Zondag 21 Juni UH)3
5 centiemen per nummer.
WANNEER
S6,e Jaar 3813
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De ongevallenwet
in Nederland.
Duur vleesch.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere -week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schryft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQIIE 8LIM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by aocoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, 20 JUNI igo3.
Bij onze noorderburen is de kwestie
der arbeidsongevallen opgelost door de
wet van 2 Januari 1901. Zij heeft de ver
plichte verzekering ingevoerd voor de 61
bedrijven opgesomd in artikel 10. De wet
bevat 116 artikelen verdeeld in 18 hoofd
stukken.
Wij zegden zooeven verplichtende ver
zekering; de verplichting is niet algemeen
en strikt. Artikel 52 voorziet uitzonderin
gen.
De werkgever, wiens onderneming
hier te lande is gevestigd, kan door Ons,
1 (door de Koningin) op zijn verzoek,
a worden toegelaten om het zij zelf het
a risico te dragen der bij deze wet gere-
gelde verzekering zijner werklieden, het
I zij dit over te dragen aan eene naam-
n looze vennootschap of rechtspersoon-
LIJKHEID BEZITTENDE VEREENIGtNG, daar-
II onder begrepen eene wederkeerige ver-
zekerings waarborgmaatschappij.
Gebruik makende van die toelating
hebben de nijveraars van Utrecht eene
nationale verzekeringsbank gevormd te
gen ongevallen. Zij is echter geen verze
keringszaak maar een organisatie van
werkgevers, die met elkander de risico
der verplichte werklieden verzekering
dragen in plaats van de premiën te beta
len die de Rijksverzekeringsbank eischt.
Zij heeft voor doel de kosten zooveel mo
gelijk te beperken door een zuinig beheer
en een eenvoudige inrichting.
Hier dient bijgevoegd te worden dat de
verzekering der werklieden in Holland
gebeurt door eene bank van verzekering
van den Slaat, geheeten Rijks verzeke-
keringsbank en wier zetel te Amsterdam
is. Wij zullen die inrichting nader doen
kennen als wij de organen der verzeke
ring in de verschillige landen zullen be
spreken. In Nederland dus is het we
zenlijk de Staat die verzekert de
vrijheid die aan de werkbazen wordt ge
laten zich zelf te verzekeren bij eene
maatschappij of als lid eener mutualiteit
is aan zekere voorwaarden onderworpen.
Men ziet vooraan dat die voorwaarden
trek hebben op de waarborgen der renten
welke bij ongevallen toegekend worden.
Het betalen dier renten mag aan geen
gevaar blootgesteld worden.
Te dien einde zal hier ten onzent, de
heer Minister Francotte de nationale
de eerste maal en hoe dik
wijls St-Martinuskerk gewit
is geworden.
Dank aan den iever van den Pastor-
Deken van Aalst, den Z. E. H. Kanun
nik Van Doren ingegeven door zijnen
betreurden voorzaat, wijlen den Z. E. H.
Raemdonck.die de hand aan het grootsch
werk had geslagen toen de dood zijne
gelukte pogingen is komen onderbreken,
en krachtdadig ondersteund door zijn
Kerkbestuur heeft de oude Collegiale
van St-Martinus haren vroegeren luister
weer bekomen door de inwendige her
stellingswerken, onder de leiding van
den bouwkundige, den heerj. Goethals,
thans op zulken korten lijd en zoo behen
dig door den ondernemer, den heer L.
Verstraeten van Rumbeke, aan het hoofd
zijner wakkere werklieden, voltrokken.
Verlost van de dikke kalklaag, die ze
sinds ettelijke jaren bedekte, komen de
pilaren met hunne gebloemde kapitee-
len, de begen, de gordels en ribben der
gewelven en het lief triforium, in grij
zen steen, zoo sierlijk en zoo machtig
schoon en zoo eenvoudig nogtans
op de witte muren van de groote kerk
uit
De prachtige gothieke tempel herleeft
zoo als de man van genie, Herman De
Waghemakere, de wonderlijke meester
WARCKMAN VAN ONSER VraUWENKBRCKE
t'Antwerpen en van het oorsptonkelijk
Stadhuis van Gent, hem over vier eeuwen
had opgevat.
