Donderdag 12 Maart 1905 ^centiemen per nummer 568te Jaar 5786
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
Maria Van Brabant
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID
Wat ze in
't schild voeren.
Drank en misdaad.
EEN EN ANDER.
DE DENDERBODE.
Dit Wad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere vreek onder dagtee-
kening van den volgenden dag. - De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. - De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
- Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den djjnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, ii Maart igo3.
Onlangs geleden, is de apostaat Com
bes, de Fransche religiehater, vervolger en
verbanner der kloosterlingen, er toe
verplicht geweest hulde te brengen aan
de zedelijke opvoeding door de catholieke
scholen verschaft, en ook aan den heilza-
men, beschavenden invloed der christe
lijke leering.
Die hulde, in den mond van een haat-
vollen godsdiensthater,moet ons nogthans
niet verwonderen.
Ongetwijfeld snaakt die geloofsverzaker
Combes even vurig als de meeste zijner
partijgenoten, naar de volkomene onder
drukking van 't kerkelijk gezag, naar de
scheiding van Kerk en Staat...
Maar kan hij wel, als eerste minister, in
de bestaarde omstandigheden, de onmid-
.delijke verwezenlijking zijner wenschen
voorstaan
Neen, want de gevolgen zouden nood
lottig zijn voor Frankrijk. Apostaat Com
bes weet dat Frankrijk nog niet rijp is
voor 't nemen van dien maatregel der
scheiding van Kerk en Staat.
En als fijnaard is hij dan ook verplicht
geweest het Concordaat met den H. Stoel
te verdedigen en waarheden te verkonden
die hij liever zou verzwegen hebben.
La Chronique, een Brusselsche geu-
zenorgaan, de verklaringen van apostaat
Combes besprekende, schrijft 't volgende:
De politiek der verloopen week in
»'t paleis Bourbon, heeft een nieuw
s bewijs geleverd van de moeilijkheid,
welke er bestaat in 't overeenbrengen
i der grondbeginselen met hunne onmid-
delijke toepassing. Het vraagstuk der
betrekkingen van den Staat met de Kerk
is oneindig moeilijker op te lossen in
Frankrijk dan in België doch menig-
i) maal hebben Belgische liberalen, en
niet van de geringsten, den wensch uit-
gedrukt, dat het modus vivendi der
twee tegenstrijdige machten bij ons zou
geregeld worden door voorschriften,
even bepaald als die, waarvan het
Fransche Concordaat dc uitdrukking
Naar 't oordeel der liberalen zijn de
betrekkingen tusschen do Kerk en den
Belgischen Staat, door onze Grondwet
niet allerbest geregeld.
Waarom niet
Wel 't antwoord is niet moeilijk te
vinden.
Onze Grondwet geeft geene stof aan
de religiehaters, gelijk het Concordaat aan
de Fransche radikalcn, om zekere teksten
op trouwelooze wijze te verklaren, om de
processiën en bedevaarten te verbieden,
de predikanten een slot op den mond te
stellen, de Bisschoppen en de Priesters te
broodrooven, de Kloosterlingen uit 't land
te verbannen, de benoemingen der Bis
schoppen enz. tegen te werken, in andere
woorden om de Kerk te vervolgen en in
hare heilzame werking te dwarsboomen.
Ziedaar, geachte lezers, waarom de
betrekkingen tusschen de Kerk en den
Belgischen Staat door onze Grondwet,
volgens de liberalen, niet allerbest zijn
geregeld.
Waren onze liberalen hier volkomen
meester, ge begrijpt wat ze in 't schild
voeren Godsdienstvervolging met haren
nasleep van folteringen, verdrukkingen,
verbanningen en tranen
HANDELSKAMER van het Arron
dissement Aelst. Het Ministerie van
Buitenlandsche Zaken komt eene nieuwe
uitgave in het licht te brengen der
brochuur betreffende het regiem toegepast
in de vreemde landen aan de Handelsrei
zigers van Belgische huizen en aan de
stalen waarvan zij drager zijn. Een exem
plaar berust in den zetel der Kamer ter
beschikking van de belanghebbenden
deze kunnen zich voormelde brochuur
insgelijks verschaffen in het Bestuur van
den Handel, Lcuvenschestraat, 5, te
Brussel.
Historlek-Dramatiek verhaal.
Negentig ten honderd der gevangenen
- zegt de statistiek hebben hunne op
sluiting aan den drank te wijten.
Onder de Vlaamsche boerenwerklieden
die, gedurende de week, op hun werk,
de goedheid zelve zijn, vindt men er die
des zondags, onder den invloed van den
genever, in razende duivels veranderen.
Alsdan ontstaan er gevechten, waarin
de messen getrokken worden en welke
helaas maar al te dikwijls moorden of
vreeselijke verminkingen voor gevolg
hebben. Ook onder de nijverheiswerklie-
den ziet men dikwijls, tengevolge van den
drank, zulke bloedige twisten ontstaan.
