Zondag it Januari 1903 3 centiemen per nummer 36s,c Jaar 5770 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID Niet goed op de hoogte! vtv 0 OM ZES MILLI0EN Ouderdomspensioen Zaak Arijs. -ch?SfgS DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- honing van den volgenden dag. - De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. - De onkosten der kwittantiën door de Post ont- vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CLIQUE SCUM Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, IO Januari igo3. Het is droef te moeten vaststellen dat vele schrijvers niet juist weten waarover zij schrijven en vele en groots dwalingen aan den man brengen. Arme lezers I Ja, wij beklagen de lezers die te goe der trouw gelooven wat hun blad of schrift voorhoudt en de speelbal zijn van een onwetende. Zondag gaven wij een voorbeeld M. Daens sprak van dingen die hij niet kende en verkocht, natuurlijk, zeever in paks- kens Zijne lezers zijn nu aan 't leuren met de kolossale dwaling dat, in Duitsch- land, het de Staat is die verzekert Een tweede voorbeeld. Het komt in eene brochuur over de arbeidsongevallen door A. Gielen bl. 97- Wij vertalen De Fransche wet op de arbeidson gevallen bevat in artikel 3 eene ongeluk kige bepaling DE VREEMDE WERKLIEDEN SLACHTOF- FERS VAN ONGEVALLEN DIE ZULLEN OP- HOUDEN TE VERBLIJVEN OP FRANSCH grondgebied zullen voor alle vergoe- ding ontvangen een kapitaal gelijk aan drijmaal de rente die hem was toege- kend. De vertegenwoordigers van een vreemde werkman zullen geen scha- devergoeding ontvangen indien zij op het oogenblik van het ongeval niet op Fransch grondgebied verbleven. M. Gielen schrijft daarop de volgende bemerking Men zou niet begrijpen dat een Fransch parlement zulke hatelijke wets- bepaling voor de vreemdelingen heeft n kunnen aannemen indien niet een bij- n zondere geest in Frankrijk heerschte waar er volksvertegenwoordigers ge- vonden worden om een belasting te i) vragen op de vreemde werkers. Het wetsontwerp van ons goeverne- ment stelt de wederkeerigheid voor 't is i) te zeggen uit de voordeelen der wet te sluiten: «de erfgenamen van een vreem- deling die, op 't oogenblik van het on- geval, hun gewoon verblijf niet hadden op het Belgisch grondgebied, indien de wetgeving van het land van herkomst van den vreemdeling, in dezelfde voor- waarden, de Belgische rechthebbers buitensluit. u Wij denken niet dat onze wetge- vers het bestuur op dien weg volgen zal. Zij zullen liever voorbeeld ne- men op Duitschland dat verre de vreemdelingen uit te sluiten, hun zekere voordeelen geeft, n M. Gielen denkt dat in Duitschland de vreemdelingen zoo niet voordeelen ge nieten zij toch opgelijken voet gesteld worden met de inlanders Hij denkt dat in het ontwerp van ons Bestuur de vreemdelingen stierfmoeder- lijk worden behandeld. Hij kent, even als M. Daens, de Duit- sche wet op de arbeidsongevallen niet hij heeft ze niet gelezen en hij durft er triomfantelijk over schrijven Welk is nu de bepaling welke den toe stand beheerscht der vreemdelingen van dat land, waarvan het nu in de mode is het voorbeeld in te roepen en aan te pi ijzen Het is thans eene ziekte over de sociale wetgeving van Duitschland te wawelen Art. 2i van de wet van 6 Juni 1900 luidt als volgt n De overlevenden van een vreem- i) deling die, op het oogenblik van het ongeval hun gewoon verblijf in het LAND NIET HADDEN, HEBBEN GEEN RECHT op eene rente. Door beslissing van den Bondsraad. (Bundesrath) kan deze bepaling ontoepasselijk gemaakt wor- den voor bepaalde grensgebieden