Zondag it Januari 1903
3 centiemen per nummer
36s,c Jaar 5770
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst
GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID
Niet goed
op de hoogte!
vtv
0
OM ZES MILLI0EN
Ouderdomspensioen
Zaak Arijs. -ch?SfgS
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
honing van den volgenden dag. - De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. - De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CLIQUE SCUM
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, IO Januari igo3.
Het is droef te moeten vaststellen dat
vele schrijvers niet juist weten waarover
zij schrijven en vele en groots dwalingen
aan den man brengen.
Arme lezers I
Ja, wij beklagen de lezers die te goe
der trouw gelooven wat hun blad of
schrift voorhoudt en de speelbal zijn van
een onwetende.
Zondag gaven wij een voorbeeld M.
Daens sprak van dingen die hij niet kende
en verkocht, natuurlijk, zeever in paks-
kens Zijne lezers zijn nu aan 't leuren
met de kolossale dwaling dat, in Duitsch-
land, het de Staat is die verzekert
Een tweede voorbeeld. Het komt in
eene brochuur over de arbeidsongevallen
door A. Gielen bl. 97-
Wij vertalen
De Fransche wet op de arbeidson
gevallen bevat in artikel 3 eene ongeluk
kige bepaling
DE VREEMDE WERKLIEDEN SLACHTOF-
FERS VAN ONGEVALLEN DIE ZULLEN OP-
HOUDEN TE VERBLIJVEN OP FRANSCH
grondgebied zullen voor alle vergoe-
ding ontvangen een kapitaal gelijk aan
drijmaal de rente die hem was toege-
kend.
De vertegenwoordigers van een
vreemde werkman zullen geen scha-
devergoeding ontvangen indien zij
op het oogenblik van het ongeval niet
op Fransch grondgebied verbleven.
M. Gielen schrijft daarop de volgende
bemerking
Men zou niet begrijpen dat een
Fransch parlement zulke hatelijke wets-
bepaling voor de vreemdelingen heeft
n kunnen aannemen indien niet een bij-
n zondere geest in Frankrijk heerschte
waar er volksvertegenwoordigers ge-
vonden worden om een belasting te
i) vragen op de vreemde werkers.
Het wetsontwerp van ons goeverne-
ment stelt de wederkeerigheid voor 't is
i) te zeggen uit de voordeelen der wet te
sluiten: «de erfgenamen van een vreem-
deling die, op 't oogenblik van het on-
geval, hun gewoon verblijf niet hadden
op het Belgisch grondgebied, indien de
wetgeving van het land van herkomst
van den vreemdeling, in dezelfde voor-
waarden, de Belgische rechthebbers
buitensluit.
u Wij denken niet dat onze wetge-
vers het bestuur op dien weg volgen
zal. Zij zullen liever voorbeeld ne-
men op Duitschland dat verre de
vreemdelingen uit te sluiten, hun
zekere voordeelen geeft, n
M. Gielen denkt dat in Duitschland de
vreemdelingen zoo niet voordeelen ge
nieten zij toch opgelijken voet gesteld
worden met de inlanders
Hij denkt dat in het ontwerp van ons
Bestuur de vreemdelingen stierfmoeder-
lijk worden behandeld.
Hij kent, even als M. Daens, de Duit-
sche wet op de arbeidsongevallen niet
hij heeft ze niet gelezen en hij durft er
triomfantelijk over schrijven
Welk is nu de bepaling welke den toe
stand beheerscht der vreemdelingen van
dat land, waarvan het nu in de mode is
het voorbeeld in te roepen en aan te
pi ijzen Het is thans eene ziekte over de
sociale wetgeving van Duitschland te
wawelen
Art. 2i van de wet van 6 Juni 1900 luidt
als volgt
n De overlevenden van een vreem-
i) deling die, op het oogenblik van het
ongeval hun gewoon verblijf in het
LAND NIET HADDEN, HEBBEN GEEN RECHT
op eene rente. Door beslissing van
den Bondsraad. (Bundesrath) kan deze
bepaling ontoepasselijk gemaakt wor-
den voor bepaalde grensgebieden als-
ook voor de onderdanen van vreemde
a Staten wier wetgeving gelijke hulp
verleent aan overlevenden van duit-
SCHE BURGERS OVERLEDEN TEN GEVOLGE
VAN EEN ARBEIDSONGEVAL.
