Zondag 5 April 11H>5 5 centiemen per nummer. 56,e Jaar 5793 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND. TAAL, VRIJHEID. RENTE DER WEDUWE. OM ZES MILLIEON w De Schoolstrijd in Frankrijk. Interpellatie- Crombez. Om te onthouden. De bandieterijend,be°kp',b°°j(™' DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag- van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schryft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE SLUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 4 April xgo3. De oude middenafdeeling die het ont werp der Regeering nopens de arbeids ongevallen heeft onderzocht, heeft er verscheidene wijzigingen aan voorgesteld De eene hebben het onderwerp volledigd en dragen onze goedkeuring weg andere kunnen wij niet billijken, namelijk de verandering gebracht aan de rechten van den overlevenden echtgenoot. Ziehier den woordluid dier verandering. u Art. 4BIS. De rente der weduwe houdt op door het feit van een nieuw huwelijk in dit geval, worden aan de weduwe, als geheele vergoeding, de renten van twee jaren betaald. De weduwe die hertrouwt, verliest dus haar pensioen en krijgt slechts een aal moes van zeker bedrag. Die schikking is nieuw. Zij kwam in het ontwerp Nyssens 1898 en in dat van Surmont 1901, niet voor. Er was dus geen enkelen tekst van de wet om aan eene weduwe haar pensioen, welke zij als stadsvergoeding voor het verlies van haren broodwinner had bekomen, te onttrekken. Zij zou het dus behouden, want in zulke zaken mag men doen wat niet uitdrukkelijk door de wet is verboden. Is die verandering door oude mid- densektie aan het ontwerp toegebracht gelukkig Alhoewel zij voorkomt in het meeren- deel der wetgevingen in de vreemde landen toch keuren wij ze niet goed. Waarom Omdat zij rechtstreeks aanleiding kan geven tot onzedelijke toestanden of ten minste omdat zij dat gevaar kan opleveren. Er bestaan hedendaags veel, te veel zelfs onregelmatige huishou dens er zijn te veel families zonder wettelijken of geestelijken band. Wie kan dat billijken wat zoo formeel door de zedeleer wordt veroordeeld. En zie wat gedaan wordt. Door haar huwelijk verliest de weduwe haar pensioen. Zij is dus geplaatst van den eenen kant tusschen hare stoffelijke belangen, hare rente, en hare neiging en van den anderen hare plicht, haar voorgehouden door de H. Kerk endoor de zedeleer. Heeft zij haar geloof bewaard, heeft zij eenen die pen en innigen godsdienstzin behouden, dan zal zij in die overtuiging moed en sterkte en gelatenheid putten om dat offer te brengen maar anders.... wat zal zij doen O ik vrees, zij zal het getal onregelma tige huishoudens vermeerderen, die een ongeluk zijn voor 't land, een oorzaak van ontstichting en zedenbederf. 46* Vervolg. Maar wat dan, wat vroeg zij, verteerd door een zielenangst, die nog heviger werd door de onveranderlijke bedaardheid van M.Sorandal. En dan, ging deze laatste voort, weet gij wel hoeveel geld ik voor die brie ven zon kunnen eischen Welke som zoudt gij wel te mijner beschikking willen stellen Honderd duizend franks Twee honderd duizend franks misschien Wie zegt u dat ik aan die brieven, veronderstel dat ik die te koop aanbood, niet meerder weerde zou hechten, wie zegt u dat ik mij met dien prijs tevreden zou stellen Het betreft een familiegeheim. Wat eischt gij dan vroeg zij vol ontzetting. Hij zag haar met zijne zwarte oogen dreigend aan en antwoordde kortaf lkeigch alles. Wat... alles vroeg zij. Ik berijp u niet. Hij herhaalde Alles. Onze geheele fortuin Ja, maar gij hebt ongelijk te zeggen: onze fortuin. Het behoort u met toe, gij hebt er slechts het beheer over. Maar het behoort Welnu ziet men niet dat die tekst voor gesteld door oude middenafdeeling die pijnlijke toestanden gaat in de hand wer ken en beguns'igen. Il*-t Al«.