Donderdag 3 December DH)5
3 centiemen per nummer
X
X:<X>
56s,e Jaar 339tiv
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM
VADERLAND.
TAAL, VRIJHEID
SPREKENDE
CIJFERS
DeMenschenhater.
Nieuwjaarsdag.
Aan onze Landbouwers
Land- en Tuinbouw.
IV-
DE DENDER
DU blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagte*
enmg van den volgenden dag. - De prijs ervan is tweemaal ter wLk voo"
de Stad 5 rank; met den Post verzonden 6 frank jaars, f, 31 voor 1
"anden; r 1-76 voor drjj maanden, voorop te betalen. - De insuring
..adigt met 31 December. - De onkosten der kwittan.iën door de Post
tangen tVn ten laste van den schuldenaar
«en schrijft in bij C. Van de Putte-Goossena, Korte Zoutstraat Nr 31
en m alle Postkantoren des Lands.
AALST, 2 DECEMBER igo3
Wie een abonnement
neemt aan DE DEN-
DERBODE voor 't jaar 1904 ont
vangt het blad van heden tot nieuw
jaar KOSTELOOS.
De Denderbode geeft wekelijks
een boeiend bijvoegsel-mengelwerk,
welk op het einde een schoon boek
deel vormt.
Wij raden dus onze lezers ten zeer
ite aan dit bijvoegsel zorgvuldig bijeen
te houden.
De nieuwe abonnenten kunnen de
reeds verschenen nummers van ons
mengelwerk bekomen tegen 2 centie
men prrni evering.
De abonnementprijs wordt vooiu*
betaald.
Men kan zich abonneeren aan De
Denderbcde op al de poatbureelen
van het land.
CLIQUE HjLM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. l-«o Vonni-jeen ep
3- bladzijde 50 centiemen. - Dikwyls te herhalen bekendmakingen by aocoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne iniendingen doen. uiterlyk tegen den dynsdag en rrydh#
in den voormiddag.
Voor de adverteutiên uit vreemd# lauden aich te wendea ten bureel# van
dit blad.
In zake van spaarzaamheid hebben de
Belgen sinds i885, zegge sinds de catho-
lieken aan het roer zijn gekomen, buiten-
ge*°on vooruitgang gedaan. Fier mogen
wij zijn, catholieken, over dien vooruit-
ï^ng. en gelukkig van te bestatigen dat
die wrelvaart, want sparen doet garen,
en die garen kan vaart wel, juiat aan
vang nam en is blijven voortduren met
en tijdens de conservatieve regeering.
In 1885, einde December, bezat de
spaarkas 440,000 boekje», eene storting-
lomme vertegenwoordigende van 189
millioen. Op 31 December 190a, beloopt
het getal boekjea 1,973,380, en het cijfer
der gestorte sommen 730 millioen en half.
Zegge eene vermeerdering van 1,529,480
(ebn millioen vijf honderd nsgen en
twintig duizend vier honderd tachtig)
koekjes, en 541 millioen (vijf honderd
IEN RN VEERTIG KN HALF MILLIOEN) franks.
Weet ge wel, beste lezers, dat binnen
kort er in België een spaarboekje bestaan
tal voor elke 3 inwoners.
Naast die prachtige uitbreiding van den
geest der spaarzaamheid, die een onom-
itootbaar bewijs oplevert van de voort
gaande welvaart der werkende klas en
den middelbaren stand, past het van de
weldoende gevolgen en uitslagen aan te
stippen, welke de wet van 1900 op de
werkmanspensioenen, zoo afgebroken
door onze tegenstrevers, heeft. Die wet
immers heeft eene merkweerdige toetre
ding tot de pensioenkas in het leven ge
roepen.
SODCOS
Romantisch verhaal uit het
overgangstijdstip van de Fransche tot
de Hollandsche Regeering onzes lands
door Cam. De Waegenaere.
«05C05
ai* Vhrvolg.
