Zondag 25 Augusti 1JJU3 5 cenlieiiien per nuimiiei 56s,e Jaar 5852. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND TAAL, VRIJHEID. Wetgeving Arbeidsongevallen OM ZES MILLIOEN Voor de wegen op den Buiten. Wij willen God. LANDBOUW. Glucoserij. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschryving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutstraat, N' 31. en in alle Postkantoren des Lands. CLIQUE SUUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by aocoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrydag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 2a AUGUSTI igo3. NOPENS IN ZWITSERLAND. In de federale wet van 23 maart 1877 nopens het werk in de fabrieken wierd ook de verantwoordelijkheid bepaald in zake van arbeidsongevallen, in afwach ting dat eene bijzondere wet dit eerste werk kwame volledigen. Ziehier artikel 5 van genoemde wet Eene bondswet zal de noodige be palingen afkondigen nopens de verant woordelijkheid voortkomende van uitba ting der fabrieken. In afwachting zullen de volgende principen toegepast worden door den vrederechter welke geroepen is te beslis sen. a) de eigenaar der fabriek is verant woordelijk der veroorzaakte schade, indien zijn zaakgelastigde, vertegenwoordiger, bestuurder, of bewaker der fabriek, in de uitoefening van zijne bediening, door zijne schuld, lichamelijke kwetsuren of de dood van een bediende of van eenen werkman heeft veroorzaakt. t b), de eigenaar van een fabriek is insgelijks verantwoordelijk voor de scha de.. wanneer, zelf» zonder dat er eene bijzondere ocliulu zijne zaakgelastigde, vertegenwoor diger, bestuurder of bewaker, de uit bating der fabriek kwetsingen of de dood van een werkman of bediende heeft veroorzaakt, ten zij hij bewijst dat het ongeval voortkomt door overmacht of de schuld is van het slachtoffer zelf. tt Indien het ongeval gedeeltelijk te wijten is aan de fout van het slachtoffer dan wordt de verantwoordelijkheid van den fabricant, in zake der schadevergoe dingen, in eene rechtveerdige verhouding verminderd. c). de verhalen voor schadevergoe ding zijn verjaard bij termijn van 2 jaar te beginnen van den dag dat het ongeval is gebeurd. d). De bondsraad zal verders die nijverheden aanduiden waarvan de uitoefening zekere ernstige ziekten voortbrengt en waarop de verant woordelijkheid voorzien voor de on gevallen zich zal uitstrekken. a Ten andere, tot het in voege treden der wet betrekkelijk de verantwoordelijk heid zal de vrederechter in de vraag der schadevergoeding uitspreken rekening houdende van de omstandigheden en volgens zijne vrije waardeering. Dat artikel is zeer belangrijk. Het maakt de patroon verantwoordelijk 63e Vervolg Ge schijnt niet te begrijpen, mijn heer, hernam Olivier op steeds driftiger toon, dat ge mij op het oogenblik van eene laagheid beschuldigt. Dat wil zeggen Wanneer ik in staat was misbruik te maken van den beklagensweerdigen toe stand, waarin mej. Gisèle verkeert, of zelfs maar het voornemen daartoe had opgevat, dan zou ik een ellendeling zijn, Waarlijk Maar wat verstaat gij on der misbruik maken van den toestand van mej. Gisèle Mijne woorden zijn duidelijk ge noeg, hernam Olivier, die zich al meer door zijn toorn liet meesleepen, ik zeg dat men een man zonder eergevoel zou moeten zijn, om eenige begeerte te heb ben naar een meisjes, wier onschuld hei lig moet zijn voor iedereen. Maar, met uw verlof, hernam Soran- dal zonder van zijne bedaardheid te ver liezen, gij weet misschien niet, dat ik op hét punt sta met mej. Gisèle Dorgeur in het huwelijk treden. Dat wist ik. In dat geval kunt gij met uwe woorden alleen de bedoeling gehad heb ben, mij te beleedigen. voor al de ongevallen bij uitzondering van die van overmacht en schuld van het slachtoffer het is aan den patroon te bewijzen. De werkbaas staat dus in voor het toe val, 't is te zeggen van 48 op 100. Rekening houdende van eene statistiek welke onze lezers reeds kennen, zouden op 100 ernstige gevallen er reeds 68 eene vergoeding