1
m>,e Jaar 3830
KAUL m VRECREM,
Zondag 13 Juli 1003
S centioinosi por nummer
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND. TAAL, VRIJHEID.
Zilveren Jubelfeest
De Duitsche Beroep-
genootschappen,
OM ZES MILLIOEN
4?
Het bemesten
der Klaver.
Prijzen van
Orde en Reinheid.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE 8IIIIM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by aocoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen. uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, ii JULI igo3.
VAN DEN HEER
Senator en Voorzitter der
catholieke Vereent ging des Arron-
dissements van Aalst.
De volgende Feestelijkheden zullen
plaatspiijpen, te Ninove op
Zondag 9 AugiiHt i 1903
i° Plechtige Mis om n uren ter paro
chiale kerk.
a° Algemeene vergadering om 12
uren ten lokale der catholieke Vereeni-
g'ng-
3° Banket om één uur ten lokale
catholieke Volkskring.
4° Optocht der Maatschappijen om
3 uren.
5° Allerhande feestelijkheden om 5
De zeer geleerde o ja zeer apiaapd
heer Daens heeft eens beweerd dat de
verzekering tegen arbeidsongevallen in
Duitschland door den Staat waargenomen
wordt. Dat is voor een wetgever eene
onvergeeflijke dwaling die aan zijne rede
voeringen alle gezag ontnemen moet. Wat
geloof kunt gij inderdaad hechten aan de
woorden van iemand die zulke dwalin
gen verkoopt en den moed niet heeft aan
de lezers de zuivere waarheid te doen
kennen Welk vertrouwen boezemt een
spreker in, handelende bij voorbeeld over
arbeidsongevallen, die zoo een kolossale
onwaarheid zegt, zulk eene verregaande
onwetendheid toont Zeg welk vertrou
wen
Om den heer Daens een reddings
plankje toe te steken gaan wij, in eenige
woorden, de organen der Duitsche verze
kering tegen arbeidsongevallen doen
kennen.
De eerste wet over ongevallen-verzeke
ring dagteekent van 6 Juli 1884. Zij was
slechts toepasselijk op de eigenlijke nij
verheid ."De verzekering wierd uitgebreid
door de wet van 5 Mei 1886 op de land
en boschbouw door de wet Van ri Juli
1887 op de ongelukken voortkomende bij
het bouwen door de wet van i3 Juli
'887 op de ongelukken voortkomende
bij het varen (See un fallversiekerungs-
gesch.) door de wet van 28 Mei r885
voor de ijzerenwegen, de binnenschips
vaart enz door de wet van i5 Maart
56* Vervolg.
Flick, die bij de laatste woorden was
opgestaan, loosde een zucht van verlich
ting en zette zijnen hoed op.
De oogen van Olivier fonkelden, zijne
borst zwoegde.
Jacques zag hem aan en zuchtte; hij
begreep dat er toch niets meer aan te
doen was, dat de opgewonden jongen
naar niets luisteren zou.
Hij haalde misnoegd de schouders op
en zegde
Laat ons dan gaan.
Wat 1 riep Olivier uit, terwijl hij
zich tot zijnen broeder keerde, gij gaat
met ons mee
Jongen 1 antwoordde Jacques, hadt
gij dan gedacht dat ik u alleen zou laten
gaan
O broeder, mijn broeder 1 riep
Olivier diep geroerd uit, terwijl hij met
van opgewondenheid bevende handen,
die van zijnen ouderen broeder drukte.
Jacques glimlachte vriendelijk met
vochtige oogen.
Ik heb er goed aan gedaan, hier te
komen dacht Flick. Alles gaat goed, uit
muntend. Dat zijn een paar mannen, die
Sorandal nog een benauwd kwartiertje
1886 op de uitbatingen van het Keizerrijk
en de Staten.
Die wetten zijn herzien in 1900. De
verzekering is daarna nog uitgebreid op
de beambten en personen van den solda
tenstand (wet van 18 Juni 1901) en op de
gevangenen (wet van 3o Juni 1900).
Het behoeft niet gezegd te worden da
de Staat zijne werklieden verzekert legen
de ongelukken die hen treffen. Geene bij
zondere inrichting is daartoe noodig de
onkosten worden ieder jaar op de be
grootingen gebracht. Dat is zco ten on
zent, dat is zoo in Duitschland en elders.
