Zondag 5 April 11H>5
5 centiemen per nummer.
56,e Jaar 5793
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND. TAAL, VRIJHEID.
RENTE DER
WEDUWE.
OM ZES MILLIEON
w
De Schoolstrijd
in Frankrijk.
Interpellatie-
Crombez.
Om te onthouden.
De bandieterijend,be°kp',b°°j(™'
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag- van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schryft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE SLUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 4 April xgo3.
De oude middenafdeeling die het ont
werp der Regeering nopens de arbeids
ongevallen heeft onderzocht, heeft er
verscheidene wijzigingen aan voorgesteld
De eene hebben het onderwerp volledigd
en dragen onze goedkeuring weg andere
kunnen wij niet billijken, namelijk de
verandering gebracht aan de rechten van
den overlevenden echtgenoot.
Ziehier den woordluid dier verandering.
u Art. 4BIS. De rente der weduwe
houdt op door het feit van een nieuw
huwelijk in dit geval, worden aan de
weduwe, als geheele vergoeding, de
renten van twee jaren betaald.
De weduwe die hertrouwt, verliest dus
haar pensioen en krijgt slechts een aal
moes van zeker bedrag.
Die schikking is nieuw. Zij kwam in
het ontwerp Nyssens 1898 en in dat van
Surmont 1901, niet voor. Er was dus
geen enkelen tekst van de wet om aan
eene weduwe haar pensioen, welke zij
als stadsvergoeding voor het verlies
van haren broodwinner had bekomen,
te onttrekken. Zij zou het dus behouden,
want in zulke zaken mag men doen wat
niet uitdrukkelijk door de wet is verboden.
Is die verandering door oude mid-
densektie aan het ontwerp toegebracht
gelukkig
Alhoewel zij voorkomt in het meeren-
deel der wetgevingen in de vreemde landen
toch keuren wij ze niet goed.
Waarom
Omdat zij rechtstreeks aanleiding
kan geven tot onzedelijke toestanden
of ten minste omdat zij dat gevaar
kan opleveren. Er bestaan hedendaags
veel, te veel zelfs onregelmatige huishou
dens er zijn te veel families zonder
wettelijken of geestelijken band. Wie kan
dat billijken wat zoo formeel door de
zedeleer wordt veroordeeld. En zie wat
gedaan wordt. Door haar huwelijk verliest
de weduwe haar pensioen.
Zij is dus geplaatst van den eenen kant
tusschen hare stoffelijke belangen, hare
rente, en hare neiging en van den anderen
hare plicht, haar voorgehouden door de
H. Kerk endoor de zedeleer. Heeft zij
haar geloof bewaard, heeft zij eenen die
pen en innigen godsdienstzin behouden,
dan zal zij in die overtuiging moed en
sterkte en gelatenheid putten om dat offer
te brengen maar anders.... wat zal zij
doen
O ik vrees, zij zal het getal onregelma
tige huishoudens vermeerderen, die een
ongeluk zijn voor 't land, een oorzaak van
ontstichting en zedenbederf.
46* Vervolg.
Maar wat dan, wat vroeg zij,
verteerd door een zielenangst, die nog
heviger werd door de onveranderlijke
bedaardheid van M.Sorandal.
En dan, ging deze laatste voort,
weet gij wel hoeveel geld ik voor die brie
ven zon kunnen eischen Welke som
zoudt gij wel te mijner beschikking willen
stellen Honderd duizend franks Twee
honderd duizend franks misschien Wie
zegt u dat ik aan die brieven, veronderstel
dat ik die te koop aanbood, niet meerder
weerde zou hechten, wie zegt u dat ik mij
met dien prijs tevreden zou stellen Het
betreft een familiegeheim.
Wat eischt gij dan vroeg zij vol
ontzetting.
Hij zag haar met zijne zwarte oogen
dreigend aan en antwoordde kortaf
lkeigch alles.
Wat... alles vroeg zij. Ik berijp u
niet.
Hij herhaalde
Alles.
Onze geheele fortuin
Ja, maar gij hebt ongelijk te zeggen:
onze fortuin. Het behoort u met toe, gij
hebt er slechts het beheer over.