-- meen welzijn eiachl rlu« dot liij verd \vi ji»e inoest men daarvoor zelfa zeker- opofferingen doen. Wij spreken daar van opofferingen; zijn er offers te brengen Wij denken het niet. De rente der weduwe heeft een hoogere bron dan die welke men haar gewoonlijk aanwijst. Zij is het gevolg, zegt men, van eene overeenkomst men kan dus zekere voorwaarden stellen, voorwaarden tot het behoud, voorwaarden van verlies. Die redeneering schijnt dus ver keerd. De overeenkomst is de basis van ons wetsontwerp om het bedrag der ver goedingen vast te stellen en nopens het verwaarloozen der rechtstreeksche verant woordelijkheid in bijzondere ongevallen. Wij stellen de kwestie vrij wat hooger en om geen tegenspraak uit te lokken, be palen wij ze tot de ongelukken zonder gekende oorzaak. Is het rechtveerdig dat die vergoed worden Om welke reden De werkman MOET arbeiden in om standigheden die hij niet heeft gekozen en bijzonder niet heeft geschapen. Zijn tot stand hangt dus af van zijnen wil. En zou het rechtveerdig zijn dat hij gansch alleen uitboete de kwade gevolgen van een to< stand, waaraan hij niets heeft bij- gi dtag' n waartoe hij metheeftgeholpen? die hem is opg< drongen Heeft de werk man het machien ingevoerd dat hem nu wegmaait zonder dat hij in iets plichting is Neen, niet waar, het is rechtveerdig dat er schadevergoedingen ingevoerd worden het is rechtveerdig dat hij een pensioen geniete. Is de vrouw de erfenares niet van haren man Is dat pensioen niet een recht als vergoeding van een ongeluk dat nooit, ziet ge, meer te herstellen is. Laat ons toch de twist plaatsen op een hoogeren trap dan de veronderstelling die in den man slechts den broodwinner ziet der vrouw en dat haar verlies door zoo veel of zooveel kan hersteld worden Gaan wij verder. Wie zal van de voordeeien der ver beurde rente genieten Heeft men zich eens die vraag gesteld Is de patroon verzekerd, dan is het de verzekeringsmaatschappij. Eene arme weduwe die hertrouwt van den eenen kant en eene verzekeringsmaatschappij van den anderen KIEST 1 Gij zult nu niet gelooven dat die maat schappijen die schikking zullen in aan- Het behoort aan Gisèle, dat weet ik, welnu... Mevr Dorgeur streek met de hand over haar voorhoofd, als trachtte zij hare ge dachten te verzamelen daarna liet zij haren arm moedeloos zinken en stamelde: Ik weet het niet, ik weet niet wat gij bedoelt. Met een glimlach om de lippen hernam Sorandal Het is toch zeer eenvoudig. Wat ik wil is het vermogen, dat aan Gisèle toe behoort, bij den wil van den erflater. Ik kan mij niet begrijpen .waarom gij mij zoo verschrikt aanziet. Om dat doel te bereiken bestaat er slechts één middel. Zij zag hem vol schrik aan, nog durfde zij hem niet begrijpen, hoewel zijne be doeling nu toch duidelijk was uitgedrukt. Komaan, zegde hij. Ik zie dat ik met ronde woorden spreken moet, anders vrees ik dat wij nooit aan een einde zullen komen. Hij stond op, schoof zijnen zetel met den voet terug en zegde langzaam en met nadruk Lieve nicht, ik heb de eer u om de hand te vragen van uwe dochter, Gisèle. VII Het Huwelijksaanzoek. Mev. Dorgeur