Zijne zonen, thans alleen op de wereld,
hadden, hoe jong ook, dienst in het leger
genomen en waren ten oorlog getrokken.
Van den oudsten veraam men weldra, dat
«J op het eereveld, tusschen honderden
aooden en gewonden, den laatsten zucht
had geslaakt, en van den andere, dat hij
htj den overtocht der Beresina, in Rus
land, met duizenden anderen, den dood
in de golven had gevonden...
Zoo bevond zich Hunefried alleen en
Tenaten, bij zijne aankomst in het dorp
waar hij eens als eenkoning had getroond.
In zijne wanhoop en om zich ganscb af
te zonderen van eene wereld, die zijne
weldaden met de grofste ondankbaarheid
beloond had, ging hij eene eenzame kluis
Betrekken, alwaar hij sinds een streng af
getrokken leven leidt...
Hier hield de verteller op. Zijn verhaal
w." ,en einde, doch, naar zijne gelaats
uitdrukking te oordeden, verlangde hij
^ng, later bij aijne geachiadenia een ver
Alzoo, in 1895, boekte die kas 85,a77
nieuwe stortingen, beloopende tot de
somme van 2,354looo franken. In iqoi
»erden er millioen 368,000 Hortinnen
gedaan, zegee 8,800,000 franken, acht
MILL,OEN ACHT HONDERD DUIZEND FRANKS,
in 1902 kwamen er 1,801,402 nieuwe
stortingen bij, zegge kzn milliobn acht
honderd duizend vier honderd en twee
beloopende tot fr. 9,900,000 of negen
millioen negen honderd DUIZEND FRAN-
KBN Ziedaar in een jaar eene vermeer
dermg van meer dan een millioen franken.
Het blijkt dus klaar, dat de Belgen
me«r en meer en óp klinkende wijze
hunnen geest van spaarzaamheid open
baren. Zeker, de caiholieke Regeering
brengt met weinig bij om dien zucht
naar spaarzaamheid te verbreiden en
zeker is het ook, dat die ijverige propa
gandisten en werkers tot oprichting van
onderlinge bijstandsmaatschappijen, die
sinds 1900 overal het goede woord ver
kondigen en met dezen overal het
vruchtbare zaad rondstrooien, tot die
prachtige beweging tot vooruitzicht en
spaarzaamheid veel hebben bijgedragen
Maar zeker is het vooral dat die algemeene
geest van spaarzaamheid, een der schoon
ste en aanmoedigendste uitslagen is van
de catholieke Regeering.
Om mi te doen gelijk onze liberale en
socialistische tegenstrevers, die altijd het
oog hebben op onze Zuiderburen, en in
het rotte Frankrijk het voorbeeld van
vooruitgang en welvaart tegen heug en
meug willen zoeken en vinden, zien wij
ook eens naar dit land van vervolging
en broederhaat. Helaas, overal moeten
wij daar in die schoone streken, welke
verwoest worden in plaats van deugdelijk
bestierd door de willekeurige ma^nnieke
regeering, zoo dierbaar aan onze libe
ralen, slechts puinen, haat, rooverijen
vervolging en onrust bestatigen.
Onder de regeering van de goddelooze
broodroovers en kerk vervolgers, hebben
de Fransche burgers, binst de zeven
laatste maanden, bijna 120, zegge hon
derd en twintig millioen franken van
de spaarkas afgehaald, zoo bang zijn zij
voor hunne centen, zoo weinig betrouwen
hebben zij in die fameuze regeerders.
In België dus rijpt de geest van spaar
zaamheid welig aan in Frankrijk woe
kert slechts schandige schraapzucht
Aan u, lezers, van te vergelijken en te
oordeelen I
Mrn leest in de Osskrvatore Romano,
de volgende meédeeling
Wij zijn officieel uiigenoodigd meê te
deelen. met verzoek aan de catholieke
bladen het nieuws over te nemen, dat ge
zien de eerste Januari aanstaande opeen
Vnjdag valt. feest der besnijdenis van
O. H. Jesus-Christus, Z. H. de Paus
Pius X de geloovigen van de heele catho
lieke wereld voor dien dag ontslaat van
de geestelijke wet der vleeschderving.