Er blijft niet meer over dan het ge
bouw, waaraan nog drij traveeën en de
toren ontbreken, te voltrekken om er
een der heerlijkste monumenten van
voorzorgskas stichten om de vergoedingen
der arbeids ongevallen, absoluut en ze
ker, te waarborgen, daar gelukkiglijk
onze nijveraars vrij blijven zich te verze
keren of niet.
Wij betreuren dat de partijgangers van
de verplichte verzekering, wij zullen ze
dwangliefhebbers noemen, het ministerie
het gevaar hebben doen loopen in min
derheid gesteld te worden. Na de be
lofte door den heer minister gedaan eene
landskas in te richten om, in alle geval,
de betaling der renten te verzekeren,
mocht de kwestie der verplichte verzeke
ring de rechterzijde niet meer verdeelen.
Er bestond hoegenaamd geen reden meer
om te weigeren het ministerie te volgen.
De dwang-liefhebbers hebben alleen ge
toond dat zij, even als Don Quichotte,
voor een ijdel gedacht bekwaam zijn te
ontvlammen, dat zij in staat zijn voor
woorden, enkel voor woorden, en niet
voor daadzaken, te strijden.
Waarom de verplichte verzekering als
de rechten van den werkman, heel en al,
volkomen zijn gewaarborgd De renten
voor arbeids-ongevallen liepen geen ge
vaar meer, waren aan geene wisselvallig
heid blootgesteld en nochtans wij zien de
leden der rechterzij, uit ongerijmde liefde
voor den dwang, de eenheid der rechterzij
en de invoering van het wetsontwerp zelf
bedreigen
Idealisten zijn het Geen praktische
mannen.
Doch zie, daar zijn we ver van ons ont
werp en hebben wij ons laten meêslepen,
omdat wij de roekelooze houding der
dwangliefhebbers niet konden verkrop
pen, en wij aan onze verontwaardiging
moesten lucht geven.
Die liefhebbers van den dwang
Hebben wij niet gezien dat zij in eene
onverschoonbare blindheid zoover gingen
te houden staan dat de verplichte verze
kering eene kwestie was van NATUUR
LIJK RECHT Ja, riepen zij uit,
de werkman heeft het recht in name
der natuurlijke rechtveerdigheid, de
verplichte verzekering te eischen
Hierop moeten wij eenvoudig de woor
den herhalen Heere, vergeef het hun
want zij weten niet wat zij zeggen. Ver
mits de wet steunt op eene regeling bij
overeenkomst heeft de werkman het recht
te eischen dat in geval van ongeluk zijne
rente hem zeker betaald worde. Door
wie zulks gedaan wordt, de wijze waarop
zij gewaarborgd is, moet hem onverschil
lig laten van het oogenblik dat de beta
ling hem verzekerd is.
Het tweede deel van art. 52 der Hol-
landsche ongevallenwet bepaalt de voor
waarden waarop de patroon zijn eigen
verzekeraar kan blijven.
De toelating om zelf het risico te
i) dragen geschiedt. tenzij de werkge-
ver de Staat, eene Provincie, of eene
i) Gemeente van ten minste 20,000 zielen
is niet voor dat de werkgever, tot
zekerheid voor de nakoming zijner uit
i) deze wet voortvloeiende verplichtingen,
n aan de Rijks verzekeringsbank een pand
heeft gegeven of te haren behoeve
hypotheek heeft gesteld, een en ander
voldoende aan de daaromtrent bij alge-
meenen maatregel van bestuur te stel-
len voorschriften.