deinsde in haren zetel terug. merking nemen om hunne premies te verlagen. Gij zoudt mis zijn. Is de patroon zijn eigen verzekeraar gebleven dan strijkt hij de voordeeien op. Wij zouden 11 denzelfden keus kunnen laten doen wij willen echter niet maar vragen u of het zoo billijk is dat de baas de voordeeien geniet van een daad waar toe hij niets heeft bijgedragen Wij dringen hier niet op aan, omdat wij op die laatste beweegredenen niet steu nen willen. Wij hebben alleen willen be wijzen dat wij hier met eene kwestie te doen hebben, waar het er op aankomtzich een standpunt te iuezen en waar de beslissing grootelijks afhangt van de stroomingen der gedachten, van den aard der heerschende strekkingen en der in drukken en gevoelens. Daardoor wilden wij betoonen dat het woord offers waarvan wij hooger spraken niemand moest afschrikken, vermits het afhangt van een standpunt, of er offers zijn of niet. De kwestie van recht ter zij gelaten, bestaan er redens genoeg om het pensioen der weduwe te behouden. Het ministerie Combes heeft op het bureel der Kamer eenwetsvoorstel neerge - legd, wet, welke aan de gemeenten, zelfs in geval van weigering door den gemeen teraad, de uitgave voor de nieuwe officteele scholen oplegt. In het verslag, namens de begrootings- commissie opgemaakt, worden de uitgave opgegeven, die het sluiten der vrije scho len zal verwekken. Voorde jongens moet de Staat voorzien in de behoeften der 144,200 scholieren uit de i5i2 gesloten congreganistische scho len en zal men 336 nieuwe scholen moeten bouwen en 1519 onderwijzers benoemen. Voor den bouw zullen de onkosten fr. i3,5oo.ooo en voor de onderwijzersjaar- wedden 2,3oo,ooo fr. bedragen. Voor de meisjesscholen moet gezorgd worden voor 583,400 leerlingen uit 9328 scholen, en de uitgaven zullen zijn 47 millioen voor scholenbouw, 7 1/2 millioen voor jaarwedden van onderwijzeressen. Het verjagen der onderwijzende kloos terorden zal, voor personeel alleen, de Staatsbegrooting met 10 millioen doen toenemen en in den bouw der scholen, totaal 60 millioen, aan de gmeenten opge legd, komt de Staat voor 26 millioen tus schen. Al de scholen moeten voor 1904 ge bouwd en de onderwijzers benoemd zijn de begrooting voor toekomend jaar zal met eene uitgave van 40 millioen zijn verzwaard en M. Rouvier heeft in den Senaat verklaard, dat nieuwe lasten zullen noodig zijn om het evenwicht te brengen in de bugrooting. Dat is echter de minste bekommernis van de papenvreters en onder dit oog punt zijn ze overal hetzelfde. Nu bespreekt men in de Fransche Kamer het voorstel tot likwideering van de geestelijke goederen. Dit zijn we reeds vooruit, zegt het Handelsblad, dat de jacobijnen niet meer durven rooven en stelen gelijk de bandietenbende van over een goede honderd jaar Ik begrijp u niet, mompelde zij. Wat hernam Sorandal, begrijpt gij dan nog niet dat ik om de eer verzoek uwen schoonzoon te worden M. de baron d'Amfreville, mijn betreurde oom, heeft eene grove onrechtveerdigheid begaan door zijn geheel vermogen aan uwe dochter te vermaken. O mijnheer uw echtgenoot is volkomen dezelfde meening toegedaan. Welnu, het huwelijk dat ik u voorsla, herstelt deze onrechtveerdigheid, wischt haar geheel uit en stelt alle partijen tevrtden. Mev. Dorgeur verborg het gelaat in de handen. O 1 daar kunt gij niet aan denken, zegde zij. Integendeel, ik denk er zeer ernstig aan. Gij, de echtgenoot van Gisèle Waarom ik niet evengoed