Wanneer het bedrijf niet afhangt van
den Staat, Provincie of Gemeente dan
wordt de verzekering waargenomen niet
door den Staat maar door de bazen zelf.
De bazen vormen eene mutualiteit en die
mutualiteit is het die de ongevallen ver
goed. Hoe worden die mutualiteiten ge
vormd
De mutualiteiten worden ingericht per
beroep. Al de bazen eener zelfde nijver
heid vormen er eene. Als de mutualiteit
te groot zou zijn, wordt zij verdeeld per
landstreek anders omvat zij het heele
keizerrijk.
Alzoo vormen verplichtend, men
weet het al de brouwers van gansch
Duitschland eene enkele mutualiteit op
welke de lasten der verzekering wegen
van de ongelukken die gelijk in welke
brouwerij voorvallen.
De brouwers van Aken of Keulen even
als die van Konigsberg maken deel van
een en zelfde mutualiteit. Hare zetel is te
Frankfort-aan-Mein. Om het bestuur te
vergemakkelijken is de mutualiteit dik
wijls in secties verdeeld. De mutualiteit
der brouwers telt er 9. Er kan ook beslist
worden dat 75 per honderd der schade
vergoedingen door de afdeeling waarin
het ongeluk voorvalt, moet opgebracht
worden
Niet alle mutualiteiten omvatten het
gansche grondgebied van het Keizerrijk.
Sommige hunner zijn opgericht voor eene
streek. Dat is het geval voor de weefnij
verheid daarvoor bestaan er 6 mutuali
teiten, eene voor Noord-Duitschland, eene
voor Zuid-Duitschland, eene voor Silesie,
eene voor Elzas-Lotharingen, eene voor
Rhynland en Westphalen, eene voor
Saksen.
De zijdefabrikanten vormen een bij
zonder genootschap dat zich over het
gansche Rijk uitstrekt, omdat de gevaren
bij het weven van zijde dezelfde niet zijn
als bij eene andere weefnijverheid.
De bouw-nijveraars zijn per streek ge
groepeerd er zijn 12 mutualiteiten waar
bij die van den Tiefbau of van de
aardbewerkers (terrassiers) moet gevoegd
worden.
In den land- en boschbouw zijn de
genootschappen ook per streek ingericht;
in 't geheel zijn er 48 eene per provincie
of deel van provincie.
Waarom heeft men in Duitschland de
mutualiteiten per beroep gevormd Was
het niet gemakkelijker de nijveraars eener
zelfde streek te vereenigen om te zamen
de lasten der ongevallen te doen dragen
Het is waar in Oostenrijk is de groe
peering gebeurd perstreek. De mutuali
teiten zijn er territoriaal, dat is voor een
bestemd grondgebied. In Duitschland -
het anders.
In de verdeeling der lasten moet men
rekening houden van de rechtvcerdigheid
en deze eischt dat iedere nijveraar bij
drage in verhouding van het gevaar
zijner nijverheid. Dat gevaar meten is
soms moeilijk cn die moeilijkheid heeft
men in Duitschland willen vermijden
en daarom heeft men al de bazen eener
zelfde nijverheid vereenigd welke ook de
streek, stad of dorp was, welke zij be
woonden.
Iedere mutualiteit vormt een geheel die
de wettelijke erkenning geniet. Zij be
schikt over hare inkomsten en uitgaven
binnen de palen der wet doch zij is
onderworpen aan het na- cn toezicht van
het Versiekenngsambt van Berlijn.
Voor vcrschillige harer werkingen heeft
de mutualiteit ook de goedkeuring van
dit keizerlijk verzekeringsambt noodig.
Zeg heer Daens, is het de Staat die in
Duitschland verzekert
kunnen doen doorleven. Wat de een te
opgewonden is, vergoedt de "andere door
kalmte en bezonnenheid. Met zulke
bondgenooten is de overwinning aan mij.
III.
Eene ongelukkige moeder.
Drie uren later belden Jacques en
Olivier Fromentel aan het hekken van
het kasteel Pierrefite.
Zooals van zelf spreekt was Flick niet
bij hen, men mocht hem niet in gezel
schap van dc broeders zien.
