Zondag 8 Maart 1VH)3 3 centiemen per nummer S6ste Jaar 3783 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. OM ZES MILLIEON EERETEEKENS. Wereldlijke 'ziekenbedie- Luisterrijke Vertooning DE DENDER BODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CLIQUE «LLM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3d0 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 7 Maart 1903. EEN Vrijwilligersleger. In princiep is door de laatste militie- wel de loting afgeschaft het zal van het volk afhangen die hervorming feitelijk in te voeren. Van het oogenblik dat er vrijwilligers in voldoende getal zich aanbieden be hoort de loting tot het verleden. Wij verlangen naar dit oogenblik, wij trachten er vurig naar want hoevele tranen heeft zij in de huishoudens niet doen vergieten sedert de Fransche dwingelandij ons dien ongewenschten koek bracht. In de maat van het mogelijke heeft de Catholieke Regeering, opeenvolgens, de pijnlijke schokken die ze teweeg bracht bij het volk, trachten weg te nemenZij voerde in 1875 eene eerste vergoeding voor de militianen in beperkt bij de armen en kleine burgers die min dan 5o fr. recht- streeksche belastingen aan den Staat be taalden. Op dien weg is ons Ministerie vooruit gegaan het heeft getracht door de wet van 21 Maart 1902 eene militaire loop baan te scheppen voor de soldaten en daarvoor de vergoedingen merkelijk ver hoogd. Op die voordeelen moeten wij de aan dacht roepen van onze jongelingen die, door de kaserne heen, zich eene loopbaan zouden kunnen maken. Het is heden daags niet gemakkelijk zich een genoeg lijk plaatsje onder de zon te vormen alles is overstelpt en onze middelen zijn beperkt. Vandaar de noodzakelijkheid voor velen onzer werklieden tijdelijk het Vaderland te verlaten en in Frankrijk eene winstgevende bezigheid te zoeken. Dat leven in een vreemd land is verre van lustig en aangenaam te zijn de arbeid is er hard en aanhoudend, de rust klein, de huiselijke inrichtingen, hunne commodi- teiten zijn er onbekend. Dank aan die opofferingen, dank aan de duurgewonnen penningen door afmattenden arbeid in het goede seizoen, kan ons werkvolk ge noeg verdienen om hier terug den guren winter door te brergen. Wat des zomers zoo pijnlijk wordt gewonnen, moet des winters verteerd worden, want winstge vende bezigheid is niet altijd te vinden. De daghuren van den zomer verdwijnen tijdens de gedwongene werkeloosheid van den winter. En zoo, in die droevige noodzakelijk heid volgt het eene jaar het andere op, zonder veel hoop op eene wenschbare beternis en verandering in de toestanden. Dat onveranderlijke weegt lijk den ijzeren bol kleeft aan den voet van den veroor deelde, op de schouders van ons werk volk. Dikwijls, toen ik jeugdige mannen, jon gelingen in den bloei des levens naar het «o» 42® Vervolg. Ge weigert Maar het moet nu juist zoo heerlijk in het Zuiden van Italië zijn, in 't geheel zoo koud niet als hier. Wij zullen over Milaan, Genua, Venetië en Rome naar Napels en Palermo gaan. Kom, stem erin toe, ga mee. Neen. Zoo, gij wilt te Parijs blijven of liever gezegd hier terugkeeren. Jacques Helaas, het is veel erger dan ik ge dacht had. Olivier, broer, gij maakt mij angstig, gij bemint haar dus waarlijk, die ongelukkige Wat ik u bidden mag, zwijg, zegde Olivier, met van smart bevende stem, o I zwijg 1 't Is goed, zegde Jacques na een oogenblik stilte, arme jongen, gij zult diep ongelukkig zijn, vre« s ik. Maar ver geet dan met, dat gij in mij ten broeder hebt. De iwee broeders wisseld. n een kiach tigen handdruk. Vijftig stappen ongeveer voor hen uit Zuiden zag vertrekken, heb ik mij afge