bekomen. Blijven onvergoed de ongevallen te wijten aan het slachtoffer en die aan 3d« persoon 't zij respectievelijk 25 en 7, Sedert is men veel verder gegaan en uit vele wetgevingen is de schuld van het slachtoffer geschrapt, maar het quantum der vergoeding is verminderdslechts gedeeltelijk is de patroon verantwoorde lijk. Dat is, wij herhalen het, het gevolg der oplossing bij overeenkomst. Artikel 5 bevat in zijn laatste alinea eene schikking, eene gelukkige schik king voor het werkvolk, waarbij de beroepskrankheid als een ongeval wordt aanzien en recht geeft op her stelling. Dat zou overal, in de wetgeving, moe ten doorgedrongen zijn maar dat is het geval niet geweest. De beroepskrankheid valt in den kader der gewone ziekten en wordt niet op bijzondere wijze vergoed. Haasten wij ons het te zeggen, art. 5 der bondswet van 23 Maart 1877 is slechts van 1 januari 1878 tot 11 October 1881 in voege geweest, doch die laatste bepa- MmlèltTf{ite"blro*epszieIcftn evenals de ongevallen vergoed, (art. 3 van de wet van i88r.) Daarmede zijn wij tot de eigenlijke ongevallenwet voor Zwitserland geko men. Zij behelst 16 artikelen. Artikel i verklaart den werkbaas ver antwoordelijk voor alle ongevallen die hij zelf of zijnen zaakgelastigde, vertegen woordiger, bestuurder of bewaker ver oorzaken in de uitoefening van hunne bediening. Art. 2 veiklaart hem verantwoordelijk voor al de ongevallen welke gebeuren in de lokalen van zijn fabriek of door zijne uitbating tenzij hij bewijst dat zij voortspruiten uit overmacht of te wijten zijn aan schuldige of vergrijpelijke daden van andere personen dan die hierboven vermeld, of het feit zij van het slachtoffer zelf. Art. 3 verklaart dat beroepsziekten als ongevallen moeten vergoed worden als zij als eenige oorzaak de uitbating hebben. Art. 4 erkent aan den fabrikant het recht derde personen te vervolgen als zij door hunne schuld een ongeluk hebben teweeg gebracht. Er zijn gevallen waarin de verantwoor delijkheid van den patroon moet vermin derd worden i° indien het ongeval te wijten is aan het toeval. Voor die ongevallen kan Ik heb u reeds gezegd dat ik tot uwe orders ben. Opnieuw deed Olivier een stap naar voren en plaatste zich recht tegenover Sorandal. De beide mannen maten elkander met dreigenden blik en Galabrun en Riber- prey vroegen zich reeds af of het niet meer dan tijd was tusschen beiden te komen, toen Jacques, gevolgd door mev. Dorgeur, op het geluid der stemmen toe snelde. V. DE UITDAGING. Met een oogopslag had Jacques den toestand overzien hij wendde zich tot zijnen broeder, met de woorden Hoe komt gij hier, Olivier, wat is er gebeurd Olivier was te zeer ontroerd om een antwoord te kunnen geven. Toen Sorandal den oudste der broeders Fromentel had zien naderen, mompelde hij Goed, nu de andere. Met een gebiedenden wenk bevool nij Victoire Breng mej. Gisèle weg, terstond. De gouvernante greep het meisje op nieuw bij den arm en trok haar met zich mee. Gisèle was op het zien van Sorandal zoo door vrees verlamd, dat zij er zelfs niet aan dacht weerstand te bieden of de bescherming van Olivier in te roepen, men. rechtzinnig gesproken, noch den patroon, noch den werkman verantwoor delijk stellen. Zij moeten dus de verant woordelijkheid deelen. Men zal daaruit het besluit trekken dat het grondbeginsel waarop onze wet der arbeidsongevallen steunt, heel recht- veerdig is en dat het weinig eerlijk is wanneer het wordt aangevallen. 20 indien een deel van de schuld welke het ongeval heeft bijgébracht te wijten is aan het slachtoffer in 't bijzonder indien de persoon, slachtoffer van het ongeval, de voorschriften van het reglement der fabriek heeft overtreden of indien hij, als bediende of werkman, in de inrichtingen gebreken had bestatigd welke het ongeval veroorzaakten en dat hij zijne overste er niet van verwittigde (het geval van groote nalatigheid dus) tenzij hij bewijst dat de heeren reeds den gebrekkigen stand van zaken kenden. 