Zondag 2 Augusti 1905 centiemen per nummer. 56,e Jaar 5826 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND. TAAL, VRIJHEID De verworpen Zwitsersche wet. OM ZES MILLIOEN HOPK WEST IE Redevoering Lumen in coelo Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE SLIJM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3"' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegon den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, i AUGUSTI igo3. Het zal onze lezers niet onaangenaam zijn de wet nopens de verplichtende ver zekering tegen ziekte en ongevellen welke door de volksstemming van 20 Mei tgoo is verworpen, in hare bijzonderste bepa lingen te leeren kennen. Al wie van dagloon leefde, zonder on derscheid van geslacht, was van zijn voleind i4de jaar af verzekerd tegen ziekte en ongeval ze'fs ala hij in hoedanigheid van leerling of vrijwillige nog geen loon verdiende. Men heeft het getal verzekerde personen geschat op 600,000 voor eene bevolking van drij millioen zielen. Het noodige geld wierd opgebracht i° door toelagen van den Bond 20 door bijdragen van den patroon en van den werkman. Aan de ziekenkassen betaalden zij ieder de helft voor de verzekering tegen ongevallen waren 90 per honderd van de lasten voor den patroon, 10 p. h. voor den werkman. Volgens het bedrag van hunne daghuur waren de werklieden in 10 loonkassen ver deeld. Waren begrepen de werklieden die verdienden In loonkla» I tot en met 1 fr. II van 1,01 fr. tot en met 1,50 fr. III 1,51 2,00 fr. IV 3,01 2,50 fr. V 3.51 3-oo fr. 3.50 fr- VI VU VIII 3,01 3»5i ofr. 5,00 fr. IX 5,ot 6,00 fr. X 6,01 7.50 fr. Het overige wierd niet meer in aanmer king gebracht. De patroon betaalde de bijdragen, doch had het recht het aandeel van den werk man bij de betaling der daghuur af te houden. Deed hij het niet dan liep hij of eene vermaning of, bij herval, eene boet straf op, welke in het reservefonds wierd gestort. Voor deze opofferingen had de werkman IN GEVAL VAN ziekte recht op verschillige vergoedingen. Van af het begin der ziekte en voor haren duur, geneeskundige be handeling, artsenij en andere heilmidde len. Desnoods wierden hem de reiskosten betaald. De volverzekerde, gedurende gansch den duur der ziekte en van den derden dag af een ziektegeld van 60 per honderd van het bedrag zijner daghuur. Was hij gansch hulploos zoo kon het krankengeld het bedrag der loonklasse waartoe hij behoorde, bereiken. Na een «o» 62® Vervolg. Eene breede laan liep van het kasteel recht op die gracht uit en aan den kant stond eene eenvoudige bank. Werktuigelijk zag Olivier voor zich uit en onwillekeurig kwam de gedachte in hem op, dat het gemakkelijk zou zijn van deze zijde het park binnen te dringen. Door lengte van tijd was de gracht op gedroogd en begroeid met sier en slinger planten. Aan den kant van het park stond nog wel een hekken, maar dit was slechts van hout, van tamelijk breede latten en niet hoog, dus zonder eenig bezwaar zou men er over kunnen klimmen. De avond viel, een van die triestige winteravonden, grauwe wolken en dreven door de lucht en met den avond daalde een vochtige nevel over het land. Eensklaps sidderde Olivier. In de laan, die zich recht tegenover hem uitstrekte, onderscheidde hij eene vrouwelijke gedaante. Zij naderde langzaam onder de groote boomen, die door hunne bladerlooze tak ken slechts weinig schaduw afwierpen. Haar gang was onregelmatig, nu eens liep zij vlug, draafde bijna, dan weêr stond zij plotselings stil, keerde zich om