Donderdag 15 Januari 1905 5 centiemen per nummer JO*6 Jaar 5771 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad GODSDIENST HUISGEZIN. EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. en 't Arrondissement van Aalst Strafbaarheid en Godsdienst. Maria Van Brabant Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, on in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE ftl'VU. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 14 Januari igo3. M. C. De Lannoy, beambte in het de partement van justitie, heeft onlangs een belangrijk werk uitgegeven over demis daden tn overtreding- n, dit geoordeeld werden in de verschillende arrondisse menten van het koninklijk gedurende het jaar 1898. Wij geven de cijfers uit eenen artikel van den Journal de Bruxelles. Voor 1000 inwoners Brussel Charleroi Namen Antwerpen Kortiijk Aarlen Dinant Luik Bergen Brugge Gent Nijvel Veurne Marche 14 Hasselt 8,3 11.7 Verviers 82 10,8 Neufchateau 7.9 10,2 Yper 7.2 Mechelen 7.1 10 Tongeren 7 Demkrmonde 6,9 9.1 Leuven 6,8 Turnhout 6,3 Hoei 6,2 8,8 Doornijk 6,1 8,5 Audenaerde 5,i 8,4 Bij het overzicht der cijfers ziet men dat de Waalsche bevolking noch achter noch voren is, onder opzicht van straf baarheid, bij de Viaamsché provinciën. De strafbaarheid is oveial, in rechtstreek - sche verhouding met de verwoestingen op den Godsdienst te weeg gebracht. Van waar komt het dat zij bij de man nen zoo veel meer leden telt als bij de vrouwen, tenzij omdat de vrouwen gods- dienstiger zijn De Journal de Bruxel les haalt juist van pas de getuigenis aan van eenen filosoof rationalist, die zonder twijfel het catholiek Geloof niet genegen is. Een merkweerdig feit, dat al de kenners der statistiek in verwondering bracht, schrijft M. Fouillée, is dat de strafbaar heid die bij de vrouwen verschilt van 10 tot 3 met die der mannen in de Breton- sche departementen, waar de man omtrent zoo godsdienstig is als de vrouw, in ge lijke verhouding is. Integendeel, de vrou welijke strafbaarheid is in gelijke verhou ding met die der mannen in onze steden, inde beschaafde streken, waar juist de vrouw bijna zoo ongodsdienstig wordt als de man. En de Journal de Bruxelles voegt erbij: M. A. Fouillée in zijn onlangs uitgegeven werk op de zielleer der he- dendaagsche volkeren miskent niet dat Historiek-Dramatiek verhaal. het groote zedenbederf, dat bijzonderlijk in Frankrijk heerscht, te wijten is aan het verzaken van het christene Geloof. M. Fouillée hoopt dat eens het 0 sociale ge loof n met goede zedelijke uitwerksels het christene geloof n zal vervangen maar hij verduikt den neteligen toestand van heden niet en de onzekerheid van de toekomst. Frankrijk onderneemt misschien maar te zijnen koste de groote proef zijner hervorming, en tot nu toe het verstan delijk en zuiver menschelijk geloof is maar uitg«kom«n op het verlagend en nederdrukkend zedenbederf dat Frankrijk meer en meer gelijk stelt met de republie ken van Zuid-Amerika. M. Paul Leroy- Beaulieu, wensclite aan geheel Frankrijk de zedelijkheid en de vruchtbaarheid van het catholiek Bretagne. En MTarde vatte de kwestie der zede lijkheid onder alle opzichten samen, wan neer hij schreef De oorzaken waaraan men den vooruitgang van zelfmoord en van strafbaarheid moet toewijten, zijn ten deele d( zelfde die de vermindering der geboorten en de afneming der bevolking doen kennen. Welke zijn deze oorzaken Op den eersten rang de vooruitgang van de alge- meene ongodsdienstigheid, door de ver spreiding van de leerstelsels die de over geleverde grondbeginsels van de zedenleer en de familie vernietigd hebben. Uit die ontkennende en gevaarlijke ver mindering van Godsdienst, spruiten te ge lijk het zedenbederf en de ontvolking, zooals de statistieke veigelijking van de Fransche departementen het toont, onder dat driedubbel opzicht. VERGADERING DER Catholieke Kiesvereenigiiig VAN HET CANTON AALST. De militaire kwestie. De yfgevaardigden der Catholieke Kiesvereenigingen van het Kanton Aalst zijn bijeengeroepen voor Zondag 18 Januari om 2 1/2 ure in den Cathoheken Kring, Groote Markt alhier, om zich on ledig te houden met de middelen van aard om het vrijwilligers leger aan te moedigen. Men