1 m>,e Jaar 3830 KAUL m VRECREM, Zondag 13 Juli 1003 S centioinosi por nummer Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND. TAAL, VRIJHEID. Zilveren Jubelfeest De Duitsche Beroep- genootschappen, OM ZES MILLIOEN 4? Het bemesten der Klaver. Prijzen van Orde en Reinheid. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE 8IIIIM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by aocoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen. uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, ii JULI igo3. VAN DEN HEER Senator en Voorzitter der catholieke Vereent ging des Arron- dissements van Aalst. De volgende Feestelijkheden zullen plaatspiijpen, te Ninove op Zondag 9 AugiiHt i 1903 i° Plechtige Mis om n uren ter paro chiale kerk. a° Algemeene vergadering om 12 uren ten lokale der catholieke Vereeni- g'ng- 3° Banket om één uur ten lokale catholieke Volkskring. 4° Optocht der Maatschappijen om 3 uren. 5° Allerhande feestelijkheden om 5 De zeer geleerde o ja zeer apiaapd heer Daens heeft eens beweerd dat de verzekering tegen arbeidsongevallen in Duitschland door den Staat waargenomen wordt. Dat is voor een wetgever eene onvergeeflijke dwaling die aan zijne rede voeringen alle gezag ontnemen moet. Wat geloof kunt gij inderdaad hechten aan de woorden van iemand die zulke dwalin gen verkoopt en den moed niet heeft aan de lezers de zuivere waarheid te doen kennen Welk vertrouwen boezemt een spreker in, handelende bij voorbeeld over arbeidsongevallen, die zoo een kolossale onwaarheid zegt, zulk eene verregaande onwetendheid toont Zeg welk vertrou wen Om den heer Daens een reddings plankje toe te steken gaan wij, in eenige woorden, de organen der Duitsche verze kering tegen arbeidsongevallen doen kennen. De eerste wet over ongevallen-verzeke ring dagteekent van 6 Juli 1884. Zij was slechts toepasselijk op de eigenlijke nij verheid ."De verzekering wierd uitgebreid door de wet van 5 Mei 1886 op de land en boschbouw door de wet Van ri Juli 1887 op de ongelukken voortkomende bij het bouwen door de wet van i3 Juli '887 op de ongelukken voortkomende bij het varen (See un fallversiekerungs- gesch.) door de wet van 28 Mei r885 voor de ijzerenwegen, de binnenschips vaart enz door de wet van i5 Maart 56* Vervolg. Flick, die bij de laatste woorden was opgestaan, loosde een zucht van verlich ting en zette zijnen hoed op. De oogen van Olivier fonkelden, zijne borst zwoegde. Jacques zag hem aan en zuchtte; hij begreep dat er toch niets meer aan te doen was, dat de opgewonden jongen naar niets luisteren zou. Hij haalde misnoegd de schouders op en zegde Laat ons dan gaan. Wat 1 riep Olivier uit, terwijl hij zich tot zijnen broeder keerde, gij gaat met ons mee Jongen 1 antwoordde Jacques, hadt gij dan gedacht dat ik u alleen zou laten gaan O broeder, mijn broeder 1 riep Olivier diep geroerd uit, terwijl hij met van opgewondenheid bevende handen, die van zijnen ouderen broeder drukte. Jacques glimlachte vriendelijk met vochtige oogen. Ik heb er goed aan gedaan, hier te komen dacht Flick. Alles gaat goed, uit muntend. Dat zijn een paar mannen, die Sorandal nog een benauwd kwartiertje 1886 op de uitbatingen van het Keizerrijk en de Staten. Die wetten zijn herzien in 1900. De verzekering is daarna nog uitgebreid op de beambten en personen van den solda tenstand (wet van 18 Juni 1901) en op de gevangenen (wet van 3o Juni 1900). Het behoeft niet gezegd te worden da de Staat zijne werklieden verzekert legen de ongelukken die hen