Zondag 8 Maart 1VH)3
3 centiemen per nummer
S6ste Jaar 3783
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
OM ZES MILLIEON
EERETEEKENS.
Wereldlijke 'ziekenbedie-
Luisterrijke Vertooning
DE DENDER BODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CLIQUE «LLM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3d0 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 7 Maart 1903.
EEN
Vrijwilligersleger.
In princiep is door de laatste militie-
wel de loting afgeschaft het zal van het
volk afhangen die hervorming feitelijk
in te voeren.
Van het oogenblik dat er vrijwilligers
in voldoende getal zich aanbieden be
hoort de loting tot het verleden. Wij
verlangen naar dit oogenblik, wij trachten
er vurig naar want hoevele tranen heeft
zij in de huishoudens niet doen vergieten
sedert de Fransche dwingelandij ons dien
ongewenschten koek bracht. In de maat
van het mogelijke heeft de Catholieke
Regeering, opeenvolgens, de pijnlijke
schokken die ze teweeg bracht bij het
volk, trachten weg te nemenZij voerde
in 1875 eene eerste vergoeding voor de
militianen in beperkt bij de armen en
kleine burgers die min dan 5o fr. recht-
streeksche belastingen aan den Staat be
taalden.
Op dien weg is ons Ministerie vooruit
gegaan het heeft getracht door de wet
van 21 Maart 1902 eene militaire loop
baan te scheppen voor de soldaten en
daarvoor de vergoedingen merkelijk ver
hoogd.
Op die voordeelen moeten wij de aan
dacht roepen van onze jongelingen die,
door de kaserne heen, zich eene loopbaan
zouden kunnen maken. Het is heden
daags niet gemakkelijk zich een genoeg
lijk plaatsje onder de zon te vormen
alles is overstelpt en onze middelen zijn
beperkt. Vandaar de noodzakelijkheid
voor velen onzer werklieden tijdelijk het
Vaderland te verlaten en in Frankrijk
eene winstgevende bezigheid te zoeken.
Dat leven in een vreemd land is verre van
lustig en aangenaam te zijn de arbeid is
er hard en aanhoudend, de rust klein, de
huiselijke inrichtingen, hunne commodi-
teiten zijn er onbekend. Dank aan die
opofferingen, dank aan de duurgewonnen
penningen door afmattenden arbeid in
het goede seizoen, kan ons werkvolk ge
noeg verdienen om hier terug den guren
winter door te brergen. Wat des zomers
zoo pijnlijk wordt gewonnen, moet des
winters verteerd worden, want winstge
vende bezigheid is niet altijd te vinden.
De daghuren van den zomer verdwijnen
tijdens de gedwongene werkeloosheid van
den winter.
En zoo, in die droevige noodzakelijk
heid volgt het eene jaar het andere op,
zonder veel hoop op eene wenschbare
beternis en verandering in de toestanden.
Dat onveranderlijke weegt lijk den ijzeren
bol kleeft aan den voet van den veroor
deelde, op de schouders van ons werk
volk.
Dikwijls, toen ik jeugdige mannen, jon
gelingen in den bloei des levens naar het
«o»
42® Vervolg.
Ge weigert Maar het moet nu juist
zoo heerlijk in het Zuiden van Italië zijn,
in 't geheel zoo koud niet als hier. Wij
zullen over Milaan, Genua, Venetië en
Rome naar Napels en Palermo gaan.
Kom, stem erin toe, ga mee.
Neen.
Zoo, gij wilt te Parijs blijven of
liever gezegd hier terugkeeren.
Jacques
Helaas, het is veel erger dan ik ge
dacht had. Olivier, broer, gij maakt mij
angstig, gij bemint haar dus waarlijk, die
ongelukkige
Wat ik u bidden mag, zwijg, zegde
Olivier, met van smart bevende stem,
o I zwijg 1
't Is goed, zegde Jacques na een
oogenblik stilte, arme jongen, gij zult
diep ongelukkig zijn, vre« s ik. Maar ver
geet dan met, dat gij in mij ten broeder
hebt.
De iwee broeders wisseld. n een kiach
tigen handdruk.
Vijftig stappen ongeveer voor hen uit
Zuiden zag vertrekken, heb ik mij afge
vraagd of zij ook de voetstappen der
ouden zouden verplicht zijn te volgen,
of het noodlot van dat onveranderlijk
op- en afkomen op hen zou blijven druk
ken en of er geen middel zou zijn het
beste gedeelte onder hen ten minste, zij
die wat onderwijs hebben genoten, die
van natuur niet misdeeld zijn en uitmun
ten door goed gedrag, eene andere betere
loopbaan te zien kiezen.