Gij ziet, dat tusschen de Duitsch-
wet en ons ontwerp voor wat de erf
genamen van een vreemdeling betreft
er absoluut geen graantje verschil BE
staat.
Wat het slachtofeer zelf betreft,
er wordt geen onderscheid gemaakt tus
schen in- of uitlander noch in de Duitsche
wet noch in het ontwerp van ons Minis
terie
En toch moeten onze wetgevers het
voorbeeld van Duitschland volgen en
tegen het ontwerp der Regeering slem-
men
O schrijvers op de hoogte uwer taak
recht en daarvan verwachten sommige
menners en volksopruiers zulke schoone
wonderen bij ons
Schelmerij en boetiek
Frankrijk is een land dat eene volks-
regeering heeft, schreef destijds MDaens.
De geuzen (radikalen) en socialisten zijn
er meester zij doen wat zij willen, het
land ligt onder hunnen hiel
En die fameuze mannen brengen zulk
werk voortZij, die zich uitgeven als
hebbende het monopolium der volks
liefde, als hebbende alle genegenheid
voor de werklieden in pacht
Verwacht dan iets goeds van radikalen
en socialisten
Volksbedrog, ja Dus opgepast
Als oorkonde geven wij, volgens het
Arbeidsblad van April 1901, het deel van
art. 4 dat de erfgenamen van vreemde
lingen in ons wetsontwerp betreft
a Art. 4. Echter zijn de erfgenamen
n van een vreemdeling die, op 't oogen-
blik van het ongeval, hun hoofdver-
a blijf niet op het Belgisch grondgebied
hadden, niet gerechtigd de bij dit artikel
vastgestelde vergoedingen te eischen,
indien de wetgeving van 't land van
n herkomst des vreemdelings, in dezelfde
n omstandigheden, de rechtverkrijgenden
der Belgen uitsluit van 't recht op ver
goeding voor de schadelijke gevolgen
van arbeidsongevallen.
Eene bemerking ten slotte. In Frank
rijk is de wet op de arbeidsongevallen
niet demokratisch. En nochtans Frank
rijk is een land van zuiver algemeen stem-
34' Vervolg.
Dat is waar, maar zeg eens, gij zult
mij, uw helper, toch niet vergeten Niet
om er mij op te beroemen, maar wanneer
ik u niet geholpen had, dan zoudt gij nu
hier niet zijn.
Ik vergeet niets, stel u maar gerust.
Gij hebt mij goed geholpen, ik moet be
kennen dat gij uwe rol onberispelijk hebt
gespeeld en goed volgehouden.
Ge zijt wel goed, dank u, maar, ziet
gij, om een pluimke te krijgen heb ik het
niet gedaan.
Dat begrijp ik, gij zijt er de man
niet naar om iets voor de eer te doen, gij
hebt liever uw deel van den buit.
Natuurlijk, als men den duivel aan
zijn staart getrokken heeft...
Heb geduld.
Dat zal ik hebben, maar mag ik in
't geheel niet weten, welk plan gij hebt
gemaakt
Waartoe zou dat dienen Als ik
uwe hulp nogmaals noodig heb, dan zal
ik u wel waarschuwen, maar voor het
oogenblik behoeft gij niets anders tc doen
dan u stil te houden. Wanneer ik mijn
doel bereikt heb, dan zult gij 't onmidde-
lijk weten. Gij hebt vandaag echter eene
De minister van werken arbeid, M.
Francotte, heeft een koninklijk besluit uit-
geveerdigd, waarbij de uitvoering der
wet op de ouderdomspensioenen nader
geregeld en bepaald wordt. Er bestonden
misbruiken, en men heeft ze willen doen
verdwijnen. Over't algemeen bleek het
dat 't pensioen al te gemakkelijk werd
verleend.
Het eerste deel van den omzendbrief
die gezegd koninklijk besluit behelst, her
haalt de algemeene bepalingen der wet en
de vereischte voorwaarden om het pen
sioen te genieten het behelst ook allerlei
onderrichtingen wegens het aanvragen
van 't pensioen, en verdere zaken welke
de beschermingscomiteiten aangaan.
