Donderdag 20 Februari FH)3 3 eentiemen per nummer. 30stc Jaar 3782
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en Arrondissement van Aalst
GODSDIENST. HUISGEZIN. EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID
De nieuwe wet
op de genever.
Leerzame vergelijking.
yrijdenkei'swenschen.
Schikkingen
voor de Vasten.
Maria Van Brabant
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad B frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schryft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE 8LIIM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlyk tegen den dynsdag en vrydag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 25 Februari igo3.
den Vasten te storten. Deze aalmoes, die
verplichtend is voor allen die de voor-
geschrevene gebeden niet onderhouden,
zal tot goede werken besteed worden, vol
gens Ons advies en de gebruiken van dit
Bisdom.
6. Aan de militairen van allen graad,
aan hunne huisvrouwen, kinderen en
dienstboden, alsook aan de andere perso
nen die dadelijk in militairen dienst zijn,
staan Wij het gebruik van vleesch toe op
alle dagen van het jaar, uitgenomen op
Góeden-Vrijdag.
Met de militairen stellen Wij gelijk de
gendarmen, de douaniers, de commissa
rissen en bedienden van politie die in
werkelijken dienst zijn, de bedienden
welke in dienst zijn op de treinen van
den ijzeren weg en op de trams, alsmede
de in diens' zijnde postboden en bedien
den der accijnsen.
7. Wij meenen aan de geloovigen van
Ons Bisdom wederom te moeten herinne
ren, dat de vastendagen, buiten de veer-
tigdaagsche Vasten, zijn de Woensda
gen, Vrijdagen en Zaterdagen van Qua
tertemper de Vigiliedagen vóór Sinksen,
vóór de plechtigheid van den HH. Pe
trus en Paulus, vóór Onze-Lie ve-Vrouw
Hemelvaart, Allerheiligen en Kerstmis
en dan nog, dat het al de Vrijdagen van
het jaar verboden is vleesch te eten, be
halve den Vrijdag, waarop Kerstmis zou
vallen.
8. Ingezien de tijdsomstandigheden,
en ingevolge de bijzondere macht, Ons
verleend door Zijne Heiligheid den Paus
van Rome, laten Wij toe aan al Onze
diocesanen, dit jaar, vleesch te eten, zelfs
meermalen daags, op Sl Marcusdag en
op de Kruisdagen.
Om dezelfde beweegredenen en inge
volge dezelfde macht vergunnen Wij ins
gelijks aan al Onze diocesanen, tot aan de
Vasten van het toekomende jaar, vleesch
te eten, zelfs, meermalen daags, op al de
Zaterdagen van het jaar die geene vasten
dagen zijn.
Ten einde te voldoen aan het verlangen
van den H. Vader, moeten Wij de geloo
vigen die van deze toelating zouden ge
bruik maken, aanwakkeren, om daarvoor
andere goede werken te doen, en bijzon
derlijk het gebod van het vasten en van
het vleeschderven stiptelijk te onderhou
den.
9. Wij laten toe, gebruik te maken van
afgesmolten vet in plaats van boter alle
dagen van het jaar, behalve op Asch-
Woensdag en Goeden-Vrijdag.
Deze Herderlijke Brief en schikkingen
voor de Vasten zullen van den predikstoel
afgelezen worden in de kerken, openbare
kapellen, geestelijke gemeenten en colle
ges van Ons Bisdom Zij zullen daar ge
durende geheel de Vasten, volgens ge
woonte, te lezen hangen.
Gegeven te Gent, onder Onze handtee-
kening, Onzen zegel en de tegenteeke-
ning van Onzen Secretaris, den 16 Fe
bruari igo3.
fANTONIUS, Bisschop van Gent.
Op bevel van Zijne Hoogweerdigheid
den Bisschop,
A. De Meester, Kan. Secret.
Plaats f des zegels.