Zekerlijk men stuit altijd op groote
moeilijkheden er is veel opoffering, taai
geduld en onbuigzame wilskracht noodig
om te gelukken doch thans is een weg
geopend voor onze jeugd, liever voor het
beste gedeelte onzer jeugd. Zij moeten
niet het pak van den Franschman opne
men, want eens in handen genomen heeft
men zijne veroordeeling, zijn vonnis ge-
teekend zij moeten den ransel van den
soldaat verkiezen, zij moeten als vrij
williger dienst nemen. In de kaserne
kunnen zij hunne kennissen uitbreiden,
zekere lessen bijwonen, hunnen geest
verrijken en soms ook zekere stielen aan-
leeren om later, als zij in het burgerlijk
leven terug keeren, met eer een goed
ambacht te kunnen uitoefenen. Tijdens
hunnen dienst zullen zij ook een zeker
somme gelds verdienen die misschien
voldoende zal zijn om de kosten der
eerste instelling te dekken.
De eerste stap is alzoo zonder veel
moeite gedaan en dan vooruit in 't leven,
de lessen toegepast met vlijt en aanhou
dende zorg men is een eerlijke, goede
ambachtsman en men wordt een kleine
burger,fier op de maatschappelijke plaats
die men heeft ingenomen.
Een tweede weg staat voor den vrijwil
liger nog open die het leger zou willen
verlaten. Het Staatsbestuur voorbehoudt
zekere plaatsen aan hen die een dienst
tijd hebben onderteekend. Die wedstrijd
is uitsluitend voor hen bestemd. Het is
hun dus gemakkelijk eene plaats te be
komen met al de voordeelen die er aan
vast zijn den Staat te dienen.
Ook de ouders of andere rechthebbende
personen worden niet vergeten. Zij krijgen
hun aandeel in de vergoedingen welke
ruimschoots aan de vrijwilligers worden
toegestaan. Terwijl de militiaan zijn
eigen loopbaan maakt, werkt voor zijn
eigen voordeel, arbeidt hij ook voor het
geluk zijner ouders hij helpt ze geldelijk
ondersteunen, hij helpt ze voort op den
hobbeligen weg des levens hij doet wat
men van een goeden zoon verwachten
mag.
Een KK. Besluit van i5 Dec. 1902,
heeft bepaald dat er voortaan ook eere
onderscheidingen zullen kunnen toege
kend worden aan de nijverheids- en
handelsBEDiENDENdie tot hiertoe van die
gunst uitgesloten waren.
Bij omzendbrief van 3i December
laatst, aan de Gouverneurs der provincie
gericht, geeft de Minister van Nijverheid
en Arbeid eenigen uitleg over de voor
waarden, welke vereischt worden om die
eereteekens te bekomen. Wij deelen er
hier het hoofdzakelijke van mee.
Aan de nijverheids- en haudelsBEDiEN-
den zal het eereteeken van ie klas kunnen
verleend wordt n als eerste en eenige be
looning. Op die onderscheiding kunnen
aanspraak maken de boekhouders, kas
houders, schrijvers, winkelbedienden,
handelsreizigers, enz., die met eer hun
beroep hebben uitgeoefend en ten minste
3o jaar voor hetzelfde huis werkzaam zijn;
ook zij, die, in eene loopbaan van 3o jaar,
om gegronde redenen van dienst veran
deren, zoo zij bewijzen, dat zij 10 jaar
achtereen in één dienst bleven, en dat
hunne diensten overal hooggeschat wer
den.
De aanvragers moeten minstens 45 jaar
oud zijn.
Op 25 bedienden zal maar 1 onder
scheiding en hoogstens 5 onderscheidin
gen per handelshuis kunnen bekomen
worden. Voor heel het land zullen jaar
lijks maar 5oo eereteekens worden uitge
reikt, en dit aan de meest verdienstelij
ken.
De bazen moeten de aanvragen doen
het Gemeentebestuur moet ze onderzoe
ken en volledigen.
De handelsARBEiDERS zullen voortaan
dezelfde eereteekens kunnen bekomen als
de ambachtslieden en nijverheidsarbei-
ders het eereteeken van 2® klas voor 25
jaar, en dat van lc klas voor 35 jaar trou
wen dienst in dezelfde handelsinrichting.
