Zondag 21 Juni UH)3 5 centiemen per nummer. WANNEER S6,e Jaar 3813 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De ongevallenwet in Nederland. Duur vleesch. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere -week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schryft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQIIE 8LIM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by aocoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 20 JUNI igo3. Bij onze noorderburen is de kwestie der arbeidsongevallen opgelost door de wet van 2 Januari 1901. Zij heeft de ver plichte verzekering ingevoerd voor de 61 bedrijven opgesomd in artikel 10. De wet bevat 116 artikelen verdeeld in 18 hoofd stukken. Wij zegden zooeven verplichtende ver zekering; de verplichting is niet algemeen en strikt. Artikel 52 voorziet uitzonderin gen. De werkgever, wiens onderneming hier te lande is gevestigd, kan door Ons, 1 (door de Koningin) op zijn verzoek, a worden toegelaten om het zij zelf het a risico te dragen der bij deze wet gere- gelde verzekering zijner werklieden, het I zij dit over te dragen aan eene naam- n looze vennootschap of rechtspersoon- LIJKHEID BEZITTENDE VEREENIGtNG, daar- II onder begrepen eene wederkeerige ver- zekerings waarborgmaatschappij. Gebruik makende van die toelating hebben de nijveraars van Utrecht eene nationale verzekeringsbank gevormd te gen ongevallen. Zij is echter geen verze keringszaak maar een organisatie van werkgevers, die met elkander de risico der verplichte werklieden verzekering dragen in plaats van de premiën te beta len die de Rijksverzekeringsbank eischt. Zij heeft voor doel de kosten zooveel mo gelijk te beperken door een zuinig beheer en een eenvoudige inrichting. Hier dient bijgevoegd te worden dat de verzekering der werklieden in Holland gebeurt door eene bank van verzekering van den Slaat, geheeten Rijks verzeke- keringsbank en wier zetel te Amsterdam is. Wij zullen die inrichting nader doen kennen als wij de organen der verzeke ring in de verschillige landen zullen be spreken. In Nederland dus is het we zenlijk de Staat die verzekert de vrijheid die aan de werkbazen wordt ge laten zich zelf te verzekeren bij eene maatschappij of als lid eener mutualiteit is aan zekere voorwaarden onderworpen. Men ziet vooraan dat die voorwaarden trek hebben op de waarborgen der renten welke bij ongevallen toegekend worden. Het betalen dier renten mag aan geen gevaar blootgesteld worden. Te dien einde zal hier ten onzent, de heer Minister Francotte de nationale de eerste maal en hoe dik wijls St-Martinuskerk gewit is geworden. Dank aan den iever van den Pastor- Deken van Aalst, den Z. E. H. Kanun nik Van Doren ingegeven door zijnen betreurden voorzaat, wijlen den Z. E. H. Raemdonck.die de hand aan het grootsch werk had geslagen toen de dood zijne gelukte pogingen is komen onderbreken, en krachtdadig ondersteund door zijn Kerkbestuur heeft de oude Collegiale van St-Martinus haren vroegeren luister weer bekomen door de inwendige her stellingswerken, onder de leiding van den bouwkundige, den heerj. Goethals, thans op zulken korten lijd en zoo behen dig door den ondernemer, den heer L. Verstraeten van Rumbeke, aan het hoofd zijner wakkere werklieden, voltrokken. Verlost van de dikke kalklaag, die ze sinds ettelijke jaren bedekte, komen de pilaren met hunne gebloemde kapitee- len, de begen, de gordels en ribben der gewelven en het lief triforium, in grij zen steen, zoo sierlijk en zoo machtig schoon en zoo eenvoudig nogtans op de witte muren van de groote kerk uit De prachtige gothieke tempel herleeft zoo als de man van genie, Herman De Waghemakere, de wonderlijke meester WARCKMAN VAN ONSER VraUWENKBRCKE t'Antwerpen en van het oorsptonkelijk Stadhuis van Gent, hem over vier eeuwen had opgevat. Er blijft