Op het kasteel wachtte hun eene teleur
stelling.
De man voor wien zij gekomen waren,
Sorandal was afwezig, naar Parijs ver
trokken, terstond na't dejeuner, in gezel
schap van Dorgeur.
Jacques en Olivier zagen elkaar aan,
besluiteloos wat zij nu zouden doen.
Mevrouw Dorgeur was alleen thuis,
zegde de portier.
Olivier vatte eensklaps een besluit en
begon
Welnu...
Maar Jacques liet hem niet aan het
woord.
Wees voorzichtig, zegde hij haastig,
Wat is uw plan Wat zoudt ge aan Mev.
Dorgeur zeggen
Ik wil haar zeggen...
Neen, gij verkeert in eenen toestand
van opgewondenheid, die mij vrees aan-
Onlangs sprekende van den klaverkan
ker, vermeldden wij hier terloops twee
meststoffen die met voordeel op de klaver
gebruikt worden.
Naar gelegenheid van die mededeeling,
hadden wij een gesprek met eenige land
bouwers over de bemesting der klaver.
Uit ons onderhoud deden wij de overtui
ging op dat vele landlieden nog bitter
weinig kennen van de levensleer dier
kostbare plant. Daarom achten wij het
gewenscht een en ander daarover mede te
deelen cn daaruit eenige gevolgtrekkingen
af te leiden voor heigeen de bemesting
betreft.
Zooals alle planten behoeft de klaver
behalve zekere andere bestanddeelen, die
wij hier niet dienen te noemen, stikstof,
fosfoorzuur, potasch en kalk, in vol
doende hoeveelheid t' harer beschikking
te hebben, om welig te groeiën.
Ontbreekt een of ander dier elementen,
dan is de plant in hare ontwikkeling ge
stoord en de opbrengst lijdt er onder.
De landbouwer moet dus die vier stof
fen aan de klaver bezorgen, zal men zeg
gen. Gelukkiglijk neen, want de stikstof,
de kostelijkste, krijgt de klaver gratis van
de lucht.
Ge moet weten, geachte Lezer, dat de
lucht eenen onuitputbaren voorraad st(k-
jaagt gij zijt op dit oogenblik geen
meester over u zeiven, gij zoudt te veel
kunnen zeggen, de eene of andere onher
stelbare fout begaan.
Maar toch... nu M. Sorandal niet
thuis is, noch M. Dorgeur... zouden wij
nu niet van de gelegenheid gebruik kun
nen maken om van Mev. Dorgeur te ver
nemen of alles wat die bediende... die
vermomde inspecteur van politie... ons
verteld heeft, waar is. Of het waar is dat
die onweerdige ouders er toe besloten
kunnen hebben, hunne dochter op te of
feren aan dien man...
Daar, ziet gij wel, door op zulk een
toon tot Mev. Dorgeur te spreken, zoudt
gij alles kunnen bederven. Luistert naar
mij, Olivier en laat mij begaan, als gij
vertrouwen in mij stelt.
Dat weet gij wel.
Dank u. Gij zult moeten erkennen
dat ik op het oogenblik oneindig veel
kalmer ben dan gij. Laat mij alleen met
Mev. Dorgeur spreken.
Maar ik dan
Gij wacht op mij hier in den om
trek, anders niet. Ga wat wandelen, het
is koud, dat zal kalmeerend op u werken.
Ik blijf niet lang weg.
En verder
Wanneer ik met Mevrouw Dorgeur
gesproken heb, dan zullen wij weten
waar wij ons aan te houden hebben en
dan kunnen wij een besluit nemen. Dat
blijft dus afgesproken
stof bevat. Welnu, eenige planten heb
ben het vermogen die stikstof te benutti
gen en, ofschoon er tamelijk veel door
hunne opbrengst weggenomen wordt, in
den grond nog eenen rijken voorraad ach
ter te laten.
Klaver, luzerne, boonen, erwten, enz.,
zijn in dat geval. Daarbij komt het dat
men na die planten, doch vooral na kla
ver, zulke goede vrucht kan winnen zon
der bemesting.
Op welke wijze die planten de stikstof
tot zich trekken, kan ons al bitter weinig
schelen.