3° indien de vorig bekomen wonden of kwetsingen invloed hebben uitgeoefend op de laatste kwetsuur en hare gevolgen of indien de gezondheid door de vorige uitoefening van zijne bediening verzwakt was. Dat is de wetgeving nopens de ver antwoordelijkheid. Zij is volkomen als er eenige schuld is van wege den patroon verminderd bij de toevallige ongelukken en als er eene kleine font te gevolgen van het ongeval gedeeltelijk af hangen van een voorafgaande kwetsing of ziekte. De verantwoordelijkheid houdt op in geval van overmacht, bij plichtige tusschenkomst van derde personen of in geval van schuld van wege het slacht offer. Thans blijft er ons nog te handelen over de schadevergoedingen. De wet van 1881 over de burgerlijke verantwoordelijkheid der werkbazen laat, in het bepalen dier verantwoordelijkheid, niet eene volkomene vrijheid meer aan de Vrederechters. Er worden hun zekere palen aangewezen. Wij doen ze kennen in het volgend arti kel, alsmede de uitbreiding der verant woordelijkheid door de bondswet van 26 April 1887. M. de Minister van geldwezen en open bare werken heeft zich, in de beraadsla ging over de begrooting van buitengewone ontvangsten en uitgaven, aangesloten bij de amendementen, voorgesteld door MM. Maenhaut, Thienpont, de Ghellinck, enz. voor de verbetering der wegenis op den buiten. Deze amendementen behelzen eene vermeerdering van krediet van I. Een miljoen voor de buitenge wone herstelling der buurtwegenis en, in het bijzonder der gemeentelijke banen welke op spoorwegstatiën uitkomen, die zal ingeschreven worden in de landbouw- begrooting van 1904. II. Vier miljoen, 't is te zeggen, het krediet van 6 miljoen, gebracht op tien miljoen, voor het aanleggen recht trekken en verbeteren van banen en ver bindingen op den buiten. De regeering beschikt dus, voor het jaar igo3, over Veertien miljoen voor het aanleggen en onderhouden van staatsbanen, alsook voor de herstelling van gemeentebanen die op spoorwegstatiën uitkomen. Wij wenschen de regeering daar geluk over en hopen dat die kredieten thans nuttig zullen gebruikt worden in onze buitengemeenten en niet meer uitsluitc- lijk in en rond zekere steden. De Volksvertegenwoordigers van den landbouwgroep zijn ieverig bezig met na te gaan waar de tusschenkomst van den Staat en de Provincie het noodigst is voor zekere gemeentewegen en bruggen die naar de statiën leiden. Alles doet voorzien dat er spoedig hand aan het werk zal worden geslagen. TT~—r-»T~»- -c- 01 op dat wij schreven dat wanneer Groene Pie in Den Werkman de oplos sing der hopkwestie voorstelt door vrij handel, geen inkomrechten of gelijke inkomrechten, hij de grootste stom miteit voorstaat, die men in die zaak voorstaan kan. En inderdaad, waarover klagen onze hopplanters putten in den grond Is het niet over den vrijen invoer in ons land van Duitsche hopsoorten van min dere kwaliteit die men aan de man brengt tegen zulke lage prijzen dat er geen con currentie mogelijk is Die Duitsche hop soorten komen onze Belgische hop zoo verdringen dat onze planters ze soms tegen spotprijzen moeten afzetten. Hedendaagsch bestaat er vrijhandel bij den invoer van Duitsche hop in ons land, en dien schadelijken toestand, waar over putten in den grond worden ge klaagd, wil men behouden, is dat geene stommiteit Duitschland zal nooit in vrijhandel toe- semmen en wat wij, Belgen, moeten tachten te verkrijgen is een invoerrecht vin a5 of 3o franks voor de vreemde hop, o ze van Duitschland, van Bohemen, vm Frankrijk, van Engeland, van Hol- laid, of 't is gelijk van waar kome. Bij voorbeeld, wat zou er gebeuren noesten de Hollanders hier de hop vrij nogen invoeren Wel de Duitschers zouden hunne hop a over Holland in transit naar Belgiè zinden, en kant zou weêr klaar zijn. hetgeen zij anders zeker zou gedaan hebben. Olivier maakte eene beweging, als wilde hij haar volgen, maar Jacques hield hem bij de hand terug. Toen Gisèle met hare gouvernante de trap van het terras opgeklommen en het kasteel binnengegaan was, wendde Soran dal zich tot de twee broeders. Gij vraagt wat hier