Donderdag 5 September HH)3 3 centiemen por nummer. S(V,e Jaar 3833.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM
VADERLAND. TAAL, VRIJHEID.
Ouderdoms
pensioenen.
DeMenschenhater.
Hedendaagsche
wetten.
De schrikkelijkste ziekte.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is .- tweemaal ter week voor
Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maandenfr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE Hl'I'M
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
34e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij aocoord
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, 2 SEPTEMBER 1903.
De blauwe en groene chefs zijn onbe
twistbaar vogels van eender veeren.
Bij die helden treft men noch recht-
unnigheid, noch logiek, noch redenee
ring, noch eergevoel aan.
Zij beoordeelen alles van uit hun stand
punt zij zien slecht, oordeelen verkeerd
en redeneeren valsch.
Zij verkrachten de waarheid, bevesti
gen de logentaal en spreken hun eigen
legen... en dat alles k-ist ben niet, neen,
niets stoot hen tegen de borst.
De houding der blauwe en groene chefs
inzake der ouderdomspensioenen, heeft
ons eens te meer bewezen wat voor hel
den ze zijn.
Met hoeveel kwade trouw drijven zij
gedurig den spot met die wet
Enkel bespreken zij de overgangsmaat
regelen, het toekennen van het hulpgeld
van 65 fr. aan in nood verkeerende werk
lieden of gewezene werklieden.
Gedurig herhalen zij spottend een
pensioen van 65 franks 's jaars of 9 cents
daags voor een ouden afgesloofden werk
man, 't is schande
Maar wat zij zorgvuldig verzwijgen 't is
dat die hulp of pensioen van 65 francs
een louter geschenk is dat de catholieke
regeering hun doet, dat zij er hoegenaamd
geen recht toe hadden.
Wat zij ook verzwijgen 't is dat geen
enkel liberaal ministerie er zelfs ooit
heeft aan gedacht middels te zoeken om
de oude werklieden eenigzins ter hulp te
imen.
Neen, alles waarover 't laatste liberale
ministerie beschikken konwas voor den
schoolstrijd, voor dien strijd om kinder
zielen te rooven.
Voor de oude werklieden was er dan
geene roode duit, maar voor de konijnen
kweekende en pijpenrookende geusche
onderwijzers alles.
Maar ze verzwijgen ook nog dat het
voornaamste doel der wet is, het onder
steunen van alwie zich, door spaarzaam
heid, een pensioen wil verzekeren voor
ouden dag.
Doch zij die zoo bitter spotten met die
9 cents daags, jammeren en klagen lijk
Jeremias, omdat dit hulpgeld voortaan
nog alleen zal toegestaan worden en hen
die het waarlijk verdienen.
Hoe wonder 1... die belachelijke 9 cents
daags hebben zoo in eens eene belang
rijkheid gekregen in de oogen van die
blauwe en groene chefs.
Er wat gebeurt er
In hunne blauwe en groene organen
trachten zij, op min of meer bedekte
wijze, aan lieden die tot het pensioen
geen recht hebben te doen gelooven, dat
ze het zoo wel als anderen verdienen en,
zoo het hun geweigerd wordt, het de
schuld is van 't catholiek ministerie het
welk het aldus heeft bevolen. Kwestie
dus van misnoegden te maken uit poli
tieke berekeningen.
Men hoort dus die eerlijke blauwe en
groene volksfoppers uitbazuinen over de
daken dat de werklieden die 65 jaar oud
zijn geen pensioen kunnen genieten:
Zoo zij nog eenig geld kunnen ver
dienen
Zoo zij nog kinders hebben die bij hen
wonen
Zoo zij nog een frank daags kunnen
winnen
Zoo zij herberg houden.
Nu dit is valsch, valsch tot in den
grond...
Aan wie wordt het pensioen geweigerd?