Eei blad dat niet verdacht is van par
tijdigheid ten voordeele van het ministe
rie, Anvers-Bourse, schrijft over de
nieuwe wet het volgende, dat volkomen
in strijd is met de beweringen der liberale
en socialislische drukpers
Zonder tot den grond der kwestie te
willen doordringen hetgeen ons, tegen
onzen wil, op politiek gebied zou kunnen
brengen kunnen wij niet nalaten te
zeggen dat onze goedkeuring immer is
toegezegd aan de maatregels, bestemd om
doelmatig het drankmisbruik te bestrijden,
dat bij ons zoo noodlottig heerscht en dat
wij zelfs altijd met genoegen de pogingen
zullen zien welke tot die bestrijding wor
den aangewend, zelfs indien zij niet
schenen te zullen gelukken.
Bijgevolg kunnen wij nooit de vermeer
dering der accijns- en douaanrechten op
de sterke dranken, door de Regeering
voorgesteld, beschouwen als eene betreu
renswaardige ekonomische politiek, zelfs
indien zij bestemd ware om gedeeltelijk
een te kort op de begrooting te dekken.
Indien er gebrek aan geld ware, men
zou het nergens beter kunnen vinden dan
op het vergif dat grootendeels een men
schengeslacht doodt en andere geslachten
bereidt, welke de schande van het mensch-
dom zullen zijn. Indien de prijsverhooging
op de sterke dranken niet geheel en al de
kwaal uitroeit, toch zal zij, in alle geval,
in afwachting van iets beters, medewerken
om ze te verminderen.
Zooals men ziet zou Anvers-Bourse
de verhooging der rechten goedkeuren,
zelfs al moest daardoor een deficiet aange
vuld worden. Dat is echter thans het geval
niet aangezien de wet het gebruik voorziet
dat van de vermoedelijke vermeerdering
der inkomsten zal gemaakt worden.
Al het geschreeuw van liberalen socia
listen, wier eensgezindheid geen ander
doel heeft dan de bevolking tegen de
Regeering op te ruien, is dus niets anders
dan het sprekend bewijs dat men van onze
tegenstrevers geene ernstige bestrijding
van het drankmisbruik moet verwachten
en dat zoowel de liberalen als de socialis
ten spekuleeren op den drift naar het
drankvergif om hunne politieke heersch-
zucht te bevredigen.
Het Algemeen Bestuur van den
Nationalen Bond der Gemeenteambte
naren van België, samengesteld uit afga
vaardigden van al de groepen des lands,
heeft zich Zondag laatst, bij hoogdringen-
heid te Brussel vereenigd. Gaf aanleiding
tot deze vergadering het feit dat de mid
densectie der Kamers van Volksvertegen
woordigers Woensdag aanstaande verga
dert om uitspraak te doen over het wets
voorstel betreffende de bestendigheid der
gemeenteambten.
De algemeene raad heeft besloten on
middellijk de noodige voetstappen aan te
wenden ten einde de zoo billijke hervor
ming te bekomen voor dewelke hij, sinds
jaren, zoo hardnekkig ijvert.
Het is te hopen dat de gemeenteambte
naren eindelijk voldoening zullen beko-
De Fransche spaarkas wordt best ge
waar, wat vertrouwen de vrijmetselaars
regeering geniet, die er 't bewind in
handen heeft.
In dc maand November laatst werden
op de nationale spaarkas in Frankrijk
34,022.143 fr. gestort, doch er werden
41,768.010 fr. afgehaald, 't is te zeggen
7,745.867 fr. meer dan er op geplaatst
werd.
Dat is zeker een droevig verschijnsel,
't Is echter gemakkelijk uit te leggen.
Wanneer de nuttigste belangen,
schrijft een Fransch blad, in gevaar ge-
bracht worden, wanneer alom onrust
wordt verspreid door dezenwier zending
het is vertrouwen in te boezemen, 't is
te zeggen, door de Regeerders, dan is
het niet verwonderlijk, dat de werklie-
den tijdens de gelukkige dagen hunne
spaarpenningen noodig hebben.
r De politiek van de bloc zal, zoo
i) zij voortduurt, er toe komen de schat-
kist van Frankrijk op gelijken voet te
brengen met die van Venezuela, en wij
zullen nog dienen te jammeren over
alles, wat het crediet van den Staat en
van Frankrijk kan schaden.
