Zondag 7 Juni UM)5
centiemen per nummer
56* Jaar 5811
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND. TAAL. VRIJHEID
Arbeidsongevallen.
w
OM ZES MILLIOEN
AFZETTERS.
Laffe lasteraar
LANDBOUW.
Hopkwestie.
Zondag-rust.
DE DEND
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N' 31.
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQDE SL'IIM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3d8 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen. uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bnreele van
dit blad.
Aalst, 6 Juni igo3.
Het getier begint voor goed tegen het
ontwerp dat welhaast onze ongevallenwet
zal zijn. Het is brodwerk, geknoei enz.
omdat de grondbeginsels der wet niet op
alle werklieden is toepasselijk.
Denken die heeren dan dat een ongeval
buiten de draagwijdte der toepassing van
de wet gebeurd, van alle vergoeding zal
beroofd zijn
Dat is eene erge dwaling. Die ongeluk
ken vallen onder het gemeene recht, dat
is zullen teenemaal vergoed worden, als
het bewezen is dat ze te wijten zijn aan
de schuld van den patroon. Artikel i382
wordt uit ons burgerlijk wetboek niet ge
schrabd, omdat eene bijzondere schikking
wordt aangenomen voor de schatting der
vergoedingen voor ongevallen van zekere
nijverheden. Dat artikel blijft bestaan
voor al hetgeen iiiet geregeld wordt
door de ongevallenwet.
Men tiert nog omdat de landbouw niet
onder het bereik der nieuwe wet valt. De
landbouwers, beweren zij, vragen en
eischen dat zij ook gerangschikt worden
onder hare toepassing
Als die bewering waar is, dan is de op
lossing gevonden en haasten wij ons het
te zeggen ook gegeven door het veel uit
gescholden ontwerp van het ministerie.
Het voorziet inderdaad de vrijwillige
onderwerping aan hare schikkingen. In
dien de landbouwers wezenlijk begeeren
behandeld te worden volgens de ongeval
lenwet, dan behoeven zij eenvoudig die
verklaring af te leggen en de zaak is be
redderd, is afgedaan.
De ongevallenwet is op hen toepasse
lijk. Wat wil men meer
De liefhebbers van den dwang hoeven
dus niet te klagen en ook niet te schelden
en te tieren.
Zij hoeven ook geen klachtliederen aan
te heffen op het onrecht aan de landbouw-
werklieden aangedaan. Want de verant
woordelijkheid der landbouwers is beter
bepaald in ons burgerlijk wetboek dan die
vrn den nijveraar, ten minste voor een
gioot deel der mogelijke ongevallen.
Men leze eens de artikelen i383, 1384
en bijzonder i385. Dit laatste luidt als
volgt
De eigenaar van een dier of degene
lie er zich van bedient tijdens het tot zijn
jebruk is, is verantwoordelijk voor de
schade dat het dier heeft gedaan 't zij het
dier onder zijn hoede was, 't zij het ver
dwaald of ontsnapt was.
Als gij spreekt over de ongevallen in
den landbouw, vergeet die artikelen niet,
heeren schreeuwers en stelselmatige afbre-
kers van het werk van ons catholiek
Bestuur.
Zij tieren nog omdat het ontwerp Fran-
cotte niet toepasselijk is op kleine nijver
heden waar weinig of geen gevaar is voor
ongevallen.
Daar heeft de heer minister mog eens
het gezond verstand voor zich.
Wij vragen ons inderdaad af waarom
het noodig is kleine patroons, die het reeds
druk hebben, op kosten te jagen als er in
hunne nijverheid geen of toch weinig
gevaar bestaat Ongevallen zijn bij hen
niet voorgekomen, geen ernstige ten min
ste en gij zoudt ze verplichten uitgaven te
doen, nutteloos ten volle, om zich te ver
zekeren
Is dat niet overdreven, ik ging zeggen
dwaas
Die heeren schreeuwers zijn ook niet
bijzonder sterk in sociale wetgeving.