vraagd of zij ook de voetstappen der ouden zouden verplicht zijn te volgen, of het noodlot van dat onveranderlijk op- en afkomen op hen zou blijven druk ken en of er geen middel zou zijn het beste gedeelte onder hen ten minste, zij die wat onderwijs hebben genoten, die van natuur niet misdeeld zijn en uitmun ten door goed gedrag, eene andere betere loopbaan te zien kiezen. Zekerlijk men stuit altijd op groote moeilijkheden er is veel opoffering, taai geduld en onbuigzame wilskracht noodig om te gelukken doch thans is een weg geopend voor onze jeugd, liever voor het beste gedeelte onzer jeugd. Zij moeten niet het pak van den Franschman opne men, want eens in handen genomen heeft men zijne veroordeeling, zijn vonnis ge- teekend zij moeten den ransel van den soldaat verkiezen, zij moeten als vrij williger dienst nemen. In de kaserne kunnen zij hunne kennissen uitbreiden, zekere lessen bijwonen, hunnen geest verrijken en soms ook zekere stielen aan- leeren om later, als zij in het burgerlijk leven terug keeren, met eer een goed ambacht te kunnen uitoefenen. Tijdens hunnen dienst zullen zij ook een zeker somme gelds verdienen die misschien voldoende zal zijn om de kosten der eerste instelling te dekken. De eerste stap is alzoo zonder veel moeite gedaan en dan vooruit in 't leven, de lessen toegepast met vlijt en aanhou dende zorg men is een eerlijke, goede ambachtsman en men wordt een kleine burger,fier op de maatschappelijke plaats die men heeft ingenomen. Een tweede weg staat voor den vrijwil liger nog open die het leger zou willen verlaten. Het Staatsbestuur voorbehoudt zekere plaatsen aan hen die een dienst tijd hebben onderteekend. Die wedstrijd is uitsluitend voor hen bestemd. Het is hun dus gemakkelijk eene plaats te be komen met al de voordeelen die er aan vast zijn den Staat te dienen. Ook de ouders of andere rechthebbende personen worden niet vergeten. Zij krijgen hun aandeel in de vergoedingen welke ruimschoots aan de vrijwilligers worden toegestaan. Terwijl de militiaan zijn eigen loopbaan maakt, werkt voor zijn eigen voordeel, arbeidt hij ook voor het geluk zijner ouders hij helpt ze geldelijk ondersteunen, hij helpt ze voort op den hobbeligen weg des levens hij doet wat men van een goeden zoon verwachten mag. Een KK. Besluit van i5 Dec. 1902, heeft bepaald dat er voortaan ook eere onderscheidingen zullen kunnen toege kend worden aan de nijverheids- en handelsBEDiENDENdie tot hiertoe van die gunst uitgesloten waren. Bij omzendbrief van 3i December laatst, aan de Gouverneurs der provincie gericht, geeft de Minister van Nijverheid en Arbeid eenigen uitleg over de voor waarden, welke vereischt worden om die eereteekens te bekomen. Wij deelen er hier het hoofdzakelijke van mee. Aan de nijverheids- en haudelsBEDiEN- den zal het eereteeken van ie klas kunnen verleend wordt n als eerste en eenige be looning. Op die onderscheiding kunnen aanspraak maken de boekhouders, kas houders, schrijvers, winkelbedienden, handelsreizigers, enz., die met eer hun beroep hebben uitgeoefend en ten minste 3o jaar voor hetzelfde huis werkzaam zijn; ook zij, die, in eene loopbaan van 3o jaar, om gegronde redenen van dienst veran deren, zoo zij bewijzen, dat zij 10 jaar achtereen in één dienst bleven, en dat hunne diensten overal hooggeschat wer den. De aanvragers moeten minstens 45 jaar oud zijn. Op 25 bedienden zal maar 1 onder scheiding en hoogstens 5 onderscheidin gen per handelshuis kunnen bekomen worden. Voor heel het land zullen jaar lijks maar 5oo eereteekens worden uitge reikt, en dit aan de meest verdienstelij ken. De bazen moeten de aanvragen