Zondag 7 Juni UM)5 centiemen per nummer 56* Jaar 5811 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND. TAAL. VRIJHEID Arbeidsongevallen. w OM ZES MILLIOEN AFZETTERS. Laffe lasteraar LANDBOUW. Hopkwestie. Zondag-rust. DE DEND Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N' 31. en in alle Postkantoren des Lands. CUIQDE SL'IIM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3d8 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen. uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bnreele van dit blad. Aalst, 6 Juni igo3. Het getier begint voor goed tegen het ontwerp dat welhaast onze ongevallenwet zal zijn. Het is brodwerk, geknoei enz. omdat de grondbeginsels der wet niet op alle werklieden is toepasselijk. Denken die heeren dan dat een ongeval buiten de draagwijdte der toepassing van de wet gebeurd, van alle vergoeding zal beroofd zijn Dat is eene erge dwaling. Die ongeluk ken vallen onder het gemeene recht, dat is zullen teenemaal vergoed worden, als het bewezen is dat ze te wijten zijn aan de schuld van den patroon. Artikel i382 wordt uit ons burgerlijk wetboek niet ge schrabd, omdat eene bijzondere schikking wordt aangenomen voor de schatting der vergoedingen voor ongevallen van zekere nijverheden. Dat artikel blijft bestaan voor al hetgeen iiiet geregeld wordt door de ongevallenwet. Men tiert nog omdat de landbouw niet onder het bereik der nieuwe wet valt. De landbouwers, beweren zij, vragen en eischen dat zij ook gerangschikt worden onder hare toepassing Als die bewering waar is, dan is de op lossing gevonden en haasten wij ons het te zeggen ook gegeven door het veel uit gescholden ontwerp van het ministerie. Het voorziet inderdaad de vrijwillige onderwerping aan hare schikkingen. In dien de landbouwers wezenlijk begeeren behandeld te worden volgens de ongeval lenwet, dan behoeven zij eenvoudig die verklaring af te leggen en de zaak is be redderd, is afgedaan. De ongevallenwet is op hen toepasse lijk. Wat wil men meer De liefhebbers van den dwang hoeven dus niet te klagen en ook niet te schelden en te tieren. Zij hoeven ook geen klachtliederen aan te heffen op het onrecht aan de landbouw- werklieden aangedaan. Want de verant woordelijkheid der landbouwers is beter bepaald in ons burgerlijk wetboek dan die vrn den nijveraar, ten minste voor een gioot deel der mogelijke ongevallen. Men leze eens de artikelen i383, 1384 en bijzonder i385. Dit laatste luidt als volgt De eigenaar van een dier of degene lie er zich van bedient tijdens het tot zijn jebruk is, is verantwoordelijk voor de schade dat het dier heeft gedaan 't zij het dier onder zijn hoede was, 't zij het ver dwaald of ontsnapt was. Als gij spreekt over de ongevallen in den landbouw, vergeet die artikelen niet, heeren schreeuwers en stelselmatige afbre- kers van het werk van ons catholiek Bestuur. Zij tieren nog omdat het ontwerp Fran- cotte niet toepasselijk is op kleine nijver heden waar weinig of geen gevaar is voor ongevallen. Daar heeft de heer minister mog eens het gezond verstand voor zich. Wij vragen ons inderdaad af waarom het noodig is kleine patroons, die het reeds druk hebben, op kosten te jagen als er in hunne nijverheid geen of toch weinig gevaar bestaat Ongevallen zijn bij hen niet voorgekomen, geen ernstige ten min ste en gij zoudt ze verplichten uitgaven te doen, nutteloos ten volle, om zich te ver zekeren Is dat niet overdreven, ik ging zeggen dwaas Die heeren schreeuwers zijn ook niet bijzonder sterk in sociale wetgeving. Wij hebben er reeds een staaiken