als een ander Vergeet gij dan dat het ongelukkig kind zoo goed als zinneloos is Och, ztgde Sorandal onverschillig, men beklaagt zich zoo dikwijls over vrou wen, die al te verstandig zijn. Inderdaad, het kost mij moeite te gelooven, dat gij in vollen ernst spreekt. En toch is het denkbeeld aan eene scherts zelfs verre van mij. Och kom, dat huwelijk is eene on mogelijkheid, dat weet gij ook wel. Men trouwt niet met eene onnoozele, dat ver biedt de wet. Het Beleisch Comiteit ter verdedi ging der Zuid-Afrikaansche Boeren verzoekt dringend de gemeentebesturen, maatschappijen, schoolhoofden en alle personen die de inteekenlijsten nog niet teruggestuurd hebben welke hun onder dagteekening van 3o October 1.1., ten be hoeve der ongelukkige slachtoffers van den Transvaalschen oorlog toegezonden werden, die lijsten met het bedrag der inschrijvingen uiterlijk den 3o April e. k. te laten geworden aan het Comiteit, Sinte-Kathelijnestraat, 28, te Brussel. Het Comiteit dankt tevens allen die hunnen penning zullen gestort hebben ter leniging der onverdiende ellende van de zoo dappere Boeren. Redevoering van MWoeste. M. Woeste. Hevige aanrandingen werden hier legen de geestelijken gericht, zonder dat men ons het doel der inter pellatie deed kennen. Wat wil M. Crombez Wil hij de kloosterlingen verjagen Neen, zegt men links maar wat dan De linkerzij zegt 0 Wij zijn de zonen der revolutie van 1789. Maar deze revolutie heeft de vrijheid van vereeniging, van onderwijs en van godsdienst afgeschaft. Wij, daarentegen, zijn de zonen van i83o. (Zeer wel rechts.) Er zijn in alle landen vervolgingen ge weest, onder andere de Kulturkampf in Duitschland. Maar de tijd heeft recht ge daan over alle vervolgers. De kloosterorden zijn eene weldaad voor de menschheid. Aldus getuigen het Augustin Thiery en Macauley, en ik ver kies hunne getuigenis boven die van Crombez. (Gelach). De kloosterlingen verzorgen het volks onderwijs. De Broeders der christen scho len (geroep, links) hebben in Frankrijk 35o,ooo leerlingen. (Gerucht, links). Wij hebben het recht, onze kinders toe te ver trouwen aan wie wij verkiezen. De kloosterlingen beoefenen de naas tenliefde tot leniging van het menschelijk lijden. Sorandal haalde minachtend de schou ders op. Dat bezwaar is slechts van onder geschikten aard, zegde hij, het kan zonder moeite uit den weg geruimd worden en wij behoeven het er ons nu nog niet moei lijk over te maken. Denkt gij dat de maire van Pierreflte, die weerdige M. Lordon- neau, nu hij op het kasteel zulk eene uit muntende tafel vindt, u eene gunst, welke ook, zou durven weigeren Het eenige waar wij ons mee bezig moeten houden, is de toestemming van uwen echtgenoot te verkrijgen. Die zal hij nooit geven. Oho Nooit. Dat zal nog te bezien staan, hernam Sorandal, het hangt geheel ai van de wijze waarop gij hem die toestemming vraagt. Mev. Dorgeur schoof verschrikt haren stoel terug. Ik? Ja, ik weet zeker, dat met een weinig overleg... Denkt gij dat ik met M. Dorgeur over iets zoo afschuwelijk zou durven spreken. Zeker, ik reken daarvoor vast op u, lieve nicht. Bevend van toorn en verontweerdiging riep Mevrouw Dorgeur uit - Komaan, mijnheer, gij zijt krank zinnig. Citoyen Terwagne. Zij buiten de naastenliefde uit. M. Woeste. Breng daar bewijzen van, of anders hebben uwe woorden geen zin. De kloosters ontvangen de gekrenkti zielen, bidden voor degenen die het niet doen. Indien de kloosterorden in Europa