In België gaat het er heel anders toe.
Het algemeen overzicht der verrichtingen
der Spaar- en Lijfrentkas, door den Moni-
teur afgekondigd, leert ons dat er sedert
't begin des jaars 297 millioen 463,356.72
fr. gestort en 272 millioen 382,215.84 fr.
terugbetaald werden zoodat het geplaatst
capitaal met meer dan 25 millioen is aan
gegroeid.
Besluit Daar waar het anticlerikalism
als heer en meester regeert, heerscht
verval en achteruitgang.
Waar eene catholieke Regeering, zoo
als in België, 't bewind in handen heeft,
en ieders vrijheden en rechten eerbiedigt,
heerscht algemeene welvaart, zooals de
aangroei der spaargelden het bewijzen.
Van het Beheer van
staatsspoorwegen is ver
schenen De kleine Reis
gids voor Maart.
Prijs 10 centiemen.
Donderdag avond hielden de Brussel-
selsche vrijdenkers eene meeting, om de
kwestie van de invasie der Fransche
kloostergemeenten in België te bespre
ken. n
De voordracht werd gegeven door de
citoybnne Gati de Gamond, de vriende
lijke leermeesteresse, aan wier goede
zorgen de liberale burgerij der hoofdstad
jaren lang hare dochters toevertrouwde.
Hare redevoering werd versmolten in
de volgende, bij toejuiching aangenomen
dagorde
<1 Er bestaat reden om de kloosterge-
11 meenten aan het gemeen recht te onder-
11 werpen en de eigendommen, die zij
onwettig bezitten, in 't nationaal domein
11 te doen terugkeeren. t
Zoodus, iemand zijne eigendommen
ontstelen en berooven van zijn bezit, dat
heet die beste mamsel eenvoudig terug
keeren tot het gemeen recht
We zijn eens benieuwd te weten wat
de a rijke menheeren als Vandervelde,
Furnémont, Grimard, over deze stelling
denken.
Of is hun bezit misschien wettig, omdat
ze socialisten zijn, en is 't bezit der kloo
sters onwettig, alleen omdat ze kloosters
zijn
En de geldkoffers der liberale Cartel-
vrienden, wat doen we daar meê citoy
bnne
Ingevolge de bijzondere macht welke
Wij van den Heiligen Stoel ontvangen
hebben, vergunnen Wij, gedurende de
aanstaande Vasten, de volgende dispen-
satiën of toelagen
i° Het is toegelaten boter en zuivel te
gebruiken alle dagen van de Vasten.
2. Het is toegelaten eieren te eten alle
dagen, uitgenomen op Asch-Woensdag
en Góeden-Vrijdag. Degenen die verplicht
zijn te vasten, mogen buiten de Zonda
gen, maar eenmaal daags eieren eten, te
weten op den voornaamsten maaltijd,
en niet op de collatie en zulks moeien
zij ook onderhouden op de andere vasten
dagen van het jaar. Op al de dagen van
de Vasten is het toegelaten eieren te ge
bruiken tot het bereiden van andere spij
zen,
3. Wij staan het gebruik van vleesch
toe op den Zondag. Maandag, Dijnsdag,
Donderdag en Zaterdag van iedere week,
uitgenomen op den Zaterdag van Qua
tertemper (7 Maart) en den Zaterdag der
Goede Week. Degenen die verplicht zijn
te vasten, mogen, buiten de Zondagen,
maar eenmaal daags vleesch eten, te we
ten, op den voornaamsten maaltijd, en
niet op de collatie en dit geldt ook voor
vleeschsoep en jeugd.