De verplichte verzekering door den
Staat is dus in Holland tamelijk verzacht
en onder de nijveraars komt de strekking
in leven zich onderling te verstaan en, in
mutualiteit vereer.igd, de lasten der ver
zekering te dragen.
Vlaanderen en wellicht van ons Land van
te maken.
Begonnen omtrent 1480, is St-Martens-
kerk met brokken en stukken opgebouwd
en nooit voltooid geworden.
Vroeger hadden de groeven van Afpli-
gem, Vi.ierzble en van den Betsberg
t'Oosterzele den hardsteen tot het op
maken der vorige kerk geleverd thans
worden de werken van het koor (1482-83)
aangevangen met steen van Vilvoorde
in 't begin der volgende eeuw (i535) wierd
bepaald dat de witte arduin zou komen
uit de groeven van binnen Lede en de
up d'BoucHouT (Hekelgem).
Nadat tenjare i6o5 St-Martinus gedeel
telijk was afgebrand, wierden de oude
steenen, alhoewel deerlijk door het vuur
en het vallen geschonden dit hebben
de werklieden die de kerk hebben afge-
schrabd gemakkelijk kunnen naspeuren
wederom benuttigd om den midden-
beuk (1639) en den noordelijken kruis-
beuk (i65o-i655) herop te richten. Met
veel moeite en weinig geldmiddelen op
gebouwd, lieten die deelen der kerk, on
der opzicht van zorg en sterkte dat
heeft elk nu kunnen bestatigen veel te
wenschennogtans heden, sedert de
herstelling, moet de achterkerk voor de
bovenkerk niet onderdoen.
Hoelang nu reeds waren die kostelijke
steenen kostelijk bijzonderlijk omdat
zij heden zoo zeldzaam zijn - onder
die meermaals herhaalde lagen witsel
begraven
't Was in den beginne der i8# eeuw.
Denkelijk was de kerk vuil geworden
pilaren, sluitsteenen, gewelven en muren
waren hier en daar beschilderd, de eene
kunstig zooals de vouten der kapellen
van O. L. Vrouw en van den Zoeten
Naam, waarvan de schoone fresco's, thans
Wij deelen het antwoord van minister
vander Bruggen meê, op den brief van
M. De Mot
Brussel, 7 Juni.
Mijnheer de Burgemeester,
Ik heb de eer, u ontvangst te melden
van uw schrijven, van 29 Mei laatstleden.
Het belang, dat ik aan uwe meedeeling
hecht, alsook de ruchtbaarheid, die er aan
gegeven werd, stelden het mij tot plicht,
den toestand, dien gij mij aanduidt, ten
nauwkeurigste te onderzoeken. Enkele
dagen waren noodig om de vereischte in
lichtingen in te winnen.
Dit is de reden van de vertraging van
mijn antwoord, welke gij zult gelieven te
verontschuldigen.
Over het algemeen is men het eens,
schrijft gij mij, om te beweren, dat het
eenige middel tegen de crisis ware, niet
langer de grenzen voor het vreemd vee
gesloten te houden.
Gelief op te merken, mijnheer de bur
gemeester, dat het regiem, dat sedert 1897
in voege is en aan onzen veehandel de
vroeger zoo dikwijls verlangde standvas
tigheid geeft, het sluiten der grenzen niet
na zich sleept. Wij hebben inderdaad uit
den vreemde ingevoerd
in de 4 eerste maanden 190118,357 runderen,
id. 190318,536 id.
id. 180321,303 id.
nog bewaard, dagteekenen van het begin
des gebouws, namelijk van 1497 de an
dere, van latere tijden, leelijk en smake
loos, waarvan wij eenige specimens kort
stondig hebben mogen bewonderen.