van gegeven. Er zijn bij ons wetgevers en partijhoofden die gelooven dat het in Duitschland de Staat is die verzekert Welnu zij roemen de Duitsche wet, natuurlijk zonder ze te kennen want ziehier wat een alinea van paragraaf 1 der Ongevallenwet zegt Voor ondernemingen die geen bijzonder gevaar voor ongevallen n opleveren kan, door beslissing van den Bondsraad, vrijstelling van de verzekeringsplicht gegeven worden. Dus in Duitschland zelf wordt er van het gevaar der nijverheden rekening ge houden Om te begrijpen dat het zoo moet zijn is gezond verstand voldoende. Zouden wij zooveel nog niet van de hee ren schreeuwers mogen verwachten ITet is nogthans bitter weinig genoeg. Evenzoo is het in Oostenrijk waar door de wet van 28 december 1887 de verplichte verzekering is ingevoerd. Paragraaf 3 geeft aan den minister van binnenlandsche Zaken de macht van de verzekeringsplicht te ontslaan de in paragraaf 1 der wet vermelde onder nemingen waar geen gevaar voor ongevallen bestaat. Wij behoeven niet aan te dringen. Het is klaar, het werk van het ministerie is goed werk. Leert de ondervinding dat er verbete ringen zijn aan te brengen, dan zal de Catholieke Partij niet een oogenblik aar zelen het onrecht te doen verdwijnen. Derde Deel. HET HUWELIJK VAN GISÈLE. «o§o»— I. EENE VERHINDERDE REIS. De portierster van het huis n° 11in de rue de Tourlagne, stond aan de straat deur en zag naar de lucht, die er nu juist niet opwekkend uitzag donker grijs en van alle kanten kwamen de koppen van grauwe wolken boven de huizen uit steken. Ik geloof dat wij regen krijgen, mompelde zij. In deze weerkundige waarnemingen werd zij gestoord door een man, die op een draf de straat was overgestoken en haar vroeg Woont hier M. Olivier Fromental De portierster,gestoord omdat de man, toen hij haar aansprak,zelfs niet de moeite had genomen aan den rand van zijnen hoed te tikken, antwoordde norsch -]>■ De bezoeker scheen veel haast te heb ben, want hij wilde de eerbiedweerdige huisopzichteres zoo maar zonder compli menten op zij schuiven en naar binnen Het Fondsenblad van Gent, deelde over eenigen tijd eenen artikel meê om de lezers te waarschuwen wegens zekere speculanten, die van alles weten aan te bevelen, die vette winsten beloven maar die er eigenlijk enkel op uit zijn om de kluiten der goedzakkige lieden in handen te krijgen. Tot waarschuwing aan onze lezers, nemen wij den artikel in kwestie over Mistrouwt u van de lieden die u weerdijen te koop bieden, waarop zij u gaan, maar de portierster hield hem bij den pand van zijnen frak terug en zegde: Ge behoeft niet naar boven te gaan. De man keerde zich om en zag haar verwonderd aan. Waarom niet Omdat het niet noodig is. Is mijnheer Fromental uit «Uit i) is nu eigenlijk het recht woord niet. Wat dan Vertrokken. Verhuisd Vertrokken, zeg ik. Op reis dus Ja- Waarheen Naar Italië. De bezoeker balde de vuisten en riep Hel en duivel Duizend donders Wel vervloekt De portierster week verschrikt drie stappen terug blijkbaar verwonderde zij er zich over, dat zulk een klein ma ger manneke zoo geweldig vloeken kon. Wat is dat voor een rare snoeshaan dacht zij. De rare snoeshaan sloeg met beide vuisten voor zijn hoofd. Te laat. Moet gij hem dan zoo noodzakelijk spreken vroeg de portierster met eene nieuwsgierigheid, die der parijzer por tierster zoo goed als aangeboren is. -Ja. spoedige en groote winsten voorspellen dat is het werk van behendige aftrogge- laars. li Het onderzoek over den toestand der kleine burgerij, heeft aan 't licht gebracht dat de