doen het Gemeentebestuur moet ze onderzoe ken en volledigen. De handelsARBEiDERS zullen voortaan dezelfde eereteekens kunnen bekomen als de ambachtslieden en nijverheidsarbei- ders het eereteeken van 2® klas voor 25 jaar, en dat van lc klas voor 35 jaar trou wen dienst in dezelfde handelsinrichting. In buitengewone gevallen kunnen die onderscheidingen ook verleend worden aan arbeiders, die va» dienst verander den. Magazijniers, stalenbereiders, ontvan gers, boden, voerlieden, enz. van han delshuizen, kunnen dus voortaan ook gedecoreerd worden. n «po Dijnsdag verschenen voor llGlb* (je correctioneele Recht bank te Brussel 5 wereldlijke ziekenbedie- ners van 't Hospitaal te Sint-Jans-Molen beek. Die ziekenbedieners, naar 't hartje der liberalen en socialisten, hadden de ge woonte zich zat te drinken, zongen dan luidop in de ziekenzalen en toen hun Overste hen het zwijgen oplegde rammel den zij hem en den geneesheer die te zij ner hulp kwam, schandalig af. Twee werden veroordeeld tot 4 maan den gevangenis en 100 fr. boet Een tot 3 maanden gevangenis en 100 fr. boet Twee tot 2 maanden gevangenis en 5o fr. boet. De straf van een enkel is voorwaarde- lijk. Maar zie die wereldlijke ziekenbedieners waren ook van 't soortje Vier dier jannen hadden vroeger nog met Moeder Justicia af te rekenen gehad een heeft in een zothuis, een andere in 't verbetermgenshuis gezeten. Men kan oordeelen hoe de arme zieken in 't verwereldlijkt hospitaal van St-Jans- Molenbeek door dit soortje van ziekenbe dieners verzorgd wierden. En zeggen dat de liberalen en socialis ten uit haat tegen den Godsdienst, overal waar ze volkomen meester zijn, de gast huisnonnen, die engelen van liefde, schan dalig aan de deur zetten om ze soms door 't janhagel der samenleving te vervangen. Ware 't rommelzoo der liberale vreem de vogels, die hier te Aalst, overal en in alles de deftige, gematigde oude liberalen verdringt eens volkomen meester, ge zoudt onze brave gasthuisnonnen ook zien de poort uitvliegen... Maar de Aalstenaars willen hier meester blijven en zullen 't juk niet willen verduren van die libe rale vreemde vogels die naar hier zijn komen overgevlogen omdat ze overvloedig aas zagen liggen voor hunnen bek. En nu dat die vreemde vogels hier gulzig aan 't azen zijn, stellen zij onze Stad Aalst voor als een cord waar 't niet deugt, waar armoede te koop is... Aalst schuifelen zij is eene vervallende Stad onder alle opzichten, enz. enz. En waarom Omdat zij, liberale vreemde vogels, hier niet meester zijn en dus de Aalstenaars niet kunnen doen dansen lijk ze schui felen. Muar 't wonderste van al is dat die liberale vreemde vogels die hier hun nest hebben opgetimmerd er nog nooit aan dachten het af te breken om het n••■ar betere oorden te gaan vestigen... Moesten zij naar andere gewesten overvliegen geen Aalstenaars zou er een traan om laten en voorzeker de oude liberale Aalstenaars niet liep Sorandal, die met gebogen hoofd in gepeins verdiept was. Er valt niet langer te aarzelen, zegde hij bij zichzelven. Wie is toch die M. Olivier Fromentel, die zich zoo eensklaps als eene hindernis op mijnen weg plaatst? Komaan, wij moeten ons haasten. Mor gen Ja, morgen. Het oogenblik is geko men om al mijne troeven uit te spelen. Zijn besluit was genomen, hij richtte zich hoog op, zag achter zich naar den kant, van waar het geluid der voetstap pen der twee broeders kwam en mom pelde tusschen de tanden En wat die twee Fromentels betreft wee hun wanneer zij het wagen mijne plannen te dwarsboomen. Hij hief de gebalde vuisten dreigend op. VI. Eene oude geschiedenis. Zeoals Mevr. Dorgeur voorzien