Maar het behoort
Welnu ziet men niet dat die tekst voor
gesteld door oude middenafdeeling die
pijnlijke toestanden gaat in de hand wer
ken en beguns'igen. Il*-t Al«.--
meen welzijn eiachl rlu«
dot liij verd \vi ji»e inoest
men daarvoor zelfa zeker-
opofferingen doen.
Wij spreken daar van opofferingen; zijn
er offers te brengen
Wij denken het niet.
De rente der weduwe heeft een hoogere
bron dan die welke men haar gewoonlijk
aanwijst. Zij is het gevolg, zegt men,
van eene overeenkomst men kan dus
zekere voorwaarden stellen, voorwaarden
tot het behoud, voorwaarden van verlies.
Die redeneering schijnt dus ver
keerd. De overeenkomst is de basis van
ons wetsontwerp om het bedrag der ver
goedingen vast te stellen en nopens het
verwaarloozen der rechtstreeksche verant
woordelijkheid in bijzondere ongevallen.
Wij stellen de kwestie vrij wat hooger
en om geen tegenspraak uit te lokken, be
palen wij ze tot de ongelukken zonder
gekende oorzaak.
Is het rechtveerdig dat die vergoed
worden Om welke reden
De werkman MOET arbeiden in om
standigheden die hij niet heeft gekozen en
bijzonder niet heeft geschapen. Zijn tot
stand hangt dus af van zijnen wil. En
zou het rechtveerdig zijn dat hij gansch
alleen uitboete de kwade gevolgen van
een to< stand, waaraan hij niets heeft bij-
gi dtag' n waartoe hij metheeftgeholpen?
die hem is opg< drongen Heeft de werk
man het machien ingevoerd dat hem nu
wegmaait zonder dat hij in iets plichting
is
Neen, niet waar, het is rechtveerdig
dat er schadevergoedingen ingevoerd
worden het is rechtveerdig dat hij
een pensioen geniete.
Is de vrouw de erfenares niet van haren
man Is dat pensioen niet een recht
als vergoeding van een ongeluk dat
nooit, ziet ge, meer te herstellen is.
Laat ons toch de twist plaatsen op een
hoogeren trap dan de veronderstelling die
in den man slechts den broodwinner ziet
der vrouw en dat haar verlies door zoo
veel of zooveel kan hersteld worden
Gaan wij verder.
Wie zal van de voordeeien der ver
beurde rente genieten
Heeft men zich eens die vraag gesteld
Is de patroon verzekerd, dan is het
de verzekeringsmaatschappij. Eene arme
weduwe die hertrouwt van den eenen
kant en eene verzekeringsmaatschappij
van den anderen KIEST 1
Gij zult nu niet gelooven dat die maat
schappijen die schikking zullen in aan-
Het behoort aan Gisèle, dat weet
ik, welnu...
Mevr Dorgeur streek met de hand over
haar voorhoofd, als trachtte zij hare ge
dachten te verzamelen daarna liet zij
haren arm moedeloos zinken en stamelde:
Ik weet het niet, ik weet niet wat gij
bedoelt.
Met een glimlach om de lippen hernam
Sorandal
Het is toch zeer eenvoudig. Wat ik
wil is het vermogen, dat aan Gisèle toe
behoort, bij den wil van den erflater. Ik
kan mij niet begrijpen .waarom gij mij zoo
verschrikt aanziet. Om dat doel te bereiken
bestaat er slechts één middel.
Zij zag hem vol schrik aan, nog durfde
zij hem niet begrijpen, hoewel zijne be
doeling nu toch duidelijk was uitgedrukt.
Komaan, zegde hij. Ik zie dat ik
met ronde woorden spreken moet, anders
vrees ik dat wij nooit aan een einde zullen
komen.
Hij stond op, schoof zijnen zetel met
den voet terug en zegde langzaam en met
nadruk
Lieve nicht, ik heb de eer u om de
hand te vragen van uwe dochter, Gisèle.
VII
Het Huwelijksaanzoek.
Mev. Dorgeur deinsde in haren zetel
terug.
merking nemen om hunne premies te
verlagen. Gij zoudt mis zijn.
