moedertaal, een lust, ons leven,
Gij zijt en blijft ons duurste pand
Die eigen taal vol teederheden,
Zoo zacht in moeders wiegelied,
Zoo zalvend zoet in haar gebeden,
Verruilen wij voor andren niet.
Zij beurt ons op bij leed en lijden
Zij streelt ons oor in 't blij gezang
Zij vuurt ons aan bij 't kloeke strijden.
Voor zelfbestaan met vreemden dwang.
Geen tale ruischt zoo mild ons tegen,
Uit kindermond of vriendenhart
Zij klinkt zoo vroom in vaders zegen,
Zij brengt ons troost bij ramp of smart.
Zij dreunt als donderknal in de ooren,
Van vreemd geweld en bastaardij,
O Taal, wat lot u zij beschoren,
U minnen en vereeren wij.
De tijd kan onze krachten rooven,
En de overmacht ons nederslaan,
Toch zal onz' liefde niet verdooven
Onz' taal zal nooit ten onder gaan.
Onz' kinderen zullen 't erf bewaken,
't Bevrijden tegen boei en band,
De taal, die hunne vadren spraken,
Blijft ook voor hen het duurste pand
O Moedertale, nooit volprezen,
Gij, schoonste schat van 't vrijste volk,
Zoolang ons Vlaandren daar zal wezen,
Blijft gij zijn onvervreembre tolk.
Uwe reine glans zal eeuwig gloren
Het waardig kroost van 't voorgeslacht.
Blijft u met hart en ziel behooren,
En wijdt u gansch zijn levenskracht I
Jan Boucherij.
Het schurft op de twijgen en takken
der vruchtboomen. Zeer dikwijls en
bijzonder op de perenboomen, zien wij
deze ziekte ontstaan, zonder dat zij ge
noeg gekend is. Zij wordt veroorzaakt
door zwammen, (Fucicladium pyrinum)
op den peerenboom en (F dendriticum)
bij den appelboom.
Deze zwammen doen op takken en
twijgen het schurft ontstaan; de aange
taste twijgen en takken krijgen grijsach
tige vlekken, die langzamerhand blaas-
Yormig opzwellen. Deze blazen barsten
later open en dan wordt een zwarte,
wollige oppervlakte zichtbaar waarop vele
sporen ontstaan.
Dikwijls ziet men de toppen der twij
gen uitsterven omdat de zwam zich te
sterk ontwikkeld heeft. Het schurft komt
meer voor bij den perenboom dan bij den
appelboom. Deze ziekte is zeer nadeelig
maar men kan ze met de volgende mid
delen bestrijden of voorkomen
ie Alle aangetaste twijgen of takken
vóór het einde van den winter wegsnij
den ;2e de afgevallen bladeren zorgvuldig
verzamelen en onschadelijk maken; hetzij
door ze met kalk vermengd, in mengmest
of compost om te zetten of wel te ver
branden 3e geen vruchten tot na den
winter op de boomen laten hangen of op
den grond laten ilggen.
Indien de ziekte verschenen is, kan een
rechtstreeksche bestrijding goede diensten
bewijzen en daarom zal men takken en
twijgen besproeien met Bordeausche pap.
De schildluizen en de steenkool-
teerolie. Onze appelboomen worden
dikwijls aangerand door een der schade
lijkste insekten en de de mosselvormige
schildluis (Mytelapis pomorum.)
Dikwijls wordt de schors zoo overvloe
dig met schildluizen bedekt dat. van hare
oppervlakte schier niets zichtbaar blijft.
Haar naam is zij verschuldigd aan den
eigenaardigen vorm van het rugschild,
dat naar voren smaller wordt en eenigszins
gekromd is, zoodat het met eene zeer
kleine mosselschaal kan vergeleken wor
den. Het schild is meer of min donker
roodbruin gekleurd.
Dit insekt wordt zeer veel aangetroffen
op meidoornen en soms op perenboomen
en mispelstammen,
Om deze luissoort te bestrijden, zalmen
in het voorjaar, nog vóór de knoppen
uitloopen, de plant rijkelijk bestrijken
met teerolie.
De stammen, takken, of twijgen lijden
niet van deze bewerking integendeel
geven de behandelde jonge planten weel
derig loof, terwijl de schildluizen geheel
verdwenen. Deze vloeistof kan desnoods
op dezelfde wijze voor andere soorten van
boomen, zonder gevaar gebruikt worden.
