Donderdag 12 Februari 1903 5 centiemen per nummer 56sle Jaar 3778
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID
België aan Europa
tot voorbeeld gesteld.
Maria Van Brabant
Terugkeer der Jesuïten
in Duitschland.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschryving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE SLUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen by accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, ii Februari igo3.
Een Franschman, M. Salaun, heeft, in
eene studie welke door verscheidene
groote tijdschriften werd overgenomen,
een hoogst vleiend oordeel geveld over
de maatschappelijke werking in België.
Wij laten, hieronder, een uittreksel uit
dat oordeel volgen, waaruit men zien zal
dat de vreemde sociologen over onze maat
schappelijke wetgeving eene geheel andere
meening hebben dan onze politieke
tegenstrevers
a België zegt M. Salaun geeft
sedert eenige jaren, op maatschappelijk
gebied, het voorbeeld eener bedrijvig-
heid waarvan men moeilijk het gelijke
zou vinden in eenig ander land van
Europa.
Wat deze bedrijvigheid vooral ken-
merkt is dat zij zich te gelijk uitstrekt
over al de vraagpunten en dat met eene
zachtheid en eene aanhoudendheid van
tot hetzelfde doel strevende pogingen,
a welke getuigen van eene zeer duidelijk
vastgestelde gezamenlijke opvatting
onderstand in geval van ziekte en van
ongevallen, werkerspensioenen, goed
koope woningen, uitbreiding der vak-
vereenigingen, uitbreiding der insteliin-
gen van volkskrediet en der samenwer-
kende maatschappijen bestrijding van
het drankmisbruik; niet één van al deze
vraagpunten is achterwege gelaten en
de openbare machten trachten ze op te
lossen, bij middel van eene eenvormige
h formuul, welke als de nationale formuul
is geworden de persoonlijke voor-
handneming in princiep vrijgelaten,
maar in feite, door den Staat krach
tig aangemoedigd en mild onder-
steund.
M. Salaun bewondert vooral de behen
digheid waarmede de openbare machten
in België, door twintigverschillende mid
delen, de vermenigvuldiging der maat
schappijen van onderlingen bijstand, voor
onderstand in ziekte en in den ouden dag,
hebben weten te begunstigen en deze in
stellingen hebben weten te bewegen zich
vrijwillig aan het Staatstoezicht te onder
werpen.
Zulke voordeden, zegt hij verder,
doen zien dat het wantrouwen der maat-
schappijen van onderlingen bijstand
ten opzichte der wettelijke erkenning en
der verplichtingen welke zij medebrengt
gevoelig verminderd is en doen den
Historiek-Dramatiek verhaal.
9* vervolg
Weldra waren zij in die kamer verga
derd 't was een soort van werkplaats
een lange tafel waarop werktuigen van
scheikunde, glazen kassen met kruiden en
planten; allerhande soorten van flesschen;
het rook er, als in eene apotheek.
Een groote schotsche hazewind was
binpengeraakt en flodderde tegen de
beepen.
Meester Vincento, zoo sprak baron
Labrosse, hebt ge bestatigd met welke
stof de prins vergiftigd werd
Ja, het is geweest met sap van
laurier-rozen.
Dat is een vergiftigde plant
Ja, ze werkt ras en doodelijk I
Gelief die flesschen te onderzoeken.
De geneesheer begon de flesschen te
ontstoppen en eraan te rieken. Reeds
waren twee kassen onderzocht. Niets te
vinden en de geneesheer ging zeggen dat
zijn onderzoek vruchteloos geweest was,
toen Labrosse hem een klein zilveren
flakonkske toonde in een hoek der kas
Meester, zegde hij, ge vergeet dit.
Meester Vincento nam het zilveren
merkwaardigen spoed begrijpen waar-
mede zij zich in al de deelen van het
land hebben vermenigvuldigd. Het ge-
heele getal der erkende maatschappijen
van onderlingen bijstand, dat 259 be
droeg op 31 December 1895 is achter
eenvolgens aangegroeid tot 1,257 op 3i
December 1897, tot 2,928 op 3l Decern-
ber 1899 en tot 5,844 °P 3t December
1901.
(i De verplichtingen aan de erkende
maatschappijen opgelegd zijn, overi
gens, volkomen verrechtvaardigd en
a schijnen de vrije werking eener maat-
schappij van onderlingen bijstand geens-
zins te hinderen.
Bovenstaande beoordeeling strekt ge
heel en al tot eer der Belgische Regeering
en van hare catholieke meerderheid.
Zij geeft, overigens, aanleiding tot de
opmerking dat het jammer zou zijn de
eensgezindheid, welke reeds zooveel goeds
heeft tot stand gebracht, te zien in gevaar
brengen door een verschil van opvatting
tusschen de Regeering en eenige leden
der Rechterzij.