als- ook voor de onderdanen van vreemde a Staten wier wetgeving gelijke hulp verleent aan overlevenden van duit- SCHE BURGERS OVERLEDEN TEN GEVOLGE VAN EEN ARBEIDSONGEVAL. Gij ziet, dat tusschen de Duitsch- wet en ons ontwerp voor wat de erf genamen van een vreemdeling betreft er absoluut geen graantje verschil BE staat. Wat het slachtofeer zelf betreft, er wordt geen onderscheid gemaakt tus schen in- of uitlander noch in de Duitsche wet noch in het ontwerp van ons Minis terie En toch moeten onze wetgevers het voorbeeld van Duitschland volgen en tegen het ontwerp der Regeering slem- men O schrijvers op de hoogte uwer taak recht en daarvan verwachten sommige menners en volksopruiers zulke schoone wonderen bij ons Schelmerij en boetiek Frankrijk is een land dat eene volks- regeering heeft, schreef destijds MDaens. De geuzen (radikalen) en socialisten zijn er meester zij doen wat zij willen, het land ligt onder hunnen hiel En die fameuze mannen brengen zulk werk voortZij, die zich uitgeven als hebbende het monopolium der volks liefde, als hebbende alle genegenheid voor de werklieden in pacht Verwacht dan iets goeds van radikalen en socialisten Volksbedrog, ja Dus opgepast Als oorkonde geven wij, volgens het Arbeidsblad van April 1901, het deel van art. 4 dat de erfgenamen van vreemde lingen in ons wetsontwerp betreft a Art. 4. Echter zijn de erfgenamen n van een vreemdeling die, op 't oogen- blik van het ongeval, hun hoofdver- a blijf niet op het Belgisch grondgebied hadden, niet gerechtigd de bij dit artikel vastgestelde vergoedingen te eischen, indien de wetgeving van 't land van n herkomst des vreemdelings, in dezelfde n omstandigheden, de rechtverkrijgenden der Belgen uitsluit van 't recht op ver goeding voor de schadelijke gevolgen van arbeidsongevallen. Eene bemerking ten slotte. In Frank rijk is de wet op de arbeidsongevallen niet demokratisch. En nochtans Frank rijk is een land van zuiver algemeen stem- 34' Vervolg. Dat is waar, maar zeg eens, gij zult mij, uw helper, toch niet vergeten Niet om er mij op te beroemen, maar wanneer ik u niet geholpen had, dan zoudt gij nu hier niet zijn. Ik vergeet niets, stel u maar gerust. Gij hebt mij goed geholpen, ik moet be kennen dat gij uwe rol onberispelijk hebt gespeeld en goed volgehouden. Ge zijt wel goed, dank u, maar, ziet gij, om een pluimke te krijgen heb ik het niet gedaan. Dat begrijp ik, gij zijt er de man niet naar om iets voor de eer te doen, gij hebt liever uw deel van den buit. Natuurlijk, als men den duivel aan zijn staart getrokken heeft... Heb geduld. Dat zal ik hebben, maar mag ik in 't geheel niet weten, welk plan gij hebt gemaakt Waartoe zou dat dienen Als ik uwe hulp nogmaals noodig heb, dan zal ik u wel waarschuwen, maar voor het oogenblik behoeft gij niets anders tc doen dan u stil te houden. Wanneer ik mijn doel bereikt heb, dan zult gij 't onmidde- lijk weten. Gij hebt vandaag echter eene De minister van werken arbeid, M. Francotte, heeft een koninklijk besluit uit- geveerdigd, waarbij de uitvoering der wet op de ouderdomspensioenen nader geregeld en bepaald wordt. Er bestonden misbruiken, en men heeft ze willen doen verdwijnen. Over't algemeen bleek het dat 't pensioen al te gemakkelijk werd verleend. Het eerste deel van den omzendbrief die gezegd koninklijk besluit behelst, her haalt de algemeene bepalingen der wet en de vereischte voorwaarden om het pen sioen te genieten het behelst ook allerlei onderrichtingen wegens het aanvragen van 't pensioen, en verdere zaken welke de beschermingscomiteiten aangaan. 