Burgerwacht. Binnen kort zullen
de koninklijke besluiten verschijnen, de
burgerwacht inrichtend in de gemeenten
van 10,000 inwoners, waar die nog niet
beataat.
heugend slot te kunnen voegen... Smee-
kend, hield hij de roodbekreten oogen in
die van zijnen toehoorder gevestigd, even
als een rouwmoedige misdadiger, die zij
nen rechter om genade bidt...
Eenige oogenblikken gingen in de diep
ste stilte voorbij. Eindelijk vroeg de men-
schenhater
En het is Nestor zelf, die u al die
bijzonderheden kenbaar maakte
Zooals gij zegt, heer, antwoordde
Gabriel.
Maar hoe verklaart zich dergelijk
vertrouwen, tusschen den geleerdsten der
geneeslieeren en den eenvoudigen dienst
bode van eenen of anderen heer
Zooals gij kunt oordeelen, kan zulks
alleenlijk het gevolg wezen van een lang
durigen en beproefden dienst...
De kluizenaar sprong van zijne zitplaats
op.
He wat zegt gij...? riep hij op zon
derlingen toon.
Nastor is mijn meester, heer! beleed
de knecht het hoofd buigend.
En hij is schaamteloos en waanzin
nig genoeg om te durven hopen dat ik...
De menschen hater onderbrak zich zei
ven, door het uitstcuten van een duivel-
schen lach.
Ha, de groote Nestor is ziek, hervat
te hij met helsche stem, en zendt Hune
fried smeeken, hem te komen helpen...,
Hunefried de bespotte, den belasterde,
den verdorvene...!
De Boomgaarden.
Nu het tijdperk van fruitboomen Ie
planten is aangebroken willen wij onze
lezers eens onderhouden nopens het be
mesten dezer want wij «ogen het rond
uit bekennen, menige landbouwer is wei
nig bekommerd met zijnen boomgaard.
Aan de andere landerijen en aan zijnen
veestapel is gansch zijn aandacht gewijd,
en aan den eerste wordt maar gedacht
wanneer hij over eenigen ledigen tijd be
schikt. En nochtans, biftere klachten laat
hij hooren wanneer de opbrengst gering
is. Wel is waar kunnen vele omstandighe
den hiervan oorzaak zijn als ziekten, aan
vallen van insecten, late vorst, overtollige
vochtigheid enz., doch zeer dikwijls ge
beurd het dat de opbrengst maar over an
der jaar voldoende is, en meestal is de
schuld aan de weinig oordeelkundige be
werking gelegen. En wierd de boomgaard
wel verzorgd, zeker en vast zou hij voor
den landman eene bron van inkomsten
zijn die hem zouden toelaten beter de twee
eindjes van 't jaar aan elkander te knoo-
pen en ook eer. appeltje voor den dorst te
sparen.
Nu dat de rechten op de suikers zoo
merkelijk gedaald zijn, zullen de produc
ten van den boomgaard gewis meer en
beter benuttigd worden, want zeker en
vast zal de bereiding van fruitconfituur,
fruitgelei, fruitsiroop en fruitpasteien eene
meerdere uitbreiding nemen. Derhalve
zullen eenige inlichtingen en raadgevin
gen betrekkelijk de oordeelkundige be
mesting der fruitboomen niet te onpas
komen.
Bij het aanleggen van eenen boomgaard
zal de landbouwer zorgen eenen goeden
vruchtbaren, luchtigen, doordringbaren
en tamelijk zwaren grond te kiezen. Een
gezonde bodem is eene eerste vereischte,
want onze fruitboomen zijn niet bestand
tegen staande natin voorkomend geval
zijn de boomen onderhevig aan allerlei
ziekten, en vooral aan kanker de vruch
ten vlekken, barsten, zijn klein en smake-
Gabriël wierp zich voor den onmen-
•chelijken man op de knieën.