A. Aan hen die nooit werkman zijn
geweest
B. Aan hen die NIET in nood ver-
keeren
C. Aan hen die nog genoeg verdie
nen kunnen om er van te leven
D. Aan hen die kinders hebben,
middels genoeg bezittende om hunne
ouders ter hulp te komen
E. Aan hen die herberg houden
wanneer hun verkoop genoeg opbrengt
om in hun onderhoud te voorzien
F. Aan hen die eigendommen bezit
ten of een pensioen van 3oo francs 's jaars
genieten.
De heer Minister van arbeid heeft, 't is
waarheid, maatregelen moeten nemen om
de misbruiken te keer te gaan die hier en
daar bestatigd werden.
En dat er misbruiken bestaan vooral in
't Walenland werd door de tegenstrevers
van 't ministerie erkend en namelijk door
de socialistische volksvertegenwoordigers
Van Langendonck en Smeets en de
geusche organen Journal de Charleroi,
Le Soir en La Chroniqee.
Immers wie zal het afkeuren dat mis
bruiken worden uitgeroeid, dat het pen-
Romantisch verhaal uit het
overgangstijdstip van de Fransche tot
deHollandsche Regeering onzes lands
door Cam. De Waegenaere.
aocaoc
8* Vervolg.
Mijnheer, sprak ik zekeren dag tot
Hem, terwijl ik hem zijn karig middag
maal toereikte, ik vertrouw dat gij mij
met verraden zult, maar ik breng u hier
•ets van mijne eigene tafel. Ik zou meer
willen geven, maar ik ben niet rijk en
mijne jaarwedde laat niet toe dat ik mij
groote weelde veroorloof.
Een ocgenblik zag hij mij wantrouwig
aangeen wonder, in jaren had die
mensch geene vriendelijke stem meer ge
boord. Hoe kon hij deze taal verwachten
van zijne bewaker
Het zicht van een stuk malsch gebraad
en eenige vruchten welk ik hem boven
a)ne gewone portie toestak, verdreef de
gedachte, dat ik met hem wilde spotten,
uit zijn gemoed. Diep aangedaan greep
mj mijne hand 1
In ondervond al spoedig dat ik mij in
men man niet bedrogen had eene edele
nel huisde in dat onder de smart gebogen
Uchaam...!
Eens, na de wandeling op den koer in
zijne cel terugtredend, vond hij den strooi-
zak die hem tot leger had gediend. Ver
rast, zag hij mij ondervragend aan.
u Dit heb ik gedaan op bevel van den
bestuurder, was mijn antwoord.
Tranen schoten hem in de oogen.
Gij en de bestuurder zijt geene men-
scher. om in een gevang te verblijven,
zegde hij.
Ik en mijn overste zijn van uw ge
dacht niet, wederlegde ik. De bestuurder
meent evenals ik dat er altijd gevangenen
zijn die onplichtig lijden wij, bedienden
der gevangenhuizen, worden ervaren op-
merkers op dit punt: wij zouden al de on
schuldig veroordeelden kunnen aandui
den. Dubbel rampzalig is het lot dezer
ongelukkigen, wanneer dan nog liarte-
looze cipiers met hunne bewaking en
verzorging gelast zijn. En wat de schul
digen betreft, het is geenszins na eene
soms jarenlange onmenschelijke behan
deling, dat men hen verbeterd aan de
maatschappij teruggeven zal.
Er verliepen maanden en maanden.
Zekeren morgen dat ik als naar ge
woonte het ontbijt aan de gevangenen
bracht, verrichtte ik deze bezigheid onder
al de teekens eener radelooze droefheid.
In de cel van mijn bijzonderen gevangene
gekomen, vroeg deze met belangstelling
naar de oorzaak mijner smart.
Ik zegde hem dat mijne vrouw, sinds
langen tijd reeds, de kunstigste genees-
heeren der stad raadpleegde, en dat dezen
sioen wordt geweigerd aan hen die het
niet verdienen.
Pilatus Daens heeft het Bescherm-
comiteit van 't Arrondissement van Aalst
beschuldigd van met partijdigheid tt han
delen in het toekennen van 't pensioen.