Zonder tot den grond der kwestie te
willen doordringen, moeten wij toch vast
stellen dat het verzet der Regeering tegen
de verplichtende verzekering, in zake
herstelling der werkongevallen, geen
blind verzet is, maar gesteund op het
>rinciep dat, volgens de getuigenis van
d. Salaun, de gansche maatschappelijke
werking in België tot hiertoe heeft ge
leid, te weten: de vrije en persoonlijke
voorhandneming, door den Staat
krachtig aangemoedigd en mild on
dersteund.
Van den anderen kant mogen wij, met
fierheid, onze maatschappelijke wetge
ving, al is zij wellicht niet volmaakt,
vergelijken met die van Frankrijk waar,
onder twee opeenvolgende radico-socia-
listische ministeriën, alles wordt opge
slorpt door eene anti-catholieke vervol-
gingspolitiek en waar men er nog niet
eens toe is geraakt aan den werkersstand
eene pensioenwet te bezorgen, gelijk aan
de onze, voor welke de socialisten en
liberalen zooveel minachting schijnen aan
den dag te leggen.
Laat ons dus, om den wille van een
verschil van gevoelen over dat betwiste
punt, het tot hiertoe verwezenlijkte goed
niet in gevaar brengen en trachten lang
zaam maar zeker vooruit te gaan op den
weg der maatschappelijke verbeteringen,
waarop België, volgens de getuigenis van
M. Salaun en andere mannen van gewicht,
zich aan het hoofd der Europeesche lan
den bevindt.
De gekwetsten in Staatsdienst.
De toestand der bedienden, ambtenaars
en werklieden, welke tijdens de uitoefe
ning van hun ambt gekwetst geworden, is
thans voorgoed geregeld.
Indien het ongeluk gebeurt in omstan
digheden. die het bestuur geheel verant
woordelijk maken of het gevolg zijn van
onvoorziene of niet voorziene zaken, of
van de gevaren aan het ambt eigen, zal
de belanghebbende het recht hebben op
de bevorderingen en \erhoogingen, ten
gestelde tijden, juist alsof hij nog in volle
ambtsvervulling ware.
Zelfs kan in zekere gevallen 't maxi
mum van vergoeding overschreden wor
den
Indien het ongeluk 't gevolg is van
een gebrek aan vooruitzicht of eene regle
mentsovertreding, kan hij door trapsge
wijze verhooging tot het maximum der
aarwedde komen van den post, dien hij
jekleedde
Indien hij eene grove fout begaat,heeft
het bestuur slechts de vergoeding te be
talen, die hij in staat is te winnen, dit is
te zeggen, een loon, verdiend door het
werk, dat hij, gezien zijnen lichamelijken
toestand, nog verrichten kan.
Wij geven deze inlichtingen in over
weging aan de personen, die ons, naar
aanleiding van de ongevallenwet gevraagd
hebben wat er met de Staatsbedienden
ging gebeuren.
Men ziet dat zij meer de bezorgdheid
van de regeering gaande maken als de
werklieden van handels- en landbouw
ondernemingen.
flakonske, deed er het stopsel af, rook en
trok zich achteruit.
Wat is er in vroeg de koning.
Vergif, Sire.
Verkregen door welke plant
Door laurier-rozen.
Die woorden waren nog niet koud, als
Labrosse dit fleschke nam, als hij den
inhoud op een tas goot, er water bij deed
en de tas op den grond stelde. De haze
wind dronk er gretig van dan ging hij
liggen, begon te huilen van inwendige
pijnen, rekte zich uit, sprong op, ging de
hand van zijnen meester lekken, ging
liggen en bleef liggen.
Dood, riep Labrosse, den hond
wegstampende... Sire, wat ik daar straks
op uwe kamer zegde dat herhaal ik hier,
in deze plaats van duivelsche tooverij
Voor u, koning, voor u, Pairs van Frank
rijk, beschuldig ik de koningin van den
jongen prins vergiftigd te hebben, om
haar eigen kind op den troon te kunnen
plaatsen.
Leugen I Valschheid 1 riep Adémé.
Zwijg jongen, sprak dë baron
barsch tot zijnjzoon, en wees gelukkig
men u niet aanziet als medeplichtig.'
De koningin plichtig, 'tis onmoge
lijk riep de koning.
Neen, zoo kreet de moedige hoy*
ker is de koningin plichtig, ik ben het
ook ik zweer op mijne eeuwige zalig
heid, dat wij nooit sap van laurier-rozen
hebben getrokken. Ik zweer dat eergisteren
het Duitsche grondgebied niet langer af
te sluiten voor Duitsche jesulten indivi
dueel.