had, was Gisèle den volgenden morgen ver- Jrieiig en ongerust. Zij had geslapen met het kleine, por- caleinen poppeken uit den kontngskoek in de hand gikieind. D-11 geh eltn morgen dwaalde zij in hei kasicci ron<l, zij sprong op als er eene deur openging, zij ging aandachtig naar ieder, dien zij ontmoette. in den Catholieken Werkmanskring, ter gelegenheid van de Jubelfeest van Z. H. den Paus Leo XIII. Prachtige feest De verscheidene num mers van het Programma werden alle om het volmaakst uitgevoerd en getuigden van de kundige ervaring der leiders. De Ouverture triomphale paste wel met de grootschheid der feest, waar zij de inleiding van was. Ook lokte zij de warm ste toejuichingen uit. Hetzelfde mag gezegd over de Valse douce, Gai con fetti, Salut A l'etendard, Pour un oui, zoovele toonkundige stukken, welke de Fanfaren- en Symphonie-afdeeling gedu rende de feest ten gehoore bracht. De bewondering der toeschouwers klom ten hoogste bij de Gezamenlijke Oefe ningen met alters, evenals bij het Groot Vlaggenballet. Welke gezwindheid en behendigheid welke nauwkeurigheid 1 welke verregaande en bevallige verschei denheid in die overheerscher.de machtige eenheid I Welverdiende eere daarom aan de hee ren Thumas en Teirlinck I Ten beste ook lukten de groepen in plaasterbeelden. Het tweede deel der overscboone feest gaf ons den Pauselijken Zouaaf of den Zoon van den Vrijdenker, melo-drama in twee bedrijven. Het stuk was bijzonder wel geschikt om de edele gevoelens van liefde en gehechtheid voor het Pausdom op te wekken en aan te vuren. De spelers werden terecht gulhertig toegejuicht. Moeilijke toestanden vertoonden zij mee sterlijk, en het deed waarlijk deugd hunne zuivere, ongedwongene uitspraak te hoo- ren Eene kleine opmerking nogtans meer dan eens gebeurde 't dat een speler te weinig verre van voor op het theater kwam en te weinig luide sprak. Misschien sproot zulks voort uit den ijver der spe lers om natuurlijk te willen handelen. Hoe het zij. in 't vervolg ware dat best vermeden Het slot der feest was de Verheerlij king van Z. H. den Paus Leo XIII en Hulde aan de Strijders van 1867. O I hoe verrukkend schoon De juichenvle en jubelende mtnigte, rechtgesprongen bij het aanheffen van het Vaderlandsch Lied, wist niet wat het meest bewonderd den Paus verschijnende op de bergen in het midden van eene ontelbare kinder schaar, welke duizenden bloemtuilen en lauwerkransen droeg-,, den zegen gege ven aan de Strijders in de vlakte, die God dankend nederbogen. of gekwetst op 't lijdensbed uitgestrekt lagen... En dal alles overstroomd door eene zee van we- melend licht en tooverglansen.... Een machtige geestdrift ontrukte aan de menigte den kreet aller herten Leve, leve de Paus Leo XIII HeilLeo heil I de jubel rijst ten hemel Hoog boven 't immer wilder strijdgewemel Heil Leo heilde breede zegekreet, Opdaavrend door de luchten brandend heet WILLEM. Mev. Dorgeur begreep dat zij Olivier zocht. Ten twee ure in den namiddag Dor geur was naar Parijs en Victoire maakte gebruik van een oogenblik dat de zon scheen, om met Gisèle in het park te gaan wandelen zat Mev. Dorgeur al leen in het salon. Zij dacht aan het gebeurde van den vorigen avond. Zeker, een schoonzoon als Olivier Fro mentel zou haar overgelukkig gemaakt hebben, maar kon hij trouwen met eene arme zinnelooze als Gisèle Dezelfde gedachte als die ven Jacques bezielde haar Waar moet dat heen Uit dat droef gepeins werd zij gewekt door het binnentreden van een bediende. M. Sorandal laat vragen of mevrouw hem kan ontvangen zegde de man. Hoewel dit onverwachte bezoek wel wat verwondering bij haar opwekte, stond