4. Het is verboden, zelfs aan degenen
die mogen vleesch eten, vleesch en visch
te eten op één en dezelfden maaltijd, niet
alleen alle dagen van de veertiendaagsche
Vasten, de Zondagen inbegrepen maar
ook alle andtre vastendagen van het jaar.
5. Men is verplicht drijmaal te lezen
den Vaderons en den Weesgegroet en
eens de akten van Geloof, Hoop, Liefde
en Berouw iederen dag dat men van
bovengemelde dispensatie van vleesch te
eten, gebtuik zal maken.
Men zal zich nochtans van deze ver
plichting kunnen ontslaan, met eene aal
moes, ieder volgens zijne middelen en
godvruchtigheid, in den offerblok van
Historiek-Dramatiek verhaal.
11* vervolg.
Dat is niet genoeg als mensch zou-
det gij in stilte kunnen weenen als ko
ning zijt gij aan uwe onderdanen het
voorbeeld verschuldigd der gerechtigheid.
Ik heb uw kind vergezeld naar zijn graf.
Mijn zoon I mijn zoon Lodewijk I
In een ander graf, in een donkeren
kerker heeft men eene koningin gesleurd
maar ik vraag u, wat hebt gij gedaan in
de naam der justicie, die gij verschuldigd
zijt aan allen, wat hebt gij gedaan om de
waarheid te onderscheiden van de laster
taal
Ik heb haar rechters gegeven, mur
melde koning Philip.
Tot dezer ure erkent zij maar één
rechter.
Wie dan vroeg de koning met af
schrik.
U, u, sprak de kloosterling.
Ik Weihoe Zou ze nog durven
voor mij verschijnen Nadat ze mij ver
raden heeft en in wanhoop gedompeld.
Pater, wistet gij hoe ik haar bemind heb I
Neen, ik wil haar niet meer zien. Ik zou
haar willen onplichtig denken I... Maar
myn kind is dood I... Op hare kamer is
't vergif gevonden, door haar uit de ver-
giftigste planten getrokken Mijn zoon
alleen mocht ervan drinken Zij heeft
hem het vergif ingeschonken Uit over-
dravene liefde tot haar eigen kind, wilt ze
mijne kinderen doen sterven Wat kan ze
mij zeggen
Wat ze u kan zeggen, o koning Ze
kan u zeggen Sla den bijbel open en
gedenk den gestolen beker in den reiszak
van den onschuldigen Jozef... Ze kan u
zeggen De grijsaards beschuldigen Su
sanna en Susanna werd verrechtvaardigd
door Daniël. Hebt gij haar ondervraagd
Op eene enkele beschuldiging, oordeelt
gij dat zij plichtig is. Is het zoo dat een
mensch, een christen, een koning moet
handelen
Wat wilt gij dat ik doe vroeg Phi-
lippus.
Ik wil niets, maar de rechtvaardig
heid vraagt u, dat gij neerdalet in dit
gevang, in 't welk ik haar heb zien op
sluiten Labrosse was aan 't hoofd der
soldaten en zijn wezen blonk van vreugd;
koning Philippus, in den naam van God,
mijnen Zaligmaker, eisch ik van u, dat gij
aan de koningin, aan uwe echtgenoote,
niet zoudet weigeren het recht op 't welk
de laagste slavin mag aanspraak maken.
Ge zijt de zoon van Lodewijk IX, die zijn
land rondging om de klachten van zijn
volk op te nemen.
De koning bedacht zich diep en ernstig;
toen sprak bij
Ge zijt priester en dus ook rechter,
ik eer en acht u. Hetgeen gij mij beveelt
in den naam van God zal ik doen.
Koning Philippus begon nu in te zien
dat hij te haastig had toegegeven en een
smartelijke angst beklemde zijn hart....
Wat heb ik gedaan 11 Zoo sprak hij
in zijn eigen. Maria van Brabant in !t ge
vang I... Ben ik uitzinnig geweest, zin
neloos
In zulk gedacht liep hij voort, met den
Pater naar 't onderaardsch gevang.