jaar hield het krankengeld op of bij het verkrijgen eener rente volgens art. 247 der wet op de verplichte verzekering tegen arbeidsongevallen De zieke was verplicht zich aan de be handeling van den geneesheer te onder werpen Bij afsterven wierd ook een steifgeld toegestaan om eene behoorlijke begrafenis te kunnen inrichten. Het bedroeg van 20 tot 40 fr. De vrouwen in kraambed genoten onderstand gedurende zes weken na de geboorte. In geval van andere zich daar- bijvoegende ziekten, bleven de algemeene bepalingen der wet in voege. De verzekering tegen ziekte wierd waar genomen door de openbare ziekenkassen verdeeld in kringsziekenkassen en be drijfskrankenkassen. Daaineven konden vrije kassen bestaan en van de toelagen van den Bond genieten zoo zij zich lieten inschrijven of dezelfde voordeelen als door de wet bepaald aan de werklieden verze kerden De verzekering tegen de arbeidsonge vallen wierd waargenomen door eene federale inrichting, wier zetel te Lucerne, in het Canton van zelfden naam, was ge vestigd. Het bestuur van het verzekerings ambt, met goedkeuring van den Bonds raad, moest een gevarentarief opstellen volgens welk de verschillige nijverheden zouden getakseerd worden lil geval van ongeluk ontving het slachtoffer den onderstand die wij kennen uit de ziekenkas gedurende de zes weken. Daarna had de werkman recht op eene rente van 60 p. h. van het loon zijner klasse, zoo hij teenemaal ongeschikt bleek tot werken. Was dit het geval niet, zoo wierd de rente in verhouding vermin derd. Was hij integendeel gansch behulp- loos, zoo kon de rente 100 p- h. der daghuur beloopen. De Bondsvergadering had verder het recht; lijk bij ziekten, zoo wel als ongevallen, de rente op 66 2/3 p. h. te brengen. Het recht op rente is opgeschorst zoolang de verongelukte in 't Buitenland om eene andere reden dan uit geneeskundige behandeling, verblijft. Bij zijne dood wordt een sterfgeld toe gestaan en eene rente aan zijne erfgena men. De weduwe heeft recht op 3o p. h.de weduwenaar op 20 p. h het kind op i5 p. h. de volle wees op 25 p. h. De weduwe of weduwenaar die her trouwt verliest alle recht de weduwe ontvangt een kapitaal van 3 maal het be drag harer jaarrente. Gaat de rentetrekker in Buitenland wonen dan heeft het verzekeringsambt het recht de rente af tekoopen. De bepalingen dier wet waren mensch- lievend en toch is zij met eene verplette en luisterde met voorovergebogen hoofd, als iemand die wegloopt en vreest achter volgd te zullen worden. Wat moet dat beteekenen vroeg Olivier zich af. Hij verschool zich achter eenen knot wilg, die aan den kant van den grepel stond, en bespiedde de bewegingen der vrouw zonder door haar gezien te wor- den- --• j Hare gestalte was rijzig en slank, de losheid harer bewegingen toonde aan dat zij nog jong moest zijn. Eensklaps voelde hij eene hevige ont roering. Was hij de speelbal zijner overspannen verbeelding Neen, neen, hij bedroog zich niet, zij was het wel 1 En toch, hoe kon dat mogelijk zijn Gisèle op dit uur alleen in het park, Gisèle, geheel met het voorkomen van iemand die de vlucht neemt. Reeds wilde Olivier te voorschijn ko men, maar hij bedwong zich, onderdrukte het hevige kloppen van zijn hart, hij wilde haar bespieden. Gisèle 1 Zij was het inderdaad. Nu liep zij niet meer onder de boomen, zij naderde het hekken aan den kant van de greppel en hij herkende duidelijk haar gelaat. Bij het hekken gekomen sloeg zij hare handen aan de latten en zag nog eens angstig rond. rende meerderheid verworpen. Daaruit moeten de liefhebbers van volksstemmin gen eene les trekken. Referendum is schoon van verre, maar verre van schoon. Wij gaan thans de be staande inrichtingen in Zwitserland be spreken. 