stad Namen, gedurende eenigen tijd, het middenpunt is geweest eener groote onderneming van dergelijke aftrog- gelarij, waarvan de kleine burgers, en de werklieden die spaarcenten hadden, de voornaamste slachtoffers zijn geweest. Men ging te werk als volgt Een ondernemer van geldplaatsingen vestigde zich in een hotel te Namen. Hij knoopte betrekkingen aan met verschillige leveraars, en gaf hun weerdijen in beta ling van hunne leveringen. Sommigen, die meest vertrouwen in dien man had den, namen eene uitnoodiging aan op een avondmaal. Gedurende deze samen komsten roemde de ondernemer b de heerlijke toekomst van een zeker getal banlc-ondernemingen leveraars en uitge- noodigden schreven in, en vertrokken vol dankbaarheid. Toen het gedaan was, werden de omstreken afgeloopen door reizigers die weerdijen in commissie plaatsten. Om vertrouwen in te boezemen, beriepen zij zich op de inschrijvers van Namen, haal den brieven te voorschijn, en vertoonden de boekjes van inschrijving. Als het getal gefopten groot genoeg was, kwam de ondernemer n in hun midden den zomer doorbrengen, 't Is alzoo dat de onderzoekscommissie te Fosses van hem heeft hooren spreken als van eenen gekenden gast. Hij huurde, me maand, een appartement, waar hij voor de kleinhandelaars, altijd en voor allen sprekelijk was. Den uitslag van dat zomerverblijf is, dat Fosses opgepropt is met slechte pa pieren de eigenaar der verhuurde kamer werd niet alleen met zulke vodden be taald maar hij heeft het blind vertrou wen zooverre gedreven, dat hij aan den ondernemer zijne goede stukken van Belgische rent en stadsloten heeft toever trouwd, ten einde ze om te zetten in andere weerdijen Deze bedriegerij heeft tamelijk lang geduurd, omdat toen men begon wan trouwen te krijgen, de klanten bezocht werden door agenten, die de gezonkene weerdijen terugnamen aan de nominale weerde doch, wel te verstaan, het geld niet teruggaven... Zij boden, in verwis seling. andere stukken aan, welke noch beter noch slechter waren dan de eerste. De voorstellen van beursoperatiën en spekulatiën zijn hier en daar talrijker geweest, en er werden er meer beetge nomen dan men zich zou kunnen inbeel den. Er was eene gelegenheid noodig gelijk die van het officieel onderzoek over den toestand der kleine burgerij, om de menschen tot spreken te brengen, welke dikwijls hunne gedane verliezen niet durven bekennen, uit vrees van nadeel te doen aan hunnen goeden naam en aan hun handelskrediet. Men weze dus op zijne hoede en late zich niet verschalken Wat te Namen en omstreken heeft plaats gehad, gebeurt voorzeker ook hier en daar in onze Vlaam- sche provinciën. Er zijn zoo van die beursmannen die altijd weten waar e; groote slagen te doen zijn, en die zooda nig onbaatzuchtig d zijn, dat zij die verzekerde groote winsten aan anderen opofferen,in plaats van ze voor hun eigen te houden Lezers, nog eens, mistrouwt die brave, onbaatzuchtige lieden, indien gij niet wilt ondervinden dat gij te doen hebt gehad met slimme afzetters, die met uwe duiten gaan vliegen zijn, u in 't bezit latende van papieren zonder weerde. eemge ITet Beschermcomiteit der Werkmans woningen en van onderlingen Bijstand komt het volgende protest aan jaied Daens te beteekenen in antwoord op de laste ringen door hem inzitting der Volkskamer van 26 Mei II. geuit. Een afdruksel van dees protest is aan de heeren Kamerleden gezonden Ziet gij, als gij u haast, dan kunt gij hem misschien nog inhalen, voegde zij erbij. Hem inhalen herhaalde de man. M. Fromental -Ja- Wanneer is hij