In buitengewone gevallen kunnen die
onderscheidingen ook verleend worden
aan arbeiders, die va» dienst verander
den.
Magazijniers, stalenbereiders, ontvan
gers, boden, voerlieden, enz. van han
delshuizen, kunnen dus voortaan ook
gedecoreerd worden.
n «po Dijnsdag verschenen voor
llGlb* (je correctioneele Recht
bank te Brussel 5 wereldlijke ziekenbedie-
ners van 't Hospitaal te Sint-Jans-Molen
beek.
Die ziekenbedieners, naar 't hartje der
liberalen en socialisten, hadden de ge
woonte zich zat te drinken, zongen dan
luidop in de ziekenzalen en toen hun
Overste hen het zwijgen oplegde rammel
den zij hem en den geneesheer die te zij
ner hulp kwam, schandalig af.
Twee werden veroordeeld tot 4 maan
den gevangenis en 100 fr. boet
Een tot 3 maanden gevangenis en 100
fr. boet
Twee tot 2 maanden gevangenis en 5o
fr. boet.
De straf van een enkel is voorwaarde-
lijk.
Maar zie die wereldlijke ziekenbedieners
waren ook van 't soortje
Vier dier jannen hadden vroeger nog
met Moeder Justicia af te rekenen gehad
een heeft in een zothuis, een andere in
't verbetermgenshuis gezeten.
Men kan oordeelen hoe de arme zieken
in 't verwereldlijkt hospitaal van St-Jans-
Molenbeek door dit soortje van ziekenbe
dieners verzorgd wierden.
En zeggen dat de liberalen en socialis
ten uit haat tegen den Godsdienst, overal
waar ze volkomen meester zijn, de gast
huisnonnen, die engelen van liefde, schan
dalig aan de deur zetten om ze soms door
't janhagel der samenleving te vervangen.
Ware 't rommelzoo der liberale vreem
de vogels, die hier te Aalst, overal en in
alles de deftige, gematigde oude liberalen
verdringt eens volkomen meester, ge zoudt
onze brave gasthuisnonnen ook zien de
poort uitvliegen... Maar de Aalstenaars
willen hier meester blijven en zullen
't juk niet willen verduren van die libe
rale vreemde vogels die naar hier zijn
komen overgevlogen omdat ze overvloedig
aas zagen liggen voor hunnen bek.
En nu dat die vreemde vogels hier
gulzig aan 't azen zijn, stellen zij onze
Stad Aalst voor als een cord waar 't niet
deugt, waar armoede te koop is... Aalst
schuifelen zij is eene vervallende Stad
onder alle opzichten, enz. enz.
En waarom
Omdat zij, liberale vreemde vogels, hier
niet meester zijn en dus de Aalstenaars
niet kunnen doen dansen lijk ze schui
felen.
Muar 't wonderste van al is dat die
liberale vreemde vogels die hier hun nest
hebben opgetimmerd er nog nooit aan
dachten het af te breken om het n••■ar
betere oorden te gaan vestigen... Moesten
zij naar andere gewesten overvliegen geen
Aalstenaars zou er een traan om laten en
voorzeker de oude liberale Aalstenaars
niet
liep Sorandal, die met gebogen hoofd in
gepeins verdiept was.
Er valt niet langer te aarzelen, zegde
hij bij zichzelven. Wie is toch die M.
Olivier Fromentel, die zich zoo eensklaps
als eene hindernis op mijnen weg plaatst?
Komaan, wij moeten ons haasten. Mor
gen Ja, morgen. Het oogenblik is geko
men om al mijne troeven uit te spelen.
Zijn besluit was genomen, hij richtte
zich hoog op, zag achter zich naar den
kant, van waar het geluid der voetstap
pen der twee broeders kwam en mom
pelde tusschen de tanden
En wat die twee Fromentels betreft
wee hun wanneer zij het wagen mijne
plannen te dwarsboomen.
Hij hief de gebalde vuisten dreigend op.
VI.
Eene oude geschiedenis.
Zeoals Mevr. Dorgeur voorzien had,
was Gisèle den volgenden morgen ver-
Jrieiig en ongerust.
Zij had geslapen met het kleine, por-
caleinen poppeken uit den kontngskoek
in de hand gikieind.
