Wat beoogen zij Donderdag 19 November 1903 5 centiemen per nummer 56ste Jaar 3387. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en I Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM VADERLAND. TAAL VRIJHEID ONTLASTINGEN. De zaak van Oostakker. DeMenschenhater. Dood van den hertog van Llrsel. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zgn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CLIQUE BUUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklaraen fr. 1-00 Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij aocoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Hoeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijd-p in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureel# tan dit blad. AALST, 18 NOVEMBER igo3. Wie een abonnement neemt aan DE DEN DERBODE voor 't jaar 1904 ont vangt het blad van heden tot nieuw jaar KOSTELOOS. De Denderbode geeft wekelijks een boeiend bijvoegsel-mengelwerk, welk op het einde een schoon boek deel vormt. Wij raden dus onze lezers ten zeer ste aan ditbijvoegselzorgvuldigbijeen te houden. De nieuwe abonnenten kunnen de reeds verschenen nummers van ons mengelwerk bekomen tegen 2 centie men per aflevering. De abonnementprijs wordi vooraf betaald. Men kan zich abonneeren aan De Denderbcde op al de postbureelen van het land. een vorm, waarin men een christen kind werpt en waar een geloofsver- zaker uitkomt. a Daar de zaken niet gauw genoeg zou den gaan naar onze goesting om de ge loofsverzaking algemeen te maken, zoo zullen wij ons van bet monopool of alleenbezit van het recht van onder wijzen meester maken alsdan zullen de verachterde. huisgezinnen wel ver plichtzijn ons hunne kinderen toe te ver trouwen. En wij zullen ons niet inbeel den dat wij aan de kinderen iets geleerd hebben, zoolang zij niet in opstand zijn tegen de geestelijkheid Die schoolopziener zegt luid op wat de liberalen en socialisten uit schijnheilige politieke berekeningen onderden macon- nieken domper houden. Wij kunnen niet genoeg de aandacht der ouders inroepen op 't gene de libera len beoogen in zake van opvoeding en onderwijs. De liberalen willen een uitsluitelijk wereldlijk onderwijs in alle graden. De ouders moeten weten wat ze hier door beduiden willen. Nu een Fransche opziener van 't lager onderwijs zegt het ons in de volgende bewoordingen Het doel der wereldlijke school is niet, te leeren lezen, schrijven, reKenen neen, zij is een oorlogswapen tegen den catholieken Godsdienst. De we reldlijke school heeft voor doel vrij denkers te vormen. Zij zou de hoop, welke wij op haar bouwen, teleurstel len, indien zij zich bepaalde tot eene welwillende onsijdigheid. n De wereldlijke school leert het geloof verwerpen. Als de wereldlijke leerling op den ouderdom van dertien jaren de schoolbanken verlaat, heeft hij geen voordeel gedaan met het on derwijs zijner meesters, indien hij ge- loovig blijft. s De wereldlijke school zal slechts bare vruchten gedragen en hare volle maat gegeven hebben, als het kind zich van de geloofspunten ontmaakt, het geloof zijner vaderen verloochend, en «an den catholieken godsdienst ver zaakt heeft. De wereldlijke school is Men heeft, in de drukpers en in het pu bliek, veel gesproken over de verhooging der rechten op de sterke dranken. Men heeft, daarentegen, zeer weinig ge sproken van de vermindering van de rech ten op de suiker. Men heeft, om zoo te spreken, niets ge zegd van de afschaffing der rechten op de ongebrande koffie Dit is zoo een beetje in den aard van de menschen, als het rechten betreft: De lastenbetaler klaagt luidruchtig over de verhooging eener belasting, al slaat die belasting ook op eene waar welke hij niet alleen voor zijn gebruik volstrekt niet noodig heeft, maar welke daarenboven schadelijk is voor zijne gezondheid cn waarvan het misbruik allerhande zedelijke en stoffelijke ellende medebrengt. Daarentegen schijnt den zelfden lasten betaler de ontlastingen van nuttige waren zelfs niet eens gwaar te worden. Dat is het geval met de koffie, waarvan de ontlasting nochtans aan de verbruikers een merkbaar voordeel aanbrengt. Het recht op de ongebrande koffies bracht eene jaarlijksche ontvangst op van 3,5oo,ooo frank, welke overigens door den Staat werd afgestaan aan het gemeente fonds. De wet van 18 Februari igo3 heeft dat recht, en