't Is dit tweede gedeelte welk wij eens
meêdeelen
Art. 6. Worden aanzien als in nood
verkeerende, degenen wier bestaanmid
delen, met hunne lasten vergeleken, ge
woonlijk ontoereikend zijn om in hun
onderhoud te kunnen voorzien.
Om over de behoeften te oordeelen,
wordt er voornamelijk in aanmerking ge
nomen
Aangaande de bestaanmiddelen.
1° Het volle loon van den aanvrager en
elk voordeel dat hij geniet door 't uitoe
fenen van zijn beroep
2° De weerde, uitgerekend in lijfrente,
van zijne eigendommen of zakelijke rech
ten, van zijn vee en van zijne spaarpen
ningen
3» De bijwinsten die voortspruiten uit
persoonlijke rechten, zoo als het jaargeld
tot onderhoud
4° De onderstand der openbare welda
digheid en der voorzienigheidskassen
5° Het volle loon en alle andere in
komsten van zijn echtgenoot en van zijne
kinderen of afstammelingen die met hem
inwonen, getrouwd of niet.
Aangaande de lasten
i° Het onderhoud des huisgezins, vol
gens de gewone levenswijze der werklie
den van de streek en van hetzelfde beroep,
mits in rekening te brengen het getal en
den ouderdom van de personen des huis
gezins
2° De gebrekkelijkheden
3° De huurprijs, belastingen en zake
lijke lasten.
In geen geval kqpnen aanzien worden
als in nood verkeerend, degenen wier in
komsten 36o frank bedragen voor eenen
ouderling en 600 frank voor echtelingen
die te samen wonen.
Art. 7. Worden verondersteld als
niet in nood verkeerend, zoo lang het
tegenovergestelde niet stellig bewezen is,
degenen die zelve of bij middel van eenen
aangestelden persoon eene drankslijterij
houden.
Art. 8. Kunnen niet aanzien wor
den als in nood verkeerend, voor de toe
lage van 65 frank
i° De personen aan welke eene liefda-
digheidsir.richting of een bijzondere, het
zij in een gesticht, hetzij elders, woonst,
voedsel, kleederen en verwarming ver
schaft
2° De gevangenen en de personen in de
toevluchtshuizen of bedelaarsgestichten
opgesloten.
Art. 9. Kunnen de toelage niet ge
nieten, de personen, die sedert min dan
één jaar veroordeeld werden wegens dron
kenschap, en degenen die met een be-
driegelijk doel hunne goederen vervreemd
hebben.
Art. 10. Alwie de toelage van 65 fr.
aar. raagt, moet daartoe een schriftelijk
verzoek indienen, vóór den iu Januari
van het dienstjaar waarop de toelage moet
aangerekend worden, en een invulblad
gebruiken overeenkomend met het voor
beeld bij dit besluit gevoegd.
Zullen bij de aanvraag gevoegd wor
den, al de stukken welke noodig zijn om
ieder der voorwaarden in artikel één ver
meld, te bevestigen, zoo als het bewijs
schrift nopens staatsburgerschap en ver
blijf, een uittreksel der geboorteakte, de
stukken waaruit blijkt dat de hoedanig
heid van werkman of oud-werkman be
staat, de bewijzen der loonen van den be
langhebbende, van zijn echtgenoot, van
zijne kinderen of afstammelingen, een
bewijsschrift van den ontvanger der be
lastingen, en des noods de stukken welke
den toestand der eigendommen, het be
drag der spaarpenningen en der andere
bestaanmiddelen vaststellen.
De lasten, namelijk de gebrekkelijkhe
den en liet bedrag van den huurprijs,
moeten insgelijks door schriftelijke bewij
zen gestaafd worden.
Bij Overgangsmaatregel, wat de vragen
voor het jaar iyo3 betreft, kunnen de be
wijsschriften, na het verzenden van het
verzoek, ten laatste tot 28 Februari igo3
afgeleverd worden.
Art. 11. De ontvanger der belastin"
gen schrijft, volgens hunnen aard, in het
bij vorig artikel vermeld bewijsschrift, de
belastingen op welke in de rollen op den
naam van den aanvrager, van zijn echtge
noot en van zijne met hem inwonende
grove fout begaan, door mij te volgen,
dat moet gij niet meer doen.
