Donderdag 30 Juli 1003 centiemen per nummer. 56!,e Jaar 3825
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Het openbaar onderwijs
DeMenschenhater.
EEN PORTRET.
Leo is niet meer
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
keningr van den volgenden dag. De prijs ervan is .- tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
rangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE 811M.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij aocoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, 29 JULI igo3.
in
De liberalen houden niet op ons, Ca-
tholieken te beschuldigen van vijandig te
jijn aan 't volksonderwijs.
Wij, catholieken, zijn dompers wij
vreezen 't licht.
De waarheid is dat wij, catholieken,
het zijn, welke, van in de eerste eeuwen,
overal de voorstaanders, de verspreiders
zijn geweest van 't onderwijs.
Waren het de Priesters en Kloosterlin
gen niet welke de fakkel der wetenschap
pen in de hand de wereld hebben ver
licht
En nu op onz. dagen bewijzen wij,
Catholieken, niet door onze daden dat wij
den domper verstooten en het licht
willen
Een bewijs Uit de statistieken, on
langs opgemaakt door het ministerie van
openbaar onderwijs blijkt dat het getal
derongeletterden, van 1896 tot 1900, in
geheel 't land met 21 ten honderd vermin-
',7d is.
Het getal der inwoners die in 1900 kon
den lezen en schrijven bedraagt 75 t. h.
onder de personen van 45 tot 55 jaren
821. h. onder die van 36 tot 45 jaren
871. h. onder die van 25 tot 35 jaren en
901. R. onder die van i5 tot 25 jaren.
Dit laatste cijfer is zooveel te belangrij
ker, daar men van de 10 ten honderd over
blijvende ongeletterden, natuurlijk moet
aftrekken de verachterden van allen aard,
- zooals zieken, onnoozelen, enz.
zoodat er-weldra in België geene kinderen
meer zullen zijn die niet naar de school
gaan.
Dezelfde statistieken stellen vast dat het
getal der leerlingen van de lagere scholen
aan Staatstoezicht onderworpen, 399,628
bedroeg in 1857 het bedroeg 583,814 in
1881 en het bedraagt thans 793,916. Er
waren in die scholen 5,g3i onderwijzers
in 1857er waren er 8,528 in 1881
et zijn er 16,632 in 1900.
In 1900 was het sparen ingericht in
6,974 scholen 159,374 leerlingen van
lagere scholen waren aangesloten bij de
schoolmutualiteiten 302,444 leerlingen
bezaten een boekje op de Spaarkas. Het
Mn, der sommen op die boekjes inge
schreven overtreft 8 miljoen frank.
Dezelfde vooruitgang doet zich voor in
het middelbaar en in het hooger onder
wijs. Verscheidene inrichtingen, beant
woordende aan nieuwe behoeften, hebben
400300
Romantisch verhaal uit het
overgangstijdstip van de Fransche tot
deHollandsche Regeering onzes lands
door Cam. De Waegenaere.
3Ö03Ö0
3* Vervolg.
Te vergeefs tracht gij mij te mislei
den, Gabriël. Gij komt zooeven een hevi-
gen schok, of zoo iets, te doorstaan, alles
in u zegt mij dit... Heeft uwe ontsteltenis
betrekking op mijnen toestand...? Ik weet
dat gij mij zeer verkleefd zijtmaar deel
mij gerust uwe angsten mede... Sinds
«ng vlei ik mij met geene begoochelingen
meer: ik moet sterven, dit ontveins ik mij
geenszins en ik voel mij sterk genoeg om
alles te vernemen wat... Maar...O hemel...!
er is toch mijn kind niets kwaads overko
men...?
Stel u gerust, mijnheer, antwoordde
de knecht, van jufvrouw Albertina weet
ik enkelijk, dat zij veel verdriet heeft
omdat gij haar van hier verwijdert hebt,
op een oogenblik dat hare zorgen en tee-
derheid u het onbeerlijkst waren.