moesten afgeschaft worden, het zou eene ramp zijn voor de natiën. Spreker looft de Salesianen, die de verlaten kinderen opnemen. Het is be treurenswaardig dat zulk werk in de Fransche Kamer werd aangevallen. Men heeft ook de Assomptionnisten aangeval len, omdat zij gebruik maken van woord en drukpers altijd gaat het zoo als de catholieke de moderne hulpmiddels ter hand nemen overlaadt men hen met belee- digingen. M. Crombez heeft ook de jesuieten aangevallen, die bewonderenswaardige opleiders der jeugd. Citoyen Furnémont. In de Fransche Kamer heeft niemand hen durven verde digen. M. Woeste. Ik zou mij schamen, na het verlaten der Kamer de hand te drukken aan een jesuiet, wanneer ik hen hier niet hadde verdedigd als zij belas terd werden. (Zeer wel, rechts.) Citoyen Furnémont. En toch be weert gij dat gij geene confessionneele partij zijt M. Woeste. Neen gij hebt gelijk het te zeggen wij zijn eene grondwette lijke partij. (Tegenspraak, links). Gij zijt eene ongrondwettelijke partij, want gij wilt ons het geloof uit de ziel rukken wij zullen u bestrijden, om zulks te ver hinderen. (Toejuichingen, rechts.) Men heeft van 't fortuin der klooster lingen gesproken. Zij bezitten inderdaad rijke boekerijen om zich op de hoogte der wetenschappelijke vorderingen te houden en de wetenschap te verspreiden. Zij be zitten schoone gasthuizen, om de arme zieken des te beter te kunnen verzorgen. Zij bezitten groote toevluchtsoorden, om des te meer noodlijdenden te kunnen op nemen, (Tobjuichingbn, rechts.) Men heeft van de doode hand gespro ken, maar het Verbrekingshof heeft be slist dat zij bij de kloosters niet bestaat en de kloosterlingen persoonlijk eigenaar zijn en niet in maatschappij. M. Hymans. Zoo er geen bedrog in rechte is, er is er in feite. M. Woeste. Dat is gansch onnauw keurig en gij kunt het niet bewijzen. De redenaar leest eene pauselijke for- muul die begint met de woorden Wij Leo XIII, Paus door de gratie Gods.... (Hoongelach, links). Dat gelach is van de uiterste onwelvoeglijkheid, daar het eene zoo groote macht betreft als het Paus dom en een bewonderenswaardigen Grijs aard, wien alle natiën hulde bieden. (Toejuichingen, rechts.) Citoyen Vandervelde, verontschuldi gend. Wij lachen, omdat gij van de Neen, antwoordde Sorandal op be slisten toon, ik ben bij mijn volle verstand, maar laat ons liever op kalmen toon spre ken Waarom noemt gij mijn voorstel afschuwelijk. Zij mompelde nog op doffen toon Mijne dochter aan u ten offer brengen. Ik begrijp niet, wat gij bedoelt, zegde hij, terwijl hij langzaam zijnzwaren zwarten knevel opstreek. Welke toekomst hadt gij dan voor uwe dochter gedroomd Hebt gij er nooit eens aan gedacht dat, wanneer M. Dorgeur en gij er niet meer zijn zullen, hare millioenen toch niet zul len beletten, dat zij in een gesticht wordt opgesloten, waar het haar aan alle zorgen, waarmee zij nu wordt omringd, zal ont breken. Moet zij geen beschermer hebben, om dan uwe plaats bij haar te bekleeden En wie zou beter die beschermer kunnen zijn dan een echtgenoot Een echtgenoot Ik bied mij aan om haar een vriend te zijn, een trouwe en oprechte vriend, een tweede vader. Welke andere gedachte zou ik kunnen hebben Zie mij eens goed aan. Den leeftijd der hartstochten, de zucht naar vermaak, ben ik voorbij en in de eerBte helft van mijn leven heb ik zoo veel wederweerdigheden gehad, dat ik op dit oogenblikslechts verlang naar rust.... Mev. Dorgeur viel