De kleine man boog het hoofd ten tee-
ken van onderwerping.
Sorandal scheen daar evenwel nog met
mee tevreden, want hij ging op bevelen
den toon voort
Blijf voortaan in uwen schuilhoek en
wacht tot ik u toesta om voor den dag te
komen. Ik heb al gezegd, dat ik nog
steeds bespied word, daarom mag men
ons niet met elkaar zien, gij zult mij dus
genoegen doen, met aan de ringbaan uit
te stappen,
Beloof mij ten minste, dat gij mij nu
en dan zult schrijven.
Gij zijt een onnoozele geloot ik.
Schrijven 1 Neen, neen, brieven kunnen
in verkeerde handen komen en alles be
derven. Geef mij evenwel uw adres. Waar
woont gij tegenwoordig
In de rue de la Tombe-Issoire, 94,
eene armoedige buurt, maar als men geen
geld heeft...
Nog altijd onder den naam van
Prouteau
Natuurlijk.
Goed, hier zijn wij aan de ringbaan,
maak dat gij wegkomt, en geene nieuwe
onvoorzichtigheden meer.
Zeg, zegde de kleine man halt be
schroomd, kunt gij mij geen usuis lee-
nen, ik durf u wel verzekeren, dat ik op
zwart zaad zit.
Sorandal haalde ongeduldig de schou-
kinderen of afstammelingen staan, zoo als
zij aan dezen ambtenaar aangegeven wor
den hij somt daarin al de desnoods ver
schuldigde gelden ten hunnen laste te
innen in zake van grondbelasting, per-
sonneele belasting, patentrecht, mijnlas-
Un. Hij vermeldt er insgelijks de opcen
tiemen ten voordeele van Staat, Provin
ciën en Gemeenten, alsook de provinciale
taksen.
Het bewijsschrift, gedag- en gemerktee-
kend door den Ontvanger, wordt bij drin
gendheid naar den belanghebbende of
gemachtigde gezonden.
Art. 12. De aanvraag wordt waar
en echt verklaard, gedag- en gemerktee-
kend door den belanghebbende. Kan hij
niet onderteekenen, of is hij daartoe niet
in staat, dan zal dit vermeld worden, en
deze verklaring zal door twee meerderja
rige Belgische getuigen tegengeteekend
worden.
De aldus opgestelde aanvraag zal ge
stuurd worden, door bemiddeling van den
Burgemeester, naar den voorzitter van
het Beschermingscomiteit der Werkmans
woningen en der Instellingen van Voor
uitzicht, wiens omschrijving de eigenlijke
verblijfplaats van den aanvrager begrijpt.
Art. i3. De Burgemeester is ver
plicht aan de belanghebbenden of hunne
gemachtigden, indien deze het vragen, op
ongezegeld papier, de bovengemelde
stukken af te geven betrekkelijk den
ouderdom, het staatsburgerschap, het
verblijf, de samenstelling van het huisge
zin, de kadastrale beschrijving der goe
deren van den aanvragtr, en den onder
stand hem door de gemeentelijke welda
digheid verstrekt.
Hij bevestigt de echtheid der inlichtin
gen door den aanvrager verschaft, na de
zelve aangevuld en des noods verbeterd
te hebben, namelijk wat loon en huurprijs
betreft. Nogthans drukt hij geen advir-
uit nopens de gegrondheid der vraag.
Art. i5. Binnen dc veertien da
gen na de kennisgeving, zal de aanzoeker
wiens aanvraag werd verworpen, beroep
mogen aanteekenen tegen dit besluit bij
den Gouverneur der provincie. De beroe
pen zullen beweegreden aangeven.
De Gouverneur kan van ambtswege, of
na dusdanig onderzoek welk hij nuttig zal
oordeelen, zich in beroep voorzien tegen
beslissingen waarbij aanvragen om toe
lage worden ingewilligd. Dit beroep
wordt zoohaast mogelijk ingesteld, en on-
middelijk aan den vrager en aan 't Comi
teit bekend gemaakt. De bekendmakings-
brief zal de reden van het beroep vermel
den.