D-11 geh eltn morgen dwaalde zij in
hei kasicci ron<l, zij sprong op als er eene
deur openging, zij ging aandachtig naar
ieder, dien zij ontmoette.
in den
Catholieken Werkmanskring,
ter gelegenheid van de Jubelfeest van
Z. H. den Paus Leo XIII.
Prachtige feest De verscheidene num
mers van het Programma werden alle
om het volmaakst uitgevoerd en getuigden
van de kundige ervaring der leiders.
De Ouverture triomphale paste wel
met de grootschheid der feest, waar zij de
inleiding van was. Ook lokte zij de warm
ste toejuichingen uit. Hetzelfde mag
gezegd over de Valse douce, Gai con
fetti, Salut A l'etendard, Pour un oui,
zoovele toonkundige stukken, welke de
Fanfaren- en Symphonie-afdeeling gedu
rende de feest ten gehoore bracht.
De bewondering der toeschouwers klom
ten hoogste bij de Gezamenlijke Oefe
ningen met alters, evenals bij het Groot
Vlaggenballet. Welke gezwindheid en
behendigheid welke nauwkeurigheid 1
welke verregaande en bevallige verschei
denheid in die overheerscher.de machtige
eenheid I
Welverdiende eere daarom aan de hee
ren Thumas en Teirlinck I
Ten beste ook lukten de groepen in
plaasterbeelden.
Het tweede deel der overscboone feest
gaf ons den Pauselijken Zouaaf of den
Zoon van den Vrijdenker, melo-drama
in twee bedrijven. Het stuk was bijzonder
wel geschikt om de edele gevoelens van
liefde en gehechtheid voor het Pausdom
op te wekken en aan te vuren. De spelers
werden terecht gulhertig toegejuicht.
Moeilijke toestanden vertoonden zij mee
sterlijk, en het deed waarlijk deugd hunne
zuivere, ongedwongene uitspraak te hoo-
ren
Eene kleine opmerking nogtans
meer dan eens gebeurde 't dat een speler
te weinig verre van voor op het theater
kwam en te weinig luide sprak. Misschien
sproot zulks voort uit den ijver der spe
lers om natuurlijk te willen handelen.
Hoe het zij. in 't vervolg ware dat best
vermeden
Het slot der feest was de Verheerlij
king van Z. H. den Paus Leo XIII en
Hulde aan de Strijders van 1867. O I
hoe verrukkend schoon De juichenvle en
jubelende mtnigte, rechtgesprongen bij
het aanheffen van het Vaderlandsch Lied,
wist niet wat het meest bewonderd
den Paus verschijnende op de bergen in
het midden van eene ontelbare kinder
schaar, welke duizenden bloemtuilen en
lauwerkransen droeg-,, den zegen gege
ven aan de Strijders in de vlakte, die
God dankend nederbogen. of gekwetst op
't lijdensbed uitgestrekt lagen... En dal
alles overstroomd door eene zee van we-
melend licht en tooverglansen....
Een machtige geestdrift ontrukte aan de
menigte den kreet aller herten
Leve, leve de Paus Leo XIII
HeilLeo heil I de jubel rijst ten hemel
Hoog boven 't immer wilder strijdgewemel
Heil Leo heilde breede zegekreet,
Opdaavrend door de luchten brandend heet
WILLEM.
Mev. Dorgeur begreep dat zij Olivier
zocht.
Ten twee ure in den namiddag Dor
geur was naar Parijs en Victoire maakte
gebruik van een oogenblik dat de zon
scheen, om met Gisèle in het park te
gaan wandelen zat Mev. Dorgeur al
leen in het salon.
Zij dacht aan het gebeurde van den
vorigen avond.
Zeker, een schoonzoon als Olivier Fro
mentel zou haar overgelukkig gemaakt
hebben, maar kon hij trouwen met eene
arme zinnelooze als Gisèle
Dezelfde gedachte als die ven Jacques
bezielde haar
Waar moet dat heen
Uit dat droef gepeins werd zij gewekt
door het binnentreden van een bediende.
M. Sorandal laat vragen of mevrouw
hem kan ontvangen zegde de man.
Hoewel dit onverwachte bezoek wel
wat verwondering bij haar opwekte, stond
zij toch op en kwam Sorandal met uitge
stoken hand vriendelijk te gemoet.
Ik stoor u toch niet, wil ik hopen,
zegde hij.
Volstrekt niet, kom bij het vuur
zitten, want het is zeer koud. Het spijt
mij wel dat M. Dorgeur met thuis is.