Overigens de geest van den tijd vergde
eene verandering. Het gothiek u Heilig-
sakramentshuis was door een nieuw
tabernakel (1604) volgens den herborings-
stijl vervangen; de gothieke autaren waren
weggeruimd voor de greco-romeinsche ge
vaarten waaronder, en waarom niet
rijke en kunstige van heden. Waarom
dan ook niet de heele kerk in een nieuw
pak gestoken
Den i3 Juli dus van het jaar 1725, be
sloot het bestuur van St-Martinus de kerk
VOOR DE EERSTE MAAL TE WITTEN.
De Resolutieboek van 1649-1771
spreekt als volgt
«Actum in de thresorie desen i3July
1725, Coram den eerw. heere deken
(MaTTHEUS BbRTOMVILLE, DEKEN VAN HET
kapittel en pastor der stad), den eerw.
heer canoninck(LucAS-ALOYsius) Cayman
(s. t. l.), Joncker Cosmas le boiteux,
heere van Beaulieu, etc. Joncker Jacques
Ferdinand de Regnaucourt, heere ende
meester Emmanuel De Ruddere, kerek-
meesters, ende dheer Alexander De Clip-
pele ontfangher.
Is geresolveert ten selven dage door
de heeren kerekmeesters, te laten witten
de kereke van den H. Martinus alhier,
tot welcken ijnde de voorscreven heeren
goet hebben gevonden kenen omganck te
doen lanx de stadt tot betaelinge van de
oncosten.
Ten zeiven dage ist selve witten of
werek aan bestet aan Jan Baptista Van
der Gugt meester metser voor de somme
van 800 en 5o guldens courant op conditie
dat den voorscreven Van der Gught is
verobligeert de selve kereke eerst af te
borstelen voorder tweemaal te witten
Onder dit laatste getal zijn begrepen
12,101 stuks voor de beenhouwerij, naar
de voornaamste slachthuizen van België
gestuurd, mits het naleven der noodig
geachte maatregelen van afzondering, en
9201 melkkoeien, die in het land toege
laten werden na de quarantaine en de
proef met tuberculine onderstaan te heb
ben.
Ik heb het kunnen bestatigen, onlangs
in een schrijven aan den Belgischen mi
nister te 's Gravenhage van al de landen
die ons omgeven, is er geen dat zoo groot
gemak voor het invoeren van het vee toe
staat.
Doorgaans, wordt de invoer op schier
volstrekte wijze verboden. Engeland, dat
meermaals tot voorbeeld gegeven werd,
laat net levend vee, van welken oorsprong
ook, in het binnenland niet toe wel is
waar, wordt het vee van Canada en de
Vereenigde Staten in twee of drie havens
toegelaten, maar het moet geslacht wor
den in slachthuizen, daartoe afzonderlijk
ingericht in de nabijheid der landings
plaatsen.
Er werd u verzekerd, M. den burge
meester dat het inlandsch vee schaarscher
om schaarscher wordt en dat de landbou
wers zich geene magere dieren meer kun
nen aanschaffen.
Deze bewering wordt gelogenstraft door
de cijfers der laatste optellingen. Er wer
den opgesteld in België
1,420,978 runders op 3 December i8g5;
1,646,320 id. id. 1901.
Dus eene vermeerdering van i5 p. h.
En deze laatste optelling behelst de
runderen niet van de boerderijen van min
der dan eene hectaar. Het jong vee neemt
een groot aandeel in dien vooruitgang.
Ziehier de cijfers der geboorten voor het
runderras
In i8g5 6i3,o54 stuks
In 1901 703,273 stuks.
Indien het mager vee duur is, zoo mag
niet gezegd worden dat het schaarsch is.
Onze stallen worden niet ontvolkt, inte
gendeel.