Is de patroon zijn eigen verzekeraar
gebleven dan strijkt hij de voordeeien op.
Wij zouden 11 denzelfden keus kunnen
laten doen wij willen echter niet maar
vragen u of het zoo billijk is dat de baas
de voordeeien geniet van een daad waar
toe hij niets heeft bijgedragen
Wij dringen hier niet op aan, omdat wij
op die laatste beweegredenen niet steu
nen willen. Wij hebben alleen willen be
wijzen dat wij hier met eene kwestie te
doen hebben, waar het er op aankomtzich
een standpunt te iuezen en waar de
beslissing grootelijks afhangt van de
stroomingen der gedachten, van den aard
der heerschende strekkingen en der in
drukken en gevoelens. Daardoor wilden
wij betoonen dat het woord offers
waarvan wij hooger spraken niemand
moest afschrikken, vermits het afhangt
van een standpunt, of er offers zijn of niet.
De kwestie van recht ter zij gelaten,
bestaan er redens genoeg om het pensioen
der weduwe te behouden.
Het ministerie Combes heeft op het
bureel der Kamer eenwetsvoorstel neerge -
legd, wet, welke aan de gemeenten, zelfs
in geval van weigering door den gemeen
teraad, de uitgave voor de nieuwe
officteele scholen oplegt.
In het verslag, namens de begrootings-
commissie opgemaakt, worden de uitgave
opgegeven, die het sluiten der vrije scho
len zal verwekken.
Voorde jongens moet de Staat voorzien
in de behoeften der 144,200 scholieren uit
de i5i2 gesloten congreganistische scho
len en zal men 336 nieuwe scholen moeten
bouwen en 1519 onderwijzers benoemen.
Voor den bouw zullen de onkosten fr.
i3,5oo.ooo en voor de onderwijzersjaar-
wedden 2,3oo,ooo fr. bedragen.
Voor de meisjesscholen moet gezorgd
worden voor 583,400 leerlingen uit 9328
scholen, en de uitgaven zullen zijn 47
millioen voor scholenbouw, 7 1/2 millioen
voor jaarwedden van onderwijzeressen.
Het verjagen der onderwijzende kloos
terorden zal, voor personeel alleen, de
Staatsbegrooting met 10 millioen doen
toenemen en in den bouw der scholen,
totaal 60 millioen, aan de gmeenten opge
legd, komt de Staat voor 26 millioen tus
schen.
Al de scholen moeten voor 1904 ge
bouwd en de onderwijzers benoemd zijn
de begrooting voor toekomend jaar zal
met eene uitgave van 40 millioen zijn
verzwaard en M. Rouvier heeft in den
Senaat verklaard, dat nieuwe lasten
zullen noodig zijn om het evenwicht te
brengen in de bugrooting.
Dat is echter de minste bekommernis
van de papenvreters en onder dit oog
punt zijn ze overal hetzelfde.
Nu bespreekt men in de Fransche
Kamer het voorstel tot likwideering van
de geestelijke goederen. Dit zijn we reeds
vooruit, zegt het Handelsblad, dat de
jacobijnen niet meer durven rooven en
stelen gelijk de bandietenbende van over
een goede honderd jaar
Ik begrijp u niet, mompelde zij.
Wat hernam Sorandal, begrijpt gij
dan nog niet dat ik om de eer verzoek
uwen schoonzoon te worden M. de baron
d'Amfreville, mijn betreurde oom, heeft
eene grove onrechtveerdigheid begaan
door zijn geheel vermogen aan uwe
dochter te vermaken. O mijnheer uw
echtgenoot is volkomen dezelfde meening
toegedaan. Welnu, het huwelijk dat ik u
voorsla, herstelt deze onrechtveerdigheid,
wischt haar geheel uit en stelt alle partijen
tevrtden.
Mev. Dorgeur verborg het gelaat in de
handen.
O 1 daar kunt gij niet aan denken,
zegde zij.
Integendeel, ik denk er zeer ernstig
aan.
Gij, de echtgenoot van Gisèle
Waarom ik niet evengoed als een
ander
Vergeet gij dan dat het ongelukkig
kind zoo goed als zinneloos is
Och, ztgde Sorandal onverschillig,
men beklaagt zich zoo dikwijls over vrou
wen, die al te verstandig zijn.