Doch voor hen die het eens willen on
derzoeken, zeggen wij het volgende
Trek eenen boonstruik uit en bekijk goed
de wortelen. Daarop zult gij knobbeltjes
ter dikte van een speldekop vinden. Wel
nu, op de wortels van alle vlinderbloe
mige planten vindt men die knobbeltjes.
Daarin leven zeer kleine wezentjes, die
men microben heet, en naar de laatste
proefnemingen, zouden het die microben
zijn welke de stikstof der lucht in de kla
vervelden vestigen 1
Zoodus dat wij ons met de teruggave
van stikstof niet te bekomeren hebben,
't Is van groot belang zulks te weten,
want, nog eens gezegd, stikstof is het
kostelijkste element dat in de scheikun
dige meststoffen voorkomt.
Wat het fosfoorzuur. de potasch en de
kalk aangaat, die moeten aan den grond
geleverd worden door bemesting.
Ais foefcorzuurmest raden wij het ge
bruik van staalslakken aan, want de een
heid fosfoorzuur is er veel beterkoop dan
in superfosfaat, en de staalslakken be
vatten ongeveer 45 kalk, dus den helft
van hun gewicht.
5oo tot 700 kilogr. per hectare is eene
goede bemesting.
De potaschmesten bevorderen zonder
ling de ontwikkeling der klavers. Wij
kennen niet eene plant waar oplosbare
potarchzouten zulke goede uitslagen ge
ven, zelfs in gronden die nog al rijk zijn
aan dit element.
Men kan even goed chloorpotasch als
kaïniet gebruiken, doch wij raden het
laatste aan, daar het nog eene zekere hoe
veelheid magnesium bevat, dat ook gre
tig door klaver opgenomen wordt. 3oo tot
5oo kilogr. kaïniet, volgens de noodwen
digheden des gronds, is voldoende.
Op kalkarme gronden zal men niet ver-
waarloozen eene goede dosis kalk toe te
dienen.
De staalslakken, kainiet en kalk, moet
men zoo mogelijk in den grond werken,
en toch, in alle geval, ten vroegste moge
lijk gebruiken.
Landbouwers verzorgt dus goed uw
klaverland. 't Is eene vrucht die 100 per
100 opbrengt i° om hare hooge voeder-
weerde 20 doordat ze den grond zoozeer
aan stikstof verrijkt. Doch dat doet ze
maar op voorwaarde dat de grond rijke
lijk van fosfoorzuur, potasch en kalk
voorzien zij.
Olivier dacht even na en zegde daarop
met zucht
Ga.
De twee broeders drukten elkaar de
hand.
Olivier wandelde met langzame stap
pen langs den muur, die 't park van het
kasteel omringde, en Jacques klom het
terras op.
Het kostte hem niet de minste moeite
om door Mevr. Dorgeur ontvangen te
worden.
Wel was zij een weinig verrast, toen
men haar zijn kaartje bracht, maar niet
temin gaf zij last den bezoeker onmidde-
lijk bij haar toe te laten.
Toen hij haar zag, bleef hij ontsteld
staan.
Flick had geen onwaarheid gesproken,
Mevr. Dorgeur was veranderd, vreeselijk
veranderd.
Eenige weken waren voldoende ge
weest om haar geheel het uiterlijk van
eene afgeleefde vrouw te geven.
Hare houding was gebogen; hare klee
deren hingen in wijde plooien langs hare
vermagerde gestalte, hare oogen waren
diep ingezonken en brandden met koorts-
achtigen gloed.
Dat bleeke gelaat, die kleurlooze lip
pen, spraken maar al te duidelijk van het
verdriet dat deze vrouw inwendig ver-
teeide, zij zag in één woord uit als een
spooksel.
Toen Jacques binnentrad stond zij met
En deze meststoffen zijn uiterst goed
koop.. Staalslakken en kaïniet kosten on
geveer van 5 tot 6 fr. de 100 kilogr.
Het mag dus eene groote uitzinnigheid
genoemd worden klaver nuchter te
zaaien of later niet te bemesten, en te
zeggen gelijk boer Slenteraar antwoordde:
Klaver en gras groeiën toch.