treffen. Geene bij zondere inrichting is daartoe noodig de onkosten worden ieder jaar op de be grootingen gebracht. Dat is zco ten on zent, dat is zoo in Duitschland en elders. Wanneer het bedrijf niet afhangt van den Staat, Provincie of Gemeente dan wordt de verzekering waargenomen niet door den Staat maar door de bazen zelf. De bazen vormen eene mutualiteit en die mutualiteit is het die de ongevallen ver goed. Hoe worden die mutualiteiten ge vormd De mutualiteiten worden ingericht per beroep. Al de bazen eener zelfde nijver heid vormen er eene. Als de mutualiteit te groot zou zijn, wordt zij verdeeld per landstreek anders omvat zij het heele keizerrijk. Alzoo vormen verplichtend, men weet het al de brouwers van gansch Duitschland eene enkele mutualiteit op welke de lasten der verzekering wegen van de ongelukken die gelijk in welke brouwerij voorvallen. De brouwers van Aken of Keulen even als die van Konigsberg maken deel van een en zelfde mutualiteit. Hare zetel is te Frankfort-aan-Mein. Om het bestuur te vergemakkelijken is de mutualiteit dik wijls in secties verdeeld. De mutualiteit der brouwers telt er 9. Er kan ook beslist worden dat 75 per honderd der schade vergoedingen door de afdeeling waarin het ongeluk voorvalt, moet opgebracht worden Niet alle mutualiteiten omvatten het gansche grondgebied van het Keizerrijk. Sommige hunner zijn opgericht voor eene streek. Dat is het geval voor de weefnij verheid daarvoor bestaan er 6 mutuali teiten, eene voor Noord-Duitschland, eene voor Zuid-Duitschland, eene voor Silesie, eene voor Elzas-Lotharingen, eene voor Rhynland en Westphalen, eene voor Saksen. De zijdefabrikanten vormen een bij zonder genootschap dat zich over het gansche Rijk uitstrekt, omdat de gevaren bij het weven van zijde dezelfde niet zijn als bij eene andere weefnijverheid. De bouw-nijveraars zijn per streek ge groepeerd er zijn 12 mutualiteiten waar bij die van den Tiefbau of van de aardbewerkers (terrassiers) moet gevoegd worden. In den land- en boschbouw zijn de genootschappen ook per streek ingericht; in 't geheel zijn er 48 eene per provincie of deel van provincie. Waarom heeft men in Duitschland de mutualiteiten per beroep gevormd Was het niet gemakkelijker de nijveraars eener zelfde streek te vereenigen om te zamen de lasten der ongevallen te doen dragen Het is waar in Oostenrijk is de groe peering gebeurd perstreek. De mutuali teiten zijn er territoriaal, dat is voor een bestemd grondgebied. In Duitschland - het anders. In de verdeeling der lasten moet men rekening houden van de rechtvcerdigheid en deze eischt dat iedere nijveraar bij drage in verhouding van het gevaar zijner nijverheid. Dat gevaar meten is soms moeilijk cn die moeilijkheid heeft men in Duitschland willen vermijden en daarom heeft men al de bazen eener zelfde nijverheid vereenigd welke ook de streek, stad of dorp was, welke zij be woonden. Iedere mutualiteit vormt een geheel die de wettelijke erkenning geniet. Zij be schikt over hare inkomsten en uitgaven binnen de palen der wet doch zij is onderworpen aan het na- cn toezicht van het Versiekenngsambt van Berlijn. Voor vcrschillige harer werkingen heeft de mutualiteit ook de goedkeuring van dit keizerlijk verzekeringsambt noodig. Zeg heer Daens, is het de Staat die in Duitschland verzekert kunnen doen doorleven. Wat de een te opgewonden is, vergoedt de "andere door kalmte en bezonnenheid. Met zulke bondgenooten is de overwinning aan mij. III. Eene ongelukkige moeder. Drie uren later belden