Er is toch iets dat gij mij verbergt
Ik verzeker u dat gij dwaalt, mijn
goede meester. Ik wil echter niet ontken-
er een vak en beroeponderwijs doen ont
staan, dat met de meeste zorg is ingericht.
Het getal studenten der Belgische hoo-
geschool bedroeg 1,071 in i83o in 1900
is het geklommen tot 5,265.
Uit dat alles blijkt dat de vrijheid van
onderwijs op goeden weg is om de onwe
tendheid geheel en al uit te roeien en dat
het verplichtend onderwijs volstrekt niet
noodzakelijk is om tot dien uitslag te ge
raken.
De roode volksvertegenwoordiger, Gezel
Destrée schildert in Le Peuple de
liberalen eens prettig naar 't leven af.
Gezel Destrée is een vurige vijand der
E. V.
Na aangetoond te hebben dat de libe
ralen, om 't even op welk sociaal terrein,
de socialisten altijd hebben laten schieten,
schrijft hij verder
En 't is met die lieden dat men ons
komt spreken van kiesverbonden Men
vraagt ons, ze toch niet te veel naar de
ziel te tasten, onder voorwendsel dat zij
ons op zekeren dag zouden kunnen hel
pen de clericale regeering omver te wer
pen.
Welke illusie De doctrinair, onder
den vorm Woeste, of onder den vorm
Trasenster, blijft de vijand, de onverbid
delijke vijand van alles wat wij willen, van
alles wat onze reden van bestaan en van
strijden uitmaakt.
Nooit zal eenige combinatie de alge
heelheid der liberale partij kunnen winnen
voor eene volksgezinde politiek, nooit.
Welnu, daar dealgeheelheid der libe
rale partij niet eens volstaat, om het cleri-
caal gouvernement omvér te werpen, is
het even zeker dat wij, door zelfs aan te
spannen met de progressistische fractie,
er niet in zullen gelukken tot die omver
werping te komen.
Tegenover de liberalen, zij wezen radi
calen, progressisten of doctrinairen, tegen
over de clerikalen, zij wezen conservatie
ven, ondergeschikte of wilde democraten,
moeten wij immer in staat van oorlog
verkeeren wij moeten onze propaganda
voortzetten, zonder wijfelen, onverpoosd,
tot op den dag dat wij sterk genoeg zullen
zijn om ze beiden te verpletteren.
Op dit program zijn we 't overigens
allen eens in de partij. Zelfs zij die voor
't Cartel zijn, willen, voor de uitroei
ing van 't liberalism, in twee bedrij
ven te werk gaan men zal zich van
de liberalen bedienen, om eerst de
clericalen omver te werpen en... daar-
nen dat, daar ik u over eenige minuten
betrekkelijk zacht had zien insluimeren,
het mij pijnlijk verraste, dat de meid mij
reeds kwam roepen... Godlof, mijn schrik
was voorbarig ge ziet er niet slechter uit...
Waarom verheldert dan uw gelaat niet
naarmate gij dit bestatigt...?Kom,Gabriël,
smeekte de kranke, wij stonden tot elkan
der bijna als vader en zoon, gij had nim
mer geheimen voor mij wees nogmaals
openhartig en beken mij, dat gij iets
schrikkelijks vernomen hebt, mij aan
gaande misschien...
Deze taaiheid van den zieke, in het
huidige geval, was den trouwen dienaar
reeds eene bevestiging der echtheid van
's tuinmans verhaal, en bracht den braven
jongen zeer in het nauw. Hij had twee
voorname redenen om zijnen meester te
misleiden Zijn vriend had hem de be
wuste mededeelingen, waarvan, naar allen
schijn, de ijselijkste bijzonderheden nog
achter waren, in vertrouwen gedaan en
de heer Nestor had reeds genoeg aan de
smarten welke eene ongeneesbare kwaal
hem veroorzaakte... Welke uitvlucht dan
om aan de geeischte bekentenissen te ont
snappen...?
