Zondag 2 Augusti 1905
centiemen per nummer.
56,e Jaar 5826
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND. TAAL, VRIJHEID
De verworpen
Zwitsersche wet.
OM ZES MILLIOEN
HOPK WEST IE
Redevoering
Lumen in coelo
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE SLIJM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3"' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegon den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, i AUGUSTI igo3.
Het zal onze lezers niet onaangenaam
zijn de wet nopens de verplichtende ver
zekering tegen ziekte en ongevellen welke
door de volksstemming van 20 Mei tgoo
is verworpen, in hare bijzonderste bepa
lingen te leeren kennen.
Al wie van dagloon leefde, zonder on
derscheid van geslacht, was van zijn
voleind i4de jaar af verzekerd tegen ziekte
en ongeval ze'fs ala hij in hoedanigheid
van leerling of vrijwillige nog geen loon
verdiende.
Men heeft het getal verzekerde personen
geschat op 600,000 voor eene bevolking
van drij millioen zielen.
Het noodige geld wierd opgebracht
i° door toelagen van den Bond
20 door bijdragen van den patroon en
van den werkman. Aan de ziekenkassen
betaalden zij ieder de helft voor de
verzekering tegen ongevallen waren 90
per honderd van de lasten voor den
patroon, 10 p. h. voor den werkman.
Volgens het bedrag van hunne daghuur
waren de werklieden in 10 loonkassen ver
deeld. Waren begrepen de werklieden die
verdienden
In loonkla» I tot en met 1 fr.
II van 1,01 fr. tot en met 1,50 fr.
III 1,51 2,00 fr.
IV 3,01 2,50 fr.
V 3.51 3-oo fr.
3.50 fr-
VI
VU
VIII
3,01
3»5i
ofr.
5,00 fr.
IX 5,ot 6,00 fr.
X 6,01 7.50 fr.
Het overige wierd niet meer in aanmer
king gebracht.
De patroon betaalde de bijdragen, doch
had het recht het aandeel van den werk
man bij de betaling der daghuur af te
houden. Deed hij het niet dan liep hij of
eene vermaning of, bij herval, eene boet
straf op, welke in het reservefonds wierd
gestort.
Voor deze opofferingen had de werkman
IN GEVAL VAN ziekte recht op verschillige
vergoedingen. Van af het begin der ziekte
en voor haren duur, geneeskundige be
handeling, artsenij en andere heilmidde
len. Desnoods wierden hem de reiskosten
betaald.
De volverzekerde, gedurende gansch
den duur der ziekte en van den derden
dag af een ziektegeld van 60 per honderd
van het bedrag zijner daghuur.
Was hij gansch hulploos zoo kon het
krankengeld het bedrag der loonklasse
waartoe hij behoorde, bereiken. Na een
«o»
62® Vervolg.
Eene breede laan liep van het kasteel
recht op die gracht uit en aan den kant
stond eene eenvoudige bank.
Werktuigelijk zag Olivier voor zich uit
en onwillekeurig kwam de gedachte in
hem op, dat het gemakkelijk zou zijn van
deze zijde het park binnen te dringen.
Door lengte van tijd was de gracht op
gedroogd en begroeid met sier en slinger
planten.
Aan den kant van het park stond nog
wel een hekken, maar dit was slechts van
hout, van tamelijk breede latten en niet
hoog, dus zonder eenig bezwaar zou men
er over kunnen klimmen.
De avond viel, een van die triestige
winteravonden, grauwe wolken en dreven
door de lucht en met den avond daalde
een vochtige nevel over het land.
Eensklaps sidderde Olivier.
In de laan, die zich recht tegenover
hem uitstrekte, onderscheidde hij eene
vrouwelijke gedaante.
Zij naderde langzaam onder de groote
boomen, die door hunne bladerlooze tak
ken slechts weinig schaduw afwierpen.
Haar gang was onregelmatig, nu eens
liep zij vlug, draafde bijna, dan weêr
stond zij plotselings stil, keerde zich om
jaar hield het krankengeld op of bij het
verkrijgen eener rente volgens art. 247
der wet op de verplichte verzekering tegen
arbeidsongevallen
De zieke was verplicht zich aan de be
handeling van den geneesheer te onder
werpen
Bij afsterven wierd ook een steifgeld
toegestaan om eene behoorlijke begrafenis
te kunnen inrichten. Het bedroeg van 20
tot 40 fr.