't Is dit tweede gedeelte welk wij eens meêdeelen Art. 6. Worden aanzien als in nood verkeerende, degenen wier bestaanmid delen, met hunne lasten vergeleken, ge woonlijk ontoereikend zijn om in hun onderhoud te kunnen voorzien. Om over de behoeften te oordeelen, wordt er voornamelijk in aanmerking ge nomen Aangaande de bestaanmiddelen. 1° Het volle loon van den aanvrager en elk voordeel dat hij geniet door 't uitoe fenen van zijn beroep 2° De weerde, uitgerekend in lijfrente, van zijne eigendommen of zakelijke rech ten, van zijn vee en van zijne spaarpen ningen 3» De bijwinsten die voortspruiten uit persoonlijke rechten, zoo als het jaargeld tot onderhoud 4° De onderstand der openbare welda digheid en der voorzienigheidskassen 5° Het volle loon en alle andere in komsten van zijn echtgenoot en van zijne kinderen of afstammelingen die met hem inwonen, getrouwd of niet. Aangaande de lasten i° Het onderhoud des huisgezins, vol gens de gewone levenswijze der werklie den van de streek en van hetzelfde beroep, mits in rekening te brengen het getal en den ouderdom van de personen des huis gezins 2° De gebrekkelijkheden 3° De huurprijs, belastingen en zake lijke lasten. In geen geval kqpnen aanzien worden als in nood verkeerend, degenen wier in komsten 36o frank bedragen voor eenen ouderling en 600 frank voor echtelingen die te samen wonen. Art. 7. Worden verondersteld als niet in nood verkeerend, zoo lang het tegenovergestelde niet stellig bewezen is, degenen die zelve of bij middel van eenen aangestelden persoon eene drankslijterij houden. Art. 8. Kunnen niet aanzien wor den als in nood verkeerend, voor de toe lage van 65 frank i° De personen aan welke eene liefda- digheidsir.richting of een bijzondere, het zij in een gesticht, hetzij elders, woonst, voedsel, kleederen en verwarming ver schaft 2° De gevangenen en de personen in de toevluchtshuizen of bedelaarsgestichten opgesloten. Art. 9. Kunnen de toelage niet ge nieten, de personen, die sedert min dan één jaar veroordeeld werden wegens dron kenschap, en degenen die met een be- driegelijk doel hunne goederen vervreemd hebben. Art. 10. Alwie de toelage van 65 fr. aar. raagt, moet daartoe een schriftelijk verzoek indienen, vóór den iu Januari van het dienstjaar waarop de toelage moet aangerekend worden, en een invulblad gebruiken overeenkomend met het voor beeld bij dit besluit gevoegd. Zullen bij de aanvraag gevoegd wor den, al de stukken welke noodig zijn om ieder der voorwaarden in artikel één ver meld, te bevestigen, zoo als het bewijs schrift nopens staatsburgerschap en ver blijf, een uittreksel der geboorteakte, de stukken waaruit blijkt dat de hoedanig heid van werkman of oud-werkman be staat, de bewijzen der loonen van den be langhebbende, van zijn echtgenoot, van zijne kinderen of afstammelingen, een bewijsschrift van den ontvanger der be lastingen, en des noods de stukken welke den toestand der eigendommen, het be drag der spaarpenningen en der andere bestaanmiddelen vaststellen. De lasten, namelijk de gebrekkelijkhe den en liet bedrag van den huurprijs, moeten insgelijks door schriftelijke bewij zen gestaafd worden. Bij Overgangsmaatregel, wat de vragen voor het jaar iyo3 betreft, kunnen de be wijsschriften, na het verzenden van het verzoek, ten laatste tot 28 Februari igo3 afgeleverd worden. Art. 11. De ontvanger der belastin" gen schrijft, volgens hunnen aard, in het bij vorig artikel vermeld bewijsschrift, de belastingen op welke in de rollen op den naam van den aanvrager, van zijn echtge noot