bijgevolg die ontvangst afgeshaft, met verplichting nochtans voor den Staat, het gemeentefonds daarvoor eene vergoe ding te bezorgen uit zijne andere uitkom sten. Die afschaffing is dus, voor de Belgi sche huisgezinnen, die allen koffie gebrui ken, eene jaarlijksche besparing van boven de drie millioen. Maar, er is nog een ander voordeel aan vast. Die ontlasting, welke plaats heeft juist op het oogenblik dat Frankrijk zijne rechten op de Koffie aanzienlijk verhoogt, zal waarschijnlijk voor gevolg hebben den invoerhandel van koffie vanLe Havre naar Antwerpen te verplaatsen en aldus aan on zen handel eene nieuwe bron van voor spoed te openen. Om dat doel te bereiken zijn reeds, met de Braziliaansche regeer ing, onderhandelingen aangeknoopt, wel ke hoogst waarschijnlijk eenen gelukkigen uitval zullen hebben. Indien Antwerpen de plaats van Le Havre inneemt voor den handel in koffie, zullen scheepsreeders, makkelaars, verzen ders, handelaar in 't groot en in 't klein, dokwerkers, enz. daar wel bij varen. Ook de Staat zal in de uitbreiding van dien handel eene vergoeding vinden voor de rechten waarvan hij edelmoedig heeft af gezien. Daaraan zal men nog eens zien dat, ook in economisch opzicht, zooals het spreek woord zegt, eene weldaad nooit verloren Dat zal echter onze tegenstrevers niet beletten voortdurend te schreeuwen dat onze Regeering, landbouwverdedigers en beschermingsgezinden(?), zich niet bekom mert met de belangen van handel en nij verheid. Het ministerie en de meerderheid hoe ven zich tiaar echter niet over te veront rusten, u Doe wel en zie niet om.» is een ander spreekwoord, dat hier evenzeer toe passelijk is. De ondervinding zal eens te meer bewijzen dat de belangen van het land aan goede handen zijn toevertrenwd. Wij lezen in het Fondsenblad, aan gaande het rechterlijk onderzoek bij de Broeders te Oostakker Daar er geenc aanhoudingen werden gedaan, zoo was het te veronderstellen, dat de beschuldigen op geen vasten grond berustten. Die veronderstelling blijkt de ware te zijn. Er zijn twee gewezen leer lingen der kostschool, die drie broeders betichten. Een der betiehters duidt een broeder aan met zijnen naam, maar als de broeder in zijne tegenwoordigheid werd gesteld, heeft hij tot driemaal toe verklaard hem niet te erkennen. Een andere beticht twee broeders- De eene zou zich vergrepen hebben met eenen anderen leerling. Deze leerling, ondervraagd, zegt dat de verklaring van den beschuldiger volkomen valsch is. De tweede betichting betreft een uis) Romantisch verhaal uit het overgangstijdstip van de Fransche tot deHollandsche Regeeringonzes lands door Cam. De Waegenaere. <aoo<joo 190 Vervolg. O, mijnheer 1 kreesch de knecht wanhopig, mijn meester heeft mij gezegd dat gij eenmaal het beste hart der wereld hadthet is onmogelijk, dat gij zoo mee- doogenloos geworden zijt als gij schijnen wilt... O laat u bewegen kom kom me de, ik bid u op de knieën... Hunefried deed een paar stappen ach teruit en zegde Mijn haat tegen de menschen, jon geling, is niet eens gekomen Hij schoot wortel in de nijdige vervolgingen welke men eerst tegen mij inspande, hij wies op gedurende de tien lange jaren di' ik, van mijne duurbaren afgescheurd, in de ge vangenis doorbracht,en kwam tot rijpheid bij het bericht der rampen welke mij, ge durende mijne berooving van de vrijheid, getroffen hadden...! De jonge man slaakte een hartverscheu renden kreet en viel met het gelaat voor over ten gronde. De kluizenaar richtte zich naar den versten hoek der plaats en zette zich aan eene kleine tafel waarop derden broeder, maar de omstandigheden zijn zoo dat de feiten, itoffelijk, zich niet hebben kunnen voordoen, zooals de be schuldiger zegt. De twee beschuldigers zijn gewezen leerlingen der kostschool. De eene werd weggezonden eenige dagen voor de vacantic. i) De tweede was zijn innige vriend, en deze is uit het gesticht weggeloopen één of twee dagen na de wegzending van den eerste. De broeders, die beticht worden, zijn dezen die de wegzending van den eerste hebben geëischt. Het moet onsdusgeene verwondering baren, dat, in zulke voor waarden, de parketten en de 24 gendar men met ledige handen naar Gent zijn weergekeerd. De liberalen gazetten gaan echter voort met te zeggen dat het onderzoek in het grootste geheim wordt voortgeztt. Het Volk maakt de