zij toch op en kwam Sorandal met uitge stoken hand vriendelijk te gemoet. Ik stoor u toch niet, wil ik hopen, zegde hij. Volstrekt niet, kom bij het vuur zitten, want het is zeer koud. Het spijt mij wel dat M. Dorgeur met thuis is. H bt gij u niet vergist? Ik meende dai hij gisieien avond zelf gezegJ heeft, dat hij vandaag naar Parijs moest. Sorandal legde zijnen hoed op eenen stoel, zette zijnen stok in den hoek en nam plaats in den zetel, die Mev. Dor geur hem aanwees. Ik heb mij volstrekt niet vergist, ant woordde hij, ik weet zeer goed dat M Dorgeur te Parijs is en ik zal u onmidde- lijk het doel meedeelen van mijn bezoek, dat u, zoo ik mij niet bedrieg, wel eenig- zins verwonderd. Ik moet inderdaad bekennen, dat ik niet begrijp. Het is toch zeer eenvoudig. Ik moet u noodzakelijk alleen spreken en daarom heb ik een dag uitgekozen, waarop ik wist dat uw echtgenoot niet thuis was. Terwijl hij sprak, had hij zijne hand schoenen uitgetrokken en zijne handen uitgestoken naar het vuur, dat in den heerd uit de houtblokken hoog op vlamde. Hij was kalm en bedaard en Mev. Dor geur sidderde als zij zag dat een groot gevaar haar boven het hoofd hing. Gij moet mij spreken vroeg zij. Mij alleen -Ja. Waarover Over eene oude geschiedenis, maar met uw verlof, vooraleer wij verder gaan, zijn wij hier ongestoord, kan niemand ons gesprek afluisteren Inderdaad, zooveel voorzorgen... Tq pn 'ne wreedaard in de wereld gelijk dien Denderbode Dit vraagt Groene Pie. En waarom Omdat wij zoo wreed zijn, en dit zooda nig wreed,dat er geen enkeL week voorbij gaat of Pilatus Daens in Denderbode bespot en begekt wordt, zelfs terwijl hij ziek lag. Wij hebben alleenlijk doen bemerken dat vele brave lieden voor de bekeering van Pilatus bidden. Is dat bespotten Is dat begekken Eenvoudig bestatigden wij een bestaande feit. Ja, heden nog zijn ze talrijk, zij, die voor de bekeering bidden van dien door hoogmoed verdwaalden priester. Ah 1 Wij begrijpen dit bespotten en begekken zal zeker bestaan in 't aanhalen van al wat M. Ducatillon dezer dagen op den kap van de groene Volksfoppers en bijzonderlijk van hun Dominé Pilatus Daens afbriefde. Wij begrijpen ook zeer wel dat het hun in 't geheel niet heeft aangestaan dat wij deden bemerken dat Ducattillon, den ex- eerste luitenant van Pilatus Daens, de mompelde Mev. Dorgeur, terwijl zij poogde te glimlachen. Het is in uw belang zoowel als in het mijne, mevrouw, wees daarvan over tuigd, zegde Sorandal. Mev. Dorgeur zag hem ongerust aan. O zegde zij, gij kunt hier in elk geval zonder vrees spreken, ten minste wanneer gij niet te luid spreekt. Het is volstrekt mijne gewoonte niet, al te luid te spreken, antwoordde Sorandal koel. Het is, zooals ik u zegde, eene oude geschiedenis, die ik u te ver tellen heb. Hij sloeg de beenen over el kaar en leunde, met voorname onverschil ligheid, achterover in zijnen zetel. Mev. Dorgeur deed haar uiterste best om hare steeds toenemende ongerustheid te verbergen. Gij zult toch moeten erkennen, dat het inderdaad vreemd is, dat gij, na hier gisteren avond met mij gedineerd te heb- bén, vandaag zoo plotseling hier binnen valt, om mij eene 011de geschiedenis te vertellen, die niemand anders hooren mag. Wanneer gij maar zoo vriendelijk wilt zijn, mij gedurende eenige minuten uwe aandacht te schenken, dan weet ik zeker dat gij er belang in stellen znlt. Het stilzwijgen van Mev. Dorg'-ur gold als een teeken van instemming en Sorandal begon. Rroene helden van allen kaliber eens duchtig kwam uit te meten. Pilatus Daens schetste hij naar 't leven af als een schijnheilige, als een ellen dige farizeér, als