dan vertrokken Wel, een kwartier geleden op zijn hoogst, hij is met zijnen broeder in een rijtuig gestapt en ik hoorde dat zijn broe der den koetsier toeriep Naar de statie van Lyon. De oogen van der. kleinen man schoten vonken van woede hij hield der portier ster zijne vuist onder den neus en schreeuwde haar toe Oude louterkous, waarom hebt gij mij dat niet onmiddellijk gezegd De brave vrouw vluchte met een gil van angst naar hare loge en grendelde hare deur. Deze voorzorgsmaatregel was echter overbodig, want de man bekommerde zich niet verder om haar, hij snelde de straat op en, zoodra hij een ledig rijtuig zag, sprong hij er in. terwijl hij den koetsier toeriep Naar de statie van Lyon, spoedig, vijf franks drinkgeld De koetsier legde de zweep over 't'peerd. Het duurde wel een kwartier, "eer de portierster den grendel weer van hare deur durfde schuiven. Bevend van angst sloop zij den gang door en eerst nadat zij overal op straat In den loop der zitting van de Volks kamer van 26 Mei 11., toegewijd aan de interpellatie van M. Troclet over de pen sioenen van 65 fr. hebt gij het Bescherm comiteit van 't Arrondissement van Aalst, beschuldigd van stelselmatiglijk het ouder domspensioen te weigeren aan de onaf hankelijke werklieden die deel uit maken van den liberalen Kring of die verdacht worden daensisten te zijn. Gij voegdet er bij Ziedaar de ware ge schiedenis, de geschiedenis van alle dagen in 't land van Aalst. Deze beschuldiging is ernstig. Van op de parlementaire tribuun geuit, is zij van aard om aan 't land, 't welk nogthans de waarde uwer bevestigingen kent, te doen gelooven, dat ons Comiteit zijne plichten zoo zeer miskent, onwaardig genoeg is om stelselmatiglijk het geringe pensioen te weigeren aan de noodlijdende ouder lingen die de politieke denkwijze van de meerderheid zijner leden niet deelen. Indien dit onze handelwijze ware ge weest, indien eene enkele onzer besluiten door politieke berekeningen ware ingege ven, zouden wij onwaardig zijn ons ambt te bekleeden. Onze dadelijke afstelling zou zich opdringen als eene strikte plicht aan dezen welke ze ons toevertrouwden. Wij hebben, in den loop dezer twee eerste jaren, 8554 dossiers van pensioen onderzocht. 7479 vragen werden toege staan en onder dezen, laat de bemerking toe want uwe redevoering verraadt eene wonderbare onwetendheid der zaak. trof men de vragen aan van talrijke kleine landbouwers, oudwerklieden 1075 vra gen werden verworpen. 120 beroepen werden door den heer Gouverneur ingediend tegen onze 7479 voordeelige besluiten 70 dezer beroe pen werden aanveerd. 403 beroepen werden door de belanghebbenden inge diend io3 werden aanveerd en 3oo verworpen. In 't geheel werden dus 173 onzer besluiten door de Beroepscommissie ver broken, 't zij 2 »/0. Wij veronderstellen niet, Mijnheer de Volksvertegenwoordiger, dat uwe politie ke vijandelijkheid, die nogthans zeer levendig schijnt, de eenige drijfveer zij die u aangespoord heeft om ons onge grond van die afschuwelijke rechtsweige ring, van dien diefstal bijna van 't goed der armen te beschuldigen. Ge moet eenig bewijs of eenige presomptie in uw bezit hebben om uwe gezegden te staven. Die bewijzen en die presomptiën sommeeren wij u voor te brengen. Gij zult die uitnoodiging niet ontvluch ten. Achteruitwijken, zou openbaarlijk bekennnen zijn dat uwe gezegden slechts eene lastering waren, dat ze zelfs eene daad van lafheid daarstelden, want ge spraakt gedekt door het parlementair "oorrecht en wij zijn tegen u ontwapend. Gij hebt ons openbaarlijk