niet meer over dan het ge bouw, waaraan nog drij traveeën en de toren ontbreken, te voltrekken om er een der heerlijkste monumenten van voorzorgskas stichten om de vergoedingen der arbeids ongevallen, absoluut en ze ker, te waarborgen, daar gelukkiglijk onze nijveraars vrij blijven zich te verze keren of niet. Wij betreuren dat de partijgangers van de verplichte verzekering, wij zullen ze dwangliefhebbers noemen, het ministerie het gevaar hebben doen loopen in min derheid gesteld te worden. Na de be lofte door den heer minister gedaan eene landskas in te richten om, in alle geval, de betaling der renten te verzekeren, mocht de kwestie der verplichte verzeke ring de rechterzijde niet meer verdeelen. Er bestond hoegenaamd geen reden meer om te weigeren het ministerie te volgen. De dwang-liefhebbers hebben alleen ge toond dat zij, even als Don Quichotte, voor een ijdel gedacht bekwaam zijn te ontvlammen, dat zij in staat zijn voor woorden, enkel voor woorden, en niet voor daadzaken, te strijden. Waarom de verplichte verzekering als de rechten van den werkman, heel en al, volkomen zijn gewaarborgd De renten voor arbeids-ongevallen liepen geen ge vaar meer, waren aan geene wisselvallig heid blootgesteld en nochtans wij zien de leden der rechterzij, uit ongerijmde liefde voor den dwang, de eenheid der rechterzij en de invoering van het wetsontwerp zelf bedreigen Idealisten zijn het Geen praktische mannen. Doch zie, daar zijn we ver van ons ont werp en hebben wij ons laten meêslepen, omdat wij de roekelooze houding der dwangliefhebbers niet konden verkrop pen, en wij aan onze verontwaardiging moesten lucht geven. Die liefhebbers van den dwang Hebben wij niet gezien dat zij in eene onverschoonbare blindheid zoover gingen te houden staan dat de verplichte verze kering eene kwestie was van NATUUR LIJK RECHT Ja, riepen zij uit, de werkman heeft het recht in name der natuurlijke rechtveerdigheid, de verplichte verzekering te eischen Hierop moeten wij eenvoudig de woor den herhalen Heere, vergeef het hun want zij weten niet wat zij zeggen. Ver mits de wet steunt op eene regeling bij overeenkomst heeft de werkman het recht te eischen dat in geval van ongeluk zijne rente hem zeker betaald worde. Door wie zulks gedaan wordt, de wijze waarop zij gewaarborgd is, moet hem onverschil lig laten van het oogenblik dat de beta ling hem verzekerd is. Het tweede deel van art. 52 der Hol- landsche ongevallenwet bepaalt de voor waarden waarop de patroon zijn eigen verzekeraar kan blijven. De toelating om zelf het risico te i) dragen geschiedt. tenzij de werkge- ver de Staat, eene Provincie, of eene i) Gemeente van ten minste 20,000 zielen is niet voor dat de werkgever, tot zekerheid voor de nakoming zijner uit i) deze wet voortvloeiende verplichtingen, n aan de Rijks verzekeringsbank een pand heeft gegeven of te haren behoeve hypotheek heeft gesteld, een en ander voldoende aan de daaromtrent bij alge- meenen maatregel van bestuur te stel- len voorschriften. De verplichte verzekering door den Staat is dus in Holland tamelijk verzacht en onder de nijveraars komt de strekking in leven zich onderling te verstaan en, in mutualiteit vereer.igd, de lasten der ver zekering te dragen. Vlaanderen en wellicht van ons Land van te maken. Begonnen omtrent 1480, is St-Martens- kerk met brokken en stukken opgebouwd en nooit voltooid geworden. Vroeger hadden de groeven van Afpli- gem, Vi.ierzble en van den Betsberg t'Oosterzele den hardsteen tot het op maken der vorige kerk geleverd thans worden de werken van het koor (1482-83) aangevangen met steen van Vilvoorde in 't begin der volgende eeuw (i535) wierd bepaald dat de witte arduin zou komen uit de groeven van binnen Lede en de up d'BoucHouT (Hekelgem). Nadat tenjare i6o5 St-Martinus gedeel telijk was afgebrand, wierden