Het slachten van melkkoeien, aangege
ven als een betreurenswaardig uiterste
middel, moet geene verwondering wek
ken. Ten allrn tijde werden de koeien,
die voor verschillige redenen afgewezen
worden, aan het verbruik geleverd. Het
schijnt ook niet dat het cijfer op anormale
wijze geklommen is. Volgens dc statistiek
van Anderlecht, werd in igo3 slechts 2
maal meer dan 1000 koeien en vaarzen te
koop gesteld. Welnu, dit cijfer werd 9
maal bereikt in 1901 en 8 maal in 1902.
eens uyt den rouwen en ten tweeden met
den alderbesten en suyversten kalck, mits
gaders te verven de balustrade boven lanx
de muren met olieverve tot tweemael toe
alsook het onderste van de steunpilaeren
der selve kerek, immers alles in vol-
maeckthyt volgens het oordeel van de
heeren kerekmeesters.
De omhaling in de stad terzelfder-
tijd wierd rondgegaan voor het maken
van een zilveren kruis met koperen
Christus, 't kruis dat thans het tabernakel
des hoogaltaars versiert, en dat, het zij in
't voorbijgaan gezeid, 24 18 gulden kostte
bracht boven de i5oo gulden op.
Het zal misschien menigen lezer aan
genaam zijn de namen van de bijzonder
ste gevers te kennen. Wij schrijven uit de
rekening van 1725-1726 over
Ontfangen van de heeren ghedepu-
teerde, 28 gulden van Benedictus De
Ruddere, secretaris van zijne Eminentie,
357 g.; van Karei Van Waesberghe, grif
fier deser stadt, 21 g van juffer Terlin
den, beggijntje, 10 g.; uyt den block ge-
stelt voor 't witten der kereke, 8 g. 18
stuyvers; van w* Cornells Van der Meer-
sche, 24 g.; van jonckheer Ignace Vilain,
heere van Welle, 3o g.; van het kapittel
der kerek tot 't witten, 72 g.; van de ho
veniers, 5 g.; de kleermackers, i3 g.; de
coopliedenneering, 9 g.; van den heer
stadthouder Lenaert, over St-Huybrecht,
5 g.; de huyvettersambacht, 9 g.; van St-
Niclaesneering, 9 g. van Backersam-
bacht, 5 g. de guide van St-Sebastiaan,
gg.; van de beenhouwers, 5 g. van de
blauwververs, 2 g. 10 st. van het smits
ambacht. 9 g. de guide van St-Jooris, 9
g.; de guide van S* Barbara. 9 g. juffer
Terhnden, beggijntje, over S*-Annacap-
pelle, 9 g.; het timmerambacht, 5 g.; de
confrérie van St-Jacob, 5g.; het Broeder
schap van den H. Roosencrans, 9 g.; de
guide van de H. Catharina, 9 g.; mevr.
Ik kom nu tot het gebrek van vee en
het stijgen der prijzen, welke op de markt
van i5 Mei laatstleden vastgesteld werden.
De lente van 1903 was buitengewoon
koud en vochtig. Alle voorspellingen
werden teleurgesteld en deze omstandig
heden werkten een tegenslag uit op de
bevoorrading van de markt.
Nochtans is het cijfer van 1435 stuks,
welke op i5 Mei te koop gesteld werden,
daarin niet begrepen de dieren, welke uit
Holland verzonden werden niet zoo laag
als men het schijnt aan te nemen. Ziehier
eenige punten tot vergelijking
In 1901 14 Maart, i368 stuks>
28 1263
25 April, 1372
14 Augusti, 1340
In 1902 20 Maart, 1455
17 April, 1493
11 September, i333
24 December, 1280
In 1903 26 Maart, *492
2 April, i35i
16 1346
Men heeft opgemerkt dat minder wel
voorziene markten bijna altijd voorafge
gaan of gevolgd worden van markten
waarop het vee in overvloed is.
Dit maal werd zulks alweer bevestigd.
Up de markt van 28 Mei laatstleden, wer
den 1839 stuks te koop gesteld, i36 stuks
werden uit Holland verzonden aldus 400
stuks meer dan op de twee vorige markt
dagen en er werd my verzekerd dat rond
de 200 beesten geen kooper vonden.