beschuldigd het is noodig dat het land de ware ge schiedenis, de geschiedenis van alle dagen in het land van Aalst n kenne, dat het wete of ge de waarheid zegdet, dat het wete wie van ons beide alle zijne veront- weerdiging verdient. Spreek dus, breng ons uwe bewijzen. Ten einde uwe taak te vergemakkelij* ken, bidden wij eerbiediglijk den heer Minister van Arbeid, bij brief in dato van heden, de 8554 dossiers van pensioen, die door onze handen gingen, ter uwer beschikking te stellen; wij verzoeken hem ook een enkwest over onze houding te openen. In afwachting uwer bewijzen, protes teert eenpariglijk ons Beschermcomiteit, welke ook de denkwijze zijner leden zij, tegen uwe aantijgingen. Het bevestigt uitdrukkelijk dat nooit een enkel besluit door politieken geest, werd ingegeven. Aanveerd RECHTEN OF GEEN RECHTEN dat geen rechten een dom en dwaas voorstel is. Men beklaagt heden dat de vreemde hop hier vrij van rechten mag ingevoerd worden, dat de Duitschers ons land met hunne gemeene hopsoorten overstroomen en geen rechten zou den huidigen toe stand behouden, 't is te zeggen, dat dan gelijk heden die overstrooming zou blijven duren. Men moet 'nen kop op zijn lijf hebben lijkjajBd Daens om zulke dwaasheid te durven voorstellen. Om koeien die zich niet willen laten melken die slechte gewoonte af te leeren, bevestige men aan den rechtervoorpoot der koe een niet te dik touw, leg het touw midden over den rug van de koe, en houd het einde links van de koe staande, vast. De melker probeert nu zonder em mer te melken. Zoodra de koe schoppen wil, wordt de lijn daardoor opgelicht en op den rug een matige druk uitgeoefend, waardoor zij gedwongen is van achter rustig te staan. Men laat, wanneer de koe rustig staat, de lijn wat schieten, om bij de minste onrustige staartbeweging, wat het slaan der koe gewoonlijk vooraf gaat, de lijn weer sterk aan te trekken. Slaat de koe, dan trekt men ruksgewijze aan, maar geeft de koe telkens gelegen heid den voorpoot weef op den groud te plaatsen. De koe moet aan een harentouw vastgehouden worden. Het middel helpt eerst zeer weinig of in het geheel niet. Na drie of viermaal zoo gemolken te zijn, treedt gewoonlijk plotseling verandering ten gunste in, en spoedig is het voldoende de koe maar een touw over den rug te leggen, om van een rustig staan onder het melken verzekerd te zijn. De Secretaris, R. Moyersoen. De dd. Voorzitter, A. De Cooman. rondgezien en zich overtuigd had dat de man er niet meer was, kwam zij weer een weinig tot rust. Hij is weg, mompelde zij. Wat heeft hij mij doen schrikken.Volstrekt een verdachte kerel, een dief, een afzetter of misschien nog erger. Ik zal een policie- agent waarschuwen. Oude louterkous, heeft hij tegen mij gezegd, wat een ge meene kerel Intusschen waren de twee broeders Fromentel aan de statie gekomen, hadden een coupé uitgezocht van den trein, die gereed stond om naar het zuiden te ver trekken, er hun valies en reisdeken reeds ingelegd en wandelde nu op het perron heen en weer,totdat het sein tot instappen zou gegeven worden. Jacques deed alle moeite om zijnen broeder, die met gebogen hoofd naast hern ging, wat op te beuren. Hé, wat slecht weer, zegde hij, ter wijl hij eene rookwolk uit zijne sigaar voor zich uit blies hebt gij die lucht ge zien Grauw en grijs, zoover het oog reikt, soms bij zwart af. Bij zulk weer moet de vroolijkste mensch wel een knie zer worden men zou er de koorts van krijgen, zooals de Engelschcn dat noe men. En dan die straten. De modder ligt er wel een duim dik op. Arme