Wij hebben er reeds een staaiken van
gegeven. Er zijn bij ons wetgevers en
partijhoofden die gelooven dat het in
Duitschland de Staat is die verzekert
Welnu zij roemen de Duitsche wet,
natuurlijk zonder ze te kennen want
ziehier wat een alinea van paragraaf 1 der
Ongevallenwet zegt
Voor ondernemingen die geen
bijzonder gevaar voor ongevallen
n opleveren kan, door beslissing van
den Bondsraad, vrijstelling van de
verzekeringsplicht gegeven worden.
Dus in Duitschland zelf wordt er van
het gevaar der nijverheden rekening ge
houden Om te begrijpen dat het zoo
moet zijn is gezond verstand voldoende.
Zouden wij zooveel nog niet van de hee
ren schreeuwers mogen verwachten ITet
is nogthans bitter weinig genoeg.
Evenzoo is het in Oostenrijk waar door
de wet van 28 december 1887 de verplichte
verzekering is ingevoerd.
Paragraaf 3 geeft aan den minister van
binnenlandsche Zaken de macht van de
verzekeringsplicht te ontslaan de in
paragraaf 1 der wet vermelde onder
nemingen waar geen gevaar voor
ongevallen bestaat.
Wij behoeven niet aan te dringen. Het
is klaar, het werk van het ministerie is
goed werk.
Leert de ondervinding dat er verbete
ringen zijn aan te brengen, dan zal de
Catholieke Partij niet een oogenblik aar
zelen het onrecht te doen verdwijnen.
Derde Deel.
HET HUWELIJK VAN GISÈLE.
«o§o»—
I.
EENE VERHINDERDE REIS.
De portierster van het huis n° 11in
de rue de Tourlagne, stond aan de straat
deur en zag naar de lucht, die er nu juist
niet opwekkend uitzag donker grijs en
van alle kanten kwamen de koppen van
grauwe wolken boven de huizen uit
steken.
Ik geloof dat wij regen krijgen,
mompelde zij.
In deze weerkundige waarnemingen
werd zij gestoord door een man, die op
een draf de straat was overgestoken en
haar vroeg
Woont hier M. Olivier Fromental
De portierster,gestoord omdat de man,
toen hij haar aansprak,zelfs niet de moeite
had genomen aan den rand van zijnen
hoed te tikken, antwoordde norsch
-]>■
De bezoeker scheen veel haast te heb
ben, want hij wilde de eerbiedweerdige
huisopzichteres zoo maar zonder compli
menten op zij schuiven en naar binnen
Het Fondsenblad van Gent, deelde
over eenigen tijd eenen artikel meê om de
lezers te waarschuwen wegens zekere
speculanten, die van alles weten aan te
bevelen, die vette winsten beloven maar
die er eigenlijk enkel op uit zijn om de
kluiten der goedzakkige lieden in handen
te krijgen. Tot waarschuwing aan onze
lezers, nemen wij den artikel in kwestie
over
Mistrouwt u van de lieden die u
weerdijen te koop bieden, waarop zij u
gaan, maar de portierster hield hem bij
den pand van zijnen frak terug en zegde:
Ge behoeft niet naar boven te gaan.
De man keerde zich om en zag haar
verwonderd aan.
Waarom niet
Omdat het niet noodig is.
Is mijnheer Fromental uit
«Uit i) is nu eigenlijk het recht
woord niet.
Wat dan
Vertrokken.
Verhuisd
Vertrokken, zeg ik.
Op reis dus
Ja-
Waarheen
Naar Italië.
De bezoeker balde de vuisten en riep
Hel en duivel Duizend donders
Wel vervloekt
De portierster week verschrikt drie
stappen terug blijkbaar verwonderde zij
er zich over, dat zulk een klein ma
ger manneke zoo geweldig vloeken kon.
Wat is dat voor een rare snoeshaan
dacht zij.
De rare snoeshaan sloeg met beide
vuisten voor zijn hoofd.
Te laat.
Moet gij hem dan zoo noodzakelijk
spreken vroeg de portierster met eene
nieuwsgierigheid, die der parijzer por
tierster zoo goed als aangeboren is.
-Ja.
spoedige en groote winsten voorspellen
dat is het werk van behendige aftrogge-
laars.
li Het onderzoek over den toestand der
kleine burgerij, heeft aan 't licht gebracht
dat de stad Namen, gedurende eenigen
tijd, het middenpunt is geweest eener
groote onderneming van dergelijke aftrog-
gelarij, waarvan de kleine burgers, en de
werklieden die spaarcenten hadden, de
voornaamste slachtoffers zijn geweest.