(Handelsblad). Fr. L.
VOOR
00»
Zondag aanst. zullen wij de eerste lijst
der inschrijvingen welke wij hebben ont
vangen afkondigen.
De Nieuwjaarontvangst in het
koninklijk paleis te Brussel. Don
derdag heeft de jaarlijksche ontvangst
plaats gehad in het koninklijk paleis te
Brussel.
M. Schollaert, voorzitter der Wetge
vende Kamer, hield eene zeer merkwaar
dige redevoering.
De Hertog van Ursel, voorzitter van
den Senaat, sprak in naam zijner colle-
gas en handelde over de overleden Konin
gin, over den aanslag door Rubino ge
pleegd en over de behoefte welke alle
goede vaderlanders en mannen van orde
en rust gevoelen zich dichter aan te sluiten
rond de dynastie.
Hij gewaagde ook van de ontdekte
mijnen in Limburg.
In zijn antwoord, zegde de Koning
dat hij hoopte dat de aanstaande viering
van de 75"c verjaring van België's onaf
hankelijkheid, zou gekenmerkt worden
door eene nuttige hervorming welke de
natie ten goede zal komen.
Snelgroei. Uit Dresden wordt ge
meld dat aldaar in den laatsten tijd door
vele bloemisten een middel is toegepast,
in navolging van hetgeen de Deensche
plantkundigen Johannsen in den Konink
lijken Plantentuin 't eerst heeft vertoond.
Namelijk planten kunstmatig vroeg te
doen bloeien na ze eerst te hebben be
dwelmd. Men neemt ze daartoe uit den
grond en houdt ze eenige dagen droog.
Dan worden zij in luchtdichte blikken
gedurende 5o uren aan dampen en zwa-
velether blootgesteld, waardoor eene kou
de van 18 gr, Celsius wordt bereikt. Zij
komen dan in eenen kunstmatigen win
terslaap, en ontwikkelen zich daarna als
in de lente,
Vooral gelukt het bij vlier, sneeuwbal
len, dentzias en azalias. Reeds na 14
dagen staan zij soms in bloei. Men be
weert dat het op gelijksoortige wijs wel
licht gelukken zal, in alle jaargetijden
zomervruchten te verkrijgen.
Het weer in Januari. Als deZwit-
sersche weervoorspeller Capré. wiens
aanwijzingen ook voor de laatste maan
den van 1902 zoo juist zijn gebleken, voor
1 go3 evenzeer op de hoogte is, zal Januari
over 't geheel een natte en geen koude
maand zijn. In de eerste week lage
barometerstanden met regen over de
Noordzee en hare omgeving, met hoogen
druk over Zuid-Europa. Van den 8 12
Januari volgt helder en kouder weer, meer
dan tot den 18 bij Noordwesten wind,
natte sneeuw over West-Europa, met
kritieke dagen op 14 en 16 Januari.
Van 1826 Januari waaien Westen en
Noordwesten winden over midden Euro
pa, met hoogen barometer op den 24e.
Daarna weder tot het eind der maand
regenen sneeuw met lagen barometer
stand in het Noorden en hoogen druk in
Zuid-Europa. Dus weinig aantrekkelijk
weer, maar geen zware kou. De schaat
sen kunnen worden opgeborgen.
Met de Kerstdagen zijn er te Brussel
i5.ooo bezoekers minder langs de Noord
statie aangekomen dan het vorige jaar.
Ook in de andere staties was het getal
aankomsten aanzienlijk verminderd.
De reiskaarten voor Brusselaars, die de
stad verlieten, was ook in veel kleiner
getal.
Diepte der koolmijnen. In het
begin der vorige eeuw werd een mijn van
100 met. diep als eene buitengewone zaak
beschouwd. In i83o kende men nog geen
mijnputten meer dan 5oo meters diep,
terwijl tegenwoordig kolen en erts op
meer dan een kilometer diepte onder den
grond worden gedolven.
De eerste onderaardsche koolmijnen op
't einde der i6« eeuw in Engeland in
exploitatie gebracht, hadden eene diepte
van 20 a 3o meters. EenS in 1686 ging
men verder den grond in en diepte men
kolen op 75 meters beneden den beganen
grond.