De vrouwen in kraambed genoten
onderstand gedurende zes weken na de
geboorte. In geval van andere zich daar-
bijvoegende ziekten, bleven de algemeene
bepalingen der wet in voege.
De verzekering tegen ziekte wierd waar
genomen door de openbare ziekenkassen
verdeeld in kringsziekenkassen en be
drijfskrankenkassen. Daaineven konden
vrije kassen bestaan en van de toelagen
van den Bond genieten zoo zij zich lieten
inschrijven of dezelfde voordeelen als door
de wet bepaald aan de werklieden verze
kerden
De verzekering tegen de arbeidsonge
vallen wierd waargenomen door eene
federale inrichting, wier zetel te Lucerne,
in het Canton van zelfden naam, was ge
vestigd. Het bestuur van het verzekerings
ambt, met goedkeuring van den Bonds
raad, moest een gevarentarief opstellen
volgens welk de verschillige nijverheden
zouden getakseerd worden
lil geval van ongeluk ontving het
slachtoffer den onderstand die wij kennen
uit de ziekenkas gedurende de zes weken.
Daarna had de werkman recht op eene
rente van 60 p. h. van het loon zijner
klasse, zoo hij teenemaal ongeschikt
bleek tot werken. Was dit het geval niet,
zoo wierd de rente in verhouding vermin
derd. Was hij integendeel gansch behulp-
loos, zoo kon de rente 100 p- h. der
daghuur beloopen. De Bondsvergadering
had verder het recht; lijk bij ziekten, zoo
wel als ongevallen, de rente op 66 2/3
p. h. te brengen. Het recht op rente is
opgeschorst zoolang de verongelukte in
't Buitenland om eene andere reden dan
uit geneeskundige behandeling, verblijft.
Bij zijne dood wordt een sterfgeld toe
gestaan en eene rente aan zijne erfgena
men.
De weduwe heeft recht op 3o p. h.de
weduwenaar op 20 p. h het kind op i5
p. h. de volle wees op 25 p. h.
De weduwe of weduwenaar die her
trouwt verliest alle recht de weduwe
ontvangt een kapitaal van 3 maal het be
drag harer jaarrente.
Gaat de rentetrekker in Buitenland
wonen dan heeft het verzekeringsambt het
recht de rente af tekoopen.
De bepalingen dier wet waren mensch-
lievend en toch is zij met eene verplette
en luisterde met voorovergebogen hoofd,
als iemand die wegloopt en vreest achter
volgd te zullen worden.
Wat moet dat beteekenen vroeg
Olivier zich af.
Hij verschool zich achter eenen knot
wilg, die aan den kant van den grepel
stond, en bespiedde de bewegingen der
vrouw zonder door haar gezien te wor-
den- --• j
Hare gestalte was rijzig en slank, de
losheid harer bewegingen toonde aan dat
zij nog jong moest zijn.
Eensklaps voelde hij eene hevige ont
roering.
Was hij de speelbal zijner overspannen
verbeelding
Neen, neen, hij bedroog zich niet, zij
was het wel 1
En toch, hoe kon dat mogelijk zijn
Gisèle op dit uur alleen in het park, Gisèle,
geheel met het voorkomen van iemand
die de vlucht neemt.
Reeds wilde Olivier te voorschijn ko
men, maar hij bedwong zich, onderdrukte
het hevige kloppen van zijn hart, hij wilde
haar bespieden.
Gisèle 1
Zij was het inderdaad. Nu liep zij niet
meer onder de boomen, zij naderde het
hekken aan den kant van de greppel en
hij herkende duidelijk haar gelaat.
Bij het hekken gekomen sloeg zij hare
handen aan de latten en zag nog eens
angstig rond.
rende meerderheid verworpen. Daaruit
moeten de liefhebbers van volksstemmin
gen eene les trekken.
Referendum is schoon van verre, maar
verre van schoon. Wij gaan thans de be
staande inrichtingen in Zwitserland be
spreken.
8E1VAAT.