H bt gij u niet vergist? Ik meende dai hij
gisieien avond zelf gezegJ heeft, dat hij
vandaag naar Parijs moest.
Sorandal legde zijnen hoed op eenen
stoel, zette zijnen stok in den hoek en
nam plaats in den zetel, die Mev. Dor
geur hem aanwees.
Ik heb mij volstrekt niet vergist, ant
woordde hij, ik weet zeer goed dat M
Dorgeur te Parijs is en ik zal u onmidde-
lijk het doel meedeelen van mijn bezoek,
dat u, zoo ik mij niet bedrieg, wel eenig-
zins verwonderd.
Ik moet inderdaad bekennen, dat ik
niet begrijp.
Het is toch zeer eenvoudig. Ik moet
u noodzakelijk alleen spreken en daarom
heb ik een dag uitgekozen, waarop ik wist
dat uw echtgenoot niet thuis was.
Terwijl hij sprak, had hij zijne hand
schoenen uitgetrokken en zijne handen
uitgestoken naar het vuur, dat in den
heerd uit de houtblokken hoog op
vlamde.
Hij was kalm en bedaard en Mev. Dor
geur sidderde als zij zag dat een groot
gevaar haar boven het hoofd hing.
Gij moet mij spreken vroeg zij.
Mij alleen
-Ja.
Waarover
Over eene oude geschiedenis, maar
met uw verlof, vooraleer wij verder gaan,
zijn wij hier ongestoord, kan niemand
ons gesprek afluisteren
Inderdaad, zooveel voorzorgen...
Tq pn 'ne wreedaard in de wereld
gelijk dien Denderbode
Dit vraagt Groene Pie. En waarom
Omdat wij zoo wreed zijn, en dit zooda
nig wreed,dat er geen enkeL week voorbij
gaat of Pilatus Daens in Denderbode
bespot en begekt wordt, zelfs terwijl hij
ziek lag.
Wij hebben alleenlijk doen bemerken
dat vele brave lieden voor de bekeering
van Pilatus bidden.
Is dat bespotten Is dat begekken
Eenvoudig bestatigden wij een bestaande
feit. Ja, heden nog zijn ze talrijk, zij, die
voor de bekeering bidden van dien door
hoogmoed verdwaalden priester.
Ah 1 Wij begrijpen dit bespotten en
begekken zal zeker bestaan in 't aanhalen
van al wat M. Ducatillon dezer dagen op
den kap van de groene Volksfoppers en
bijzonderlijk van hun Dominé Pilatus
Daens afbriefde.
Wij begrijpen ook zeer wel dat het hun
in 't geheel niet heeft aangestaan dat wij
deden bemerken dat Ducattillon, den ex-
eerste luitenant van Pilatus Daens, de
mompelde Mev. Dorgeur, terwijl zij
poogde te glimlachen.
Het is in uw belang zoowel als in
het mijne, mevrouw, wees daarvan over
tuigd, zegde Sorandal.
Mev. Dorgeur zag hem ongerust aan.
O zegde zij, gij kunt hier in elk
geval zonder vrees spreken, ten minste
wanneer gij niet te luid spreekt.
Het is volstrekt mijne gewoonte
niet, al te luid te spreken, antwoordde
Sorandal koel. Het is, zooals ik u zegde,
eene oude geschiedenis, die ik u te ver
tellen heb. Hij sloeg de beenen over el
kaar en leunde, met voorname onverschil
ligheid, achterover in zijnen zetel.
Mev. Dorgeur deed haar uiterste best
om hare steeds toenemende ongerustheid
te verbergen.
Gij zult toch moeten erkennen, dat
het inderdaad vreemd is, dat gij, na hier
gisteren avond met mij gedineerd te heb-
bén, vandaag zoo plotseling hier binnen
valt, om mij eene 011de geschiedenis te
vertellen, die niemand anders hooren
mag.
Wanneer gij maar zoo vriendelijk
wilt zijn, mij gedurende eenige minuten
uwe aandacht te schenken, dan weet ik
zeker dat gij er belang in stellen znlt.
Het stilzwijgen van Mev. Dorg'-ur
gold als een teeken van instemming en
Sorandal begon.
Rroene helden van allen kaliber eens
duchtig kwam uit te meten.
Pilatus Daens schetste hij naar 't leven
af als een schijnheilige, als een ellen
dige farizeér, als een volksfopper die
altijd aan iedereen politieke knollen
voor citroenen heeft verkocht.