Het stijgen der prijzen valt niet te be
twistten. Indien men echter voor de 25
laatste jaren, de verandering van prijzen
voor de waren van eerste noodzakelijkheid
nagaat, zoo is het vee een der producten
die het minste zwinkingen ondergaan
hebben. De middencijfers dezer laatste
maanden overschrijden die der jaren 1877
1878 en i883 niet.
Dit stijgen der prijzen hangt minder af
van plaatselijke dan wel van algemeene
oorzaken, die zich ook in andere landen
laten voelen.
Zooals gij doet opmerken, mijnheer de
burgemeester, ontvangen wij slechts wei
nig vee uit de Vereenigde Staten, alhoewel
onze grenzen er voor open staan. Enge
land maakt er zich meester van en toch
ontvangt het minder vee dan vroeger. Uit
de Vereenigde Staten werden in Engeland
ingevoerd
ossenvleesch
4 eerste maand. 1901, 138,37a st., 1,039,091 ctw.
1903, 110,763 797,403
1903, 89,317 854,061
Van den anderen kant, heeft de Argen-
tijnsche Republiek, bij besluit van 7 Mei,
den uitvoer van levend vee verboden.
douairière jonckheer Jacques du Smet,
heere van Smoers, burghemeester 233 g.;
van de jonckheyt van de Nieuwstraat, 410
g.;Jorjoan. Frans van den Broucke, sig-
neur de Terbeecken, 5 g.; Sr PieterFrans
Le Corbisier als ontfanger van St-Jobs-
cappelle, bij ordonnance van mijne edele
heeren Burgemeester en Schepenen, 100
g.; noch van de jonckheyt van de Nieuw-
straet, 84 g. enz.
Den 1 September was St-Marten ge
wit, en de kerkmeesters waren tevreden
over het heerlijk werk, want zij accoor-
deerden aen meester Van der Gucht 5o
guldens indemniteyt aengezien hij alle
de conditiën van het witten der kerek wel
hadde volbragt.
Sinds 1725 wierd de kerk nog zeven
maal gewit, te weten, omtrent 1750, het
jaar 1794, 1802 (gedeeltelijk), 1810, 1823,
1834 en eindelijk 1849.
Op weinig uitzonderingen na, wordt
dit werk, even als het jaarlijksch afborste
len, door te Brussel wonende Italianen
verricht.
Ten jare 1750 ongeveer (de rekening
van 17401756 bepaalt het jaar niet) on
dernam meester Jan Louis Van der Gucht
het werk voor de som van 1104 gulden.
't Jaar 1794 wierd de onderneming ge
daan door de meesters metsers Michiels
en Teirlinck, voor 1369 gulden doch
Italianen voltrokken het onafgedane
werk.
In 1802 witte Niklaas De Veylder,
meester huiswitter en glazemaker, gedeel
telijk de muren en olieverfde de balu
strade of triforium. Dit veroorzaakte eenen
onkost van 425 gulden.
Van danaf wordt het bepaaldelijk de
taak der Itaiiaansche witters 't zijn An
tonio Macotti, Giachoino en Giuseppe
Paliardi, Pedro Basi, B. Perugini, Gio-
Beide oorzaken hebben de Engelsche
markt getroffen en hebben hare terug
werking op de Hollandsche en op onze
markt.
Kortom, het mager vee is duur, maar
niet schaarsch.
Onze veestapel is aanzienlijk aange
groeid. De prijs van het levend vee is
hoog, maar overschrijdt niet den prijs
waartoe het vóór eenige jaren geklommen
is. Ondanks eene zeer ongunstige lente,
bewijst de bevoorrading der markt, voor
het oogenblik ten minste, geene vermin
dering van onzen kweek die van aard is
ons onrust in te boezemen.
Holland kan zijne verzendingen ver
meerderen onze havens staan open voor
het overzeesche vee. Geslacht vee kan van
alle kanten binnengebracht worden.