Inderdaad, het kost mij moeite te
gelooven, dat gij in vollen ernst spreekt.
En toch is het denkbeeld aan eene
scherts zelfs verre van mij.
Och kom, dat huwelijk is eene on
mogelijkheid, dat weet gij ook wel. Men
trouwt niet met eene onnoozele, dat ver
biedt de wet.
Het Beleisch Comiteit ter verdedi
ging der Zuid-Afrikaansche Boeren
verzoekt dringend de gemeentebesturen,
maatschappijen, schoolhoofden en alle
personen die de inteekenlijsten nog niet
teruggestuurd hebben welke hun onder
dagteekening van 3o October 1.1., ten be
hoeve der ongelukkige slachtoffers van
den Transvaalschen oorlog toegezonden
werden, die lijsten met het bedrag der
inschrijvingen uiterlijk den 3o April
e. k. te laten geworden aan het Comiteit,
Sinte-Kathelijnestraat, 28, te Brussel.
Het Comiteit dankt tevens allen die
hunnen penning zullen gestort hebben
ter leniging der onverdiende ellende van
de zoo dappere Boeren.
Redevoering van
MWoeste.
M. Woeste. Hevige aanrandingen
werden hier legen de geestelijken gericht,
zonder dat men ons het doel der inter
pellatie deed kennen.
Wat wil M. Crombez Wil hij de
kloosterlingen verjagen Neen, zegt men
links maar wat dan
De linkerzij zegt
0 Wij zijn de zonen der revolutie van
1789.
Maar deze revolutie heeft de vrijheid
van vereeniging, van onderwijs en van
godsdienst afgeschaft.
Wij, daarentegen, zijn de zonen van
i83o. (Zeer wel rechts.)
Er zijn in alle landen vervolgingen ge
weest, onder andere de Kulturkampf in
Duitschland. Maar de tijd heeft recht ge
daan over alle vervolgers.
De kloosterorden zijn eene weldaad
voor de menschheid. Aldus getuigen het
Augustin Thiery en Macauley, en ik ver
kies hunne getuigenis boven die van
Crombez. (Gelach).
De kloosterlingen verzorgen het volks
onderwijs. De Broeders der christen scho
len (geroep, links) hebben in Frankrijk
35o,ooo leerlingen. (Gerucht, links). Wij
hebben het recht, onze kinders toe te ver
trouwen aan wie wij verkiezen.
De kloosterlingen beoefenen de naas
tenliefde tot leniging van het menschelijk
lijden.
Sorandal haalde minachtend de schou
ders op.
Dat bezwaar is slechts van onder
geschikten aard, zegde hij, het kan zonder
moeite uit den weg geruimd worden en
wij behoeven het er ons nu nog niet moei
lijk over te maken. Denkt gij dat de maire
van Pierreflte, die weerdige M. Lordon-
neau, nu hij op het kasteel zulk eene uit
muntende tafel vindt, u eene gunst, welke
ook, zou durven weigeren Het eenige
waar wij ons mee bezig moeten houden,
is de toestemming van uwen echtgenoot
te verkrijgen.
Die zal hij nooit geven.
Oho
Nooit.
Dat zal nog te bezien staan, hernam
Sorandal, het hangt geheel ai van de
wijze waarop gij hem die toestemming
vraagt.
Mev. Dorgeur schoof verschrikt haren
stoel terug.
Ik?
Ja, ik weet zeker, dat met een weinig
overleg...
Denkt gij dat ik met M. Dorgeur
over iets zoo afschuwelijk zou durven
spreken.
Zeker, ik reken daarvoor vast op u,
lieve nicht.
Bevend van toorn en verontweerdiging
riep Mevrouw Dorgeur uit
- Komaan, mijnheer, gij zijt krank
zinnig.
Citoyen Terwagne. Zij buiten de
naastenliefde uit.
M. Woeste. Breng daar bewijzen
van, of anders hebben uwe woorden geen
zin.
De kloosters ontvangen de gekrenkti
zielen, bidden voor degenen die het niet
doen. Indien de kloosterorden in Europa
moesten afgeschaft worden, het zou eene
ramp zijn voor de natiën.