Maar, wie zijn ze, die aldus, te lande
en in de stad, zich aan allerlei baldadig
heden overgeven en allerhande misdrij
ven plegen
Zijn dat mannen die. zooals onze te
genstrevers gedurig beweren, tot de
brave godsdienstige bevolking, behooren
Neen't zijn juist de kerels bij wie het
geloof verflauwd is, die vergeten hebben
dat zij christene menschen zijn.
Uit menschelijk opzicht gaan ze des
zondags met moeite naar eene gelezene
mis, waaronder zij van achter in de kerk,
klappen en verergernis geven.
Wanneer vergeet de man de huwelijks
plicht? Wanneer vergeet hij dat vrouw en
kinderen op hem wachten Wanneer ge
draagt de jongeling zich onbetamelijk
tegenover de herbergdochters
Als de genever in hem alle menschelijk
gevoel heeft uitgedoofd, als de stem van
het geweten versmoord is in den alcool.
Het is onbetwistbaar dat de godsdiens
tige gevoelens bij een deel van het volk
verflauwd zijn. En 't is juist bij dat volk
dat het overgrootste getal misdaden ge
pleegd worden.
Echt kluchtig zijn de liberale bladen
telkens dat er eene misdaad te lande ge
beurt.
De gewone titel van het verhaal der
misdaad is Clerikale buitenzeden
Maar gij, lezer te lande, sla een de
oogen rond en zeg mij of het de jongeling
is, die zijne christene plichten vervult,
die het mes trekt
Is het de christene en matige echtge
noot die eene hel maakt van zijn huis, en
vrouw en kinderen in 't ongeluk dompelt?
Drank, ongeloof en zedenbederf, zie
daar de drie groote kwalen, welke als een
kanker aan het hart van ons volk knagen.
De drank is als het beginsel der twee
andere.
Daarom is het eene goede wet waarbij
de rechten op den alcool vermeerderd
worden. De verbeestende genever, die
groote onheilstichter kan niet te duur
kosten, omdat ons volk dan in de onmo
gelijkheid zal zijn hem te koopen, en
aldus vele misdaden zullen vermeden
worden.
Zooals een geneesheer het vliem ge
bruikt om eene etterbuil open te steken
en genezing te verschaffen aan den lijder,
zoo is het ook noodig dat men de etter
buil van ons volk opensteke. Men moet
het in de onmogelijkheik stellen genever
te drinken.
Dat men niet afkome met het oud ge
zegde van eene belasting op het drup-
pelke van den werkman. Het onheil
door den alcool gesticht is oneindig groot
daar hij 't menschdom verdierlijkt.
Er moesten maatregelen genomen wor
den om ons volk te redden.
De vermeerdering der belasting op den
alcool is eene barreel op den boord van
den afgrond, waarin ons volk onvermij
delijk storten moet, vergiftigd door den
alcool, die gevloekte uitvinding van den
duivel.
i3e vervolg.
Vader, ik moet het u toch veropen
baren mij dunkt, ik ben tot eenen ouder
dom gekomen, op welken ik, mits allen
eerbied voor u te behouden, ik mijn eigen
gedacht mag volgen.
En dit gedacht is
Dat Spanje thans eene valsche ver
raderlijke rol speelt tegenover ons vader
land.
En als ik daar anders over oordeel
Vader, ik eerbiedig uw gedacht,
maar ik volg mijn eigen oordeel.
Welnu, sprak baron Labrosse, bleek
wordende van toorn: gij zult naar Spanje
niet gaan maar ik heb voor u een eere
plaats in Duitschland of in Italië.
Vader, ik heb nog een reden om
hier te blijven.
Zoodat gij in opstand komt tegen
uw vader
Ik kan, ik mag Frankrijk niet ver
laten mijn plicht dwingt mij hier te
blijven.
Welke plicht kunt gij hier hebben
Indien ik dien dag in dienst geweest
ware bij de koningin, Lodewijk van
Frankrijk zou niet dood zijn
Wat wilt ge zeggen wat wilt ge
zeggen
Tentoonstelling te Dinant. Het
gemeentebestuur van Dinant richt voor
de maanden Augusti en September eene
tentoonstelling in van zoogezegde Dinan-
DERIES.
Zij zal gehouden worden in de zalen
van het stadhuis, het oude paleis der
prins-bisschoppen van Dinant.
Het is een uitmuntend gedacht van
den burgemeester der cité des copèrer,
die oude kunst van het kopersmeden,
(copères is afgeleid van het Vlaamsch
koper) uit de vergetelheid op te graven.
Die kunst schijnt in deze stad op te
klimmen tot de tijden van Karei den
Groote, toen al de inwoners uit dit ge
deelte van het Maasdal met elkaar wed-
ieverden in behendigheid.