Meer en meer in de war met zijne hou
ding voor zijn zieken meester stamelde de
arme knecht eindelijk ten antwoord op
diens bede
Maar Mijnheer... ikzw... ik verze
ker u dat gij u bedriegt...; wat zou ik
kunnen vernomen hebben...?Zeg, meester,
na de liberalen zelf aan de ketting
leggen
Want als men ons Cartels wil opsolfe-
ren, om de liberalen niet meer te bevech
ten, dan kunnen we even goed ophouden
van socialist te zijn.
Men bemerke het, Gezel Destrée zegt
maar vlakweg wat hem op 't herte ligt.
Waren de schrijvelaars van Den Den-
dergalm niet te dom om het te begrijpen
wij zouden hun toeroepen Zuigt daar
een puntje aan
In-en uitvoer van paarden. In
't afgeloopen jaar zijn 20,708 paarden en
veulens uitgevoerd, terwijl er 21,890 wer
den ingevoerd.
De uitvoer naar Duitschland en Luxem
burg bestond uit zwaar trekras.
Daarenboven werden 16,475 paarden
ingebracht, bestemd voor de slachthuizen.
Hebt gij niet staan luistren
Naar het klokgebrom,
Dat van uit de torera
Droef ten hemel klom
Och die droeve mare
Dc Opperherder teer,
Rome's Paus en Koning,
Leo is niet meer.
Hij is heen, de Vader
Van de Chistenheid,
En de gansche wereld
Bij zijn doodsbed schreit.
Vijf-en-twintig jaren,
Stuurde hij alree
't Schippeken van Petrus
Door de wereldzee.
En wij vaarden rustig,
Leo's ster in top,
Door het aardsch gewemel
Naar den Hemel op.
Nu, eilaas wij weenen
Leo is niet meer,
Christus' plaatsvervanger
Toog naar hooger sfeer.
O Zijn zoete beeldnis
'k Zie ze nog zoo klaar
Tr Mocht hem eéns aanschouwen
In zijn jubeljaar.
Zachtjes zag 'k hem glijden
Als een gloriewolk,
Bovenaardsch, vol luister
Boven 't Christen volk.
is het van dit fleschken dat gij verlangt...?
Neen, van 't gindsche...Gabriël, gij
weet niet wat gij doet... gij beeft als een
koortslijder... Zie nu stort gij alles over
den grond...
Werkelijk geraakte Gabriël langs om
meer van zijn stuk... De goede jongen
was deerniswekkend om aan te zien... De
zieke zelf kreeg er medelijden mede...
Gabriël, sprak hij ernstig en kalm,
't is nutteloos mij te ontveinzen, dat de
ontreddering van uw zenuwstelsel, het
gevolg is eener hevige ontroering welke
gij komt te doorstaan... Maar zeg, het is
tien jaren geloof ik, dat gij in mijnen
dienst zijt... Hebt gij binst dien tijd van
mij te klagen gehad...?
O mijnheer riep de dienaar uit, gij
hebt het daareven wel gezegd... wij ston
den schier als vaderen zoon tot elkander...
Uwe goedheid, voor mij, was grenzeloos
En de brave jongen voelde zijn gemoed
overvloeien... Hij keerde zich om, ten
einde de tranen te verbergen waarvan
zijne oogen vol schoten, maar zijne snik
ken verrieden hem...
Gabriël, hernam de kranke, kom
hier dicht bij mij zitten... Het was min
der de behoefte aan uwe oogenblikkelijke
hulp, dan aan een vertrouwelijk onder
houd met udie mij ditmaal u deed roe
pen... Reeds verscheidene dagen aarzel
ik, u belangrijke mededeelingen te doen
en u een buitengewonen dienst te verzoe
ken de enkele minuten slaap welke ik
Eindloos was 't gejubel
Dat van uit den dom,
Ginder, van Sint-Pieler
Hoog ten Hemel klom.
'k Zie hem nog, den Vader
Die vol teederheid,
Zeegnend zijne handen
Op zijn kindren spreidt.