Ik heb mij niets te verwijten, schrijft
i> M. Ducatillon tenzij acht jaren vroeger
niet klaar gezien te hebben in 't dubbel
spel van den ex-jesuïet, den heer A.
Daens. Anders zou ik niet met duizen-
i) den gefopt, noch ontgoocheld geweest
zijn.
Heeft De Denderbode niet altijd be
wezen dat Pilatus Daens, Groene Pie,
Alois De Backer, Plancquaert in een
woord, 't gansche rommelzoo van groene
generaals zonder soldaten, ellendige
Volksfoppers zijn geweest en het nog
altij i zijn.
In zijne verklaringen aan Ls Cour-
rier de Bruxelles (zie Nr van 28
Februari 11.) herhaalt M. Ducatillon
De staf van de christene Volks-
n partij is eene bende triestige grappen,
i) makers zonder eenig belang, zonder
het minste geweten (of overtuiging).
0 Die hooveerdige advocoten bedrie-
n gen de werklieden en de brave bui-
I) tenlieden.
H Wat M. Daens betreft, ik herhaal het,
i> hij heeft gedaan die Pontius Pilatus,
i) verkozen door sluwheid, die poli-
tieke Volksbedrieger die de werk-
D lieden heeft gefopt, die met de Vla-
n mingen heeft gespot en die, bij zijne
0 eigene kliek, geen het minste aanzien
meer bezit, 't Is een martelaar van
comedie zijn eerekroon is van
karton.
Omdat De Denderbode hierop de aan
dacht inroept, gedurende de onpasse
lijkheid van Pontius Pilatus, is hij een
wreedaard.
Maar verdient Pontius Pilatus wel die
omzichtige behandeling die Groene Pie
eischt
Wie niet ziek genoeg is om anderen
aan te vallen, om ze te beleedigen en te
lasteren hoeft niet gespaard te worden.
En Pontius Pilatus Daens verkeert in
dit geval.., Geen week is er sedert zijne
onpasselijkheid voorbijgegaan of hij heeft
zijne bitterste beleedigen^» <j->l bijzonder
lijk tegen MM. Woeste en Bethune uit
gebraakt.
Wij willen die beleedigingen niet her
halen want ze zijn zoo gemeen dat ze
alleen in 't woordenboek van 't krapu-
leuste straatjesras te vinden zijn.
Een staaltje nogthans geknipt uit De
Werkman
u En zie, die dat nu kwalijk nemen,
zullen ons later moeten gelijk geven
maar wij kunnen dien hertog Alba niet
beter vergelijken dan aan onzen Woeste
van hedendaags die Woeste is ook 'ne
man met veel schijn van Godsdienst,
11 maar zonder gevoel, zonder hert; g'hebt
menschen die oud worden en jong blij-
ven, maar hij is nooit jong geweest, hij
ii spaart niemand zelfs den Paus niet,
Zoo wat twintig jaar geleden onge
veer wat langer of wat korlfr, dat doet
er niet toe dus twintig jaar geleden
woonde te Bordeaux, in eene der voor
steden eene jonge vrouw, die ofschoon
gehuwd, meestal alleen was, want haar
echtgenoot vaarde als kapitein op een
koopvaardijschip.
Drie vierde 's jaars was hij op zee, tus
schen water en lucht, waar wist men
juist nooit, in regen of zonneschijn, door
den wind her- en derwaarts geslingerd.
Welnu, er zijn menschen, die van dat
soort van leven houden. Te Bordeaux
kwam hij maar zelden en bleef er nooit
lang, juist den tijd dat zijn schip gelost
en weer geladen was, dan omhelsde hij
zijne vrouw van wie hij zeer veel hield,
in het voorbijgaan gezegd ging weer
aan boord, liet het anker ophalen en ste
vende het zeegat in.
Mev. Dorgeur, die een weinig bleek
geworden was, viel hem in de rede:
Maar, mijnheer ik moet u bekennen
dat ik nog niet inzie, welk belang ik
daarin zou stellen.
Sorandal boog even met spottende be
leefdheid.
Wanneer ik durfde, zegde hij, dan
zou ik 11 willen verzoeken mij zoo min
mogelijk in de rede te vallen, dat houdt
ons maar noodeloos op. Ik zal mijn ver
haal zoo kort mogelijk maken. (W. v.g.z.