Jacques en Olivier Fromentel aan het hekken van het kasteel Pierrefite. Zooals van zelf spreekt was Flick niet bij hen, men mocht hem niet in gezel schap van dc broeders zien. Op het kasteel wachtte hun eene teleur stelling. De man voor wien zij gekomen waren, Sorandal was afwezig, naar Parijs ver trokken, terstond na't dejeuner, in gezel schap van Dorgeur. Jacques en Olivier zagen elkaar aan, besluiteloos wat zij nu zouden doen. Mevrouw Dorgeur was alleen thuis, zegde de portier. Olivier vatte eensklaps een besluit en begon Welnu... Maar Jacques liet hem niet aan het woord. Wees voorzichtig, zegde hij haastig, Wat is uw plan Wat zoudt ge aan Mev. Dorgeur zeggen Ik wil haar zeggen... Neen, gij verkeert in eenen toestand van opgewondenheid, die mij vrees aan- Onlangs sprekende van den klaverkan ker, vermeldden wij hier terloops twee meststoffen die met voordeel op de klaver gebruikt worden. Naar gelegenheid van die mededeeling, hadden wij een gesprek met eenige land bouwers over de bemesting der klaver. Uit ons onderhoud deden wij de overtui ging op dat vele landlieden nog bitter weinig kennen van de levensleer dier kostbare plant. Daarom achten wij het gewenscht een en ander daarover mede te deelen cn daaruit eenige gevolgtrekkingen af te leiden voor heigeen de bemesting betreft. Zooals alle planten behoeft de klaver behalve zekere andere bestanddeelen, die wij hier niet dienen te noemen, stikstof, fosfoorzuur, potasch en kalk, in vol doende hoeveelheid t' harer beschikking te hebben, om welig te groeiën. Ontbreekt een of ander dier elementen, dan is de plant in hare ontwikkeling ge stoord en de opbrengst lijdt er onder. De landbouwer moet dus die vier stof fen aan de klaver bezorgen, zal men zeg gen. Gelukkiglijk neen, want de stikstof, de kostelijkste, krijgt de klaver gratis van de lucht. Ge moet weten, geachte Lezer, dat de lucht eenen onuitputbaren voorraad st(k- jaagt gij zijt op dit oogenblik geen meester over u zeiven, gij zoudt te veel kunnen zeggen, de eene of andere onher stelbare fout begaan. Maar toch... nu M. Sorandal niet thuis is, noch M. Dorgeur... zouden wij nu niet van de gelegenheid gebruik kun nen maken om van Mev. Dorgeur te ver nemen of alles wat die bediende... die vermomde inspecteur van politie... ons verteld heeft, waar is. Of het waar is dat die onweerdige ouders er toe besloten kunnen hebben, hunne dochter op te of feren aan dien man... Daar, ziet gij wel, door op zulk een toon tot Mev. Dorgeur te spreken, zoudt gij alles kunnen bederven. Luistert naar mij, Olivier en laat mij begaan, als gij vertrouwen in mij stelt. Dat weet gij wel. Dank u. Gij zult moeten erkennen dat ik op het oogenblik oneindig veel kalmer ben dan gij. Laat mij alleen met Mev. Dorgeur spreken. Maar ik dan Gij wacht op mij hier in den om trek, anders niet. Ga wat wandelen, het is koud, dat zal kalmeerend op u werken. Ik blijf niet lang weg. En verder Wanneer ik met Mevrouw Dorgeur gesproken heb, dan zullen wij weten waar wij ons aan te houden hebben en dan kunnen wij een besluit nemen. Dat blijft dus afgesproken stof bevat. Welnu, eenige planten heb ben het vermogen die stikstof te benutti gen en, ofschoon er tamelijk veel door hunne opbrengst weggenomen wordt, in den grond nog eenen rijken voorraad ach ter te laten. Klaver, luzerne, boonen, erwten, enz., zijn in dat geval. Daarbij komt het dat men na die planten, doch vooral na kla ver, zulke goede vrucht kan winnen zon der bemesting. Op welke wijze die planten de