de oude steenen, alhoewel deerlijk door het vuur en het vallen geschonden dit hebben de werklieden die de kerk hebben afge- schrabd gemakkelijk kunnen naspeuren wederom benuttigd om den midden- beuk (1639) en den noordelijken kruis- beuk (i65o-i655) herop te richten. Met veel moeite en weinig geldmiddelen op gebouwd, lieten die deelen der kerk, on der opzicht van zorg en sterkte dat heeft elk nu kunnen bestatigen veel te wenschennogtans heden, sedert de herstelling, moet de achterkerk voor de bovenkerk niet onderdoen. Hoelang nu reeds waren die kostelijke steenen kostelijk bijzonderlijk omdat zij heden zoo zeldzaam zijn - onder die meermaals herhaalde lagen witsel begraven 't Was in den beginne der i8# eeuw. Denkelijk was de kerk vuil geworden pilaren, sluitsteenen, gewelven en muren waren hier en daar beschilderd, de eene kunstig zooals de vouten der kapellen van O. L. Vrouw en van den Zoeten Naam, waarvan de schoone fresco's, thans Wij deelen het antwoord van minister vander Bruggen meê, op den brief van M. De Mot Brussel, 7 Juni. Mijnheer de Burgemeester, Ik heb de eer, u ontvangst te melden van uw schrijven, van 29 Mei laatstleden. Het belang, dat ik aan uwe meedeeling hecht, alsook de ruchtbaarheid, die er aan gegeven werd, stelden het mij tot plicht, den toestand, dien gij mij aanduidt, ten nauwkeurigste te onderzoeken. Enkele dagen waren noodig om de vereischte in lichtingen in te winnen. Dit is de reden van de vertraging van mijn antwoord, welke gij zult gelieven te verontschuldigen. Over het algemeen is men het eens, schrijft gij mij, om te beweren, dat het eenige middel tegen de crisis ware, niet langer de grenzen voor het vreemd vee gesloten te houden. Gelief op te merken, mijnheer de bur gemeester, dat het regiem, dat sedert 1897 in voege is en aan onzen veehandel de vroeger zoo dikwijls verlangde standvas tigheid geeft, het sluiten der grenzen niet na zich sleept. Wij hebben inderdaad uit den vreemde ingevoerd in de 4 eerste maanden 190118,357 runderen, id. 190318,536 id. id. 180321,303 id. nog bewaard, dagteekenen van het begin des gebouws, namelijk van 1497 de an dere, van latere tijden, leelijk en smake loos, waarvan wij eenige specimens kort stondig hebben mogen bewonderen. Overigens de geest van den tijd vergde eene verandering. Het gothiek u Heilig- sakramentshuis was door een nieuw tabernakel (1604) volgens den herborings- stijl vervangen; de gothieke autaren waren weggeruimd voor de greco-romeinsche ge vaarten waaronder, en waarom niet rijke en kunstige van heden. Waarom dan ook niet de heele kerk in een nieuw pak gestoken Den i3 Juli dus van het jaar 1725, be sloot het bestuur van St-Martinus de kerk VOOR DE EERSTE MAAL TE WITTEN. De Resolutieboek van 1649-1771 spreekt als volgt «Actum in de thresorie desen i3July 1725, Coram den eerw. heere deken (MaTTHEUS BbRTOMVILLE, DEKEN VAN HET kapittel en pastor der stad), den eerw. heer canoninck(LucAS-ALOYsius) Cayman (s. t. l.), Joncker Cosmas le boiteux, heere van Beaulieu, etc. Joncker Jacques Ferdinand de Regnaucourt, heere ende meester Emmanuel De Ruddere, kerek- meesters, ende dheer Alexander De Clip- pele ontfangher. Is geresolveert ten selven dage door de heeren kerekmeesters, te laten witten de kereke van den H. Martinus alhier, tot welcken ijnde de voorscreven heeren goet hebben gevonden kenen omganck te doen lanx de stadt tot betaelinge van de oncosten. Ten zeiven dage ist selve witten of werek aan bestet aan Jan Baptista Van der Gugt meester metser voor de somme van 800 en 5o guldens courant op conditie dat den voorscreven Van der Gught is verobligeert de selve kereke eerst af te borstelen voorder tweemaal te witten Onder dit laatste getal zijn begrepen 12,101 stuks voor de beenhouwerij, naar de voornaamste slachthuizen van België gestuurd, mits het