8E1VAAT. Zitting van !24 «Vuil 1903. van den heer VAN VRECKEM. Ik verlang den Senaat enkele beschou wingen over hoppe in overweging te geven. Sedert onze vergadering van 2 Januari bleef dit gewichtig vraagstuk on opgelost. Daar wij thans de begrooting voor landbouw behandelen, zal ik de quaestieder tolrechten onaangeroerd laten. In mijn arrondissement wordt veel hoppe geteeld en vooral in het dorp waar ik woon. Ik ben dus op de hoogte van de verschillende betrokken belangen en men zal het mij dus niet ten kwade duiden, zoo ik eenigzins ©ver de zaak uitweid. De hoppeteelt neemt merkelijk af. In mijne gemeente, in Meerbeek, besloeg zij 61 hectaren in 1875 en thans nog slechts 3i hectaren. Maar hoe groot die vermin dering ook weze, toch verschaft die teelt nog werk aan 201 gezinnen. Op eene bijeenkomst met parlements leden erkenden de brouwers uit het land van Aalst, dat die teelt in stand dient ge houden en dat desnoods daartoe bescher mende rechten op hoppe hoeven ge legd. Gij hoort dus, dat hunne houding ver schilt met de algemeene vereeniging der brouwers, die hevig opkomt tegen moge lijke invoering van zulke rechten. De leden van die vereeniging hebben zich bitter uitgelaten tegen de hoppeteelers. De brouwers klagen zeer, maar wat stelleu wij vast De brouwerij gaat voor uit in 1897 kwamen er 196 nieuwe brou werijen tot stand en de voortbrenging nam met 1.474.029 liter toe, nochtans zagen de hoppeteelers zich verplicht de uitgestrektheid hunner teelt aanzienlijk in te krimpen. De brouwers beweren, dat de hoppe teelers dienden af te zien van het bouwen van minderwaardige hoppe en zich hoef den toe te leggen op het voortbrengen van fijne hoppe. Zoo meen ik het niet. Ver betering in de teelt hoeft aangemoedigd, en dat gebeurt naar eisch. Het staat immers vast, dat fijne hoppe, met welke zorg dan ook aangekweekt, in ons land niet zoo wel gedijdt als in Buitschland, waar die trouwens ook maar lukt in sommige streken. Bovendien is het niet zoo gemakkelijk de hoppeteelt met het oog op verschillende Nu was zij nog slechts eenige stappen van Olivier verwijderd. Zij was blootshoofds en het loshangende haar viel op hare schouders, haar gelaat teekende angst, gejaagdheid hare groote oogen fonkelden, hare lippen trilden zenuwachtig. Het klamme zweet parelde op het voor hoofd van Olivier. Welk voornemen voerde het arme, onnoozele meisje naar deze afgelegene plaats van het park Hoe had zij aan de waakzaamheid van Victoire, hare gouvernante, die haar anders nooit uit het oog verloor, kunnen ontsnappen Wat was haar plan De onzekerheid, waarin Olivier ver keerde, zou niet lang meer duren, want na noch een snellen blik om zich heen geworpen te hebben, klom Gisèle vlug over het houten hek. Nog een oogenblik en zij stond aan de greppel. Olivier kon zich nu niet langer bedwin gen en riep met luidde stem Gisèle - Bij dit plotseling verschijnen van den man, dien zij op het eerste gezicht niet scheen te herkennen, bij het hooren van haren naam, week zij eenen stap terug en bleef, als door schrik verlamd, onbeweeg lijk staan. De jonge schilder verloor nu alle voor zichtigheid uit het oog, snel als eene ge- soorten, te wijzigen. Een eerste hinder paal bestaat hierin dat er drie jaar noodig zijn vooraleer de nieuwe plant behoorlijk