Thans treft men in de meeste landen
mijnen aan, waarvan de diepte ruim 1000
meters bedraagt. Ziehier de voornaamste:
In Frankrijk de put van Ebeulet
(Haute-Seóne) 1010 meters.
In België Sl-Henriette, te Flénu, 1200
met., de mijnen van Viviers, te Gilly,
1143 met. en van Veerhoye te Anderlues[
1006 met.
In Groot Bretanje de koolmijnen van
Peudicton en Ashton Moss (Manchester)
met eene diepte van 1024 tot 1059 met.
Diepste put in Duitschland is de Kaiser
Wilhelm II, te Clautsbol, welke 902
met. meet.
Doch de Amerikanen, evenals op menig
ander gebied, slaan ook hier weer het
reccord. De punt van Red Jacket toch
heeft eene diepte van 1493 m.
De zilvermijnen van Pezebram in
Bohemen, met 1 x 15 meters terwijl de
goudmijnen van Bendigo (Australië) iets
meer dan rooo meters bereiken.
STAD VAN AALST.
Koorzang-Maatschappij a S* Cecilia.
ten voordeele der Armen, ondersteund
door het Bureel van Weldadigheid, ter
groote feestzaal van het Stadhuis, op
Maandag 19 Januari 1903, om 5 uren
's avonds.
Voor verdere inlichtingen, raadplege
men 't programma.
ijjf-yy' De heeren Leden zullen kaar-
ten ten huize aanbieden.
AALST. De Dender is op gansch
zijnen doorloop uit zijne oevers gevloeid
ten gevolge van den geweldige regen
dezer dagen gevallen. Van Ath tot Aalst
en tot Dendermonde staan al de weiden
onder water.
Hier te Aalst zijn de Osbroek de Ber-
gemeerschen totaal onder water geloopen,
'tgene sedert 1890 niet meer is te zien
geweest. Weiden die sedertdien nim
mer onder water stonden, zijn het nu.
In 1890 was er meer water dan heden
want alsdan spoelde de ijzerenweg naar
Antwerpen door.
In de omstreken van Dendermonde
staan al de lage gronden onder water. Ten
gehuchte Boonwijck staat 't water tot op
den dorpel der huizen. In de vallei on
voor de sluizen der stad, is de Dender
op vele plaatsen overgestroomd. Tusschen
Merchtem en Lebbeke staat gansch de
streek verscheidene kilometers ver onder
water. De merktgangers en groenselver-
koopers die's nachts op de baan waren,
moesten hunne gespannen aan de hand
leiden door eene zee van water.
Ten gehuchte Boschkant onder Merch
tem, en te Buggenhout hebben de land
bouwers in der haast hun vee moeten
redden.
In de Ardennenstreek. Uit het
zuid-oostelijk gedeelte van ons land wor
den overstroomingen gemeld.
Het dal der Semois is geheel onder
water. De Süre richt veel schade aan te
Martelange.
De Ourthe is in een woedende stroom
veranderd. De Lesse, de Vierre en andere
rivieren der Ardennen vormen op som
mige plaatsen breede meeren. Als de
regen niet ophoudt, zoo schrijft men, zal
men groote rampen te gemoet gaan.
In Henegouwen. Uit Charleroi
wordt gemeld dat men sedert 1894 zulk
hoog water niet meer zag. De regenmeter
teekende in de lijatste 24 uren 34 mm.
Te Marchienne au Pont moeten de
menschen de bovenverdiepingen hunner
huizen bewonen en men moet hun langs
de vensters bevoorraden.
Het treinverkeer is onderbroken.
De fabrieken der Providence kunnen
niet werken. In de stad staan alle kelders
der oeverbewoners onder water.
De smeltovens van Moucheret te Acoz
staan onder water. Het werk is er ge
staakt.
De spoorwegdienst van Charleroi naar
Marchienne rijdt niet meer. In sommige
huizen staat 80 centimeters water.
Langs den kant van Bosquetville kan
de stoomtram nog rijden, doch het water
staat tot eenige meters onder de stook
plaats.
Zelfde slechte tijdingen uit Chatelineau
en verscheidene andere plaatsen.
Te Binche is een dijk doorgebroken
boomen zijn ontworteld en in sommige
stallen stond het vee tot aan den hals in
't water.
Te Luik. Eene tijding van maan
dag meldt dat de Maas xo centimeters
per uur klimt.