en van zijne met hem inwonende grove fout begaan, door mij te volgen, dat moet gij niet meer doen. De kleine man boog het hoofd ten tee- ken van onderwerping. Sorandal scheen daar evenwel nog met mee tevreden, want hij ging op bevelen den toon voort Blijf voortaan in uwen schuilhoek en wacht tot ik u toesta om voor den dag te komen. Ik heb al gezegd, dat ik nog steeds bespied word, daarom mag men ons niet met elkaar zien, gij zult mij dus genoegen doen, met aan de ringbaan uit te stappen, Beloof mij ten minste, dat gij mij nu en dan zult schrijven. Gij zijt een onnoozele geloot ik. Schrijven 1 Neen, neen, brieven kunnen in verkeerde handen komen en alles be derven. Geef mij evenwel uw adres. Waar woont gij tegenwoordig In de rue de la Tombe-Issoire, 94, eene armoedige buurt, maar als men geen geld heeft... Nog altijd onder den naam van Prouteau Natuurlijk. Goed, hier zijn wij aan de ringbaan, maak dat gij wegkomt, en geene nieuwe onvoorzichtigheden meer. Zeg, zegde de kleine man halt be schroomd, kunt gij mij geen usuis lee- nen, ik durf u wel verzekeren, dat ik op zwart zaad zit. Sorandal haalde ongeduldig de schou- kinderen of afstammelingen staan, zoo als zij aan dezen ambtenaar aangegeven wor den hij somt daarin al de desnoods ver schuldigde gelden ten hunnen laste te innen in zake van grondbelasting, per- sonneele belasting, patentrecht, mijnlas- Un. Hij vermeldt er insgelijks de opcen tiemen ten voordeele van Staat, Provin ciën en Gemeenten, alsook de provinciale taksen. Het bewijsschrift, gedag- en gemerktee- kend door den Ontvanger, wordt bij drin gendheid naar den belanghebbende of gemachtigde gezonden. Art. 12. De aanvraag wordt waar en echt verklaard, gedag- en gemerktee- kend door den belanghebbende. Kan hij niet onderteekenen, of is hij daartoe niet in staat, dan zal dit vermeld worden, en deze verklaring zal door twee meerderja rige Belgische getuigen tegengeteekend worden. De aldus opgestelde aanvraag zal ge stuurd worden, door bemiddeling van den Burgemeester, naar den voorzitter van het Beschermingscomiteit der Werkmans woningen en der Instellingen van Voor uitzicht, wiens omschrijving de eigenlijke verblijfplaats van den aanvrager begrijpt. Art. i3. De Burgemeester is ver plicht aan de belanghebbenden of hunne gemachtigden, indien deze het vragen, op ongezegeld papier, de bovengemelde stukken af te geven betrekkelijk den ouderdom, het staatsburgerschap, het verblijf, de samenstelling van het huisge zin, de kadastrale beschrijving der goe deren van den aanvragtr, en den onder stand hem door de gemeentelijke welda digheid verstrekt. Hij bevestigt de echtheid der inlichtin gen door den aanvrager verschaft, na de zelve aangevuld en des noods verbeterd te hebben, namelijk wat loon en huurprijs betreft. Nogthans drukt hij geen advir- uit nopens de gegrondheid der vraag. Art. i5. Binnen dc veertien da gen na de kennisgeving, zal de aanzoeker wiens aanvraag werd verworpen, beroep mogen aanteekenen tegen dit besluit bij den Gouverneur der provincie. De beroe pen zullen beweegreden aangeven. De Gouverneur kan van ambtswege, of na dusdanig onderzoek welk hij nuttig zal oordeelen, zich in beroep voorzien tegen beslissingen waarbij aanvragen om toe lage worden ingewilligd. Dit beroep wordt zoohaast mogelijk ingesteld, en on- middelijk aan den vrager en aan 't Comi teit bekend gemaakt. De bekendmakings- brief zal de reden van het beroep vermel den. Art. 16. Er zal over dit beroep uit spraak gedaan worden door eene Com missie, te dien einde bij ministerieel be sluit