voortbrengt. Verder zal Belgische hoppe, welke ook hare hoedanigheden mogen yvezen, in de oogen der brouwers altijd tot de minderwaardige soorten behooren. In België wordt het stijgen der prijzen verhinderd, doordien handel en Srouw- nijverheid volstrekt geene rekening hou den met de hoedanigheid der hoppe, zulks werd uitdrukkelijk verklaard door het stellig bevoegd orgaan der min dere brouwnijverheid, Le petit Journal du Brasseur. Een derde hinderpaal De landbou wers vinden geen belang bij het verbete ren der verbouwde soorten, wijl zij toch geen hoogeren prijs erlangen zij trachten dus eerder op de hoeveelheid dan op de hoedanigheid te winnen zulks dunkt mij nog al verschoonbaar. Het blad door mij genoemd wijst er op, dat de grofste hoppe het meest opbrengt per hectare Het erkent dat in dit opzicht België de eerste plaats bekleedt. Maar het is niet altijd juist, dat hier best grove hoppe dient gewonnen. De oude land bouwer, die oude hoppesoort teelt, oogst daarvan 1,800 kilogram per hectare, ter waarde van i5o frank de too kilogr. Een meer berekend landbouwer wint echter i,5oo kilogram fijnere soort, die 180 frank waard is, dus 5o frank meer. Een land bouwer naar het nieuwste stelsel brenst het zelfstol 1200kilogram,zegge 70 frank meer. De landbouwer naar den ouden sleur verkrijgt aldus 2,700 frank opbrengst per hectare, terwijl hij, die niet zijn tijd méé gaat op 2,640 fr mag rekenen. Voeg daarbij,dat de laatste zich duizend zorgen getroost terwijl de andere slechts rustig zijn ouden weg gaat. Hieruit blijkt eens te meer, dat nieuwigheden uit den vreem de niet altijd onzen landbouw te goede komen. Vele onder ons herinneren zich wellicht nog de stoeterij te Tervuren. Toen hiet het, om die te rechtvaardigen, dat het Belgisch paardenras nieuw bloed behoef de. Een afgevaardigde voor Aalst kwam tegen die stoeterij op namens de Vlaam- sche fokkers en de heer Bouvier beloofde hem op zekeren dag eens krijgt gij te Aalst uw standbeeld, een ruiterbeeld, en zijt gij gezeten op een Vlaamschen hengst De stoeterij te Tervuren is te niet, de Vlaamsche afgevaardigde rust in zijn graf en een Vlaamsche hengst behaalde te Parijs den wereldprijs. Voor weinige jaren hiet ook het Dur- hamsche ras het beste, toch baarde het menige teleurstelling. Dit alles verklaart, hoe onze landbou wers zich liefst door eigen proefneming laten geleiden en nieuwe leerstellingen steeds achterdochtig bejegenen. Er bestaat nochtans een middel, alhoe wel er bezwaren aan verbonden zijn ik bedoel samenwerking. Doch op dit gebied is deze niet licht toe te passen, zooals dachte sprong hij in de greppel en was in een oogwenk bij haar. Aan de doornstruiken, die in de greppel groeiden, had hij zijne kleeren gescheurd, zijne handen en zijn gelaat gewond, maar daar lette hij niet op, hij had alleen gezien dat Gisèle gevaar liep in de greppel te vallen en zich aan de scherpe doorns te bezeeren dat was voor hem voldoende geweest. Een onweerstaanbare macht had hem voortgedreven. Hij herhaalde Gisèle Toen herkende zij hem en eene straal van vreugde blok hem uit hare oogen tegen. Zonder verbaasd te zijn over zijne tegenwoordigheid op deze plaats, zonder zelfs te trachten iets er van te begrijpen, snelde zij op hem toe, sloeg hare armen om hem heen en stamelde Gij Gij De jongeling voelde, dat al zijn bloed naar het hoofd steeg. Hij was hier alleen met het beeldschoone meisje dat hij aanbad. Ongetwijfeld was zij uit het ouderlijk huis verjaagd door eene onbe stemde