Maandag 11. heeft met de gebruikelijke
plechtigheid, ten Stadhuize, zaal des
Gemeenteraads, plaatsgehad, de prijsuit
reiking van Orde en Reinheid, jaarlijks
door het Bureel van weldadigheid ver
leend.
Te dezer gelegenheid sprak de heer
Burgemeester M. L. Geeraerdts, de vol
gende redevoering uit
(Datnes en Heeren,
De plechtige overhandiging der prijzen
door ons Bureel van Weldadigheid jaar
lijks uitgedeeld aan de huisgezinnen de
welke tusschen de armoedigsten zich het
meest onderscheiden door orde, eerlijk
heid cn reinheid, verschaft mij telkens
eene gelegenheid, in de weinige woorden
die, volgens gebruik, ik u moet toesturen,
de aandacht te trekken op het geen door
het Stadsbestuur in deze laatste lijden is
ingevoerd om de behoeftigen te helpen in
hunnen strijd naar lotsverbetering.
Eene oorzaak van ellende is wel het
werkverlies. Door de eene of de andere
omstandigheid bevindt de werkman zich
zonder werk en kan hij, alhoewel in volle
gezondheid, door zijn loon in het onder
houd van zijn huisgezin niet meer voor
zien. Om des te gemakkelijker de werk
lieden in betrekking te brengen met dege
nen die hen werk kunnen verschaffen,
heeft het Stadsbestuur eene Werkbeurs
gesticht, een bureel waar patronen en
werklieden wederzijds hunne aanvragen
kunnen bekend maken. De werkingen
van dit bureel gaven gedurende het jaar
1902, den volgenden uitslag
109 aanvragen werden gedaan door
werklieden, 75 hadden eenen gunstigen
uitslag.
85 aanvragen werden gedaan door
werkgevers, 82 werden beantwoord.
Deze inlichtingen doen onmiddelijk
bestatigen dat deze instelling zeer nuttig
kan wezen, maar misschien nog niet ge
noegzaam is bekend.
Ziekten en sterfgevallen zijn eene an
dere oorzaak van ellende, de openbare
liefdadigheid heeft voor eenigen plicht
de in nood verkeerende menschen bij te
staan en in mate der geldmiddelen hen
onderstand te verkenen. Doch, men mag
niet ophouden aan eenieder te doen ver
staan dat geen roekeloos betrouwen op
deze hulp mag gevestigd worden.
moeite uit haren zetel, aan het hoekske
van den haard op en slak den jongeling
hare ontvleeschde hand toe, terwijl zij
zegde
M. Fromentel, dat is inderdaad
eene verrassing, ik was niet voorbereid
op het gtnoegen, u zoo spoedig terug te
zullen zien.
Mijn hemel, riep Jacques uit, ter
wijl hij de hem toegestoken hand drukte,
wat is u overkomen Door welke ziekte
zijt gij aangetast
Ik ben niet ziek, zegde Mevr. Dor
geur, terwijl hare lippen zich tot een
droevig lachje plooiden.
Jacques kon niet verbergen hoezeer hij
getroffen werd door het spookachtig voor
komen van Mev. Dorgeur, maar hij be
dwong zich spoedig, daar hij wel inzag
dat hij hier geene lichamelijke zieke voor
zich had, maar eene vrouw, die door zie-
lelijden verteerd werd en dat er hier, tus
schen de muren van het kasieel Pierrefite,
een somber familiedrama werd afgespeeld.
Neem mij niet kwalijk, zegde hij,
terwijl hij zijne ontroering onder een
luchthartigen toon verborg, ik ben dokter
zooals gij weet, en de dokters zien overal
zieken. Laat ons de zaak beschouwen
alsof ik dc allcdaagsche vraag tot u ge
richt had Hoe gaat het met u
Dank u, antwoordde M. Dorgeur,
zonder evenwel haar diep neerslachtigen
toon en haar pijnlijk lachje achterwege te
laten. En gij En mijnheer uw broeder
De inkomsten van het Bureel van Wel
dadigheid en van de Burgerlijke Godshui
zen zijn te gering om in alle noodwendig
heden te kunnen voorzien. Terwijl, sedert
dertig jaren, de inkomsten van beide in
stellingen zijn verminderd, is het getal
der bevolking bijna met een derde ver
hoogd en het getal der behoeftigen erg
aangegroeid.