En zijn kindren juichend,
Weenend keer op keer
Vielen voor den zegen
Van den Vader neer.
Nu, eilaas wij schreien
Met het klokgebrom,
Dat van uit de torens
Medeschreit alom.
Goede God, die Leo,
In de Pauzenrij,
Christus' plaats verleendet,
Hoor ons, bidden wij
Open voor uw dienaar
Sion's blijde woon
En bij d'heilge Pausen
Schenk hem de eeuwge kroon
A. D., PRIESTER.
GEBED DER KERK.
O God, die door uwe onuitsprekelijke
schikking uwen dienaar LEO tusschen
uwe opperpriesters hebt doen plaats ne
men, verleen, bidden wij U, dat Hij, die
de plaats van Uwen Eeniggeboren Zoon
op aarde bekleedde, in het eeuwigdurend
gezelschap uwer heilige opperpriesters
moge aanvaard worden. Door denzelfden
Jezus-Christus, Uwen Zoon, Onzen Heer,
die met U leeft en heerscht in alle eeuwen
der eeuwen. Amen. (Handelsblad.)
Het is nu officieel gekend, dat de Car-
dinalen vrijdag morgend in conclaaf zul
len vergaderen.
Zaterdag morgend, bij de ontvangst
van het diplomatisch korps, na de aan
spraken van den Portugeeschen gezant en
het antwoord van Cardinaal Oreglia, gin
gen de bij den H. Stoel gevolmachtigde
gezanten en ministers, iederen Cardinaal
begroeten en hunnen ring kussen.
Cardinaal Perraud nam deel aan de
congregatie der Cardinalen.
Cardinaal Lecot, juist aangekomen,
was te vermoeid om er aan deel te nemen.
Hij heeft ze des anderdaags bijgewoond.
Na de ontvangst van het diplomatisch
korps ontving het H. College de ridders
der Orde van Malte.
Men doet opmerken dat tot hiertoe al
de vermoedens, over den uitslag van het
Conclaaf louter fantazij zijn. Het is on
mogelijk te voorzien wie zal benoemd zijn.
kom te genieten, hebben er mij thans de
noodige moed en sterkte toe geschonken!..
Ook is uwe ontroering van dezen stond
mij een prikkel om er niet meer mede te
dralen, want, wat gij ook ontkennen
mocht, ik ben overtuigd dat uw onge
wone gemoedstoestand in verband staat
tot de verklaringen die ik verlang te
doen...
De zieke moest rusten om adem te
halen deze aanleiding tot het Verlangde
onderhoud, had hem volkomen uitgeput.
Gabriël, insgelijks, hijgde; onder de klop
pingen zijns harten, wellicht...
Na eene poos nam de zieke het woord
terug
Gabriël, zegde hij, toen ik daar straks
beweerde mij met geene hoop op genezing
meer te vleien, was dit in betrekkelijken
zin gesproken. Velen, toch, die diezelfde
kwaal hadden als ik thans, waren reeds
nader het graf dan ik tot hiertoe hen, toen
zij nog gered werden... Dus, mijne her
stelling ware geene onmogelijkheid...
Helaas, sinds een aantal jaren bezwijken
allen die aan deze ziekte lijden, en ik ben
degene die, van alle kranken der wereld,
het minst kan vertrouwen de gezondheid
terug te verkrijgen...!
Gabriël stiet eenen kreet uit die zijne
smart en verbazing te gelijk vertolkte. De
lijder zuchtte diep en ging voort
Wee mij het is zooals ik verklaar.
De wetenschap heeft het raadsel nog niet
opgelost dat het geneesmiddel behelst der
Het testament van Leo XIII.
Rome, 26 Juli.
Het testament van den Paus luidt als
volgt Daar wij het einde van ons sterfe
lijk leven naderen, doen wij in dit eigen
handig geschreven testament onzen laat-
sten wil kennen.