Gang in, gang uit, trappen af, weder
om onder donkere gewelven, eindelijk in
eene vochtige half donkere cel aan den
muur een plank daarop water en brood,
eenige bundels stroo op den grond zware
ketens voor hals, armen en voeten aan
een zwaren ijzeren kram. Een plaats te
slecht voor dieren
En daar lag zij, Maria van Brabant 1
De koning liep naar zijne vrouw, nam
haar op bij de handen, riep Maria Ma
ria De koningin zag hem, ontwaakte,
als uit een diepen slaap en wierp zich aan
zijn hals snikkende
Philippus Philippus I
De Pati r was buiten gebleven man en
vrouw waren bijeen.
Maria had geene berisping voor hem,
noch over den smaad haar aangedaan,
noch over dit gruwelijk gevang ze zag
hem terug en alles was vereffend, zij had
betrouwen in hem hij had zijne dwaling
herkend en hij kwam haar halen hare
groote blauwe oogen straalden van tee-
derheid, en ze riep en herhaalde
a Philippus mijn lieve Philippus I
De koning voelde zich ontwapend en
overwonnen. Hij was gekomen om haar
te ondervragen als een rechter en nu zag
hij daar staan het verdrukte beeld der on
schuld.
O, sprak Maria van Brabant ik wist
dat gij gingt komen gij kondet uw vrouw
in dit donker graf niet laten. Het is hier
toch zoo akelig nu ga ik het licht terug
zien. Z'hadden mij toch in uw naam zulke
afschuwelijke zaken toegeroepen Hoe
ben ik niet doodgevallen, van droefheid
en van schaamte. Ik bemin u toch zoo
vurig En van u verstooten worden,
aanzien worden als.... Och neen, och
neen Zonder de hulp van Ons Heer
ware ik bezweken geweest!... Wat heb
ik toch afgezien 1
En ik niet minder, Maria
Neen, riep de koningin, neen I Weg
dit gedacht Ik Ik Ik beminde
Lodewijkske gelijk ik u t^min Och
kind, kind, kon ik mijne twee oogen ge
ven, ja mijn leven geven om u levend te
zien Ik die 's avonds nog met u zoo tee-
derlijk gesproken had I.... En mij nu be
schuldigen Mij I.... Ik die zoo gelukkig
was in Brabant Heb ik gevraagd om
hier te komen Broeder Jan, waar zijt
gij Men beschuldigt uw zuster van... ik
durf het niet zeggen.
En hare oogen vlak in die des konings
richtende
0 De plichtigen, zoo riep zij, de plich-
tigen zijn toch ontdekt
Neen, beet de koning kortaf.
Neen En misschien hecht ge nog
geloof aan die monsterachtige lastering
Komt ge mij uit 't gevang niet halen
Ik kom, zoo sprak de vorst, ik kom
u roepen Verdedig u Maria, ge wordt
beschuldigd en als hier, u ziende, mijn
oude liefde herleeft, dan moet ik inwen
dig strijden... Want mijn zoon is toch
dood, mijn zoon is niet gewroken.
Nu sprong de koningin op ais eene ge
tergde leeuwin.
En 'tis aan mij, riep ze, aan mij dat
ge zegt van mij te verdedigen tegen die
lafhartigeeerlooze aanklacht 't Is de
moeder van uw jongste kind die zou moe
ten bewijzen dat ze niet plichtig is f....
Ik, Maria van Brabant, mij bukken om
zulke lastering op te rapen I... Nooit I
Nooit I Philippus, g'en kent mij nog niet
Spreek zoo niet, riep de koning, er
is hier spraak van uw leven, van 't mijne,
van mijne kroon. Woorden vliegen, maar
daadzaken blijven. Men heeft bij u flesch-
kes gevonden van 't vergif, van 't zelfde
vergif dat mijn kind heeft gedood 1
't Is valsch, schreeuwde de koningin.
Ik was er bij, sprak de koning.
(Wordt voortgezet).