Alle aanleghavens zijn onder water.
Te Chenée moeten verscheidene fa
brieken stil liggen.
Te Angleur zijn de bewoners van de
kaai door het water afgesloten van alle
gemeenschap.
Te Herstal zijn de eilanden Monsin en
Marais geheel onder geloopen.
De laatste depechen zijn verre van ge
ruststellend. Ook de vaart naar Maestricht
stroomt over.
Rond Brussel. Zondag avond zijn
al de weiden langs de Zenne, tc Hal, te
Ruysbroeck, te Vorst en Anderlecht, on
der water geloopen
De sluisdeuren zijn overal geopend en
de politie waakt dat zij in dien toestand
blijven.
Dijnsdag middag stond het water te
Anderlecht 5o centimeters boven de peil-
maat.
De benedenstad van Brussel zeifis be
dreigd. Dc opzichters van den riooldienst
hebben maandag namiddag om 2 uren de
bewoners van de oevers der Zenne doen
verwittigen en ze doen verzoeken, voor
zorgsmaatregelen te nemen.
In Vlaanderen. Door de overvloe
dige regens is te Gontrode eene pacht
hoeve, bewoond door de weduwe Ver-
straete, bijna geheel weggespoeld. De
inwoners zijn moeten vluchten met hun
vee.
Gansch de oogst drijft op hel water.
Sl Nicolaas 5 Januri. Door den
overvloedigen regen, die er zondag nacht
gevallen is, staat geheel de Beekstraat en
Hazewindestraat onder water. De bewo
ners, die daarop ingericht zijn, hebben
hunne schoven voor de deuren geplaatst
welkers zijkanten zij bestrijken met pot
aarde, om het water uit de voegen te hou
den.
Dijnsdag namiddag tusscl» n 2 en 3
uren deed de eerw. heer Quintyn, onder
pastoor in de O. L. Vrouwkerk, eene be
rechting bij eene stervende vrouw in de
Beekstraat. Drie mannen kwamen den
priester halen met eene stootkar, waar
deze met zijnen dienaar die de lan
taarn droeg, opklom om zijne H. Bedie
ning uit te voeren hij werd op dezelfde
wijze tot aan het begaanbaar gedeelte der
Nieuwstraat gebracht.
Verscheidene kelders zijn in dit gewest
onder water geschoten.
Stempels. Alle soorten van
stempels en alle benoodigheden zijn te
bekomen ter boek- en steendrukkerij van
Den Denderbode.
Te verkrijgen ten bureele van Den
Denderbode, Geillustreerde Post
kaarten, aan fr. 0,20 en fr. o,5o het
dozijn. Met de post verzonden, 5 cen
tiemen meer.
Aalst. Heden, woensdag 7 Januari
kwam een vreemdeling ten huize van
Goetjens Frans, koetsier, Moorselbaan,
Nr 19, en bood de vrouw Spaens Marie
een fleschje te koop houdende een vocht
zoo klaar als water, zeggende dat het
een souvereine remedie is tegen de
tandpijn, kostende een frank. De vrouw
kocht een fleschje en de vreemdeling
vroeg wat lauw water in't welk hij een
deel van 't fleschje goot en deed de vrouw
er haren mond meê spoelen, er bijvoe
gende dat ze dat 14 dagen lang moest
doen. Aanstonds werd de vrouw onpas
selijk zij gevoelde eene droogte in de
keel en beefde in al hare lidmaten. De
vreemdeling scheen rond de 40 jaren
oud, dik aangezicht, blonde knevels en
neusnijper, zwarte veston, broek bruin en
wit en korte getten. Hij zegde gelogeerd
te zijn in 't Hotel Comte de Flandre al
hier en woonachtig te Dendermonde. Men
is dus verwittigd
Messengevecht t© Appel-
terre. Onder dezen titel deelt de
armtierige Dendergalm een verhaal mêe
van de oneenigheden die tusschen Appel-
terre en 't gehucht Eychem van deze
Gemeente afhangende zijn gerezen, on
eenigheden, die door zekere groene kra-
watten zijn gestookt geworden.
Te Eychem bestaat er een kerkje en de
inwoners zouden willen dat er Z. H. de
Bisschop er een pastoor zou benoemen.
Maar daar er geene middelen zijn, zou
die E. H. Pastoor van den hemelschen
dauw moeten leven.