Zelfs de leider der nationaal liberalen,
M. von Bennigsen heeft indertijd voor de
opheffing eener bepaling, volgens welke
deze menschen uit hun vaderland gezet
werden, gesproken.
Jesulten zullen dus, zij wezen Duit-
schers of vreemdelingen, voortaan indivi
dueel in Duitschland toegang hebben
alleen het ontwerp-Hompesh, dat toela
ting vroeg voor jesuitenneerzetting in
Duitschland, kon nog niet ingewilligd
worden.
Zooals wij hooger zegden, is het nog
geen volkomen rechtsherstel; het is in alle
geval reeds een maatregel, die pleit in
het voordeel van den geest van verdraag
zaamheid, welken de Duitsche regeering
bezielt.
Het is een stap op weg naar het regiem
der vrijheid. Het is een bewijs dat een
rijk van dwang niet duren kan en op broos
zand is gebouwd.
Indien eene partij werd verdrukt in
Duitschland, dan was het de catholieke
indien een man machtig was, dan was
het Bismarck.
Welnu, de catholieken zijn heden de
sterkste partij in Duitschland en... Bis
marck ging naar Cannossa; van zijn Kul-
turkampp bleef niets meer over dan
eenige dwangmaatregelen, die men nu in
naam der vrijheid veroordeelt
Het is eene les voor Frankrijk en voor
M. Combes.
De Duitsche regeering heeft dijnsdag
een maatregel aangekondigd, die indien
het nog niet de volledige rechtsherstel-
ling is, toch een groote stap op dien weg
beteekent.
Terwijl men in Frankrijk de klooster
gemeenten verjaagt en uiteendrijft, heeft
dynsdag Rijkskanselier von Bülow in
den Rijksdag meegedeeld dat de confes-
sioneele vrede in het Duitsche Rijk het
niet langer noodig maakte, de dwang-
wetten tegen de jesuïten te behouden.
Met de toestemming der Pruisische re
geering, blijkens de verdere meedeelin-
gen van den Rijkskanselier, in de ophef
fing van artikel 2 der jesuïtenwet wordt
aan het bijna eenstemmige verlan
gen van den Rijksdag voldaan, om
in dit flakonske niets was dan hinderloos
reukwerk. Dit vergif is er door ons niet in
gedaan. Gisteren of eergisteren is de
koningin hier niet binnen geweest, dat
zweer ik u...
De koning zweeg.
a Sire, zoo sprak, baron Labrosse, wat
beslist gij Moet ik weggaan voor aliijd
Ben ik plichtig omdat ik wil onderzoeken
wie uw kind vergiftigd heeft Ik verlaat
uw Hof voor immer, maar als u na kor
ten tijd geen ander kind zal overblijven
dan het eigene kind van Maria van Bra
bant, dan zal het u rouwen den raad niet
gevolgd te hebben van een man die gehaat
wotdt, omdat hij u te rechtzinnig dient.
Wat beveelt gij, Sire
Wat wilt gij De koning zou zijn
leven gegeven hebben voor de onschuld
van Maria van Brabant... Nochtans, de
beschuldiging was formeel er waren
zware vermoedens...
u Broeders, zoo sprak de koning, redt
mijne kinderen 1
Nogmaals zweeg elk en 't was weder
om de staatsminister die 't woord nam
Sire, zegde hij, u zijn de rechtsple
gingen bekend. Die zoo beschuldigd is,
wordt aangehouden.
Eilaas, ja maar wie zal zich daar-
meê. gelasten
Siie, uit liefde voor uw koninklijk
Huis; op groot gevaar van mijn leven, ik!
Een uur nadien had hij 't koninklijk
handteeken.
Pauselijk jubilee. Z. E. de Cardi-
naal-aartsbisschop en H.H. H.H. de
Bisschoppen van België hebben Mgr.
Hebbelynk, Rector-magnificus der Hoo-
geschool van Leuven, aangeduid om
hunne heilwenschen over te maken aan
den Paus, ter gelegenheid van het jubel
feest van 3 Maart aanstaande en de natio
nale beêvaart naar Rome te vergezellen.
musea, in de openbare monumenten tn
in de bijzondere verzamelingen van het
aloud Prinsdom, zal de Kunst-afdeeling
een aanzienlijk geheel worden, waaraan
nog zal toegevoegd zijn eene onder-
afdeeling voor lichtteekeningen van Bel-
gië's oude monumenten.
De afdéeling voor kolonieën bevat eene
Tentoonstelling van den Congo-Vrijstaat,
die in alle opzichten zal beantwoorden
aan de steeds toenemende belangstelling
in 's Konings groote onderneming.
Tijdelijke Tentoonstellingen voor land
en hofbouwcongressen, voordrachten,
vergaderingen, feesten voor kunst en
sport, wedstrijden van allen aard, maken
ook deel uit van het programma.