vrees en beschouwde zij hem als een verdediger, aan wien zij zich blinde lings toevertrouwde. Op hijgenden gejaagden toon vroeg hij haar Gisèle, is het mogelijk Hoe komt het dat gij hier zijt, alleen op dit uur Waarom wilt gij in deze greppel springen, ongelukkig kind aangetoond werd in eene verhandeling van den hoppetelersbond. Een der voornaamste bezwaren is dat de hoppe moeilijk aan den man is te bren gen zooals Le Petit Journal de la Bras serie het deed uitschijnen. Ik bedoel echter niet dat samenwerking hier geen diensten kan bewijzen.Terloops wil ik hulde brengen aan onze landbou wers. Nergens wordt hoppe met meer zorg geteeld dan hier onze hoppe kan den strijd volhouden tegen Duitsche hoppe in Duitschland en tegen alle vreemde hop soorten in Engeland en Frankrijk. De vakbladen stellen daarentegen vast dat in Frankrijk de hoppeteelt meer en meer gebrekkig wordt. Neemt onze uit voer af, dan ligt dit niet aan onze land bouwers. Wat. naast de door mij opgege ven redenen de uitbreiding van onzen uitvoer belemmert, is dat wij overal op nieuwe invoerrechten stuiten. Zonder de verschillende vooruitgezette middelen te veronachtzamen, dienen wij, op onze beurt, een stelsel te beproeven dat thans in zwang komt in alle landen, zelfs in Engeland, deze klassieke bodem van vrijhandel. Op dit gebied, acht ik dat een invoerrecht doelmatig zijn zou en dat wij, bij de herziening der verdragen, onze rechten dienen voor te behouden. Doch hierbij wensch ik het te laten, mijne heeren bescherming door tolrech ten, vergoedingsrechten, dit alles te be handelen ware ingrijpen op het gebied der begrooting van financiën. Zulks ware te ongepaster ure eene be- spr< king openen, van zoo hoog belang, dat de Kamer van Volksvertegenwoordi gers het gewenscht oordeelde, ze tot de maand November te verdagen. Ik stel mij te vreden met te bevestigen i° Dat een invoerrecht van 25 tot 3o frank een nauwelijks voelbaren last voor de brouwers is. 7 centiemen per hectoliter met 3 graden, 2.1 ten hoogste 2° Dat Belgisch bier beschermd wordt door een invoerrecht van 5 fr. per hecto liter de ontlasting bij uitvoer bedraagt slechts 2 fr. 5o 3° De uitheemsche mededinging enkel mogelijk is voor fijne biersoorten, waarop het invoerrecht verhoogd mag worden zonder den volksdrank te belasten. Ik meen niet dat iemand hier denkt aan het opzeggen onzer handelstractaten. Zal Duitschland het uit eigenbeweging doen? Dat weten wij niet. Middelerwijl denk ik dat zij, die den buiten afloopen om de hoppetelers op te hitsen en hun doen ge- looven dat het van de Regeering afhangt zoo maar dadelijk invoerrechten op hoppe te stellen, eene slechte daad begaan. Ter Kamer verklaarde de achtbare eerste minister dat de Regeering niets zal on beproefd laten om, in de maat van het mogelijke de belangen der hoppeteelt te behartigen a. Wij steunen op dit woord evenzeer als op de algemeen erkende verkleefdheid van den minister van landbouw voor onze belangen. Zij kneep hem zenuwachtig in den pols en zegde Kom, o kom mee. Met uitgestrekten atm wees zij naar het open veld, aan den overkant van de grep pel, dat nu geheel duister geworden was en waarboven hier en daar in de onstui mige lucht eene ster zwak fonkelde. De jongeling beefde over al zijne leden. Gisèle, in naam des hemels, ant woord mij, waarom zijt gij niet bij uwe moeder gebleven, waarom is uwe gouver nante niet bij u Of er rust een vloek op dit huis. Gisèle scheen de vragen te begrijpen, die Olivier haar deed, want zij