Het Beschermcomiteit heeft hem uit
gedaagd zijne beschuldigingen door be
wijzen te staven. De heer Minister van
arbeid heeft al de dossiers te zijner be-
beschikking gesteld.
Zal Pilatus die dossiers gaan raadple
gen ten einde zijne beschuldigingen te
bewijzen
Maar Pilatus zal het niet wagen en
hierdoor bewijzen dat hij weer eens lafiijk
gelasterd heelt.
De Kamerzittingen zijn geheven, het
wettenfabriek is voor drie maanden ge
sloten. De senators hebben nu ook den
grendel op de deur geschoven.
Wat hebben onze wetgevers dit jaar
zoo al goeds geleverd Het boekdeel der
Kamerverslagen zal dit jaar lijvig zijn
maar wat zit er al blaaskakerij, flauwe
praat en pocherij in 1 En als men nagaat
dat de wetten gemaakt worden te midden
van zooveel comediespel, dan vraagt men
zich waarlijk af of de Kamers wel ernstige
reden van bestaan hebben.
Wanneer men in vroegere eeuwen
sprak van de Wet dan zweeg ieder
een, omdat iedereen eraan onderworpen
en onderdanig was. Men scheerde toen
ook wel eens nevens de wet af men ver
krachte ze ook wel eens, maar niemand
dierf haar bestaan en hare macht be
twisten.
De handhaving der wet was de waar
borg van den vrede en van 's lands be
staan. Het getal wetten was destijds ook
zeer klein want een oud spreekwoord
zei dat bedorven volkeren alleen door
talrijke wetten moeten beheerscht worden.
Daarenboven, ze waren bondig en klaar
en werden in den huiselijken kring zelf
onderwezen.
Toen werd ook schier nooit iets aan de
wetten veranderd en dc noodige veran
deringen gebeurden langzamerhand de
wel bepaalde en bekrachtigde eene ge
woonte, hetgeen onder het volk reeds
bestond, door het volk reeds werd aange
nomen.
Hedendaags gaat het heel anders. In
de fabrieken zoekt men ons altijd meer
en meer te kunnen voortbrengen in de
haar eindelijk verklaard hadden, dat zij
van God alleen nog redding verwachten
kon. De gevangene vroeg mij aan welke
ziekte of kwaal mijne vrouw iccd. Tus-
schen mijne snikken poogde ik hem te
doen verstaan, hoe eerst eene onbedui
dende wrat zich op hare borst had laten
waarnemen, hoe het teeken langzaam
grooter en eindelijk eene etterige wonde
geworden was, die wel is waar geene
hevige pijnen veroorzaakte, maar niette
min meer en meer een onrustwekkend
karakter kreeg. Eerst heden morgen, ver
volgde ik, hebben de geneesheeren ver
klaard, dat zij den kanker had
Het verwonderde mij dat bij deze
mijne verklaring, het gelaat van mijnen
gevangene eerder woede dan medelijden
uitdrukte... Hij vroeg mij of hij mijne
vrouw niet eens zou kunnen zien. Ik
bracht haar bij hem en bestatigde alras
dat hij iemand van klinische praktijk ge
weest was. Met kloppend hart bespiedde
ik zijne minste bewegingen... Wat dierf
ik hopen...? Zou die man zich vermeten
een vonnis te verbreken, uitgesproken
door eene vierschaar van de geleerdsten
in het vak waartoe deze zaak behoorde...?
Een glimlach van minachting zweefde
op de lippen van den gevangene. Eindelijk
richtte hij het woord tot mijne vrouw.
En zij noemen zich geneesheeren die
u ter dood veroordeelden... vroeg hij.
Het zijn de vermaardsten der stad
antwoordde ik in hare plaats.
politiek volgt men hetzelfde systeem voor
de wetten.
De kamers zijn schier in alle landen
wettenfabrieken geworden en de wetten
fabriekanten, onze volksvertegenwoordi
gers en senators, werken in het zweet
huns aanschijns om alle weken wat nieuws
uit te vinden.