Art. 16. Er zal over dit beroep uit
spraak gedaan worden door eene Com
missie, te dien einde bij ministerieel be
sluit ingesteld, en bestaande uit eenen
voorzitter benoemd door de regeering, uit
eenen afgeveerdigde van den Hoogen Ar
beidsraad en eenen afgeveerdigde van het
departement van financiën. Elk lid zal
eenen plaatsvervanger hebben, die in ge
val van verhindering, in zijne plaats zal
optreden.
Er kunnen verscheidene Commissiën
per provincie, naar de vereischten van
den dienst, ingesteld worden
De Commissie besluit binnen de maand,
te rekenen van den dag waarop zij van
het beroep kennis nam, na de onder
zoeksmaatregelen te hebben genomen die
zij gepast oordeelt. Zij zal, in elk geval,
vooraleer zij eene beslissing verandert,
het Beschermingscomiteit moeten uitnoo-
digen om bij haar een zijner leden af te
veerdigen. Zij maakt hare beslissing aan
den belanghebbende, aan den Gouverneur
en aan het Beschermingscomiteit bekend.
Tegen deze beslissing kan er ten voor
deele van den belanghebbende geen ver
haal genomen worden.
Art. 17. De bundels worden door
den Gouverneur aan het departement van
arbeid overgemaakt.
Art 19. Het arbeidsambt zal, in
de maand Januari van elk jaar, aan de
Burgemeesters de naamlijst mededeelen
van de personen die in hunne gemeente
verblijven en reeds de jaarlijksche toelage
van 65 fr. verkregen hebben.
De Burgemeester zal op deze lijst de
sterfgevallen, de oorzaken van uitsluiting
of intrekking der toelage vermelden, als
ook de veranderingen van woonplaats.
Hij zal, met zijn handteeken, de echtheid
dezer opgaven bevestigen.
Hij zal binnen de maand de aldus ge
wijzigde en aangevulde lijst aan het Be
schermingscomiteit overmaken, dat tot
een nieuw onderzoek zal overgaan aan
gaande de personen wier staat van ver
mogen zou veranderd zijn, of nopens
welke hem nieuwe inlichtingen zouden
geworden.
De toelage zal namenlijk ontnomen
worden aan degenen die er misbruik van
gemaakt hebben.
held van Chipka zich wel te bewijzen dat
De Denderbode de verklaringen der
getuigen voor de Rechtbank heeft ver-
valscfat.
En hij zou het ons hebben bewezen.
Wij, wij hebben bewezen dat de groene
held de verklaringen der getuigen, zoo
niet totaal heeft vervalscht ze toch zooda
nig verdraaide dat dit verdraaien hun
vei klaringen in den mond leggen die ze
niet deden.
Waar blijft ge dan, groene held, met
al uwe eerlijkheid en deftigheid
Volgens u zijn er geene eerlijkere lieden
op de wereld dan het groene volkje en
nochtans ge beschuldigt ons van verval-
sching en dan, als wij u uitdagen uwe
beschuldigingen te bewijzen ge trekt
klink lijk een gemeene lafaard....
Waarlijk de zoogezegde chrislene
democraten verdienen den naam van
groene krawatten
ders op, nam een louis d'or uit zijnen
portemonnaie en wierp dien op de bank
terwijl hij zegde
Daar maar vraag mij nu niets meer.
want gij weet wel, dat ik zelf slecht bij
kas ben.
De kleine man raapte den louis op,
stamelde een woord van dank en daar de
trein juist stopte aan de statie van de
Ceintuurbaan, opende hij het portaal en
stapte uit.
Alleen gebleven wierp Soradal zijne
uitgerookte sigaar weg, stak eene versche
op, strekte zijne beenen op de bank uit
en mompelde
Als ik niet oppas, dan zal die stom
merik mij nog alles bederven en toch ben
ik nooit zoo dicht bij mijn doel geweest
als nu.
Een glimlach plooide zijne lippen, ter
wijl hij voortging
En Gisèle is niet alleen rijk, maar
schoon, beeldschoon.
IV.
De oudste Broeder.
Eenige dagen later zat Olivier Fromen-
dal. zeer goed geluimd, op zijne kamer,
waar de portierster zooeven het dejeuner
had klaar gezet.