Zitting van !24 «Vuil 1903.
van den heer VAN VRECKEM.
Ik verlang den Senaat enkele beschou
wingen over hoppe in overweging te
geven. Sedert onze vergadering van 2
Januari bleef dit gewichtig vraagstuk on
opgelost. Daar wij thans de begrooting
voor landbouw behandelen, zal ik de
quaestieder tolrechten onaangeroerd laten.
In mijn arrondissement wordt veel hoppe
geteeld en vooral in het dorp waar ik
woon. Ik ben dus op de hoogte van de
verschillende betrokken belangen en men
zal het mij dus niet ten kwade duiden,
zoo ik eenigzins ©ver de zaak uitweid.
De hoppeteelt neemt merkelijk af. In
mijne gemeente, in Meerbeek, besloeg zij
61 hectaren in 1875 en thans nog slechts
3i hectaren. Maar hoe groot die vermin
dering ook weze, toch verschaft die teelt
nog werk aan 201 gezinnen.
Op eene bijeenkomst met parlements
leden erkenden de brouwers uit het land
van Aalst, dat die teelt in stand dient ge
houden en dat desnoods daartoe bescher
mende rechten op hoppe hoeven ge
legd.
Gij hoort dus, dat hunne houding ver
schilt met de algemeene vereeniging der
brouwers, die hevig opkomt tegen moge
lijke invoering van zulke rechten. De
leden van die vereeniging hebben zich
bitter uitgelaten tegen de hoppeteelers.
De brouwers klagen zeer, maar wat
stelleu wij vast De brouwerij gaat voor
uit in 1897 kwamen er 196 nieuwe brou
werijen tot stand en de voortbrenging
nam met 1.474.029 liter toe, nochtans
zagen de hoppeteelers zich verplicht de
uitgestrektheid hunner teelt aanzienlijk in
te krimpen.
De brouwers beweren, dat de hoppe
teelers dienden af te zien van het bouwen
van minderwaardige hoppe en zich hoef
den toe te leggen op het voortbrengen van
fijne hoppe. Zoo meen ik het niet. Ver
betering in de teelt hoeft aangemoedigd,
en dat gebeurt naar eisch.
Het staat immers vast, dat fijne hoppe,
met welke zorg dan ook aangekweekt, in
ons land niet zoo wel gedijdt als in
Buitschland, waar die trouwens ook maar
lukt in sommige streken.
Bovendien is het niet zoo gemakkelijk
de hoppeteelt met het oog op verschillende
Nu was zij nog slechts eenige stappen
van Olivier verwijderd.
Zij was blootshoofds en het loshangende
haar viel op hare schouders, haar gelaat
teekende angst, gejaagdheid hare groote
oogen fonkelden, hare lippen trilden
zenuwachtig.
Het klamme zweet parelde op het voor
hoofd van Olivier.
Welk voornemen voerde het arme,
onnoozele meisje naar deze afgelegene
plaats van het park
Hoe had zij aan de waakzaamheid van
Victoire, hare gouvernante, die haar
anders nooit uit het oog verloor, kunnen
ontsnappen
Wat was haar plan
De onzekerheid, waarin Olivier ver
keerde, zou niet lang meer duren, want
na noch een snellen blik om zich heen
geworpen te hebben, klom Gisèle vlug
over het houten hek.
Nog een oogenblik en zij stond aan de
greppel.
Olivier kon zich nu niet langer bedwin
gen en riep met luidde stem
Gisèle -
Bij dit plotseling verschijnen van den
man, dien zij op het eerste gezicht niet
scheen te herkennen, bij het hooren van
haren naam, week zij eenen stap terug en
bleef, als door schrik verlamd, onbeweeg
lijk staan.
De jonge schilder verloor nu alle voor
zichtigheid uit het oog, snel als eene ge-
soorten, te wijzigen. Een eerste hinder
paal bestaat hierin dat er drie jaar noodig
zijn vooraleer de nieuwe plant behoorlijk
voortbrengt. Verder zal Belgische hoppe,
welke ook hare hoedanigheden mogen
yvezen, in de oogen der brouwers altijd
tot de minderwaardige soorten behooren.