weet dat de militaire wet van 21 Maart 1902 aanzienlijke voordeelen aan de vrijwilligers verzekert. Doch die wet om toegepast te kunnen worden moet door de bevolking gekend en gewaardeerd zijn. Hiertoe heeft de Federatie der Catho lieke Kringen en Kiesvereenigingen onder Voorzitterschap van M. Woeste, in zittin gen van 4 en 5 November 11. eenen om zendbrief gestuurd tot al de aangeslotene bonden om zich met die belangrijke zaak te bemoeien waarvan de toekomst van het vrijwilligersleger afhangt. Daar deze omzendbrief het bijzonderste voorwerp der besprekingen van de ver gadering onzer Cantonale Vereeniging zal vormen denken wij het nuttig hier zijne bijzonderste deelen over te drukken: De nieuwe militiewet in dato 21 Maart 1900 is, zoo UEd. het weet, de door u gewenschte baan ingetreden. De kazernelijd werd met ongeveer zeven maanden verkort, en om het daar mede in vredestijd verminderd getal sol daten aan te vulleu, beriep zich de nieuwe wet aan gecne lotelingen of ge dwongen soldaten, maar aan vrijwilligers. Daarenboven indien het getal der vrij willigers van beroep, dat is te zeggen, degene die zich alsvorens den ouderdom van achttien jaren laten inschrijven, op gesomd met het getal der viijwilligers van het 0 contigent het deel overtreft welke het kanton verschaffen moet van de achttien honderd vrijwilligers die noodig geacht zijn om de verkorting van den diensttijd te vergoeden, dan wordt het overig getal der vrijwilligers afgekort van het getal der door het Canton te leveren lotelingen. Zelfs kunnen sommige Can tons alzoo de loting bij hen kwijt geraken telkens zij een genoegzaam getal vrijwil ligers leveren. Hoogst dringend is het, UEd. zult het gemakkelijk begrijpen, na alzoo de wet telijke proef van het vrijwilligersstelsel, doel onzer gestadige pogingen, bekomen te hebben, dat wij nu dit grondbeginsel ook op 't gebied der toepassing zouden doortrekken. Onzen tegenstrevers voorstaanders van de loting, van den persor.eelen of van den algemeenen dienst, mogen wij niet toelaten staande te houden dat het vrij willigerssteltel eene utopie of staatsdroom is, onbekwaam tot het verstrekken van een genoegzaam getal soldaten. Dus is het van belang dat het vrijwil- ligersgetal zoo hoog mogelijk weze, omdat de loting des té meer achteruitwijke. Ziehier een kort overzicht der bijzon dere bepalingen van de wet. De dienstneming kan aangegaan wor den van af den ouderdom van zestien jaren tot dien van vijf-en-dertig jaren zelfs tot veertig jaren van wege die reeds gediend hebben. De duur van de dienstneming wordt bepaald op ten minste eenen militieter mijn, toch met een, of twee, of drie jaren verlengd voor de vrijwilligers die maar 5* vervolg. Maar de dorst vermeerderde, 't kindje werd bleeker, kreeg sidderingskes de koningin nam het op haren'schoot. Ondertusschen kwam de koning met zijnen eersten minister Labrosse. Philip, zoo sprak Maria, ik weetniet wat Lodewijkskc heeft hij klaagt van grooten dorst; hij spreekt van vuur in zijn maag opeens is hij stil gevallen. Dat kind is niet wel, sprak de koning. Mij dunkt dat ook. Indien wij aan stonds den dokter lieten komen Koning Philip knipte aan eene bel die op tafel siond en zei tot den hofjonker Amaury, die toegeloopen was. Ga dadelijk den dokter halen. Het Hof van Frankrijk had voor dok ter zekeren Lamberto, een der beste van Frankrijk, daarbij treffelijk en deftig on der alle opzichten en boezemvriend van den overleden heiligen koning. Hij be woonde een huis nabij 't paleis en was na eenige oogenblikken in de zaal waar koning Philip was met zijne echtgenoote, den prins en baron Labrosse. Hij naderde tot het kind. Lodewijkske was nu doodsbleek ge worden, zijne oogen stonden in eenen zwarten rand, zijn adem ging lastig, en zijne oogen dwaalden. Dokter Lamberto legde zijne hand op 't voorhoofd van het kind, daarna op de borst en bleef zwijgend staan. Wat heeft 't kind geëten vroeg hij. Een weinig vleeschsoep, een stukje faisant, brood en fruit. Wat heeft het gedronken Een glas Bordeaux en een glas Cypruswijn. Uit welk glas heeft het kind ge dronken De koningin gaf hem een der bekers, die op tafel stonden. Er was nog een druppelke wijn in; de