Uit het voorgaande blijkt dat het hui
dige opgaan der prijzen van het vee in
België minder afhangt van plaatselijke dan
wel van algemeene oorzaken welke ik niet
bij machte ben te doen verdwijnen.
Aanvaard, enz.
Tegen Vliegen en Wespen. Mid
deltjes tegen vliegen en wespen, de pla
gen van menigeen en van den bakker in
het bijzonder, zijn er vele. Wij laten hier
onder eenige volgen, misschien zijn er bij,
die nog niet algemeen bekend zijn.
De scherpe geur van laurierolie ver
jaagt de vliegen in een ommezien. Men
druppelt de olie op watten, die men in
schoteltjes op verschillende plaatsen van
den winkel neérzet, waarna de vensters
geopend worden, opdat de vliegen kunnen
verdwijnen.
Een ander middel is de ricinusplant.
De reuk van deze schoone plant is voor
ons orgaan niet hinderlijk en buitendien
maakt de plant met hare schoon gevormde
bladen geen slecht figuur in den winkel.
Bijzondere verpleging heeft ze niet noo*
dig, zij groeit zeer snel en moet alleen
ieder jaar versche aarde hebben. Een an
der middel is een halve theelepel vol fijn
gestooten zwarte peper, vermengd met
een theelepel bruine suiker en een «et-
lepel room. Deze bi ij zet men op een
bord in den winkel en de vliegen ver
dwijnen gauw. Nog een middel is sterke,
koude groent thee met suiker, hierop ko
men de vliegen aan en worden gedood.
Tegen wespen is het eenvoudigste mid
del, twee flesschen met water te vullen en
daarvan den hals van binnen met honing
of frambozensap te besmeren, De wespen
worden door den reuk in de flesch gelokt,
waar zij jammerlijk verdrinken.
vanni Pedrotini, P. Roschigna, Fran-
coni, Ferrari, J. Vidioti, die beurtelings
den bouw afborstelen of witten.
'tjaar 1810 witte Jacob Paliardi St-
Marten voor 1200 gulden; doch te midden
van zijn werk ziek geworden, wierd hij
vervangen door Pieter Basi.
Onder de voorwaarden van aanbeste
ding wierd bedongen dat de ondernemer
zou het wit van al de muren eerst af-
schrabben, deze nadien afborstelen en
kuischen.
Het witten en verven moest aanvangen
den 1 Maart 1810, en heel 't werk moest
a drij maand voltrokken zijn.
Gerardi schilderde en vergulde den
HGeest 1» en de sterren van 't gewelf.
Dertien jaar later (1823) gaat Joseph
Paliardi een accoord aan voor io33 fr.;
'tjaar 1834, Pedrotini, voor to38fr. De
sterren worden thans geschilderd door
Karei De Mette.
Eindelijk (1849) wierd de laatste laag
witsel op St-Martinus' muren en kolommen
door Vidioti gestreken voor het witten
betaalde hem de kerkfabriek 1450 fr.; voor
het verven des triforiums (dat nog in hout
was), van de plinten der muren en van
de onderplinten der pilaren en van al wat
vroeger geölieverfd was geweest, nog fr.
245.
De brave Deken De Hert en zijne col
lega's van 't Kerkbestuur vermoedden
alsdan niet wat al werk en groot geid het
afschrabben van die artistieke verf- en
kalklagen ons te» jare 1903 zou kosten
J.R.
Benevens den steen van Rochefort, ge-
uikte de architect Joostens voor de groote
uitwendige herstellingswerken van 1854, 39
vierkante meters witten arduin, herkomstig van
Metre (uit den grond tocbchoorcnd aan den
landbouwer Domien Van Droogenbroeck). Te
Lede was alsdan ook eene steengroef ontdekt,
doch daar dc gemeente zich met de uitgravings-
werken niet wilde gelasten, zoo zijn deze onder
bleven.