ingesteld, en bestaande uit eenen voorzitter benoemd door de regeering, uit eenen afgeveerdigde van den Hoogen Ar beidsraad en eenen afgeveerdigde van het departement van financiën. Elk lid zal eenen plaatsvervanger hebben, die in ge val van verhindering, in zijne plaats zal optreden. Er kunnen verscheidene Commissiën per provincie, naar de vereischten van den dienst, ingesteld worden De Commissie besluit binnen de maand, te rekenen van den dag waarop zij van het beroep kennis nam, na de onder zoeksmaatregelen te hebben genomen die zij gepast oordeelt. Zij zal, in elk geval, vooraleer zij eene beslissing verandert, het Beschermingscomiteit moeten uitnoo- digen om bij haar een zijner leden af te veerdigen. Zij maakt hare beslissing aan den belanghebbende, aan den Gouverneur en aan het Beschermingscomiteit bekend. Tegen deze beslissing kan er ten voor deele van den belanghebbende geen ver haal genomen worden. Art. 17. De bundels worden door den Gouverneur aan het departement van arbeid overgemaakt. Art 19. Het arbeidsambt zal, in de maand Januari van elk jaar, aan de Burgemeesters de naamlijst mededeelen van de personen die in hunne gemeente verblijven en reeds de jaarlijksche toelage van 65 fr. verkregen hebben. De Burgemeester zal op deze lijst de sterfgevallen, de oorzaken van uitsluiting of intrekking der toelage vermelden, als ook de veranderingen van woonplaats. Hij zal, met zijn handteeken, de echtheid dezer opgaven bevestigen. Hij zal binnen de maand de aldus ge wijzigde en aangevulde lijst aan het Be schermingscomiteit overmaken, dat tot een nieuw onderzoek zal overgaan aan gaande de personen wier staat van ver mogen zou veranderd zijn, of nopens welke hem nieuwe inlichtingen zouden geworden. De toelage zal namenlijk ontnomen worden aan degenen die er misbruik van gemaakt hebben. held van Chipka zich wel te bewijzen dat De Denderbode de verklaringen der getuigen voor de Rechtbank heeft ver- valscfat. En hij zou het ons hebben bewezen. Wij, wij hebben bewezen dat de groene held de verklaringen der getuigen, zoo niet totaal heeft vervalscht ze toch zooda nig verdraaide dat dit verdraaien hun vei klaringen in den mond leggen die ze niet deden. Waar blijft ge dan, groene held, met al uwe eerlijkheid en deftigheid Volgens u zijn er geene eerlijkere lieden op de wereld dan het groene volkje en nochtans ge beschuldigt ons van verval- sching en dan, als wij u uitdagen uwe beschuldigingen te bewijzen ge trekt klink lijk een gemeene lafaard.... Waarlijk de zoogezegde chrislene democraten verdienen den naam van groene krawatten ders op, nam een louis d'or uit zijnen portemonnaie en wierp dien op de bank terwijl hij zegde Daar maar vraag mij nu niets meer. want gij weet wel, dat ik zelf slecht bij kas ben. De kleine man raapte den louis op, stamelde een woord van dank en daar de trein juist stopte aan de statie van de Ceintuurbaan, opende hij het portaal en stapte uit. Alleen gebleven wierp Soradal zijne uitgerookte sigaar weg, stak eene versche op, strekte zijne beenen op de bank uit en mompelde Als ik niet oppas, dan zal die stom merik mij nog alles bederven en toch ben ik nooit zoo dicht bij mijn doel geweest als nu. Een glimlach plooide zijne lippen, ter wijl hij voortging En Gisèle is niet alleen rijk, maar schoon, beeldschoon. IV. De oudste Broeder. Eenige dagen later zat Olivier Fromen- dal. zeer goed geluimd, op zijne kamer, waar de portierster zooeven het dejeuner had klaar gezet. De huiskamer van den jongen schilder was slechts door eene breede gordijn ge