Ons inzicht is niet de zaak in den grond
te behandelen, alhoewel wij voldoende
inlichtingen bezitten, maar De Dender
galm spreekt van een gevecht tusschen
Appelterrenaren en Eychemenaren met
messenen geweerschoten, enz. enz... En
dat gevecht werd aangevuurd door
de Geestelijkheid, door de Pastoors en
Onderpastoors die de gefanatiseerde
boeren opjoegen....
Maar raadplegen wij eens onzen Con
frater. Recht en Vrede van Ninove hij
die maar een halve uur van Eychem
woont, hij zal beter in staat zijn ons de
ware toedracht der zaak voor te stellen.
Laten wij hem dus het woord om te
bewijzen hoe de grootste schavuiten der
liberale weekbladpers durven liegen en
bedriegen
Over 14 dagen gebeurde te Appelterre
Eychem een zeer erg feit. Wij hebben er
in ons voorgaand nummer niet van ge
rept, omdat de zaak ons op te veel ver
schillende en tegensprekende wijzen
verteld was. Ziehier echter wat schijnt de
waarheid te zijn.
Op eenen uitkant der gemeente bestaat
hetgeen die mannen daar zeiven gedoopt
hebben met den schoonen naam van eenen
Bond vanzatterikken. Uit eerbied
voor onze lezers verzwijgen wij de echte
benaming. Alle zor.dagen ten minste,
zuipen die kerels om prijs, en hij die het
meest maatjes kan binnen krijgen is de
held van den dag.
Zijn dat ook nog menschen
Nu, ter gelegenheid van eene begrafe
nis was de president want ze hebben
ook een president van die jenever-
bee....zen den Zaterdag 20 December
laatst op zwier geraakt, en den Zondag
avond verkeerde hij in eenen staat die,
men kan het wel denken, niets meer ge
meens had met een redelijk schepsel
Gods.
Zijne kameraden begonnen dan er
letterlijk mede te werpen en te kaatsen,
totdat zij er zelfs geen teeken van leven
meer aan zagen. Wat daar verder dan
gebeurde kan met geene deftige pen meer
beschreven worden niemand van onze
lezers is in staat het zich zelfs in te beel
den.
Dat spel was voor goed aan den gang
als 't was dan 2 uren van den Maandag
morgen eenige mannen van Eychem,
terugkeerende van eene vogelbolling,
daar binnen traden. Daar men juist bezig
was met den president te begraven en
naar de hel te leiden, vielen de spotter
nijen gemakkelijk op den pastor van
Eychem en seffens was geheel het kot in
vol ie ruzie en la wijt.
De baas (1) dan kwam er tusschen en
zei iedereen buiten.'t Was gauwer gezegd
gedaan Eenigen nogtans geraakten
op straat en bleven kijven, maar anderen
bleven binnen en geraakten aan 't vech
ten. Den eenen achter den anderen smeet
ze debaasdan buiten, met zijn stoofdeksel
en koterhaak.
Op straat herbegon een algemeen en
woest gevecht men getuigt zelfs dat vier
revolverschoten gelost werden, 's Ander
daags vertelde men overal dat twee man
nen van Eychem naar huis gedragen
werden met gekloven schedel. Een der
twee verkeerde in zeer bedenkelijken
toestand. Het gerecht heeft de zaak in
handen.
In n° 3i der Cogelslei te Antwerpen
woont M. Fischer, koopman in hout.
Vrijdag morgend speelden zijne zonen,
Willy en Walther, respectievelijk i3 en 7
jaar oud, op eene kamer der eerste ver
dieping van het huis.
De kinderen waren alleen. Moê ge-
speeld, waren zij een poos gaan rusten,
toen de oudste eene kleine karabijn-Flo
bert, die in eenen hoek stond cn die hij
meende niet geladen te zijn, in de rich
ting van zijn broerke afvuurde.
Een schot weerklonk, en de jonge
Walter, in den hals getroffen stortte neer.
Op den knal kwam de gouvernante
toegeloopen en staarde een verschrikke
lijk schouwspel aan.
De kleine Walther lag op den grond, in
eenen grooten bloedplas, geen teeken van
leven meer gevend. De oudere broeder,
als wezenloos, aan den grond genageld,
stond voor hem, met de karabijn aan zijne
voeten.
Een toegesnelde geneesheer kon helaas!
niets anders dan de dood vaststellen.