Vooral smeeken wij eerbiedig van de
oneindige goedheid en de barmhartigheid
van God, dat Hij ons de dwalingen van
ons leven vergeve en dat Hij onze ziel
met goedertierenheid in het eeuwig geluk
ontvange en wij hopen dit bijzonder in
Jesus-Christus, onzen Zaligmaker.
Laat ons vertrouwen hebben in zijn
Heilig Hart, brandoven van alle liefde en
van het geluk van 't menschdom. Laat
ons ook smeeken om de bemiddeling bij
de H. Maagd Maria, Moeder Gods en
onze welbeminde moeder, alsook van de
heiligen, die wij bijzonder vereerden ge
durende ons leven.
Daar wij verlangen te beschikken
over 't vaderlijke erfdeel dat ons toebe
hoort, stellen wij als erfgenaam aan, onzen
neef, graaf Ludovico Pecci.
Van deze eigendommen moet men
degenen afrekenen, die reeds aan graaf
Richardo gegeven werden, bij gelegen
heid zijns huwelijks. Men moet er even
eens alle goederen bijtellen die te Carpi-
netto liggen, want deze zijn eigendom
van den H. Stoel, volgens ons testament
van 8 Februari 1900.
In dit testament hebben wij geene
schikkingen getroffen voor onzen neef
Camille en onze nichten Anna en Maria,
zoon en dochters van onzen broeder Jan-
Baptist, omdat wij hun een goed bestaan
bezorgd hebben gedurende ons leven, ter
gelegenheid van hun huwelijk.
Wij verklaren dat geen enkel persoon
onzer familie eenig recht zal kunnen doen
gelden op hetgeen in tegenwoordig testa
ment niet voorgeschreven staat, want alle
andere bezittingen, van welken aard dan
ook, bekwamen wij door de investituur
van het pontificaat en bijgevolg is het, en
in alle geval eischen wij, dat het den vol
strekten eigendom van den H. Stoel
blijve.
Wij vertrouwen het uitvoeren der bo
venstaande schikkingen toe aan de Cardi
nalen Rampolla, Mocenni en Cretoni en
wij verklaren dat dit onze laatste wil is.
Gioachimo PECCI, Leo P. P. XIII.
Gedaan te Rome, in het Vatikaan, op
8 Juli 1900.
Dit testament is op een blad van groo-
ten vorm geschreven, door den Paus zelf.
Het geschrift is klein, zeer duidelijk en
bijzonder regelmatig. Men ontmoet er
geene sporen van onzekerheid in.
ziekte waaraan ik verkwijn. Van eeuw
tot eeuw vernam men aleens dat in deze
of gene verafgelegene landstreek lieden
gevonden werden die deze kennis in fami
liegeheim bewaarden en uitbaatten. In
ons land ook zijn van die wondermen-
schen geweest, doch, over het algemeen
waren het zeldzame verschijnselen, die
dan nog door naijver vervolgd, al zoo ras
verdwenen als zij opgekomen waren. De
regeeringen, in plaats van hen bescher
ming te vcrleencn. hebben medegeholpen
om die geheimbezitters, uit haat tegen de
maatschappij, hunne schatten met zich te
doen begraven...
Ons dorpje heeft ook dergelijk wonder
bezeten, en ook hier, hebben haat en nijd
hun vernielingswerk verricht. Hier goldt
het nogthans geene toevallig gedane ont
dekking, maar verscheidene wetenschap
pelijk veroverde kennissen, betrekkelijk
vele tot hiertoe als ongeneesbaar be
schouwde ziekten en hare heelmiddels.
Degene wiens hoofd de schatkamer dezer
kosihaarheden is;* wijst heden gansche
fortuinen welke men hem aanbiedt om
zijne kunst nog een oogenblik werkstellig
te maken, van de hand. Hastarrig weigert
hij nog iemand, rijk of arm, te helpen.
Voorheen was het zijn grootste geluk,
lijden te stelpen en tranen te droogen
heden schijnt hij genoegen te scheppen in
de smarten en wanhoop zijnen natuurge-
nooten.
Wordt voortgezet.