stikstof tot zich trekken, kan ons al bitter weinig schelen. Doch voor hen die het eens willen on derzoeken, zeggen wij het volgende Trek eenen boonstruik uit en bekijk goed de wortelen. Daarop zult gij knobbeltjes ter dikte van een speldekop vinden. Wel nu, op de wortels van alle vlinderbloe mige planten vindt men die knobbeltjes. Daarin leven zeer kleine wezentjes, die men microben heet, en naar de laatste proefnemingen, zouden het die microben zijn welke de stikstof der lucht in de kla vervelden vestigen 1 Zoodus dat wij ons met de teruggave van stikstof niet te bekomeren hebben, 't Is van groot belang zulks te weten, want, nog eens gezegd, stikstof is het kostelijkste element dat in de scheikun dige meststoffen voorkomt. Wat het fosfoorzuur. de potasch en de kalk aangaat, die moeten aan den grond geleverd worden door bemesting. Ais foefcorzuurmest raden wij het ge bruik van staalslakken aan, want de een heid fosfoorzuur is er veel beterkoop dan in superfosfaat, en de staalslakken be vatten ongeveer 45 kalk, dus den helft van hun gewicht. 5oo tot 700 kilogr. per hectare is eene goede bemesting. De potaschmesten bevorderen zonder ling de ontwikkeling der klavers. Wij kennen niet eene plant waar oplosbare potarchzouten zulke goede uitslagen ge ven, zelfs in gronden die nog al rijk zijn aan dit element. Men kan even goed chloorpotasch als kaïniet gebruiken, doch wij raden het laatste aan, daar het nog eene zekere hoe veelheid magnesium bevat, dat ook gre tig door klaver opgenomen wordt. 3oo tot 5oo kilogr. kaïniet, volgens de noodwen digheden des gronds, is voldoende. Op kalkarme gronden zal men niet ver- waarloozen eene goede dosis kalk toe te dienen. De staalslakken, kainiet en kalk, moet men zoo mogelijk in den grond werken, en toch, in alle geval, ten vroegste moge lijk gebruiken. Landbouwers verzorgt dus goed uw klaverland. 't Is eene vrucht die 100 per 100 opbrengt i° om hare hooge voeder- weerde 20 doordat ze den grond zoozeer aan stikstof verrijkt. Doch dat doet ze maar op voorwaarde dat de grond rijke lijk van fosfoorzuur, potasch en kalk voorzien zij. Olivier dacht even na en zegde daarop met zucht Ga. De twee broeders drukten elkaar de hand. Olivier wandelde met langzame stap pen langs den muur, die 't park van het kasteel omringde, en Jacques klom het terras op. Het kostte hem niet de minste moeite om door Mevr. Dorgeur ontvangen te worden. Wel was zij een weinig verrast, toen men haar zijn kaartje bracht, maar niet temin gaf zij last den bezoeker onmidde- lijk bij haar toe te laten. Toen hij haar zag, bleef hij ontsteld staan. Flick had geen onwaarheid gesproken, Mevr. Dorgeur was veranderd, vreeselijk veranderd. Eenige weken waren voldoende ge weest om haar geheel het uiterlijk van eene afgeleefde vrouw te geven. Hare houding was gebogen; hare klee deren hingen in wijde plooien langs hare vermagerde gestalte, hare oogen waren diep ingezonken en brandden met koorts- achtigen gloed. Dat bleeke gelaat, die kleurlooze lip pen, spraken maar al te duidelijk van het verdriet dat deze vrouw inwendig ver- teeide, zij zag in één woord uit als een spooksel. Toen Jacques binnentrad stond zij met En deze meststoffen zijn uiterst goed koop.. Staalslakken en kaïniet kosten on geveer van 5 tot 6 fr. de 100 kilogr. Het mag dus eene groote uitzinnigheid genoemd worden klaver nuchter te zaaien of later niet te bemesten, en te zeggen gelijk boer Slenteraar antwoordde: Klaver en gras groeiën toch. Maandag 11. heeft met de gebruikelijke