Ten slotte ligt het in de bedoeling van
de ontwerpers, eene bijzondere plaats in
te ruimen voor Oud-Luik, dat is, voor
den wederopbouw van de monumenten
en stalen van de bouwkunde in de stad
der Prinsbisschoppen.
De Tentoonstelling wordt opgericht in
het schilderachtige Maasdal, aan den
samenloop van Maas en Ourthe. Daaraan
wordt toegevoegd het prachtige park van
Coint, met zijne lachende uitzichten op
de heuvels rondom de stad.
De beide terreinen, welke maar op vijf
tien honderd meters afstand van elkander
liggen, zullen door verschillende gemeen
schapsmiddelen onderling verbonden zijn.
Het veld voor de Tentoonstelling is in
het geheel 45 hectaren groot, waarvan
een aanmerkelijk deel voor buitenland-
sche afdeelingen. Het wordt per spoor
aangesloten met de banen van de Nord-
Belge spoorwegmaatschappij en van den
Belgischen Staatspoorweg.
Wereldtentoonstelling te Luik.
In April 1905 zal te Luik, eene Wereld
tentoonstelling geopend worden, bevat
tende afdeelingen voor kunst, weten
schap, nijverheid, koophandel en kolo
niën.
De Kunst-afdeeling bestaat uit een
Salon voor Schoone Kunsten, en hoogst
waarschijnlijk, uit eene Tentoonstelling
van Oudere Kunst uit het land van Luik.
Met de groote schatten, aanwezig in de
VIII. In den kerker.
Maria van Brabant ligt te zuchten en te
weenen in de rouwkapel van 't paleis,
voor 't lijk van den jongen erfprins.
Maria van Brabant zou bezweken zijn
van droefheid, ware 't niet dat het gebed
haar ondersteunde.
Maria van Brabant wilde het lijk niet
verlaten... Twee kloosterlingen van St-
Franciscus-orde baden daar ook en van
tijd tot tijd spraken ze woorden van troost
tot de koningin.
Ze zegde niets, geen enkel woord. De
overgroote droefheid kan niet spreken.
Koningin, zegde de oudste pater,
dat uwe droefheid toch geene wanhoop
worde I
Och pater, pater, wist ge wat ik
reeds geleden heb 1
Koningin, voor elk is de wereld een
dal van tranen; maar de tegenspoed mag
ons niet neêrslaan denk aan uwe andere
kinderen; denk aan Frankrijk, aan al het
goed dat gij er kunt doen.
Pajter, ik vrees, mijn hart zwemt in
den angfet.
Wat vreest gij Gij bemint God en
God bemint u wat is al het lijden dezer
wereld vergeleken met Gods liefde en
Gods eeuwigheid
Deze woorden waren nog niet koud, als
daar aankomt en verschijnt de staatsmi
nister baron Labrosse.
Hij ging kaarsrecht, 't hoofd in de
Groote heeren. Le Peuple haalt
eenige voorbeelden van Pruissische groote
heeren aan en komt tot dit besluit
Die heeren kunnen de opbrengst hun
ner gronden niet verteren, terwijl de
Pruisische boeren zich moeten tevreden
houden met brood en aardappels.
Schoon regiem voorwaar 1
De socialisten spuwen echter niet naar
dat schoon regiem. Furnémont, Grimard,
Vandervelde en meer anderen vermeer
deren gedurig hun capitaal bij middel van
hunne renten, in plaats van hetgeen zij
niet kunnen verteren aan de arme boeren
en werklieden uit te deelen.
Maar, die heeren klagen niet te min de
misbruiken van het capitalism aanbij
anderen.
lucht, op zijne lippen 'ne grijnslach van
verachting en haat.
Zoo gluurt de roofvogel, als hij eene
prooi beloert*
Hij trad langzaam voort, duwde de
deur wijd en ver open, en achter hem zag
de oude monnik in den gang eene bende
soldeniers met blinkende hoeden die
glinsterden van de talrijke waslichten,
ontstoken rond het lijk van het koninklijk
kind.
Mevrouw de koningin, zoo sprak de
minister met snijdende, scherpe stem.
De koningin zat geknield en zonder op
te zien zeide ze
Ik heb u niet geroepen, laat mij met
vrede bidden.
Eene boodschap des konings richt
mij tot u.
Wat beveelt hij mij vroeg de ko
ningin. denkende dat de koning haar
ging dwingen deze rouwkamer te ver
laten.
Mij te volgen, dit is zijn bevel. J
U volgen I U..., waar zult ge mij
brengen
In eene plaats waar gij het water der
bitterheid zult drinken en het brood van
den angst zult eten,
Dit zeggende haalde hij een perkament
uit.
De koningin nam het en gaf het aan
den Minderbroeder.
Wordt voortgezet.