een volksfopper die altijd aan iedereen politieke knollen voor citroenen heeft verkocht. Ik heb mij niets te verwijten, schrijft i> M. Ducatillon tenzij acht jaren vroeger niet klaar gezien te hebben in 't dubbel spel van den ex-jesuïet, den heer A. Daens. Anders zou ik niet met duizen- i) den gefopt, noch ontgoocheld geweest zijn. Heeft De Denderbode niet altijd be wezen dat Pilatus Daens, Groene Pie, Alois De Backer, Plancquaert in een woord, 't gansche rommelzoo van groene generaals zonder soldaten, ellendige Volksfoppers zijn geweest en het nog altij i zijn. In zijne verklaringen aan Ls Cour- rier de Bruxelles (zie Nr van 28 Februari 11.) herhaalt M. Ducatillon De staf van de christene Volks- n partij is eene bende triestige grappen, i) makers zonder eenig belang, zonder het minste geweten (of overtuiging). 0 Die hooveerdige advocoten bedrie- n gen de werklieden en de brave bui- I) tenlieden. H Wat M. Daens betreft, ik herhaal het, i> hij heeft gedaan die Pontius Pilatus, i) verkozen door sluwheid, die poli- tieke Volksbedrieger die de werk- D lieden heeft gefopt, die met de Vla- n mingen heeft gespot en die, bij zijne 0 eigene kliek, geen het minste aanzien meer bezit, 't Is een martelaar van comedie zijn eerekroon is van karton. Omdat De Denderbode hierop de aan dacht inroept, gedurende de onpasse lijkheid van Pontius Pilatus, is hij een wreedaard. Maar verdient Pontius Pilatus wel die omzichtige behandeling die Groene Pie eischt Wie niet ziek genoeg is om anderen aan te vallen, om ze te beleedigen en te lasteren hoeft niet gespaard te worden. En Pontius Pilatus Daens verkeert in dit geval.., Geen week is er sedert zijne onpasselijkheid voorbijgegaan of hij heeft zijne bitterste beleedigen^» <j->l bijzonder lijk tegen MM. Woeste en Bethune uit gebraakt. Wij willen die beleedigingen niet her halen want ze zijn zoo gemeen dat ze alleen in 't woordenboek van 't krapu- leuste straatjesras te vinden zijn. Een staaltje nogthans geknipt uit De Werkman u En zie, die dat nu kwalijk nemen, zullen ons later moeten gelijk geven maar wij kunnen dien hertog Alba niet beter vergelijken dan aan onzen Woeste van hedendaags die Woeste is ook 'ne man met veel schijn van Godsdienst, 11 maar zonder gevoel, zonder hert; g'hebt menschen die oud worden en jong blij- ven, maar hij is nooit jong geweest, hij ii spaart niemand zelfs den Paus niet, Zoo wat twintig jaar geleden onge veer wat langer of wat korlfr, dat doet er niet toe dus twintig jaar geleden woonde te Bordeaux, in eene der voor steden eene jonge vrouw, die ofschoon gehuwd, meestal alleen was, want haar echtgenoot vaarde als kapitein op een koopvaardijschip. Drie vierde 's jaars was hij op zee, tus schen water en lucht, waar wist men juist nooit, in regen of zonneschijn, door den wind her- en derwaarts geslingerd. Welnu, er zijn menschen, die van dat soort van leven houden. Te Bordeaux kwam hij maar zelden en bleef er nooit lang, juist den tijd dat zijn schip gelost en weer geladen was, dan omhelsde hij zijne vrouw van wie hij zeer veel hield, in het voorbijgaan gezegd ging weer aan boord, liet het anker ophalen en ste vende het zeegat in. Mev. Dorgeur, die een weinig bleek geworden was, viel hem in de rede: Maar, mijnheer ik moet u bekennen dat ik nog niet inzie, welk belang ik daarin zou stellen. Sorandal boog even met spottende be leefdheid. Wanneer ik durfde, zegde hij, dan zou ik 11 willen verzoeken mij zoo min mogelijk in de rede te vallen, dat houdt ons maar noodeloos op. Ik zal mijn ver haal zoo kort mogelijk maken. (W. v.g.z.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1