plechtigheid, ten Stadhuize, zaal des Gemeenteraads, plaatsgehad, de prijsuit reiking van Orde en Reinheid, jaarlijks door het Bureel van weldadigheid ver leend. Te dezer gelegenheid sprak de heer Burgemeester M. L. Geeraerdts, de vol gende redevoering uit (Datnes en Heeren, De plechtige overhandiging der prijzen door ons Bureel van Weldadigheid jaar lijks uitgedeeld aan de huisgezinnen de welke tusschen de armoedigsten zich het meest onderscheiden door orde, eerlijk heid cn reinheid, verschaft mij telkens eene gelegenheid, in de weinige woorden die, volgens gebruik, ik u moet toesturen, de aandacht te trekken op het geen door het Stadsbestuur in deze laatste lijden is ingevoerd om de behoeftigen te helpen in hunnen strijd naar lotsverbetering. Eene oorzaak van ellende is wel het werkverlies. Door de eene of de andere omstandigheid bevindt de werkman zich zonder werk en kan hij, alhoewel in volle gezondheid, door zijn loon in het onder houd van zijn huisgezin niet meer voor zien. Om des te gemakkelijker de werk lieden in betrekking te brengen met dege nen die hen werk kunnen verschaffen, heeft het Stadsbestuur eene Werkbeurs gesticht, een bureel waar patronen en werklieden wederzijds hunne aanvragen kunnen bekend maken. De werkingen van dit bureel gaven gedurende het jaar 1902, den volgenden uitslag 109 aanvragen werden gedaan door werklieden, 75 hadden eenen gunstigen uitslag. 85 aanvragen werden gedaan door werkgevers, 82 werden beantwoord. Deze inlichtingen doen onmiddelijk bestatigen dat deze instelling zeer nuttig kan wezen, maar misschien nog niet ge noegzaam is bekend. Ziekten en sterfgevallen zijn eene an dere oorzaak van ellende, de openbare liefdadigheid heeft voor eenigen plicht de in nood verkeerende menschen bij te staan en in mate der geldmiddelen hen onderstand te verkenen. Doch, men mag niet ophouden aan eenieder te doen ver staan dat geen roekeloos betrouwen op deze hulp mag gevestigd worden. moeite uit haren zetel, aan het hoekske van den haard op en slak den jongeling hare ontvleeschde hand toe, terwijl zij zegde M. Fromentel, dat is inderdaad eene verrassing, ik was niet voorbereid op het gtnoegen, u zoo spoedig terug te zullen zien. Mijn hemel, riep Jacques uit, ter wijl hij de hem toegestoken hand drukte, wat is u overkomen Door welke ziekte zijt gij aangetast Ik ben niet ziek, zegde Mevr. Dor geur, terwijl hare lippen zich tot een droevig lachje plooiden. Jacques kon niet verbergen hoezeer hij getroffen werd door het spookachtig voor komen van Mev. Dorgeur, maar hij be dwong zich spoedig, daar hij wel inzag dat hij hier geene lichamelijke zieke voor zich had, maar eene vrouw, die door zie- lelijden verteerd werd en dat er hier, tus schen de muren van het kasieel Pierrefite, een somber familiedrama werd afgespeeld. Neem mij niet kwalijk, zegde hij, terwijl hij zijne ontroering onder een luchthartigen toon verborg, ik ben dokter zooals gij weet, en de dokters zien overal zieken. Laat ons de zaak beschouwen alsof ik dc allcdaagsche vraag tot u ge richt had Hoe gaat het met u Dank u, antwoordde M. Dorgeur, zonder evenwel haar diep neerslachtigen toon en haar pijnlijk lachje achterwege te laten. En gij En mijnheer uw broeder De inkomsten van het Bureel van Wel dadigheid en van de Burgerlijke Godshui zen zijn te gering om in alle noodwendig heden te kunnen voorzien. Terwijl, sedert dertig jaren, de inkomsten van beide in stellingen zijn verminderd, is het getal der bevolking bijna met een derde ver