scheiden van zijn werkhuis, waar de schrale winterzon door de hooge vensters naar binnen drong. Hij woonde in de rue Tourlagne, op het hoogste punt van Montmartre. De portière was half weggeschoven, zoodat Olivier in het werkhuis kon zien, juist op zijnen ezel, waar een nog wit doek op stond met eene eerste schets in rood crayon geteekend. Uit zijne groote meerschuimen pijp blies hij zware rookwolken uit, terwijl hij een nieuwsblad inzag. Even na elf ure werd er aan de deur van het werkhuis geklopt. Olivier ging open doen en slaakte een kreet van vreugde, toen hij den bezoeker beikende. Jacques Zij drukten elkaar hartelijk de hand. Jacques was de broeder van Olivier, zes jaar ouder dan hij zij geleken spre kend op elkander, alleen was de oudste wat forscher gebouwd en grooter- Zijne tint was gebronsd door zon en wind. De broeders, die reeds op zeer jeugdi gen leeftijd weezen werden, waren innig aan elkaar gehecht, Toch had het lot hen gescheiden, want terwijl Olivier, die roeping voor dc schil derkunst voelde, te Parijs bleef, was Jacques geneesheer bij de marine ge worden en had in die loopbaan de wereld doorgezworven. Telkens als zij elkaar weerzagen, was dat een feestdag van beiden. Jacques was nu het laatst in Senegal geweest. Eene kwaadaardige koorts had hem daar aangetast en een verlof om naar het vaderland terug te keeren noodza kelijk gemaakt. Nu was hij genezen, wel wat afgeval len maar toch weer even sterk als voor heen. Hij nam zich voor, de zes maanden, die van zijn verlof nog overbleven, bij zijnen broeder door te brengen. Wat hadden zij elkaar in langen tijd niet gezien. Wat hadden zij elkaar veel te vertellen. Het eerste uur ging voorbij onder een kruis van vragen eu antwoorden, zoo le vendig, dat Olivier in het geheel meer dacht aan zijn dejeuner, dat ijskoud stond te worden. Jacques merkte in verrukking op, dat zijnen broeder cr gezonder en sterker uitzag dan vroeger. Olivier daarentegen beklaagde zijnen broeder, om de sporen van zijne ziekte, die nog merkbaar waren. Nu ja, 't is waar, daar ginds in Sene gal, onder den koperen hemel van Dakar, waar nu en dan de gele koorts ontzet tende verwoestingen aanrichtte, had het weinig gescheeld of Jacques zou er huid en haar bij verspeeld hebben, Toch had zijn gestel sterker gebleken te zijn dan dc ziekte het had de beproe ving doorstaan en zijne trouwe plichts betrachting, waarmee hij verscheidene mcnschen in de tropen aan de kaken van den dood ontrukt had, schonk hem thans de voldoening het roode lintje van het Ecre-Legioen te mogen dragen. En gij vroeg hij ten slotte, na alles verteld te hebben. Och, Olivier wist in 't geheel zooveel niet te verhalen. Hij had gewerkt, hij was in zijne kunst vooruitgegaan. In de laatste salon van het Champ-de- Mars had zijne inzending, twee land» schappen, de aandacht getrokken, zijn naam begon onder de kunstliefhebbers bekend te worden. Zijn vlijt werd loyaal bekroond, hij zou zijnen gang door 't leven wel vinden en de toekomst lachtte hem zonnig tegen. Zijn laatste avonduur aan boord van de Wellington verzweeg hij misschien uit bescheidenheid. Het vele spreken begon nu toch den eetlust op te wekken, Olivier deelde zijn dejeuner met Jacques en aan tafel werd er zoo druk geredeneerd, dat het halve rantsoen voor geen van beide onvol doende scheen. Na het dejeuner stak Jacques eene sigaar op cn maakte met Olivier eene ronde in het werkhuis, om zich met eigen oog van dc vorderingen, die zijn brot'ler had gemaakt, te overtuigen. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1