Men ging te werk als volgt Een
ondernemer van geldplaatsingen
vestigde zich in een hotel te Namen. Hij
knoopte betrekkingen aan met verschillige
leveraars, en gaf hun weerdijen in beta
ling van hunne leveringen. Sommigen,
die meest vertrouwen in dien man had
den, namen eene uitnoodiging aan op
een avondmaal. Gedurende deze samen
komsten roemde de ondernemer b de
heerlijke toekomst van een zeker getal
banlc-ondernemingen leveraars en uitge-
noodigden schreven in, en vertrokken vol
dankbaarheid.
Toen het gedaan was, werden de
omstreken afgeloopen door reizigers die
weerdijen in commissie plaatsten. Om
vertrouwen in te boezemen, beriepen zij
zich op de inschrijvers van Namen, haal
den brieven te voorschijn, en vertoonden
de boekjes van inschrijving.
Als het getal gefopten groot genoeg
was, kwam de ondernemer n in hun
midden den zomer doorbrengen, 't Is
alzoo dat de onderzoekscommissie te
Fosses van hem heeft hooren spreken als
van eenen gekenden gast. Hij huurde,
me maand, een appartement, waar
hij voor de kleinhandelaars, altijd en voor
allen sprekelijk was.
Den uitslag van dat zomerverblijf is,
dat Fosses opgepropt is met slechte pa
pieren de eigenaar der verhuurde kamer
werd niet alleen met zulke vodden be
taald maar hij heeft het blind vertrou
wen zooverre gedreven, dat hij aan den
ondernemer zijne goede stukken van
Belgische rent en stadsloten heeft toever
trouwd, ten einde ze om te zetten in
andere weerdijen
Deze bedriegerij heeft tamelijk lang
geduurd, omdat toen men begon wan
trouwen te krijgen, de klanten bezocht
werden door agenten, die de gezonkene
weerdijen terugnamen aan de nominale
weerde doch, wel te verstaan, het geld
niet teruggaven... Zij boden, in verwis
seling. andere stukken aan, welke noch
beter noch slechter waren dan de eerste.
De voorstellen van beursoperatiën
en spekulatiën zijn hier en daar talrijker
geweest, en er werden er meer beetge
nomen dan men zich zou kunnen inbeel
den. Er was eene gelegenheid noodig
gelijk die van het officieel onderzoek over
den toestand der kleine burgerij, om de
menschen tot spreken te brengen, welke
dikwijls hunne gedane verliezen niet
durven bekennen, uit vrees van nadeel te
doen aan hunnen goeden naam en aan
hun handelskrediet.
Men weze dus op zijne hoede en late
zich niet verschalken Wat te Namen en
omstreken heeft plaats gehad, gebeurt
voorzeker ook hier en daar in onze Vlaam-
sche provinciën. Er zijn zoo van die
beursmannen die altijd weten waar e;
groote slagen te doen zijn, en die zooda
nig onbaatzuchtig d zijn, dat zij die
verzekerde groote winsten aan anderen
opofferen,in plaats van ze voor hun eigen
te houden
Lezers, nog eens, mistrouwt die
brave, onbaatzuchtige lieden, indien
gij niet wilt ondervinden dat gij te doen
hebt gehad met slimme afzetters, die met
uwe duiten gaan vliegen zijn, u in 't bezit
latende van papieren zonder
weerde.
eemge
ITet Beschermcomiteit der Werkmans
woningen en van onderlingen Bijstand
komt het volgende protest aan jaied Daens
te beteekenen in antwoord op de laste
ringen door hem inzitting der Volkskamer
van 26 Mei II. geuit.
Een afdruksel van dees protest is aan
de heeren Kamerleden gezonden
Ziet gij, als gij u haast, dan kunt gij
hem misschien nog inhalen, voegde zij
erbij.
Hem inhalen herhaalde de man.
M. Fromental
-Ja-
Wanneer is hij dan vertrokken
Wel, een kwartier geleden op zijn
hoogst, hij is met zijnen broeder in een
rijtuig gestapt en ik hoorde dat zijn broe
der den koetsier toeriep Naar de statie
van Lyon.