naleven der noodig geachte maatregelen van afzondering, en 9201 melkkoeien, die in het land toege laten werden na de quarantaine en de proef met tuberculine onderstaan te heb ben. Ik heb het kunnen bestatigen, onlangs in een schrijven aan den Belgischen mi nister te 's Gravenhage van al de landen die ons omgeven, is er geen dat zoo groot gemak voor het invoeren van het vee toe staat. Doorgaans, wordt de invoer op schier volstrekte wijze verboden. Engeland, dat meermaals tot voorbeeld gegeven werd, laat net levend vee, van welken oorsprong ook, in het binnenland niet toe wel is waar, wordt het vee van Canada en de Vereenigde Staten in twee of drie havens toegelaten, maar het moet geslacht wor den in slachthuizen, daartoe afzonderlijk ingericht in de nabijheid der landings plaatsen. Er werd u verzekerd, M. den burge meester dat het inlandsch vee schaarscher om schaarscher wordt en dat de landbou wers zich geene magere dieren meer kun nen aanschaffen. Deze bewering wordt gelogenstraft door de cijfers der laatste optellingen. Er wer den opgesteld in België 1,420,978 runders op 3 December i8g5; 1,646,320 id. id. 1901. Dus eene vermeerdering van i5 p. h. En deze laatste optelling behelst de runderen niet van de boerderijen van min der dan eene hectaar. Het jong vee neemt een groot aandeel in dien vooruitgang. Ziehier de cijfers der geboorten voor het runderras In i8g5 6i3,o54 stuks In 1901 703,273 stuks. Indien het mager vee duur is, zoo mag niet gezegd worden dat het schaarsch is. Onze stallen worden niet ontvolkt, inte gendeel. Het slachten van melkkoeien, aangege ven als een betreurenswaardig uiterste middel, moet geene verwondering wek ken. Ten allrn tijde werden de koeien, die voor verschillige redenen afgewezen worden, aan het verbruik geleverd. Het schijnt ook niet dat het cijfer op anormale wijze geklommen is. Volgens dc statistiek van Anderlecht, werd in igo3 slechts 2 maal meer dan 1000 koeien en vaarzen te koop gesteld. Welnu, dit cijfer werd 9 maal bereikt in 1901 en 8 maal in 1902. eens uyt den rouwen en ten tweeden met den alderbesten en suyversten kalck, mits gaders te verven de balustrade boven lanx de muren met olieverve tot tweemael toe alsook het onderste van de steunpilaeren der selve kerek, immers alles in vol- maeckthyt volgens het oordeel van de heeren kerekmeesters. De omhaling in de stad terzelfder- tijd wierd rondgegaan voor het maken van een zilveren kruis met koperen Christus, 't kruis dat thans het tabernakel des hoogaltaars versiert, en dat, het zij in 't voorbijgaan gezeid, 24 18 gulden kostte bracht boven de i5oo gulden op. Het zal misschien menigen lezer aan genaam zijn de namen van de bijzonder ste gevers te kennen. Wij schrijven uit de rekening van 1725-1726 over Ontfangen van de heeren ghedepu- teerde, 28 gulden van Benedictus De Ruddere, secretaris van zijne Eminentie, 357 g.; van Karei Van Waesberghe, grif fier deser stadt, 21 g van juffer Terlin den, beggijntje, 10 g.; uyt den block ge- stelt voor 't witten der kereke, 8 g. 18 stuyvers; van w* Cornells Van der Meer- sche, 24 g.; van jonckheer Ignace Vilain, heere van Welle, 3o g.; van het kapittel der kerek tot 't witten, 72 g.; van de ho veniers, 5 g.; de kleermackers, i3 g.; de coopliedenneering, 9 g.; van den heer stadthouder Lenaert, over St-Huybrecht, 5 g.; de huyvettersambacht, 9 g.; van St- Niclaesneering, 9 g. van Backersam- bacht, 5 g. de guide van St-Sebastiaan, gg.; van de beenhouwers, 5 g. van de blauwververs, 2 g. 10 st. van het smits ambacht. 9 g. de guide van St-Jooris, 9 g.; de guide van S* Barbara. 