Zoo worden er wetten op wetten ge
stapeld en zoo gebeurt het dat de slimste
advokaten in de lange reeks van wetten
verloren loopen.
Hoe zou het ook wel anders kunnen
wezen Al onze politieke mannen zijn
wettenfabriekanten van ambacht.Zij leven
ervan. Vroegertijd werd er eene wet afge
kondigd als het absoluut noodig was
hedendaags maakt men wetten uit nood
zakelijkheid des middels 't is immers
een middel van 4,000 ballekens te trek
ken
Daarom zal 't ding zoo blijven gaan.
Toekomend jaar en 't volgend en nog
veel volgende jaren zal men in de kamers
nog altijd wetten voorstellen, naar de
commissies verzenden,in openbare zitting
bespreken en stemmen gelijk al de voor
gaande jaren. Eenheele hoop heeren, die
zich onder malkander allen achtbaar
heeten, zullen lange redevoeringen uit
spreken die min of meer aan wijzen praat
gelijken en er zullen nog nieuwe wetten
gemaakt worden voor 't geluk van het
land. En 't jaar daarop zal er weer eene
nieuwe wet gansch het tegenovergestelde
van de eerste, gestemd worden, alweer
voor het geluk van 't Vaderland.
En zoo zal 't voortgaan.
Men telt maar de wetten, men weegt ze
niet.
Wat is het parlementaire stelsel sedert
de opkomst der socialistische hansworsten
diep gezonken
(Onafhankelijke, Hasselt.
De kwestie der tering is een van die
punten waarin iedereen belang heeft,
want, buiten de gevaren welke zij bij de
personen aanbiedt, is de tering nog eene
oorzaak van ondergang voor gansch de
samenleving.
Zij belast de kas der Weldadigheidsge
stichten, zij ledigt bijna meestal de kassen
der maatschappijen van Onderlingen
Bijstand in de besturen, in het leger,
veroorzaakt zij talrijke vroegtijdig gepen
sioneerden en nietsdoeners door hare
gewichtigheid is zij onder al de ziekten
de verschrikkelijkste door hare versprei
ding en bijzonder door haren langen duur,
is zij de kostelijkste en de duurste meer
dan al de andere licht zij vooraf op geheel
u Vermaard..., och, waarom niet...,
spotte hij, op de foor komen zelfs ver
maarde ezels. Heeft ook de gewijde ge
schiedenis haren vermaarden langoor
niet, terwijl zoovele groote geesten onbe
kend sterven...?
De geneesheeren dtden verstaan dat
er nog eenige hoop btsiond wanneer ik
mij de eene borst wilde laten afzetten,
sprak nu mijne vrouw.
Geen mes zal uw lichaam aanraken,
en toch zult gij genezen verzekerde de
wonderbare man.
En zich vervolgens tot mij richtend
u Bezorg mij het noodige om een recept
te schrijven beval hij.
Ik gehoorzaamde als gevleugeld. Toen
de gevangene eenige latijnsche woorden
op een stuk papier geschreven had reikte
hij mij dit over, zeggende
Begeef u hiermede bij eenen apothe
ker, deze zal u 't een en 't ander mede-
geven, wanneer gij hem eene onbedui
dende som betalen zult.
Onderwijl ik mij spoedde üit te voeren,
had mijne vrouw, op last van den gevan
gene, een komfoor, eenen pot en al het
noodige om vuur te maken, in de cel ge
bracht.
Om kort tezijn.de doormij bijgehaalde
deelen van het recept, werden, samen met
nog eenige andere bestanddeelen, als
versch spek, ongezouten boter enz. in den
pot gedaan en tot eene zalf gekookt.
De waarde dezer samenstelling stond
de maatschappij, hetgeen do economisten
noemen het tiende van de ziekte en het
tiende van de dood. Voor de tering van
het vee werd reeds zooveel gedaan, zoo
veel millioenen uitgegevenvoor de tering
van den mensch niets.