Deze tentoonstelling zal stellig veel be
zoekers lokken.
Alcoolisme. De Brusselsche Bond
van aannemers van metselwerk heeft, zegt
de Chronique de Travaux publics, den 1
wensch uitgedrukt dat de Staat bij open
bare werken het gebruik van jenever zou
verbieden.
Ook wordt het publiek verzocht, de
werklieden die bij particulieren arbeiden,
geen jenever meer te geven.
De provincieraad van Oost-Vlaande-
ren wordt in buitengewone zitting bijeen
geroepen tegen vrijdag i3 dezer, ten n
uren 's morgens, ten einde over te gaan
tot de voordracht van candidaten tot de
openstaande plaats van raadsheer in het
Beroepshof te Gent.
Vrouwen- en kinderarbeid. - Ten
gevolge van herhaalde klachten der ar-
beidsopzichters heeft de arbeidsminister
aan de gemeentebesturen herinnerd, in
welke voorwaarden zij de werkhoekjes
moeten afleveren. In geen geval mag een
boekje afgeleverd worden aan kinderen
beneden de 12 jaar. De gemeentebesturen
moeten de werkboekjes kosteloos afleve
ren aan de kinderen van beide geslachten
van 12 tot 16 jaar, en aan de meisjes en
vrouwen 16 tot 21 jaar, in de gemeente
gevestigd of daar verblijf houdende.
Tot heden toe werden 40 boringen tot
het zoeken naar kolen in de Kempen
gedaan.
23 vragen van vergunning zijn inge
diend voor de provincie Limburg 3 voor
Antwerpen.
Aan boringen werd eene som besteed
van 4 1/2 millioen en 6 boringen, die tot
geen uitslag leidden, gaven een zuiver
verlies ven 5oo,ooo jr.
In't geheel werden 120,000 hectaren
met vrucht onderzocht.
De Belgische melkerijen in opstand
tegen de belasting. De beweging
der melkerijen neemt uitbreiding. Men
weet dat het verzoek gedaan is, na eene
voordracht van advocaat Van Dieren,
van Leuven, ontheffing van patentrecht
te vragen; en verder van, indien het ant
woord des ministers niet gunstig is, vlak
weg de betaling van het patent te wei
geren.
M. de volksvertegenwoordiger Maen-
haut heeft zich bereid verklaard, den
eersten stormloop te wagen.
Al de melkerijen worden aanzocht, hun
deel in de proceskosten bij te dragen.
De kolengravers te Santhoven.
Te Santhoven zijn de hoorders er van
door getrokken nadat ze op 900 meters
kolen ontdekt hebben ze hebben aan de
Santhovenaars echter een souvenierken
achtergelaten, waar deze niet erg blij
meè schijnen te zijn, namelijk twee warme
gezouten waterbronnen, die aanhoudend
warm pekelwater boven brengen.
Dit pekelwater heeft de eigenschap, de
putten- en rivierwaters te bederven, de
visschen te dooden en den plantengroei
zal het ook niet bevorderen.
Maar nu den goeden kant, want elke
medalie heeft toch hare keerzijde. Als
't waar is wat de klappijen vertellen, zou
het water dezer nieuw ontdekte waterbron
bestanddeelen inhouden, waardoor zij
eene stellige geneeskracht verkrijgt, en
die nog meer willen weten, vertellen er
al bij, dat de maatschappij er een groot
badhuis, met warme baden gaat inrich
ten. Groote troost voor onze rheumatie-
kers en podagristen, die dan zooverre niet
meer zullen moeten loopen om heeling
en troost te vinden.
We wenschen dat de klappijen dezen
keer de waarheid eens spraken, dan zou
den wij Santhoven nog geluk wenschen.
(Kempenlaar).
Of ten minste, vader, ik zou dood
geweest zijn met hem. De hofjonker die
van dienst was, heeft zijn plicht niet ge
daan hij moest eerst dien wijn geproefd
hebben. En wie weet of de vergiftiger,
ziende dat er twee slachtoffers gingen zijn,
wie weet of hij niet zou teruggedeinsd
hebben In alle geval het kwaad is nu
onherstelbaardoch er zijn nog andere
prinsen ik zal ze geen oogenblik verla
ten, noch bij dage noch bij nachte, al
moest ik er mijn leven bij laten... Daarbij
ook, de koningin Maria van Brabant zit
gevangen men beschuldigt haar van een
schelmstuk van 't welk zij nooit het minste
gedacht had en ik, vader I...
Cij 1 gij 1
Ja ik, die innig overtuigd ben dat
zij onschuldig is, ik moet hier blijven om
haar te verdedigen, om haar te bescher
men en wellicht om haar te redden.