volgende opmer kingen Zes weken geleden waren de jongens door schandaalzoekers in aanraking gebracht met gekende liberalen van Gent. Dezen maakten dat de knapen bij het par ket kwamen. Waarom heeft het parket dan zes weke» gewacht Mysterie Maandag kwamen de procureur des konings, twee substituten, drie onderzoeksrechters, drie greffiers en de sskretaris van 't parket in vier rijtuigen naar Slootendries, vergezeld van vier gendarmen per velo en een 3otal andere gendarmen Wanneer het eene beschuldiging tegen andere personen geldt, handelt het parket op zulke wijze, dat het zoo weinig opschudding mogelijk make. Waarom werd de gemeente, nu het kloosterlingen betrof, geheel en gansch in rep en roer gebracht door zulk een ver toon 1 Mysterie!... 't Onderzoek heeft ge duurd van half twee tot zes uren, en heeft niets, hoegenaamd niets gevonden. d Ter plaatse zelve, te Oostakker en Slootendries zijn alle inwoners van de onschuld der broeders overtuigd. Zij voegen bij het uitdrukken dezer overtui ging echter nog dit i) Er is van deze zaak gebruik gemaakt om iets anders tegen 't klooster te doen, want laat in den avond heeft men een zestal roode dokwerkers van Gent in den omtrek zien zwerven, en een Gentsche socialsit heeft langs een omweg trachten te vernemen of de broeders ook wapens zouden hebben... 1 De bevolking waakt echter, en zal het desnoods weten te toonen. nog een gedeelte van een middagmaal aanwezig was. Door deze beweging wilde hij te kennen geven, dat hij verlangde al leen gelaten te worden. Gabriel, echter, sleepte zich tot voor den meedoogenluozen man, om zijne po gingen te hernieuwen. Juist die herinnering doet mij de menschen haten en verfoeien onderbrak hem de hutbewonermaar, ging hij grijns lachend voort, uw meester bedriegt zich wanneer hij denkt dat ik alleen hem nog helpen kan... Ga naar Bloemenbeke, het dorp waar ik geboren ben en geleefd heb, daar woont dokter Nestor, een van rechts wege herkend geneesheer, die wijzer wil de wezen dan ik en door zijne schandelij ke kuiperijen mijnen val bewerkte... Hij zal uwen meester genezen... Doktor Nestor kan hem niet helpen, heerbracht de knecht verlegen uit. Ha, gij hebt met hem ook reeds be proefd I schertste de menschenhater wreed aardig... Welke eer, in zulke gevallen de laatste te wezen tot wien men zich wendt..; thans weet ik dat mijn hart verdord is, anders zou het zwellen van hoogmoed... Weet Nestor dat gij naar mij gekomen zijt.... of. I10De ellendeling...! Onder het bulderen dezer laatste uitroe pingen was de kluizenaar schielijk recht gesprongen. Is uw meester wellicht ook vergif tigd...? vroeg hij met vlammende oogen. O ja..., ik begrijp, ging hij voort, Nestor spant mij een nieuwen strik... Ditmaal, Zooals te voorzien was. is de voorzitter van het Senaat de geraaktheid niet te bo ven gekomen die hem getroffen had. Hij is ten half zes, Zondag namiddag, te Sirombeek gestorven. De geneesheeren kondigden rond 2 uren een bulletijn af, meldende dat eene plotselinge ontsteking der long den toe stand merkelijk verslecht had. Men kon zich dus aan het ergste verwachten. Maar toch verwachtte men het einde niet zoo spoedig. Rond half ze», op het oogenblik dat alle onmiddellijk gevaar geweken scheen, en dat de meeste leden der familie van Ursel naar Brussel was teruggekeerd, gaf de hertog den geest. Deze dood, die het Land van eenen goeden dienaar, het Arrondissement Me- chelen van eenen Senateur en den Senaat van eenen waardigen en tactvollen Voor zitter berooft, zal heel 't land door deel neming verwekken. De hertog van Ursel had, alvorens deel te maken van den Senaat.het Kanton Puers vertegenwoordigd iti den Provin cieraad van Antwerpen, Tan 1880 tot 1885. Ook in 't Walenland is de kring zijner vrienden overgroot, door de toewijding, met welKe hij gedurende eenige jaren den hoogen post van Gouverneur der Provin cie Henegouw vervulde. Hij was ook Burgemerster van Hin- gene, waar het kasteel der familie van Ursel staat. Heel zijn leven was om zoo te zeggen aan het algemeen welzijn gewijd, en zijne nagedachtenis zal overal waar men hem kende, in zegening blijven. Maria-Karel Jozef Schetz, hertog van Ursel werd geboren te Brussel, op 3 Juli 1848. Hij stamt af van eene familie, wier stamboom opklimt lot Bernard van Schet- zenberghe, gezegd Schetz, in i3o8. Erasmus