In België wordt het stijgen der prijzen
verhinderd, doordien handel en Srouw-
nijverheid volstrekt geene rekening hou
den met de hoedanigheid der hoppe,
zulks werd uitdrukkelijk verklaard door
het stellig bevoegd orgaan der min
dere brouwnijverheid, Le petit Journal
du Brasseur.
Een derde hinderpaal De landbou
wers vinden geen belang bij het verbete
ren der verbouwde soorten, wijl zij toch
geen hoogeren prijs erlangen zij trachten
dus eerder op de hoeveelheid dan op de
hoedanigheid te winnen zulks dunkt mij
nog al verschoonbaar.
Het blad door mij genoemd wijst er op,
dat de grofste hoppe het meest opbrengt
per hectare Het erkent dat in dit opzicht
België de eerste plaats bekleedt. Maar het
is niet altijd juist, dat hier best grove
hoppe dient gewonnen. De oude land
bouwer, die oude hoppesoort teelt, oogst
daarvan 1,800 kilogram per hectare, ter
waarde van i5o frank de too kilogr. Een
meer berekend landbouwer wint echter
i,5oo kilogram fijnere soort, die 180 frank
waard is, dus 5o frank meer. Een land
bouwer naar het nieuwste stelsel brenst
het zelfstol 1200kilogram,zegge 70 frank
meer.
De landbouwer naar den ouden sleur
verkrijgt aldus 2,700 frank opbrengst per
hectare, terwijl hij, die niet zijn tijd méé
gaat op 2,640 fr mag rekenen. Voeg
daarbij,dat de laatste zich duizend zorgen
getroost terwijl de andere slechts rustig
zijn ouden weg gaat. Hieruit blijkt eens
te meer, dat nieuwigheden uit den vreem
de niet altijd onzen landbouw te goede
komen.
Vele onder ons herinneren zich wellicht
nog de stoeterij te Tervuren. Toen hiet
het, om die te rechtvaardigen, dat het
Belgisch paardenras nieuw bloed behoef
de. Een afgevaardigde voor Aalst kwam
tegen die stoeterij op namens de Vlaam-
sche fokkers en de heer Bouvier beloofde
hem op zekeren dag eens krijgt gij te
Aalst uw standbeeld, een ruiterbeeld, en
zijt gij gezeten op een Vlaamschen hengst
De stoeterij te Tervuren is te niet, de
Vlaamsche afgevaardigde rust in zijn graf
en een Vlaamsche hengst behaalde te
Parijs den wereldprijs.
Voor weinige jaren hiet ook het Dur-
hamsche ras het beste, toch baarde het
menige teleurstelling.
Dit alles verklaart, hoe onze landbou
wers zich liefst door eigen proefneming
laten geleiden en nieuwe leerstellingen
steeds achterdochtig bejegenen.
Er bestaat nochtans een middel, alhoe
wel er bezwaren aan verbonden zijn ik
bedoel samenwerking. Doch op dit gebied
is deze niet licht toe te passen, zooals
dachte sprong hij in de greppel en was in
een oogwenk bij haar.
Aan de doornstruiken, die in de greppel
groeiden, had hij zijne kleeren gescheurd,
zijne handen en zijn gelaat gewond, maar
daar lette hij niet op, hij had alleen gezien
dat Gisèle gevaar liep in de greppel te
vallen en zich aan de scherpe doorns te
bezeeren dat was voor hem voldoende
geweest. Een onweerstaanbare macht had
hem voortgedreven.
Hij herhaalde
Gisèle
Toen herkende zij hem en eene straal van
vreugde blok hem uit hare oogen tegen.
Zonder verbaasd te zijn over zijne
tegenwoordigheid op deze plaats, zonder
zelfs te trachten iets er van te begrijpen,
snelde zij op hem toe, sloeg hare armen
om hem heen en stamelde
Gij Gij
De jongeling voelde, dat al zijn bloed
naar het hoofd steeg. Hij was hier alleen
met het beeldschoone meisje dat hij
aanbad. Ongetwijfeld was zij uit het
ouderlijk huis verjaagd door eene onbe
stemde vrees en beschouwde zij hem als
een verdediger, aan wien zij zich blinde
lings toevertrouwde.