hoogd en het getal der behoeftigen erg aangegroeid. In 1870 bedroeg de gewone b^grooting van het Bureel van Weldadigheid eene som van fr. 58,000 waarvan de Stad maar 10,000 fr. boven het inkomen van het Bureel had te dragen. Door de vermin dering van de landpachten en van de in tresten der openbare fondsen, mag ons Bureel thans rekenen op een jaarlijks inkomen van fr. 33,000 terwijl de aller minste te verrichten uitgaven 65,000 fr. bedragen, zoodat de slad in igo3 eene som van 32,000 fr. heeft te bezorgen. In 1870 vergde de gewone dienst van de Gestichten der Godshuizen, eene uitgaaf van 82,000 fr. dewelke gedragen werd door de gewone inkomsten en eene toe lage van de Stad beloopende tot 5,000 fr. Nu is de jaarlijksche last geklommen tot 117,000 fr. waarin de Stad voor 32,000 fr. moet tusschenkomcn. Aan die steeds toenemende vermeerde ring in de lasten van openbaren onder stand, dewelke uitsluitelijk door onze burgerij gedragen worden, moeten onvol doende geldmiddelen palen stellen. Ook kunnen wij niet nalaten de werklieden aan te raden zich aan te sluiten bij eene maatschappij van ouderlingen bijstand. Bij ziekte of ongeval zullen zij daar ge holpen worden door hun eigen geld. Eene andere instelling waarvan de werkman moet gebruik maken, wil hij in hoogen ouderdom een rustgeld genieten, is de pensioenkas. Door wekelijksche stortingen, nog vergroot door de toelagen der openbare besturen, zullen zij zich een pensioen voorbereiden. Op 3t December 1902 genoten 746 personen het ouderdomspensioen, q3 per sonen die het pensioen hadden bekomen zijn overleden binst het jaar. De som dewelke aldus aan behoeftige ouderlingen der Stad werd uitgedeeld mag geschat worden op 5ooo fr. De wet der pensioenen en de wet ver geldingen toestaande voorden krijgsdienst zijn twee weldaden van de catholieke Regeering. De toepassing dezer laatste wet brengt ook jaarlijks eene som van 25,ooo in de Stad. Dames en Heeren, vooraleer deze rede te sluiten vervul ik met genoegen een plicht in den naam der bevolking van de Stad, eene erkentelijke hulde te brengen aan de Leden van het Bureel van Wel dadigheid dewelke geene andere bekom mering hebben dan in volkomen recht vaardigheid de vetdeeling der geldmid delen tusschen de behoeftigsten te rege len, ook aan die Dames en Heeren die in bezondere maatschappijen met edelmoe dige zelfsopoffering zich toewijden aan den onderstand der armen. Waarom is hij niet met u meegekomen Ga toch zitten, als ik u verzoeken mag. Maar ik meende dat gij met uwen broe der op reis waart. Inderdaad, mevrouw, antwoordde Jacques, terwijl hij plaats nam in den zetel, dien zij hem aanwees, wij zouden heden naar Italië vertrekken. Olivier en ik, en op dit oogenblik zouden wij al dicht bij de fransche grenzen zijn ge weest, wanneer wij aan de statie, juist toen wij in den trein wilden stappen, niet eene tijding vernomen hadden, eene zonderlinge tijding, die ons, voorloopig althans, van ons uitstapken deed afzien. Het gelaat van Mev. Dorgeur drukte ongerustheid uit, hare bleekheid nam nog toe. Eene tijding vroeg zij, en is het ook aan die tijding, dat ik uw bezoek te danken heb Zij had op vermoeiden toon, bijna werktuigelijk gesproken. Juist, mevr., antwoordde Jacques. Ach! Zij hadden elkaar begrepen, hunne blikken kruisten elkaar. Jacques stond van zijnen stoel op en vroeg met zacht verwijt Dus is het waar Mijnheer 1 Hij ging op zachten, doch vastberaden toon voort Wordt voortgezet

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1