De huiskamer van den jongen schilder
was slechts door eene breede gordijn ge
scheiden van zijn werkhuis, waar de
schrale winterzon door de hooge vensters
naar binnen drong.
Hij woonde in de rue Tourlagne, op
het hoogste punt van Montmartre.
De portière was half weggeschoven,
zoodat Olivier in het werkhuis kon zien,
juist op zijnen ezel, waar een nog wit
doek op stond met eene eerste schets in
rood crayon geteekend.
Uit zijne groote meerschuimen pijp
blies hij zware rookwolken uit, terwijl hij
een nieuwsblad inzag.
Even na elf ure werd er aan de deur
van het werkhuis geklopt.
Olivier ging open doen en slaakte een
kreet van vreugde, toen hij den bezoeker
beikende.
Jacques
Zij drukten elkaar hartelijk de hand.
Jacques was de broeder van Olivier,
zes jaar ouder dan hij zij geleken spre
kend op elkander, alleen was de oudste
wat forscher gebouwd en grooter-
Zijne tint was gebronsd door zon en
wind.
De broeders, die reeds op zeer jeugdi
gen leeftijd weezen werden, waren innig
aan elkaar gehecht,
Toch had het lot hen gescheiden, want
terwijl Olivier, die roeping voor dc schil
derkunst voelde, te Parijs bleef, was
Jacques geneesheer bij de marine ge
worden en had in die loopbaan de wereld
doorgezworven.
Telkens als zij elkaar weerzagen, was
dat een feestdag van beiden.
Jacques was nu het laatst in Senegal
geweest. Eene kwaadaardige koorts had
hem daar aangetast en een verlof om naar
het vaderland terug te keeren noodza
kelijk gemaakt.
Nu was hij genezen, wel wat afgeval
len maar toch weer even sterk als voor
heen.
Hij nam zich voor, de zes maanden,
die van zijn verlof nog overbleven, bij
zijnen broeder door te brengen.
Wat hadden zij elkaar in langen tijd
niet gezien.
Wat hadden zij elkaar veel te vertellen.
Het eerste uur ging voorbij onder een
kruis van vragen eu antwoorden, zoo le
vendig, dat Olivier in het geheel meer
dacht aan zijn dejeuner, dat ijskoud stond
te worden.
Jacques merkte in verrukking op, dat
zijnen broeder cr gezonder en sterker
uitzag dan vroeger.
Olivier daarentegen beklaagde zijnen
broeder, om de sporen van zijne ziekte,
die nog merkbaar waren.
Nu ja, 't is waar, daar ginds in Sene
gal, onder den koperen hemel van Dakar,
waar nu en dan de gele koorts ontzet
tende verwoestingen aanrichtte, had het
weinig gescheeld of Jacques zou er huid
en haar bij verspeeld hebben,
Toch had zijn gestel sterker gebleken
te zijn dan dc ziekte het had de beproe
ving doorstaan en zijne trouwe plichts
betrachting, waarmee hij verscheidene
mcnschen in de tropen aan de kaken van
den dood ontrukt had, schonk hem thans
de voldoening het roode lintje van het
Ecre-Legioen te mogen dragen.
En gij vroeg hij ten slotte, na
alles verteld te hebben.
Och, Olivier wist in 't geheel zooveel
niet te verhalen.
Hij had gewerkt, hij was in zijne
kunst vooruitgegaan.
In de laatste salon van het Champ-de-
Mars had zijne inzending, twee land»
schappen, de aandacht getrokken, zijn
naam begon onder de kunstliefhebbers
bekend te worden.
Zijn vlijt werd loyaal bekroond, hij
zou zijnen gang door 't leven wel vinden
en de toekomst lachtte hem zonnig
tegen.
Zijn laatste avonduur aan boord van
de Wellington verzweeg hij misschien
uit bescheidenheid.
Het vele spreken begon nu toch den
eetlust op te wekken, Olivier deelde zijn
dejeuner met Jacques en aan tafel werd
er zoo druk geredeneerd, dat het halve
rantsoen voor geen van beide onvol
doende scheen.
Na het dejeuner stak Jacques eene
sigaar op cn maakte met Olivier eene
ronde in het werkhuis, om zich met eigen
oog van dc vorderingen, die zijn brot'ler
had gemaakt, te overtuigen.
Wordt voortgezet.