Haar redden, riep baron Labrosse
in de hevigste ontroering, haar redden,
gij
Vader, sprak de zoon op ernstigen
krachtvollen toon ik zal u niet vragen
waarom gij haar haat, maar gij hebt mij
in haren dienst gebracht, en ik blijf erin.
Adené, ik had gedacht u aan 't Hof
te brengen bij eene deugdzame koningin;
maar ik heb mij bedrogen, gij zult den
dienst van eene moordenares verlaten
Neen, nooit 1 ik zal haar niet ver
laten meer dan ooit blijf ik haar getrouw,
en ik zal het werktuig worden harcr ver
lossing.
Gij 1 weet gij dan iets in haar voor
deel
Ja» ja
Waarom dat niet aanstonds gezegd
De koningin zit een donker gevang
zij heeft nog geene rechters het is voor
de rechters dat ik zal spreken.
En wat zult gij zeggen riep
Labrosse met weifelende oogen.
Vader ik zal daar zeggen, dat daags
vóór de dood van den prins, een onbe
kende in de bloemen-kamer dei koningin
is geweest; dat die man met een valschen
sleutel was binnengeraaktdat zijn wezen
gemaskerd was, dat hij gejaagd voortliep,
dat hij nabij de kas stond waarin 't vergift
is gevonden ja dat hij het is, die vergift
heeft gedaan in dit fleschken.
Ha I ha riep de baron grijns
lachend, en ge meent dat die fabel door
jemand zal geloofd worden
Vader, ik heb het gezien met mijne
eigene oogen. De koningin had mij naar
de bloemenkamer gezonden.
Zoo, zoo
Vader, hebt ge mij ooit hooren
liegen 1
Een getuige is geen getuige.
En toch zal ik mijn plicht vervullen
tot het uiterste.
Adené, gij houdt wellicht minder aan
de koningin dan aan hare vriendin uit
Brabant.
Vader, ik bewaar in het diepste
mijns harten de geheimen die gij later
zult kennen. Ik hoop dat gij alsdan mijne
inzichten zult goedkeuren.
Nooit riep baron Labrosse nooit
zult gij Blanka van Leuven huwen
Vader, ik heb u niet gezegd dat ik
mij van haar waardig achtte.
Ge zijt veel meer waard
Maar ik mag u toch zeggen dat mijn
leveu haar toegewijd is.
Ha riep baron Labrosse, t is uw
ellendige moeder die u den opstand tegen
mij aanpreekt.
Vader, riep de brave jongeling in
verontwaardiging mijne moeder is eene
heilige, niemand mag baar beleedigen
zelfs gij niet die haar kwetst, kwetst u
en mij ik moet haar eerbiedigen.
Baron Labrosse stond op, in woede en
liep weg, da deur achter zich met geweld
toeslaande.
Hij ging, deed inspannen om haastig
bij den koning te rijden, terwijl zijn zoon
ook opstond, zich aankleedde, zeggende
11 Ik moet, ik moet den naam kennen
van hem die in de bloemen-kamer de
zilveren gesp verloren heeft.
XI
Onderhandelingen.
Terwijl baron Labrosse grimmig en
boos zijn paleis verliet om bij koning
Philip te gaan, terwijl hij in zijn eigen
zegde
Ha,ge zult haar helpen en verlossen,
Rij, mijn zoon 1 door uw moeder tegen
mij opgemaaktgij wilt naar Spanje niet,
naar Duitschland niet; ik zal u elders
zenden ik zal u wel kinderloos maken 1»
Terwijl hij in zijne prachtige voituur
wegreed, deed zijn zoon insgelijks inspan
nen om de vriendin van Maria van Bra
bant te gaan spreken. Blanka van Leu
ven, dezelfde brabantsche juffer die wij in
*t eerste hoofdstuk hare meesteres zagen
vergezellen bij 't heilig begijntje van
Ni3veI- JU J
Daar aangekomen, werd hem gezegd
dat de gravin van Leuven niemand ont-
ving.
De jongeling schreef op een perkamen
ten kaartje 't Is om de koningin te red
den,...
Hij werd aanstonds binnengebracht.
Blanka was bleek als de dood en in
zwarte kleêren, tot teeken van rouw over
twee groote ongelukken, de koningin en
zij zelve overkomen.
o Jonkheer, zoo sprak zij, als ik u ont
ving, het is niet om te spreken over
mij of over de toekomst,het lot der konin-
hin is het eenigste dat mij kan bekom
meren.
Wat wilt ge zeggen, jonkheer
Ik heb schrikkelijke vermoedens....
Och God in welke ongelukken iemand
toch kan komen Mijne oudere, mijne
oudere 1
Jonkheer, gij hebt niet te dringen in
de gedachten van uw vader baron La
brosse en ge zijt toch de zoon van
Hugona
Wordt voortgezet.