In 1870 bedroeg de gewone b^grooting
van het Bureel van Weldadigheid eene
som van fr. 58,000 waarvan de Stad maar
10,000 fr. boven het inkomen van het
Bureel had te dragen. Door de vermin
dering van de landpachten en van de in
tresten der openbare fondsen, mag ons
Bureel thans rekenen op een jaarlijks
inkomen van fr. 33,000 terwijl de aller
minste te verrichten uitgaven 65,000 fr.
bedragen, zoodat de slad in igo3 eene
som van 32,000 fr. heeft te bezorgen.
In 1870 vergde de gewone dienst van de
Gestichten der Godshuizen, eene uitgaaf
van 82,000 fr. dewelke gedragen werd
door de gewone inkomsten en eene toe
lage van de Stad beloopende tot 5,000 fr.
Nu is de jaarlijksche last geklommen tot
117,000 fr. waarin de Stad voor 32,000 fr.
moet tusschenkomcn.
Aan die steeds toenemende vermeerde
ring in de lasten van openbaren onder
stand, dewelke uitsluitelijk door onze
burgerij gedragen worden, moeten onvol
doende geldmiddelen palen stellen. Ook
kunnen wij niet nalaten de werklieden
aan te raden zich aan te sluiten bij eene
maatschappij van ouderlingen bijstand.
Bij ziekte of ongeval zullen zij daar ge
holpen worden door hun eigen geld.
Eene andere instelling waarvan de
werkman moet gebruik maken, wil hij in
hoogen ouderdom een rustgeld genieten,
is de pensioenkas. Door wekelijksche
stortingen, nog vergroot door de toelagen
der openbare besturen, zullen zij zich een
pensioen voorbereiden.
Op 3t December 1902 genoten 746
personen het ouderdomspensioen, q3 per
sonen die het pensioen hadden bekomen
zijn overleden binst het jaar. De som
dewelke aldus aan behoeftige ouderlingen
der Stad werd uitgedeeld mag geschat
worden op 5ooo fr.
De wet der pensioenen en de wet ver
geldingen toestaande voorden krijgsdienst
zijn twee weldaden van de catholieke
Regeering. De toepassing dezer laatste
wet brengt ook jaarlijks eene som van
25,ooo in de Stad.
Dames en Heeren, vooraleer deze rede
te sluiten vervul ik met genoegen een
plicht in den naam der bevolking van de
Stad, eene erkentelijke hulde te brengen
aan de Leden van het Bureel van Wel
dadigheid dewelke geene andere bekom
mering hebben dan in volkomen recht
vaardigheid de vetdeeling der geldmid
delen tusschen de behoeftigsten te rege
len, ook aan die Dames en Heeren die in
bezondere maatschappijen met edelmoe
dige zelfsopoffering zich toewijden aan
den onderstand der armen.
Waarom is hij niet met u meegekomen
Ga toch zitten, als ik u verzoeken mag.
Maar ik meende dat gij met uwen broe
der op reis waart.
Inderdaad, mevrouw, antwoordde
Jacques, terwijl hij plaats nam in den
zetel, dien zij hem aanwees, wij zouden
heden naar Italië vertrekken. Olivier en
ik, en op dit oogenblik zouden wij al
dicht bij de fransche grenzen zijn ge
weest, wanneer wij aan de statie, juist
toen wij in den trein wilden stappen,
niet eene tijding vernomen hadden, eene
zonderlinge tijding, die ons, voorloopig
althans, van ons uitstapken deed afzien.
Het gelaat van Mev. Dorgeur drukte
ongerustheid uit, hare bleekheid nam
nog toe.
Eene tijding vroeg zij, en is het
ook aan die tijding, dat ik uw bezoek te
danken heb
Zij had op vermoeiden toon, bijna
werktuigelijk gesproken.
Juist, mevr., antwoordde Jacques.
Ach!
Zij hadden elkaar begrepen, hunne
blikken kruisten elkaar.
Jacques stond van zijnen stoel op en
vroeg met zacht verwijt
Dus is het waar
Mijnheer 1
Hij ging op zachten, doch vastberaden
toon voort
Wordt voortgezet