heelmeester liet dit druppelke op zijne tong vallen, zijn wezen betrok van schrik. De flesch Cypruswijn, mevrouw de koningin Hier is ze. De heelmeester stelde de flesch nevens den roomen en zijne hand boven die twee voorwerpen houdende, sprak hij deze verschrikkelijke woorden uit Op mijn doopsel en mijne eeuwig heid, die Cypruswijn was vergiftigd. V. Arme moeder. Vergiftigd 1 riep Maria van Brabant sidderend opspringend. Lamberto, sprak de koning ont- 18. of 17, of 16 jaren oud zijn ten tijde hunner dienstneming. Met de verschijning van dien termijn en toelating van den oorlogsminister mogen de vrijwilligers trouwen. Van 18 jaren af genieten de vrijwilli gers de zelfde verlofdagen als de mili- tianen. Zij trekken 3o fr. per maand (35 fr. voor de vrijwilligers van beroep). De helft van dit geld komt aan de ouders toe, maar bij gebrek aan levende ouders krijgt de vrijwilligers de geheele som me. Die vergoeding wordt betaald zonder in achtneming van de goederendoorden viijwilliger of zijne ouders bezeten. Al degene die opnieuw dienst nemen, trekken maandelijks 35 fr.; sommige dezer kunnen, krachtens koninklijk be sluit, gelijk n et de kaporaals of zelfs met de onder-officieren onder opzicht van vergoeding, gesteld worden. De maandelijksche vergoeding wordt op 40 fr. bepaald voor kaporaals of bri gadiers, en op 5o fr. voor de onder officieren. Al de vrijwilligers worden aangesloten aan de lijfrentkas onder waarborg van den Staat. Om hun pensioen te bezorgen wordt hunne vergoeding afgekort met eene som die i5 fr. per jaar niet mag overtreffen. Bij middel van die afkorting krijgen zij recht op de aanmoedigingspremiën door de wet van 10 Mei 1900 over de ouder domspensioenen vergund, 't is te zeggen dat de Staatskas jaarlijks zestig ten hon derd, dus negen franken bij de vijftien franken van den vrijwilliger voegt. In geval van herroeping van eene klasse of van legers mobilisatie, krijgt elk terug geroepen soldaat, behoudens de boven gemelde maandelijksche vergoedingen, nog eenen halven frank per dag, indien hij een kind heeft, en eenen frank per dag indien hij er twee of meer heeft. Onder-officieren die twintig jaren in het leger gediend hebben, worden met hunne veertig jaren, zoo zij den dienst verlaten, op pensioen gesteld wanneer zij geen ambt van den Staat bekomen heb ben. Maar bij alle ministeriën wordt aan de onder-officieren, brigadiers en kapo- ralen en achter hen aan de vrijwilligers en oud vrijwilligers de vooikeur voor sommige ambten, zelfs wanneer die krijgslieden den ouderdom tot aanneming voor die ambten voorbij zijn. De ambten bij troepkorpsen zullen, naarmate zij leeg zullen worden, aan uit tredende of oud-krijgslieden worden toe vertrouwd. roerd, gij bedriegt u, ge ziet eene misdaad waar mets is dan een ongeluk. Koning Philippus, zoo antwoordde de oude geneesheer, ik zou mijn leven willen geven om te kunnen twijfelen aan een gruwelijk schelmstuk maar ik moet de waarheid verklaren: in dezen Cyprus wijn heeft eene misdadige hand vergif gegoten. En zich keerende tot de koningin Madame, zoo vroeg hij, gevoelt gij u ook niet eenigszins ongesteld Ik heb van dien wijn niet geproefd Lodewijkske alleen heeft ervan gedron ken och, ik bid u, red ons kind; al de diamanten mijner kroon zijn voor u. Mevrouw, spreek mij van geene be looning; met al de krachten mijner weten schap zal ik hier tegen de dood worste len maar... Wat is er wat is er Het monster is behendig geweest zijn vergif werkt spoedig... Er is geen oogenblik te verliezen. Ik ga tegenvergif halen. Toen hij terugkeerde zag 't kind er akelig uitDe oogen begonnen te zwel- len,'t vel te rimpelen, de lippen te sid deren. 0 Moeder, moeder, zoo sprak 't arme schaap; mijne borst, mijn buik... En het is zoo wreed wat de dokter daar zegt...- Wie wil mij dan doen sterven aan wie heb ik ooit kwaad gedaan Waarom moet een kind, als ik, sterven... De doktor zal Om uwe taak te vergemakkelijken, voegen wij hierbij de aanduiding der pa pieren waarvan de vrijwilligers moeten voorzien worden, en ook der gestalte die van hen wordt vereischt, volgens de ver- schillige korpen waarin zij verlangen aangenomen te worden. I. Stukken dienende bijgebracht. i° Extrakt van geboorteakt 20 Bewijsschrift van woonstede 3° Bewijsschrift van inboorlingschap Dit schrift wordt door het kantoor der bevolking afgeleverd. Er moet aangeduid worden waar en wanneer men geboren is, de vaderlijke grootvader des vrijwilligers. 