Op hijgenden gejaagden toon vroeg hij
haar
Gisèle, is het mogelijk Hoe komt
het dat gij hier zijt, alleen op dit uur
Waarom wilt gij in deze greppel springen,
ongelukkig kind
aangetoond werd in eene verhandeling
van den hoppetelersbond.
Een der voornaamste bezwaren is dat
de hoppe moeilijk aan den man is te bren
gen zooals Le Petit Journal de la Bras
serie het deed uitschijnen.
Ik bedoel echter niet dat samenwerking
hier geen diensten kan bewijzen.Terloops
wil ik hulde brengen aan onze landbou
wers. Nergens wordt hoppe met meer
zorg geteeld dan hier onze hoppe kan
den strijd volhouden tegen Duitsche hoppe
in Duitschland en tegen alle vreemde hop
soorten in Engeland en Frankrijk.
De vakbladen stellen daarentegen vast
dat in Frankrijk de hoppeteelt meer en
meer gebrekkig wordt. Neemt onze uit
voer af, dan ligt dit niet aan onze land
bouwers. Wat. naast de door mij opgege
ven redenen de uitbreiding van onzen
uitvoer belemmert, is dat wij overal op
nieuwe invoerrechten stuiten. Zonder de
verschillende vooruitgezette middelen te
veronachtzamen, dienen wij, op onze
beurt, een stelsel te beproeven dat thans
in zwang komt in alle landen, zelfs in
Engeland, deze klassieke bodem van
vrijhandel. Op dit gebied, acht ik dat een
invoerrecht doelmatig zijn zou en dat wij,
bij de herziening der verdragen, onze
rechten dienen voor te behouden.
Doch hierbij wensch ik het te laten,
mijne heeren bescherming door tolrech
ten, vergoedingsrechten, dit alles te be
handelen ware ingrijpen op het gebied
der begrooting van financiën.
Zulks ware te ongepaster ure eene be-
spr< king openen, van zoo hoog belang,
dat de Kamer van Volksvertegenwoordi
gers het gewenscht oordeelde, ze tot de
maand November te verdagen.
Ik stel mij te vreden met te bevestigen
i° Dat een invoerrecht van 25 tot 3o
frank een nauwelijks voelbaren last voor
de brouwers is. 7 centiemen per hectoliter
met 3 graden, 2.1 ten hoogste
2° Dat Belgisch bier beschermd wordt
door een invoerrecht van 5 fr. per hecto
liter de ontlasting bij uitvoer bedraagt
slechts 2 fr. 5o
3° De uitheemsche mededinging enkel
mogelijk is voor fijne biersoorten, waarop
het invoerrecht verhoogd mag worden
zonder den volksdrank te belasten.
Ik meen niet dat iemand hier denkt aan
het opzeggen onzer handelstractaten. Zal
Duitschland het uit eigenbeweging doen?
Dat weten wij niet. Middelerwijl denk ik
dat zij, die den buiten afloopen om de
hoppetelers op te hitsen en hun doen ge-
looven dat het van de Regeering afhangt
zoo maar dadelijk invoerrechten op hoppe
te stellen, eene slechte daad begaan.
Ter Kamer verklaarde de achtbare eerste
minister dat de Regeering niets zal on
beproefd laten om, in de maat van het
mogelijke de belangen der hoppeteelt te
behartigen a.
Wij steunen op dit woord evenzeer als
op de algemeen erkende verkleefdheid
van den minister van landbouw voor onze
belangen.
Zij kneep hem zenuwachtig in den pols
en zegde
Kom, o kom mee.
Met uitgestrekten atm wees zij naar het
open veld, aan den overkant van de grep
pel, dat nu geheel duister geworden was
en waarboven hier en daar in de onstui
mige lucht eene ster zwak fonkelde.
De jongeling beefde over al zijne leden.
Gisèle, in naam des hemels, ant
woord mij, waarom zijt gij niet bij uwe
moeder gebleven, waarom is uwe gouver
nante niet bij u Of er rust een vloek op
dit huis.
Gisèle scheen de vragen te begrijpen,
die Olivier haar deed, want zij trachtte te
antwoorden.
Bang.
Wat Bang vroeg Olivier weer.
Wat bedoelt gij daarmee, Gisèle Zijt gij
bang
~Ja-
Dus gij wildet vluchten, uit het kas
teel wegloopen
Gisèle kneep hem nog harder in den
pols.