De oogen van der. kleinen man schoten
vonken van woede hij hield der portier
ster zijne vuist onder den neus en
schreeuwde haar toe
Oude louterkous, waarom hebt gij
mij dat niet onmiddellijk gezegd
De brave vrouw vluchte met een gil
van angst naar hare loge en grendelde
hare deur.
Deze voorzorgsmaatregel was echter
overbodig, want de man bekommerde
zich niet verder om haar, hij snelde de
straat op en, zoodra hij een ledig rijtuig
zag, sprong hij er in. terwijl hij den
koetsier toeriep
Naar de statie van Lyon, spoedig,
vijf franks drinkgeld
De koetsier legde de zweep over 't'peerd.
Het duurde wel een kwartier, "eer de
portierster den grendel weer van hare
deur durfde schuiven.
Bevend van angst sloop zij den gang
door en eerst nadat zij overal op straat
In den loop der zitting van de Volks
kamer van 26 Mei 11., toegewijd aan de
interpellatie van M. Troclet over de pen
sioenen van 65 fr. hebt gij het Bescherm
comiteit van 't Arrondissement van Aalst,
beschuldigd van stelselmatiglijk het ouder
domspensioen te weigeren aan de onaf
hankelijke werklieden die deel uit
maken van den liberalen Kring of die
verdacht worden daensisten te zijn. Gij
voegdet er bij Ziedaar de ware ge
schiedenis, de geschiedenis van alle dagen
in 't land van Aalst.
Deze beschuldiging is ernstig. Van op
de parlementaire tribuun geuit, is zij van
aard om aan 't land, 't welk nogthans de
waarde uwer bevestigingen kent, te doen
gelooven, dat ons Comiteit zijne plichten
zoo zeer miskent, onwaardig genoeg is
om stelselmatiglijk het geringe pensioen
te weigeren aan de noodlijdende ouder
lingen die de politieke denkwijze van de
meerderheid zijner leden niet deelen.
Indien dit onze handelwijze ware ge
weest, indien eene enkele onzer besluiten
door politieke berekeningen ware ingege
ven, zouden wij onwaardig zijn ons ambt
te bekleeden. Onze dadelijke afstelling
zou zich opdringen als eene strikte plicht
aan dezen welke ze ons toevertrouwden.
Wij hebben, in den loop dezer twee
eerste jaren, 8554 dossiers van pensioen
onderzocht. 7479 vragen werden toege
staan en onder dezen, laat de bemerking
toe want uwe redevoering verraadt eene
wonderbare onwetendheid der zaak. trof
men de vragen aan van talrijke kleine
landbouwers, oudwerklieden 1075 vra
gen werden verworpen.
120 beroepen werden door den heer
Gouverneur ingediend tegen onze 7479
voordeelige besluiten 70 dezer beroe
pen werden aanveerd. 403 beroepen
werden door de belanghebbenden inge
diend io3 werden aanveerd en 3oo
verworpen.
In 't geheel werden dus 173 onzer
besluiten door de Beroepscommissie ver
broken, 't zij 2 »/0.
Wij veronderstellen niet, Mijnheer de
Volksvertegenwoordiger, dat uwe politie
ke vijandelijkheid, die nogthans zeer
levendig schijnt, de eenige drijfveer zij
die u aangespoord heeft om ons onge
grond van die afschuwelijke rechtsweige
ring, van dien diefstal bijna van 't goed
der armen te beschuldigen. Ge moet eenig
bewijs of eenige presomptie in uw bezit
hebben om uwe gezegden te staven. Die
bewijzen en die presomptiën sommeeren
wij u voor te brengen.
Gij zult die uitnoodiging niet ontvluch
ten. Achteruitwijken, zou openbaarlijk
bekennnen zijn dat uwe gezegden slechts
eene lastering waren, dat ze zelfs eene
daad van lafheid daarstelden, want ge
spraakt gedekt door het parlementair
"oorrecht en wij zijn tegen u ontwapend.