gebeurd is, M. Fromentel, zegde hij tegen Jacques, het komt mij veeleer voor dat het aan mij past, u deze vraag te doen, want uwe tegenwoordigheid hier, dat verberg ik niet, verwondert mij. Met uw verlof, mijnheer, zegde Jacques op kalmen maar vastberaden toon, ik was bij mev. Dorgeur. Goed, sprak Sorandal met een min achtend hoofdknikje, het is zeer vriende lijk van u, zooveel belang in Mev. Dor geur te stellen, maar naar het mij voor komt, was mijnheer uw broeder niet bij mev. Dorgeur. Hier zag Sorandal met een hoonend lachje naar Olivier, terwijl hij voortging M. Olivier schijnt het gezelschap van de dochter meer op prijs te stellen dan dat van de moeder, nu over den smaak valt niet te twisten, alleen vind ik het niet in overeenstemming met de eischen der be tamelijkheid, dat hij gebruik gemaakt heeft van eene onachtzaamheid der dienst meid, om met een zoo onnoozel meisje, bij avond, de meest afgelegen plaatsen van het park op te zoeken. Wat waagt gij te zeggen, mijnheer! shreeuwde Olivier dol van woede. Die oitmoeting was heel toevallig. O daarvan ben in overtuigd, maar aleen voor zoover het mej. Dorgeur btreft. Mijnheer, gij spreekt tot mij op een ton... Welnu Olivier en Sorandal maten elkander net woedenden blik. De eerste zou zich,zoo zijn broeder hem ret hij de hand terug gehouden had, zker op Sorandal geworpen hebben, die darentegen zeer kalm en zichzelven mester bleef. Jacques zocht te vergeefs een middel 01 een einde aan dit gesprek te maken. Het is genoeg, zegde Sorandal op soeven toon, na een dergelijk voorval zu M. Dorgeur, wanneer hij-thuis was, izeker duidelijk te kennen geven, dat we tegenwoordigheid hier zeer misplaatst i. En nu hij niet thuis is vroeg Oivier. Nu hij niet thuis is, ben ik zoo vrij It in zijne plaats te doen, voltcoidc Srandal. Gij Maar dit is toch ook uw huis iet, zou ik meen Dan vergist gij u. Binnen eenige dagen zou het uw his zijn. Binnen eenige dagen, ten min- s wanneer uw huwelijk met mej. Dor- pir voortgiDg. Men spreekt van de hopteelt er op te beuren. Laat ons aannemen dat men er volkomen in gelukt en zullen de Duit schers ons dan min concurrentie komen aandoen als ze al hunne hopsoorten hier vrij mogen invoeren Onze hop opbeuren door veredeling GOED, ZEER WEL, maar daarbij ook een gematigd inkomrecht, anders zijn wij 't kind van de rekening ofte deerlijk gefopt Onder dezen titel, heeft kanunnik Mo- reau eene puike poëzie opgesteld, waarvan wij hieronder de vertaling geven. Dit schoon dichtstuk is reeds ten platte- lande zeer verspreid en wordt door talrijke catholieke maatschappijen gezongen. De tekst van Wij willen God, met de muziekbegeleiding, is door het huis Beyer, Brabantdam, 14, te Gent, ten prijze van 5o centiemen per 100 exempla ren uitgegeven. WIJ WILLEN GOD. Wij willen God, o Maagd Maria, Wees gij ons hulp, wees gij ons troost, Zie neer op ons. Gij onze moeder, Wij smecken U Aanhoor uw kroost. Klimme tot U steeds nader, ..it nnn Wij willen God in ons gezinnen, Bijonzenheerdnuen voortaan; Dan zal or,s kroost struisch, vroom en (bloeiend, In eer en deugd door 't leven gaan. Klimme totU, enz. Wij willen God in onze scholen, Waar onder 't kruisbeeld Godes leer, In woord en daad aan onze zonen In 't hart geprent wordt immermeer, Klimme tot U, enz. Wij willen God in de gehoorzaal. Want hij is waarheid, Hij is recht Wij willen Hem waar man en vrouwe Vereenigd worden door den echt, Klimme tot U, enz. Wij willen God ook in het leger Opdat ons mannen in het veld Met heldenmoed kampen en strijden. Waar het ons land, ons vrijheid geldt. Klimme tot U, enz. Wij willen God dat door de Kerke Zijn werk en woord alom verspreid, En viij van band steeds zegevieren In vrede en liefde en cenigheid. Klimme tot U, enz. Wij willen God 1 Wij blijven immer Gods kinderen, die wij zijn geweest, Al goldt het zelfs voor haar te strijden, Zijn wet getrouw met hart en geest. Klimme tot U, enz. Ja, gij hebt mij reeds gezegd dat gij daarvan weet, hernam Sorandal vol onbe schaamdheid. Inderdaad, maar