Kom, herhaalde zij, op gejaagden
toon. Neem mij mee. Laat ons heengaan.
Bang.
Olivier schudde wanhopig het hoofd.
Waartoe haar nog verder te onder
vragen
Het was duidelijk merkbaar dat er geene
andere gedachte in het hoofd van Gisèle
omging, dan die ééne vluchten, zonder
De Paus is dood Het licht verdween,
Dat, laat in d'avond opgestegen,
De wereld als een zon van zegen,
Sinds vijf en twintig jaar bescheen.
Wat straalde "t waarheid, schoonheid hier,
Tot les cn lust voor geest en zinnen
Wat drong het diep de harten binnen
En wekte er 't meulend liefdevier
O licht des vredes, regenboog
Gods volk verblijdend met uw kleuren,
Wat zal in angst de wereld treuren,
Nu gij gedoofd zijt voor ons oog 1
Ja, 't licht verdweendoch 't ging niet uit:
Het straalt met hooger, heller glansen.
Aan de immer blijde, blauwe transen,
Waar damp noch mist zijn stralen stuit.
Het straalt en smelt zijn glorie in
De glorie van der heemlen zalen,
Waar Engelen en zaalgen stralen
Van 't Licht dat eind kent noch begin.
't Verdween ja Doch a zoo spreekt
[de Heer
Zal Leo's licht u niet meer troosten,
Reeds morgen rijst voor u in 't Oosten
Eene andere levenszonne weer.
Mijn Zoon, mijn Woord, Hij, 't Licht
[uit Licht,
11 Verlaat zoo min bij nachtlijk duister,
0 Als in des middags vollen luister,
De Kerk, op Petrus' rots gesticht.
i> De nacht vernielt de zonne niet
a De dood kan 't Pausdom niet vernielen
a Want eeuwig is het Rijk der zielen
a Onsterflijk, Hij, die daar gebiedt.
Kan. Eug. De Lepbleer.
De groene organen van Chipka
brachten ons een verslag meé over de be
tooging te Assche ten voordeele van geen
tolrechten of gelijke tolrechten bij den in
voer van vreemde hop.
Dit verslag meldt onder anderen dat
smid Lambrechts, met zijnen blauwen
paraplu, lezing gaf van de namen der
brouwers die weigerden het vertoogschrift
geene of gelijke tolrechten vragende te
onderteekenen.
Maar wat bedoeld verslag niet meldt,
is dat eene bende betoogers bij 't naar
huis keeren, nabij de statie van Ternath,
eene brouwerij hebben belegerd, storm-
derhand ingenomen en er bijna alles kort
en klein geslagen;
Het feit wordt ons bevestigd door een
zeer geloofbaar persoon.
Zeg dus, gij Pilatus Daens, gij Groene
Pie, gij trotschen snoever Lambrechts,
gij allen die de chefs zijt, wie draagt de
zedelijke verantwoordelijkheid van die
hoogst afkeurlijke schelmerij
En moest er wraak over genomen wor
den, 't gene gebeuren kan, wie zal ze
uitgelokt en ze dus ook verdiend hebben
zelfs de eerste gevolgen van die daad te
overwegen
Natuurlijk was zij niet bij machte een
plan tot ontvluchting ineen te zetten,
wanneer zij eenmaal over de greppel was
gekomen, dan zou zij het open veld in
geloopen zijn, zonder doel, op goed
geluk af.
Toch wilde Olivier haar nog iets
vragen
Voor wien zijt gij bang
Gisèle sidderde.
Voor hem
Wie
De man, ogc kent hem wel, de
man.
Olivier begreep haar te goed. Hij
hernam
De man, met wien men u wil dwin
gen te trouwen Sorandal
Bij het hooren van dezen naam alleen
ging er een schok door alle leden van
Gisèle.
Zij drong zich nog dichter tegen Olivier
aan.
Ja, bang, herhaalde zij, o I ik ben
zoo bang.
Dus om hem wilt gij het kasteel
ontvluchten
Ja met u.
Gisèle, gij moet naar huis terugkee-
ren, het moet.
Neen
Wordt voortgezet.