Gij hebt ons openbaarlijk beschuldigd
het is noodig dat het land de ware ge
schiedenis, de geschiedenis van alle dagen
in het land van Aalst n kenne, dat het
wete of ge de waarheid zegdet, dat het
wete wie van ons beide alle zijne veront-
weerdiging verdient. Spreek dus, breng
ons uwe bewijzen.
Ten einde uwe taak te vergemakkelij*
ken, bidden wij eerbiediglijk den heer
Minister van Arbeid, bij brief in dato van
heden, de 8554 dossiers van pensioen,
die door onze handen gingen, ter uwer
beschikking te stellen; wij verzoeken hem
ook een enkwest over onze houding te
openen.
In afwachting uwer bewijzen, protes
teert eenpariglijk ons Beschermcomiteit,
welke ook de denkwijze zijner leden zij,
tegen uwe aantijgingen. Het bevestigt
uitdrukkelijk dat nooit een enkel besluit
door politieken geest, werd ingegeven.
Aanveerd
RECHTEN OF GEEN RECHTEN dat geen
rechten een dom en dwaas voorstel is.
Men beklaagt heden dat de vreemde
hop hier vrij van rechten mag ingevoerd
worden, dat de Duitschers ons land met
hunne gemeene hopsoorten overstroomen
en geen rechten zou den huidigen toe
stand behouden, 't is te zeggen, dat dan
gelijk heden die overstrooming zou blijven
duren.
Men moet 'nen kop op zijn lijf hebben
lijkjajBd Daens om zulke dwaasheid te
durven voorstellen.
Om koeien die zich niet willen laten
melken die slechte gewoonte af te leeren,
bevestige men aan den rechtervoorpoot
der koe een niet te dik touw, leg het touw
midden over den rug van de koe, en
houd het einde links van de koe staande,
vast. De melker probeert nu zonder em
mer te melken. Zoodra de koe schoppen
wil, wordt de lijn daardoor opgelicht en
op den rug een matige druk uitgeoefend,
waardoor zij gedwongen is van achter
rustig te staan. Men laat, wanneer de
koe rustig staat, de lijn wat schieten, om
bij de minste onrustige staartbeweging,
wat het slaan der koe gewoonlijk vooraf
gaat, de lijn weer sterk aan te trekken.
Slaat de koe, dan trekt men ruksgewijze
aan, maar geeft de koe telkens gelegen
heid den voorpoot weef op den groud te
plaatsen. De koe moet aan een harentouw
vastgehouden worden. Het middel helpt
eerst zeer weinig of in het geheel niet.
Na drie of viermaal zoo gemolken te zijn,
treedt gewoonlijk plotseling verandering
ten gunste in, en spoedig is het voldoende
de koe maar een touw over den rug te
leggen, om van een rustig staan onder
het melken verzekerd te zijn.
De Secretaris,
R. Moyersoen.
De dd. Voorzitter,
A. De Cooman.
rondgezien en zich overtuigd had dat de
man er niet meer was, kwam zij weer een
weinig tot rust.
Hij is weg, mompelde zij. Wat
heeft hij mij doen schrikken.Volstrekt een
verdachte kerel, een dief, een afzetter of
misschien nog erger. Ik zal een policie-
agent waarschuwen. Oude louterkous,
heeft hij tegen mij gezegd, wat een ge
meene kerel
Intusschen waren de twee broeders
Fromentel aan de statie gekomen, hadden
een coupé uitgezocht van den trein, die
gereed stond om naar het zuiden te ver
trekken, er hun valies en reisdeken reeds
ingelegd en wandelde nu op het perron
heen en weer,totdat het sein tot instappen
zou gegeven worden.
Jacques deed alle moeite om zijnen
broeder, die met gebogen hoofd naast
hern ging, wat op te beuren.
Hé, wat slecht weer, zegde hij, ter
wijl hij eene rookwolk uit zijne sigaar
voor zich uit blies hebt gij die lucht ge
zien Grauw en grijs, zoover het oog
reikt, soms bij zwart af. Bij zulk weer
moet de vroolijkste mensch wel een knie
zer worden men zou er de koorts van
krijgen, zooals de Engelschcn dat noe
men. En dan die straten. De modder ligt
er wel een duim dik op. Arme Parijze-
naars, zij zullen nog een heelen tijd in
het slijk kunnen rond plassen, onder die
ongezonde lucht, met regen 's morgens,
's middags en 's avonds, terwijl wij, hé
De Denderbode»
schrijft Groene Pie,
doet niets voor de hop dan Priester Daens
eens duchtig verwijten.