Spreker looft de Salesianen, die de
verlaten kinderen opnemen. Het is be
treurenswaardig dat zulk werk in de
Fransche Kamer werd aangevallen. Men
heeft ook de Assomptionnisten aangeval
len, omdat zij gebruik maken van woord
en drukpers altijd gaat het zoo als de
catholieke de moderne hulpmiddels ter
hand nemen overlaadt men hen met belee-
digingen.
M. Crombez heeft ook de jesuieten
aangevallen, die bewonderenswaardige
opleiders der jeugd.
Citoyen Furnémont. In de Fransche
Kamer heeft niemand hen durven verde
digen.
M. Woeste. Ik zou mij schamen,
na het verlaten der Kamer de hand te
drukken aan een jesuiet, wanneer ik hen
hier niet hadde verdedigd als zij belas
terd werden. (Zeer wel, rechts.)
Citoyen Furnémont. En toch be
weert gij dat gij geene confessionneele
partij zijt
M. Woeste. Neen gij hebt gelijk
het te zeggen wij zijn eene grondwette
lijke partij. (Tegenspraak, links). Gij zijt
eene ongrondwettelijke partij, want gij
wilt ons het geloof uit de ziel rukken
wij zullen u bestrijden, om zulks te ver
hinderen. (Toejuichingen, rechts.)
Men heeft van 't fortuin der klooster
lingen gesproken. Zij bezitten inderdaad
rijke boekerijen om zich op de hoogte der
wetenschappelijke vorderingen te houden
en de wetenschap te verspreiden. Zij be
zitten schoone gasthuizen, om de arme
zieken des te beter te kunnen verzorgen.
Zij bezitten groote toevluchtsoorden, om
des te meer noodlijdenden te kunnen op
nemen, (Tobjuichingbn, rechts.)
Men heeft van de doode hand gespro
ken, maar het Verbrekingshof heeft be
slist dat zij bij de kloosters niet bestaat en
de kloosterlingen persoonlijk eigenaar
zijn en niet in maatschappij.
M. Hymans. Zoo er geen bedrog
in rechte is, er is er in feite.
M. Woeste. Dat is gansch onnauw
keurig en gij kunt het niet bewijzen.
De redenaar leest eene pauselijke for-
muul die begint met de woorden Wij
Leo XIII, Paus door de gratie Gods....
(Hoongelach, links). Dat gelach is van
de uiterste onwelvoeglijkheid, daar het
eene zoo groote macht betreft als het Paus
dom en een bewonderenswaardigen Grijs
aard, wien alle natiën hulde bieden.
(Toejuichingen, rechts.)
Citoyen Vandervelde, verontschuldi
gend. Wij lachen, omdat gij van de
Neen, antwoordde Sorandal op be
slisten toon, ik ben bij mijn volle verstand,
maar laat ons liever op kalmen toon spre
ken Waarom noemt gij mijn voorstel
afschuwelijk.
Zij mompelde nog op doffen toon
Mijne dochter aan u ten offer
brengen.
Ik begrijp niet, wat gij bedoelt,
zegde hij, terwijl hij langzaam zijnzwaren
zwarten knevel opstreek. Welke toekomst
hadt gij dan voor uwe dochter gedroomd
Hebt gij er nooit eens aan gedacht dat,
wanneer M. Dorgeur en gij er niet meer
zijn zullen, hare millioenen toch niet zul
len beletten, dat zij in een gesticht wordt
opgesloten, waar het haar aan alle zorgen,
waarmee zij nu wordt omringd, zal ont
breken. Moet zij geen beschermer hebben,
om dan uwe plaats bij haar te bekleeden
En wie zou beter die beschermer kunnen
zijn dan een echtgenoot
Een echtgenoot
Ik bied mij aan om haar een vriend
te zijn, een trouwe en oprechte vriend,
een tweede vader. Welke andere gedachte
zou ik kunnen hebben Zie mij eens goed
aan. Den leeftijd der hartstochten, de
zucht naar vermaak, ben ik voorbij en in
de eerBte helft van mijn leven heb ik zoo
veel wederweerdigheden gehad, dat ik op
dit oogenblikslechts verlang naar rust....