De droefheid der ouders is onbeschrijf
lijk.
De onvrijwillige dader is zoozeer ge
schokt door het voorval, dat hij ere ziek
te bed ligt.
Moge h?t drama toch andermaal eene
waarschuwing zijn, en geen geladen
wapens in huis te laten, vooral ze niet in
't bereik van kinderen te stellen.
Het ongeluk heeft op Zurenborg eene
diepe ontroering teweeg gebracht, want
iedereen kende er de twee levenslustige
knapen.
De Antwerpsche opsporingsbrigade
heeft Vrijdag weer een goeden slag ge-
daan, waardoor, meer dan waarschijnlijk,
een groote diefstal werd verijdeld.
Ziehier in welke omstandigheden de
agenten van Oosterwijck en De Bruycker
argwaan kregen.
Sinds een paar dagen hadden deze twee
agenten 3 kerels opgemerkt, die eene
zonderlinge levenswijze leidden, niet
werkten, en waarvan de een eene echte
boeventronie heeft. Zij besloten dit drie
tal eens goed in 't oog te houden.
Vrijdag middag ontmoetten zij hen
weer en verloren hen geen oogenblik uit
het oog. Het was rond de Ooststatie dat
de zonderlingen rondwandelden, het eene
koffiehuis uit, het andere in. Nu en dan
gingen zij afzonderlijk, om eenige oogen-
blikken weer bijeen te komen.
Eindelijk bleven ze in de Pelikaan
straat heen en weer wandelen zij hadden
steeds een oog op het hotel La Maison
Blanche, en poogden er zelfs binnen te
gaan, doch daar kwam niets van.
Het was toen reeds 7 ure geworden. De
drie fijn opgekleede heerkens kregen in
't oog, dat men hen bewaakte en achter
volgde. Zij beraadslaagden een oogenblik
met elkaar en zetten het dan ijlings op
een loopen.
Dit was nu genoeg voor de agenten,
die de vluchtelingen achterna zetten en
elk er eenen konden aanhouden. Na ze
beiden eerst naar het bureel te hebben
gebracht, gingen ze terug op zoek naar
den anderen, die een half uur nadien
eveneens werd aangehouden.
De twee eerst aangehoudenen noemden
zich Carl Schnell, leurder, 22 jaar, op
logement Sint-Jansvliet, en Adolf Wilms,
20 jaar, op logement in de Korte Vlier
straat. Beiden werden in 't bezit gevonden
van verschillende valsche papieren. De
derde noemt zich Carl Becker, 23 jaar,
eveneens op logement in de Korte Vlier
straat. Allen zijn Duitschers.
Bij dezen laatste vond men, benevens
valsche papieren, eene partij dievenge-
reedschappen, allen van het laatste maak
sel en waarbij niets vergeten was.
Daaronder was een scherpe beitel, ver
schillende koperen passe-partouts in
vorm van haken gemaakt en waarmede
men alle deuren kan openen een fluitje
om signalen te geven, stekskens, eene
kaars, die reeds gebrand had, en cok een
pakje watte om zich spoedig te kunnen
verbinden in geval zij werden gekwetst
om alzoogeen sporen achter te laten.
Dat zij niet de eerste maal op expeditie
waren, blijkt hieruit, dat op den beitel
verscheidene plekken was waren, voort
komende van het afdruipen der kaars.
Doch dit was nog niet alles. Nog werd
een vierde Duitscher aangehouden, die
zelfs een lint in zijn knopsgat droeg, en
zich zelfs baron liet noemen.
Doch buiten dit vond men niets dat
eenig belang had voor de policie op hem.
Deze valsche baron had over eenigen tijd
gewoond met Alfred Schnell, een der
eerst aangehoudenen, in de Lemanstreet,
te Londen, Ze waren met dezelfde boot
naar Antwerpen afgezakt.
Na allen te hebben onderzocht ging
men in hunne woning eens zoeken. Dit
bracht niets uit.
Bij Wilms evenwel, ontdekte men weer
iets zonderlings. In een koffer vond men
een galakostuum, waarvan het habiet en
de vest doorboord waren en daarrond
was de stof met bloed doortrokken. Daarop
kreeg men ook een hemd in 't zicht, dat
eveneens doorboord was en geheel met
bloed was gedrenkt. Er bestond geen