Onze geachte lezers kennen onze ge
dragslijn in deze zaak zij kennen ons ge
dacht en wij komen er dus voor 't oogen
blik niet op terug.
Wij doen niets dan jajed Daens eens
duchtig verwijten.
En wat zijn die verwijtingen
Wij hebben doen uitschijnen dat rajed
Daens toen hij voorstelde wederkerige
Van 's middags tot middernacht dienst
doende Apotheker, op Zondag 7 Juni,
M. Ghyselinckx, Molenstraat.
jongen, terwijl wij ons overmorgen reeds
koesteren in de heerlijke zon van Italië,
ronddolen door prachtig begroeide dalen
of op bergplateaux, waar men mijlen ver
om zich heen kan zien en met eene lucht
boven zich. eene lucht, waar men zich
geen denkbeeld kan van vormen, als men
ze nooit gezien heeft. Gij zult eenvoudig
verstomd staan over al het schoons, wat
gij daar zult zien, Olivier er is meer dan
genoeg om al uwe sombere gedachten
naar den duivel te jagen en u weer te
doen lachen zooals vroeger. Zeg, broerke,
ik ken in den omtrek van Genua eene
herberg, waar men een lekker wijntje ver
koopt. En dan valt er daar voor een schil
der nog veel te studeeren. Gij zult wel
eene heele verzameling schetsen maken,
niet waar
Ja, antwoordde Olivier met een ge-
wongen lachje.
Jacques fluisterde hem toe
Spijt het u, dat gij aan mijn ver
langen hebt toegegeven, dat gij u hebt
laten overhalen tot die reis, waarop gij
naar ik hoop, uwe kalme opgewektheid
van weleer zult terugvinden
Neen Jacques, antwoordde Olivier,
terwijl hij zijnen broêr de hand drukte
gij had in elk opzicht gelijk, ik moest
vertrekken.
Zoo is het goed, nu zal de rest van
zelf wel volgen.
Ik zal ten minste mijn best doen om
te vergeten.
Terugkeer tot de barbaarschheid.
In Michigan, (Vereenigde Staten) is er een
wetgever, M. Rodgers, die een radikaal
middel wil gebruiken om het getal zinne-
loozen te verminderen, hij heeft in den
wetgevenden raad voorgesteld de kinderen
erkend als zullende onnoozel n blijven,
te dooden op eene wijze die hen niet doet
lijden, bij voorbeeld door inademing van
chloroform In plaats van met verent-
weerdiging dat barbaarsch werk van de
hand te wijzen, hebben de Michigansche
wetgevers het tot onderzoek naar eene
commissie gezonden. En dan spreekt men
van de moderne beschaving en mensch-
lievendheid 1!
Op hetzelfde oogenblik snelde een man
buiten adem het perron op en kwam
regelrecht op de twee broeders af. Het
was dezelfde kleine, magere man, die een
kwartier geleden de portierster van de
rue Tourlaque zulk een schrik had aange
jaagd.
M. Olivier Fromentel vroeg hij.
Die ben ik.
Ik wist het wel. Goddank dat ik
nog bijtijds kom.
Op een verwonderd vragenden blik van
Olivier ging hij voort
Ik ken u, al kent gij mij niet.Ik ben
Tony, de kamerdienaar van M. Dorgeur
of liever van M. Sorandal, tot wiens
dienst M. Dorgeur mij heeft aange
wezen.
Olivier verbleekte.
Mijn God, er is een ongeluk gebeurd
te Pierrefite
Neen, nog niet, maar er zal er een
gebeuren, wanneer gij het niet verhindert;
daarom heb ik u zonder uitstel willen
waarschuwen.
Bij het hooren van den naam Dorgeur
had Jacques gebeefd.
Olivier, zegde hij, het is tijd om in
te stappen.
Wacht nog een oogenblik, ant
woordde Olivier, ik moet eerst weten wat
deze man mij te zeggen heeft. Een
ongeluk Verklaar u nader.
(Wordt voortgezet).