Mev. Dorgeur viel hem op bitsen toon
in de rede
Hetgeen gij verlangt, is het vermo-
Kamer een leergang van kanon iek recht
wilt maken
M. Woeste toont dat de beschuldiging
van doode hand allen grond mist.
Eene langdurige bespreking, met vele
onderbrekingen afgesneden, grijpt plaats
tusschen MM. Woeste, Neujean, Hy
mans en Vandervelde.
M. Woest# besluit dat de ondervra-
ging-Crombez geen besluit heeft en ons
slechts leert dat, indien do omstandighe
den hun gunstig werden, onze tegenstre
vers niet zouden aarzelen de kloosterlin
gen uit te drijven.
Daartegenover willen wij het behoud
der vrijheid en van den godsdienst.
(Langdurige toejuiching, rechts.)
La Chronique is een aartsliberaal blad
van Brussel. In zijn nummer van 28
Maart igo3 jl., valt die gazette het Catho-
liek Ministerie aan omdat de regeering
geen hoogere rechten legt op den gene-
ver, dan deze die er nu zijn. Hoort hoe
de Chronique schrijft
a De Peuple, socialistisch blad, ver-
wijt aan de regeering van de lasten op
den alkooi door de werklieden te doen
betalen zij doet ze betalen door
degenen die ze drinken en dat is
redelijk. De geneverdrinkers zijn de
meesters van den financiëelen toestand.
Dat zij ophouden van zich zat (te drin-
n ken en de regeering zal elders dan in
het vergift de middels moeten zoeken
om een zoo gezegd tekort te dekken.
De regeering zou zulkdanig hooge
i) lasten op den alkool moeten leggen
dat het volk in de onmogelijkheid
zou zijn zich er meé te vergeven.
't Is jaren dat wij het zeggen en wij
betreuren dat men het niet doet.
Dat kan men in de Chronique lezen.
gansch 't land door bestatigd worden,
vinden, volgens de liberalen, hunne oor
zaak in de twintigjarige overheersching
der Catholieken en ook omdat de catho
lieke zedeleer den mensch verdierlijkt.
Wij integendeel, en wij denken in de
waarheid te zijn, schrijven het toe aan de
verspreiding der liberale leerstelsels en
de gedurige predicatiën der socialisten die
den dorst naar aardsche goederen aanvu
ren en luid uitroepen dat eigendom
diefstal is. Ook de hedendaagsche ban
dieten zijn in overgroote meerderheid
kweekelingen der Scholen zonder God
ons door de liberalen van 1879 lot 1 884
opgedrongen.
Ziedaar de oorzaak der heerschende
bandieterij I
gen van Gisèle, de erfenis van den baron
d'Amfreville.
- Zeker, antwoordde Sorandal open
hartig. Och, waarom zouden wij geen
open kaarten spelen Ik geloof wel dat
ik tegenover u zoo rondborstig ben ge
weest. Ik heb slechts één middel tot mijne
beschikking om het testament dat mij
onterft te vernietigen. Gisèle te huwen. Ik
ben besloten dat middel aan te wenden.
Moet ik u nog belooven, dat ik voor het
arme, onnoozele meisje allen eerbied zal
hebben, waarop zij aanspraak heeft Zij
zal slechts in naam mijne vrouw zijn, dat
spreekt van zelf. Ik zal over haar waken
en zij zal zoo gelukkig leven als zij maar
leven kan, dat zweer ik u.
Mev. Dorgeur had hem zwijgend, met
gefronste wenkbrauwen aangehoord, maar
nu sprong zij eensklaps op en riep vol
verontweerdiging uit
Maar wat zijt gij dan toch voor een
man, om mij in koelen bloede eenen der-
gelijken koop voor te stellen
Zijn gelaat nam eene dretgende uit
drukking aan, zijne lippen trilden, maar
hij zegde niets.
Mev. Dorgeur richtte zich in hare volle
lengte op, hare oogen fonkelden van ont
zetting.
Mijn God, mijn God 1 riep zij uit.
Is het dan waar dat gij tot zoo iets in
staat zijt
Wordt voortgezet;