9 g. juffer Terhnden, beggijntje, over S*-Annacap- pelle, 9 g.; het timmerambacht, 5 g.; de confrérie van St-Jacob, 5g.; het Broeder schap van den H. Roosencrans, 9 g.; de guide van de H. Catharina, 9 g.; mevr. Ik kom nu tot het gebrek van vee en het stijgen der prijzen, welke op de markt van i5 Mei laatstleden vastgesteld werden. De lente van 1903 was buitengewoon koud en vochtig. Alle voorspellingen werden teleurgesteld en deze omstandig heden werkten een tegenslag uit op de bevoorrading van de markt. Nochtans is het cijfer van 1435 stuks, welke op i5 Mei te koop gesteld werden, daarin niet begrepen de dieren, welke uit Holland verzonden werden niet zoo laag als men het schijnt aan te nemen. Ziehier eenige punten tot vergelijking In 1901 14 Maart, i368 stuks> 28 1263 25 April, 1372 14 Augusti, 1340 In 1902 20 Maart, 1455 17 April, 1493 11 September, i333 24 December, 1280 In 1903 26 Maart, *492 2 April, i35i 16 1346 Men heeft opgemerkt dat minder wel voorziene markten bijna altijd voorafge gaan of gevolgd worden van markten waarop het vee in overvloed is. Dit maal werd zulks alweer bevestigd. Up de markt van 28 Mei laatstleden, wer den 1839 stuks te koop gesteld, i36 stuks werden uit Holland verzonden aldus 400 stuks meer dan op de twee vorige markt dagen en er werd my verzekerd dat rond de 200 beesten geen kooper vonden. Het stijgen der prijzen valt niet te be twistten. Indien men echter voor de 25 laatste jaren, de verandering van prijzen voor de waren van eerste noodzakelijkheid nagaat, zoo is het vee een der producten die het minste zwinkingen ondergaan hebben. De middencijfers dezer laatste maanden overschrijden die der jaren 1877 1878 en i883 niet. Dit stijgen der prijzen hangt minder af van plaatselijke dan wel van algemeene oorzaken, die zich ook in andere landen laten voelen. Zooals gij doet opmerken, mijnheer de burgemeester, ontvangen wij slechts wei nig vee uit de Vereenigde Staten, alhoewel onze grenzen er voor open staan. Enge land maakt er zich meester van en toch ontvangt het minder vee dan vroeger. Uit de Vereenigde Staten werden in Engeland ingevoerd ossenvleesch 4 eerste maand. 1901, 138,37a st., 1,039,091 ctw. 1903, 110,763 797,403 1903, 89,317 854,061 Van den anderen kant, heeft de Argen- tijnsche Republiek, bij besluit van 7 Mei, den uitvoer van levend vee verboden. douairière jonckheer Jacques du Smet, heere van Smoers, burghemeester 233 g.; van de jonckheyt van de Nieuwstraat, 410 g.;Jorjoan. Frans van den Broucke, sig- neur de Terbeecken, 5 g.; Sr PieterFrans Le Corbisier als ontfanger van St-Jobs- cappelle, bij ordonnance van mijne edele heeren Burgemeester en Schepenen, 100 g.; noch van de jonckheyt van de Nieuw- straet, 84 g. enz. Den 1 September was St-Marten ge wit, en de kerkmeesters waren tevreden over het heerlijk werk, want zij accoor- deerden aen meester Van der Gucht 5o guldens indemniteyt aengezien hij alle de conditiën van het witten der kerek wel hadde volbragt. Sinds 1725 wierd de kerk nog zeven maal gewit, te weten, omtrent 1750, het jaar 1794, 1802 (gedeeltelijk), 1810, 1823, 1834 en eindelijk 1849. Op weinig uitzonderingen na, wordt dit werk, even als het jaarlijksch afborste len, door te Brussel wonende Italianen verricht. Ten jare 1750 ongeveer (de rekening van 17401756 bepaalt het jaar niet) on dernam meester Jan Louis Van der Gucht het werk voor de som van 1104 gulden. 't Jaar 1794 wierd de onderneming ge daan door de meesters metsers Michiels en Teirlinck, voor 1369 gulden doch Italianen voltrokken het onafgedane werk. In 1802 witte Niklaas De Veylder, meester huiswitter en glazemaker, gedeel telijk de muren en olieverfde de balu strade of triforium. Dit veroorzaakte eenen onkost van 425 gulden. Van danaf wordt het bepaaldelijk de taak der Itaiiaansche witters 't zijn An tonio Macotti, Giachoino en Giuseppe Paliardi, Pedro Basi, B. Perugini, Gio- Beide oorzaken hebben de Engelsche markt getroffen en hebben hare terug werking op de Hollandsche en op onze markt. Kortom, het mager vee is duur, maar niet