hem op bitsen toon in de rede Hetgeen gij verlangt, is het vermo- Kamer een leergang van kanon iek recht wilt maken M. Woeste toont dat de beschuldiging van doode hand allen grond mist. Eene langdurige bespreking, met vele onderbrekingen afgesneden, grijpt plaats tusschen MM. Woeste, Neujean, Hy mans en Vandervelde. M. Woest# besluit dat de ondervra- ging-Crombez geen besluit heeft en ons slechts leert dat, indien do omstandighe den hun gunstig werden, onze tegenstre vers niet zouden aarzelen de kloosterlin gen uit te drijven. Daartegenover willen wij het behoud der vrijheid en van den godsdienst. (Langdurige toejuiching, rechts.) La Chronique is een aartsliberaal blad van Brussel. In zijn nummer van 28 Maart igo3 jl., valt die gazette het Catho- liek Ministerie aan omdat de regeering geen hoogere rechten legt op den gene- ver, dan deze die er nu zijn. Hoort hoe de Chronique schrijft a De Peuple, socialistisch blad, ver- wijt aan de regeering van de lasten op den alkooi door de werklieden te doen betalen zij doet ze betalen door degenen die ze drinken en dat is redelijk. De geneverdrinkers zijn de meesters van den financiëelen toestand. Dat zij ophouden van zich zat (te drin- n ken en de regeering zal elders dan in het vergift de middels moeten zoeken om een zoo gezegd tekort te dekken. De regeering zou zulkdanig hooge i) lasten op den alkool moeten leggen dat het volk in de onmogelijkheid zou zijn zich er meé te vergeven. 't Is jaren dat wij het zeggen en wij betreuren dat men het niet doet. Dat kan men in de Chronique lezen. gansch 't land door bestatigd worden, vinden, volgens de liberalen, hunne oor zaak in de twintigjarige overheersching der Catholieken en ook omdat de catho lieke zedeleer den mensch verdierlijkt. Wij integendeel, en wij denken in de waarheid te zijn, schrijven het toe aan de verspreiding der liberale leerstelsels en de gedurige predicatiën der socialisten die den dorst naar aardsche goederen aanvu ren en luid uitroepen dat eigendom diefstal is. Ook de hedendaagsche ban dieten zijn in overgroote meerderheid kweekelingen der Scholen zonder God ons door de liberalen van 1879 lot 1 884 opgedrongen. Ziedaar de oorzaak der heerschende bandieterij I gen van Gisèle, de erfenis van den baron d'Amfreville. - Zeker, antwoordde Sorandal open hartig. Och, waarom zouden wij geen open kaarten spelen Ik geloof wel dat ik tegenover u zoo rondborstig ben ge weest. Ik heb slechts één middel tot mijne beschikking om het testament dat mij onterft te vernietigen. Gisèle te huwen. Ik ben besloten dat middel aan te wenden. Moet ik u nog belooven, dat ik voor het arme, onnoozele meisje allen eerbied zal hebben, waarop zij aanspraak heeft Zij zal slechts in naam mijne vrouw zijn, dat spreekt van zelf. Ik zal over haar waken en zij zal zoo gelukkig leven als zij maar leven kan, dat zweer ik u. Mev. Dorgeur had hem zwijgend, met gefronste wenkbrauwen aangehoord, maar nu sprong zij eensklaps op en riep vol verontweerdiging uit Maar wat zijt gij dan toch voor een man, om mij in koelen bloede eenen der- gelijken koop voor te stellen Zijn gelaat nam eene dretgende uit drukking aan, zijne lippen trilden, maar hij zegde niets. Mev. Dorgeur richtte zich in hare volle lengte op, hare oogen fonkelden van ont zetting. Mijn God, mijn God 1 riep zij uit. Is het dan waar dat gij tot zoo iets in staat zijt Wordt voortgezet;

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1