trachtte te antwoorden. Bang. Wat Bang vroeg Olivier weer. Wat bedoelt gij daarmee, Gisèle Zijt gij bang ~Ja- Dus gij wildet vluchten, uit het kas teel wegloopen Gisèle kneep hem nog harder in den pols. Kom, herhaalde zij, op gejaagden toon. Neem mij mee. Laat ons heengaan. Bang. Olivier schudde wanhopig het hoofd. Waartoe haar nog verder te onder vragen Het was duidelijk merkbaar dat er geene andere gedachte in het hoofd van Gisèle omging, dan die ééne vluchten, zonder De Paus is dood Het licht verdween, Dat, laat in d'avond opgestegen, De wereld als een zon van zegen, Sinds vijf en twintig jaar bescheen. Wat straalde "t waarheid, schoonheid hier, Tot les cn lust voor geest en zinnen Wat drong het diep de harten binnen En wekte er 't meulend liefdevier O licht des vredes, regenboog Gods volk verblijdend met uw kleuren, Wat zal in angst de wereld treuren, Nu gij gedoofd zijt voor ons oog 1 Ja, 't licht verdweendoch 't ging niet uit: Het straalt met hooger, heller glansen. Aan de immer blijde, blauwe transen, Waar damp noch mist zijn stralen stuit. Het straalt en smelt zijn glorie in De glorie van der heemlen zalen, Waar Engelen en zaalgen stralen Van 't Licht dat eind kent noch begin. 't Verdween ja Doch a zoo spreekt [de Heer Zal Leo's licht u niet meer troosten, Reeds morgen rijst voor u in 't Oosten Eene andere levenszonne weer. Mijn Zoon, mijn Woord, Hij, 't Licht [uit Licht, 11 Verlaat zoo min bij nachtlijk duister, 0 Als in des middags vollen luister, De Kerk, op Petrus' rots gesticht. i> De nacht vernielt de zonne niet a De dood kan 't Pausdom niet vernielen a Want eeuwig is het Rijk der zielen a Onsterflijk, Hij, die daar gebiedt. Kan. Eug. De Lepbleer. De groene organen van Chipka brachten ons een verslag meé over de be tooging te Assche ten voordeele van geen tolrechten of gelijke tolrechten bij den in voer van vreemde hop. Dit verslag meldt onder anderen dat smid Lambrechts, met zijnen blauwen paraplu, lezing gaf van de namen der brouwers die weigerden het vertoogschrift geene of gelijke tolrechten vragende te onderteekenen. Maar wat bedoeld verslag niet meldt, is dat eene bende betoogers bij 't naar huis keeren, nabij de statie van Ternath, eene brouwerij hebben belegerd, storm- derhand ingenomen en er bijna alles kort en klein geslagen; Het feit wordt ons bevestigd door een zeer geloofbaar persoon. Zeg dus, gij Pilatus Daens, gij Groene Pie, gij trotschen snoever Lambrechts, gij allen die de chefs zijt, wie draagt de zedelijke verantwoordelijkheid van die hoogst afkeurlijke schelmerij En moest er wraak over genomen wor den, 't gene gebeuren kan, wie zal ze uitgelokt en ze dus ook verdiend hebben zelfs de eerste gevolgen van die daad te overwegen Natuurlijk was zij niet bij machte een plan tot ontvluchting ineen te zetten, wanneer zij eenmaal over de greppel was gekomen, dan zou zij het open veld in geloopen zijn, zonder doel, op goed geluk af. Toch wilde Olivier haar nog iets vragen Voor wien zijt gij bang Gisèle sidderde. Voor hem Wie De man, ogc kent hem wel, de man. Olivier begreep haar te goed. Hij hernam De man, met wien men u wil dwin gen te trouwen Sorandal Bij het hooren van dezen naam alleen ging er een schok door alle leden van Gisèle. Zij drong zich nog dichter tegen Olivier aan. Ja, bang, herhaalde zij, o I ik ben zoo bang. Dus om hem wilt gij het kasteel ontvluchten Ja met u. Gisèle, gij moet naar huis terugkee- ren, het moet. Neen Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1