schaarsch. Onze veestapel is aanzienlijk aange groeid. De prijs van het levend vee is hoog, maar overschrijdt niet den prijs waartoe het vóór eenige jaren geklommen is. Ondanks eene zeer ongunstige lente, bewijst de bevoorrading der markt, voor het oogenblik ten minste, geene vermin dering van onzen kweek die van aard is ons onrust in te boezemen. Holland kan zijne verzendingen ver meerderen onze havens staan open voor het overzeesche vee. Geslacht vee kan van alle kanten binnengebracht worden. Uit het voorgaande blijkt dat het hui dige opgaan der prijzen van het vee in België minder afhangt van plaatselijke dan wel van algemeene oorzaken welke ik niet bij machte ben te doen verdwijnen. Aanvaard, enz. Tegen Vliegen en Wespen. Mid deltjes tegen vliegen en wespen, de pla gen van menigeen en van den bakker in het bijzonder, zijn er vele. Wij laten hier onder eenige volgen, misschien zijn er bij, die nog niet algemeen bekend zijn. De scherpe geur van laurierolie ver jaagt de vliegen in een ommezien. Men druppelt de olie op watten, die men in schoteltjes op verschillende plaatsen van den winkel neérzet, waarna de vensters geopend worden, opdat de vliegen kunnen verdwijnen. Een ander middel is de ricinusplant. De reuk van deze schoone plant is voor ons orgaan niet hinderlijk en buitendien maakt de plant met hare schoon gevormde bladen geen slecht figuur in den winkel. Bijzondere verpleging heeft ze niet noo* dig, zij groeit zeer snel en moet alleen ieder jaar versche aarde hebben. Een an der middel is een halve theelepel vol fijn gestooten zwarte peper, vermengd met een theelepel bruine suiker en een «et- lepel room. Deze bi ij zet men op een bord in den winkel en de vliegen ver dwijnen gauw. Nog een middel is sterke, koude groent thee met suiker, hierop ko men de vliegen aan en worden gedood. Tegen wespen is het eenvoudigste mid del, twee flesschen met water te vullen en daarvan den hals van binnen met honing of frambozensap te besmeren, De wespen worden door den reuk in de flesch gelokt, waar zij jammerlijk verdrinken. vanni Pedrotini, P. Roschigna, Fran- coni, Ferrari, J. Vidioti, die beurtelings den bouw afborstelen of witten. 'tjaar 1810 witte Jacob Paliardi St- Marten voor 1200 gulden; doch te midden van zijn werk ziek geworden, wierd hij vervangen door Pieter Basi. Onder de voorwaarden van aanbeste ding wierd bedongen dat de ondernemer zou het wit van al de muren eerst af- schrabben, deze nadien afborstelen en kuischen. Het witten en verven moest aanvangen den 1 Maart 1810, en heel 't werk moest a drij maand voltrokken zijn. Gerardi schilderde en vergulde den HGeest 1» en de sterren van 't gewelf. Dertien jaar later (1823) gaat Joseph Paliardi een accoord aan voor io33 fr.; 'tjaar 1834, Pedrotini, voor to38fr. De sterren worden thans geschilderd door Karei De Mette. Eindelijk (1849) wierd de laatste laag witsel op St-Martinus' muren en kolommen door Vidioti gestreken voor het witten betaalde hem de kerkfabriek 1450 fr.; voor het verven des triforiums (dat nog in hout was), van de plinten der muren en van de onderplinten der pilaren en van al wat vroeger geölieverfd was geweest, nog fr. 245. De brave Deken De Hert en zijne col lega's van 't Kerkbestuur vermoedden alsdan niet wat al werk en groot geid het afschrabben van die artistieke verf- en kalklagen ons te» jare 1903 zou kosten J.R. Benevens den steen van Rochefort, ge- uikte de architect Joostens voor de groote uitwendige herstellingswerken van 1854, 39 vierkante meters witten arduin, herkomstig van Metre (uit den grond tocbchoorcnd aan den landbouwer Domien Van Droogenbroeck). Te Lede was alsdan ook eene steengroef ontdekt, doch daar dc gemeente zich met de uitgravings- werken niet wilde gelasten, zoo zijn deze onder bleven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1