Parijze- naars, zij zullen nog een heelen tijd in het slijk kunnen rond plassen, onder die ongezonde lucht, met regen 's morgens, 's middags en 's avonds, terwijl wij, hé De Denderbode» schrijft Groene Pie, doet niets voor de hop dan Priester Daens eens duchtig verwijten. Onze geachte lezers kennen onze ge dragslijn in deze zaak zij kennen ons ge dacht en wij komen er dus voor 't oogen blik niet op terug. Wij doen niets dan jajed Daens eens duchtig verwijten. En wat zijn die verwijtingen Wij hebben doen uitschijnen dat rajed Daens toen hij voorstelde wederkerige Van 's middags tot middernacht dienst doende Apotheker, op Zondag 7 Juni, M. Ghyselinckx, Molenstraat. jongen, terwijl wij ons overmorgen reeds koesteren in de heerlijke zon van Italië, ronddolen door prachtig begroeide dalen of op bergplateaux, waar men mijlen ver om zich heen kan zien en met eene lucht boven zich. eene lucht, waar men zich geen denkbeeld kan van vormen, als men ze nooit gezien heeft. Gij zult eenvoudig verstomd staan over al het schoons, wat gij daar zult zien, Olivier er is meer dan genoeg om al uwe sombere gedachten naar den duivel te jagen en u weer te doen lachen zooals vroeger. Zeg, broerke, ik ken in den omtrek van Genua eene herberg, waar men een lekker wijntje ver koopt. En dan valt er daar voor een schil der nog veel te studeeren. Gij zult wel eene heele verzameling schetsen maken, niet waar Ja, antwoordde Olivier met een ge- wongen lachje. Jacques fluisterde hem toe Spijt het u, dat gij aan mijn ver langen hebt toegegeven, dat gij u hebt laten overhalen tot die reis, waarop gij naar ik hoop, uwe kalme opgewektheid van weleer zult terugvinden Neen Jacques, antwoordde Olivier, terwijl hij zijnen broêr de hand drukte gij had in elk opzicht gelijk, ik moest vertrekken. Zoo is het goed, nu zal de rest van zelf wel volgen. Ik zal ten minste mijn best doen om te vergeten. Terugkeer tot de barbaarschheid. In Michigan, (Vereenigde Staten) is er een wetgever, M. Rodgers, die een radikaal middel wil gebruiken om het getal zinne- loozen te verminderen, hij heeft in den wetgevenden raad voorgesteld de kinderen erkend als zullende onnoozel n blijven, te dooden op eene wijze die hen niet doet lijden, bij voorbeeld door inademing van chloroform In plaats van met verent- weerdiging dat barbaarsch werk van de hand te wijzen, hebben de Michigansche wetgevers het tot onderzoek naar eene commissie gezonden. En dan spreekt men van de moderne beschaving en mensch- lievendheid 1! Op hetzelfde oogenblik snelde een man buiten adem het perron op en kwam regelrecht op de twee broeders af. Het was dezelfde kleine, magere man, die een kwartier geleden de portierster van de rue Tourlaque zulk een schrik had aange jaagd. M. Olivier Fromentel vroeg hij. Die ben ik. Ik wist het wel. Goddank dat ik nog bijtijds kom. Op een verwonderd vragenden blik van Olivier ging hij voort Ik ken u, al kent gij mij niet.Ik ben Tony, de kamerdienaar van M. Dorgeur of liever van M. Sorandal, tot wiens dienst M. Dorgeur mij heeft aange wezen. Olivier verbleekte. Mijn God, er is een ongeluk gebeurd te Pierrefite Neen, nog niet, maar er zal er een gebeuren, wanneer gij het niet verhindert; daarom heb ik u zonder uitstel willen waarschuwen. Bij het hooren van den naam Dorgeur had Jacques gebeefd. Olivier, zegde hij, het is tijd om in te stappen. Wacht nog een oogenblik, ant woordde Olivier, ik moet eerst weten wat deze man mij te zeggen heeft. Een ongeluk Verklaar u nader. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1