Welke zijn de plichten van eenieder,
zoowel van openbare besturen en particu
lieren, als van geneesheeren
Dr Nocard zei onlangs in een Congres,
te Parijs, dat het heelmiddel van de tering
nog niet gevonden was, en bewees de
krachteloosheid van al wat tot heden
onder dit opzicht uitgevonden is maar,
voegt hij er bij, wij zijn almachtig in
de voorbehoedmiddelen, in de bewa-
ringsmiddelen om de ziekte voor te
komen en te vermijden. Wij genezen
de pokziekte niet, zegt hij, wij schaffen ze
af met de pokinenting. Zoo ook genezen
wij de tering niet, misschien zelfs zullen
wij ze nooit genezen maar indien de
menschen het willen, zullen wij ze af
schaffen. Ziehier de middelen Gebruikt
ze, en de tering zal verdwijnen of toch
zeker niet meer gevaarlijk wezen
Voorzeker, indien het publiek zich niet
aan de uitwendige, glinsterende teekens
der ontdekkingen hechtte, indien het in
tegendeel de werkdadige, de praktische
gevolgen aanschouwde, dan zou het op
den eersten rang der wetenschappelijke
overwinningen van deze eeuw de be-
schermmiddelen tegen de tering plaatsen.
Deze beschermmiddelen zijn nochtans
echt, tastbaar, en Mr Bang heeft dit be
wezen met de in Denemarken bekomene
uitslagen te toonen. Denemarken was een
der landen het meest door de veetering
besmet. Op eenige jaren werd de kwaal
tegengehouden, en binnen kort zal de
tering van het vee geheel verdwenen zijn
van den Deenschen grond.
En, wijl er eenzelvigheid is tusschen
de tering van het vee en de tering van
den mensch, wijl de besmetting op
dezelfde wijze geschiedt bij de dieren ge
lijk bij de menschen, kan men uit deze
ondervinding besluiten, welke heilzame
gevolgen beloofd zijn aan natiën die
moedig en onbeschroomd den strijd tegen
de teringziekte zullen aanvangen.
Welke zijn die middelen Vooreerst
het spuwen beletten, aangezien de fluimen
bijna uitsluitelijk de oorzaak der besmet
ting en verspreiding van de teringziekte
zijn de ten tweede, de ontsmetting der
voorwerpen en kamers waarvan de tering
lijders zich bediend hebben.
De Staat moet, onder dit opzicht, het
voorbeeld geven overal in de statiën, in
de wagens der ijzeren wegen, in de kazer
nen, de bureelen der Staatsbesturen, in
gelijk met het leven mijner vrouw, want
deze was volkomen genezen eer de pot
gansch uitgestreken was.
Oordeel over onze erkentelijkheid ten
opzichte van dezen die dc vreugd en het
geluk in ons huis teruggebracht had.
Nimmer meer heeft hij bij mij nog den
kost der gevangenen geproefd. Ongeluk
kig voor hem, hij werd nogmaals van
gevangenis veranderd en ik htb hem niet
meer teruggezien
Gij begrijpt dat de gentzing mijner
vrouw niet geschied was buiten kennis
van den bestuurder.Deze,nu, wiens plaats
ik thans bekleed, komt gisteren mij vin
den. De vrouw van een zijner vrienden
lijdt insgelijks aan den borstkanker. De
gewezen bestuurder verlangde te weten
of mijn oud-gevangene mij nimmer ge
zegd had waar hij, na zijne invrijheid
stelling, zich begeven zou.
De redder mijner vrouw had mij in den
tijd gansch zijne geschiedenis verteld. Ik
kende zijnen naam alsook dien van het
dorp waar hij vroeger met veel bekwaam
heid de geneeskunst uitgeoefend had.
Thans moest zijne gevangenschap lang
gedaan zijn, en ik kon slechts veronder
stellen dat hij naar zijne vroegere verblijf
plaats teruggekeerd was. Aldaar moest
iedereen toch overtuigd zijn, dat hij on
plichtig geleden had, en zou men zich
beijveren om hem het doorgestane onrecht
te doen vergeten... Gij weet reeds van
wien ik spreek. Wordt voortgezet.