gij doet er ver keerd aan, zoo vast op de voltrekking van dit huwelijk te rekenen. Olivier riep Jacques uit op een waarschuwenden toon. De jonge schilder luisterde echter niet naar hem. Sorandal zegde spottend Waarlijk Ja, hernam Olivier met kracht, er zijn nog wetten, die het huwelijk verbie den met een meisje dat niet bij haar volle verstand is... ook al bezit zij een bruid schat van zes millioen. Sorandal vertrok geen spier van zijn gelaat. Is het uwe bedoeling, twist met mij te zoeken? vroeg hij onverstoorbaar kalm. Gij kunt mijne woorden opvatten zooals gij verkiest riep Olivier buiten zichzelven uit. Ik dank u voor de toestemming, maar ik wil niet te hard oordeelen over een man, die zelf begeerige blikken op dezen bruidschat heeft geworpen en die zich nu in zijne verwachtingen ziet teleur gesteld. Mijnheer, gij beleedigt mij, Vindt gij En hebt gij mij dan niet retds een kwartier lang beleedigd De twee vrienden van Sorandal achtten het nu meer dan tijd om tusschen beiden te komen. Eene leerrijke proef. 't Is onbe twistbaar dat de landbouwer, wil hij profijt trekken uitzijn bedrijf, naar hooge opbrengsten moet streven, en zich niet meer mag te vreden stellen met die ge ringe opbrengsten uit grootvader's tijd. Maar daarom mag men niet vergeten dat de gror.d een zak is die er niet in steekt, haalt er niet uit. Of in andere woorden, dat wij hem eerst degelijk moeten bemesten. Volgende proef door eenen praktischen land bou war onzer streek gedaan op rogge, is er een sprekend bewijs van, en daarom houden vrij er aan ze aan onze lezers mede te deelen. Hij verdeelde een stuk land in drij perceelen Nummer 1 werd nuchter ge zaaid en moest als getuige dienen. Nummer 2 werd bemest met stalmest tegen 25,000 kgr. per hectare. Nummer 3 kseeg dezelfde hoeveelheid stalmest, maar ontving daarenboven 3oo kgr. Peruguano. Ziehier nu de uitslagen per hectare be* rekend Opbrengt getuige j 6raan 1677 kgr. 6 ftroo 2450 stalmest alleen graan 2346 stroo 3264 Ten einde in eenen oogslag het verschil te zien, hebben wij de opbrengsten per honderd berekend. Perceelen 1 2 3 graan 58 82 100 stroo 52 70 100 In Zitting des Senaats van 14 Oogst 11. sprak onze achtbare Senateur ten voordeele der fabrikanten van glucose in dezer voege De heer Van Vreckem. De Stad Aalst bevat de helft der glucose-fabrieken van het land. De fabrikanten maken zich eenigzins ongerust over de gevolgen der wet. Ter Kamer legde de minister ver klaringen af, die van aard zijn om hun in zekere mate voldoening te schenken. Graag mocht ik die verklaringen hooren bevestigen, dan zijn de glucose-fabrikan- ten, wier tolk ik ben, min of meer gerust gesteld. Graaf de Smet de Naeyer, minister van financiën en openbare werken. Met te verklaren, dat ik geen woord heb af te nemen van, of toe te voegen aan mijne verklaringen ter Kamer, zooals die in de handelingen worden opgenomen, schenk ik den heer Van Vreckem voldoe ning. Mijnheeren riep Galabrun uit. Wat ik u bidden mag, voegde Riber- prey er bij. Doet geen moeite,mijnheeren,zegde Sorandal, ik begrijp zeer goed waar mijn heer heen wil. De hemel beware mij, dat ik hem de voldoening zou weigeren, waar hij op aandringt. En met een donkeren blik op Olivier ging hij voort. Gij begrijpt dat na de door u gespro- ktn woorden eene ontmoeting onvermijde lijk is. Ik ben tot uwen dienst, zegde Oli vier. 't Is goed mijne vrienden, MM. Riberprey en Galabrun, zullen met uwe getuigen de noodige maatregelen bespre ken. Riberprey, geef M. Fromentel uw adres. Riberprey voldeed schoorvoetend aan dit verzoek en overhandigde Olivier zijn visietkaartje. Vervolgens wendde Sorandal zich tot de bedienden, die op korten afstand den twist met nieuwsgierigen blik hadden gaêgeslagen. Laat die heeren uit, bevool hij. Olivier wilde nog iets zeggen, maar Jacques greep hem bij den arm en flui- terde hem toe Om Godswil, geene opschudding meer, geen schandaal, Olivier, ik zal u straks wel opheldering geven. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1