Schetz, gestorven in rS5o, verwerft de heerlijkheid van Grobben- donck Gaapard, zoon van Eraamus, ge storven in i58o, verwerft de heerlijk heden van Hoboken en Wesemaal. Koen- raad Schetz, baron van Hoboken, aange nomen zoon van Barbara van Ursel, zijne moeder» zuster, neemt in 1617 den naam en de wapens dezer familie. Rijksgraaf op 22 Jan. i638 prins op 8 Aug. en hertog op 19 Aug. 1716; prins van Arche en Charleville in 1717 de baronnie van Hoboken tot de waardigheid van hertog dom verheven hetzelfde jaar. echter, zal hij er zelf in vallen... Zeg klaagt uw meester van pijnlijke steken in de ingewanden...? - Geenszins heer, verzekerde de knecht, mijn arme meester lijdt reeds sinds ver scheidene maanden aan eene borstkwaal en voelt zijn einde naderen. Het is de heer Nestor zelf die mij tot u zond.... Hij spreekt met veel lof van u en ik heb hem tranenstroomen zien storten, om het kwaad dat hij zegde u berokkend te heb ben... Ha, hij belijdt schuld...! onderbrak de menschenhater grijnslachend, jammer dat hij mij daarmede niet teruggeven kan wat hij mij verliezen deed... Gij schijnt hem goed te kennen..., weet gij soms ook op welken voet wij eenmaal tot elkander stonden.. Gabriel knikte langzaam met het hootd en zegde Doktoor Nestor verhaalde mij zelf zijne geschiedenis, welke met de uwe in nauw verband staat. Is dat waar...? riep Hunefried ge jaagd hoe zegde hij dat...? verhaal het mij eens weder Gabriel vóelde eene straal van hoop in het hart dalen...: de menschenhater noo- digde hem uit tot spreken... Het was reeds eene groote overwinning welke de arme knecht behaald had... O liete God hem ook zich in eene volledige zegepraal ver heugen Hoe vurig was de bede welke hij hiertoe met een enkelen blik ten hemel stuurde...! III. De hutbewoner wees zijnen bezoeker eene zitplaats aan. Uit aijne oogen sprak eene levendige nieuwsgierigheid... De onverschilligheid, de gevoelloosheid van zooeven, scheen hem in eenmaal verlaten te hebben. Gabriel kon moeilijk zijne vreugd verbergen... Daar hij vreesde, door het geduld van zijnen gastheer te lang op de proef te stellen, de voordeelen te ver liezen welke hij reeds meende veroverd te hebben, begon hij oogenblikkelijk met zijn verhaal. De heer Nestor, zegde hij, sprak mij van knapen die altijd samen waren sa men huppelend op het groene, met bloe men bespikkelde weidetapijt, samen op weg naar de school en van daar weder huiswaarts samen van den morgen tot den avond... Ga voort 1 zette Hunefned den ver teller aan. Deze laatste hernam De knapen werden jongelingen. Ernstige opvattingen begonnen zich in hunne denkbeelden te ontwikkelen, en dezelfde gelijkneigende beweging hunner zielen, die hen steeds tot elkander getrok ken had. deed hen in het verschiet dca levens, de oogen op het zelfde doelwit vestigen. De lezing van een paar boeken die hun toevallig in handen geraakt waren, tooverde beiden de geneeskunst als eene baan van roem en geluk voor. Het ware hun vurigste wensch geweest, samen de de lessen eener hoogeschool te mo en volgen, zooals zij tot hiertoe op de banken der dorpsschool altijd naast elkander ge zeten hadden. Doch, eene omstandigheid, die aanvankelijk hunner aandacht ont snapte, moest hier een kec rpunt in hun leven verwekken, namelijk het verschil door het lot der geboorte tusschen hen daargesteld. De eene der twee jonge vrienden, was het eenige kind van door de fortuin be gunstigde ouders, terwijl de andere de elfde 6pruit was van onbemiddelde land bouwers. De eerste had er slechts het ver langen toe uit te drukken, om zich op de hoogste studiën te mogen toeleggen, do tweede mocht niet eens omhoog zien, langs de ladder die tot de wetenschappen opkiimt.... Het rijke kind vertrok ook werkelijk naar de hoogeschool, terwijl de zoon van het talrijke en schamele boerengezin te huis bleef en de studiedrift, die hem ver slond, trachtte te bevredigen, met door eigene krachten te pogen het geheimslot der geneeskunde'open te breken. Deze aldus tusschen de vroegere speel kameraden ontstane scheiding, had wel haast eene langzame verkoeling hunner wederzijdsche gecegenhei i tengevolge. Hunne bezoeken tot elkander werden zeldzamer, begonnen zich door geschillen over geleerde onderwerpen te kenmerken en braken eindelijk teenemaal af. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1