40 Schrift door den dokter des huisge- zins afgeleverd om de ongeschondheid der zenuwen te bevestigen. Het voorschrift daarvan wordt door het Gemeentebestuur afgeleverd,en moet, ingeval van minderjarigheid des vrijwil ligers, door zijnen vader onderteekend worden 5° Bewijsschrift van gedrag leven en zeden dit bekomt men bij het politie kantoor der gemeente of wijk waar men ten minste een jaar heeft gewoond. II. Vereischte gestalte. ira7o voor de pontonniers en grena diers. im69 tot in7i voor de gidsen. im68 voor het vestingeschut. im67 tot im72 voor het veldgeschut. im66 tot im70 voor de lanciers. im65 voor de genie en den trein. im62 voor de karabiniers. im6o tot in67 voor de jagers te paard. im55 ten minste, voor de jagers te voet, de linie, de vuurwer kers (artificiers), de werklieden der arti- lerie, en het bataljon van bestuur. Ontslag der voorwaarde van gestalte kan door den Oorlogsminister slechts op voorstel van den overste des korps waarin de vrijwilliger dienst verlangt te nemen, toegestaan worden, Al deze punten zullen voorzeker de aandacht der aanwezige Afgevaardigden wekken. Van nu af weten wij dat ver scheidene onzer vrienden voornemens zijn het woord te nemen Zondag aanstaan de en al het hunne bij te zetten om in al de Gemeenten van ons Canton de groote zaak van het volontariaat voor te staan. Naar wij vernemen zullen de zelfde maatregelen genomen worden in de andere kantons van ons Arrondissement, want in date van 20 December stuurde de heer Senateur Van Vreckem, in naam van onzen Arrondissementsbond, tot onze ijf Cantonale Vereenigingen den volgen den brief mij genezen, niet waar Hij kan elk ge nezen... Sterven Ik wil niet sterven.... Ik wil leven. Ik zie u allen zoo gaarne.... Waar zijn mijne broerkens Lief kind, zoo sprak de koningin, zullen komen, als uwe pijn een weinig over is,.. - Och ja, moeder... ja... die pijn 1 die pijn En 't kind viel machteloos in hare armen. Zoo ziet 't men meermaals: Als 't geluk binnen huis is, staat de droefheid aan de deur. De dokter kwam hij goot langzaam het tegenvergif in den mond van 't kind. Het was eene schielijke verzachting... Het kind richtte zich op, nam de hand van zijn vader en bracht ze aan zijne lippen, zeggendea Ik voel mij veel beter; M. de dokter, ik bedank u, ge zijt toch zoo goed. Men had in de kamer een bed gereed gemaakt en 't koningskind erop gelegd de koning stond paf geslagen van droef heid; baron Labrosse, de opper-minister zag starlings en somber naar 't kind. De koning en de koningin hadden nu goede hoop; ze dachten dat het ging over zijn door dit krachtig tegenvergifeens klaps verhief het kind zich recht en sprak tot zijne moeder Ik zou willen een der heilige monik- ken zien, gelijk er altijd bij grootvader kwamen. Als God mij roept, dan wil ik tot hem gaan, zoo rein als de engelen. Maar, Louis, riep de koning, gij zult niet sterven Een der heilige monikken, smeekte 't kind. De koning bezag den geneesheer. Sire, weiger niets aan den prins, sprak de man der kunst. Dan kreeg baron Labrosse het bevel een kloosterling te gaan roepen. Welke vreeselijke oogenblikken Koning, koningin, hofdienaren, het stond daar al met betraande oogen en verkropt gemoed. Weldra was de pater daar een uitge mergelde Franciskaan Philippus en Maria zoenden 't kind teerderlijk en lieten het nu alleen met den priester. Pater, zoo sprak het braaf en Ver standig prinsken, ge weet misschien wat de geneesheer komt te zeggen... Ik ben vnrgiftigd en ik ga sterven... Verstaat ge wat dit wil zeggen Een klein kind dat men vermoordt... Nooit heb ik iemand eenig leed gedaan, nooit. Ik was gelukkig van te leven, gelukkig van eens koning te worden en goed te kunnen doen aan de arrne menschen. Pater, pater, men heeft mijne dood gewild, en ik ga nu sterven. Maar, mijn kind, de geneesheer zal u redden hij is zeer bekwaam en ge zijt nog zoo jong. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1