O heer snikte hij hartverscheurend,
gij hebt gehoord hoe rouwmoedig mijn
meester mij alles bekende wat hij tegen u
misdeed voor hem bid ik u om vergiffe
nis... O ik smeek u, mijnheer, geef acht
op mijne tranen..., laat hen uw hart roe
ren...: kom mijn ongelukkigen meester
redden en u met hem verzoenen...
Onder het mompelen van onverstaan
bare woorden was de menschenhater over
en weder den vloer van het kleine vertrek
beginnen te wandelen. Opeens maakte hij
eene beweging die van een genomen be
sluit getuigde, en den doktoorsknecht in
zijne bede onderbrekend
Welnu, sprak hij, als moest hij zich
de woorden met geweld uit de keel wrin
gen, bereid u om mij bij uwen meester te
te brengen... Gij zijt per rijtuig gekomen
zegt gij...?
Ik loop het getrek halen, mijnheer
juichte Gabriel, o, dank, mijnheer Hune
fried, voor het geluk...
Waar zijt gij uitgespannen...? onder
brak de kluizenaar den verheugden jon
geling, in de uitstorting zijner dankbaar
heid.
In de Vierschaar was het ant
woord, binnen een klein halfuur ben ik
terug...
Neen, keer niet terug beval de hut
bewoner, ik zal u komen vervoegen. Ik
moet deze woning verlaten zonder dat mij
loos. Men vergete niet dat de boom, even
als alle andere plant, niet goed gedijd
waar er geene genoegzame hoeveelheid
voedsel voorhanden is 't is vooral door
de bemesting dat man overvloedige oog
sten kan bekomen. Hieruit volgt dat eene
voorafgaande bereiding uiterst noodzake
lijk is, want later is het zeer moeilijk, om
zoo te spreken, totaal onmogelijk mest
stoffen voldoende in te werken. Behalve
eene goede hoeveelheid stalmest zal men
den grond ruimschoots voorzien van mi
nerale meststoffen als potasch- en fosfoor-
zuurhoudende mesten en kalk Op eene
diepte van minstens 3o centimeters geve
men dus per hectare 1000 kilog. kainite,
1000 kilog. staalslakken en eene goede
dosis kalk. De stifstof geve men later
onder vorm van sodanitraat, ale enz.
In lichte bodems en zandachtige gronden
zal men evenwel zorgen de hoeveelheid
kainite te verhoogen, omdat deze gewoon
lijk te weinig potasch inhouden.
Deze hoeveelheden worden dus toege
diend bij het aanleggen van den boom
gaard. Later dient de bemesting oordeel
kundig voortgezet te worden. Daarom
rad, n wij aan jaarlijks de volgende mest
sloffen voor eenen volgroeiden boom te
gebruiken.
1,5 tot 2,5 kilog. zwavelzure potasch.
1,5 tot 2,5 kilog. superfosfaten en 1 tot
kilog. sodanitraat.
Voor jonge boomen mag die hoeveel
heid verminderd worden tot de volgende
verhouding o,3 tot «,7 kilogr. zwavel
zure potasch en evenveel superfosfaten,
en 0,2 tot i/a kilog. sodanitraat-
Deze meststoffen kunnen in ale opge
lost, op de gansche oppervlakte van den
boomgaard, uitgegoten worden. Gebruikt
men ze droog, dan zal men best de po
tasch- en fosfoorzuurmesten vóór den
winter aanwenden, ze trachten eenigzins
onder te brengen door rond de boomen
groeven te maken, iets verdar van den
stain dan de uiteinden der kroon reiken,-
of wel door het eggen.
Door het gebruik dezer hulpmesten zal
de opbrengst in gras ook merkelijk ver
meerderen, en de hoedanigheid zal zelfs
verbeteren, want de potaschmesten be
gunstigen de ontwikkeling der klaversoor
ten. Zulks bewijzen de proeven van den
heer De Vuyst, genomen in de leemach-
tige gronden van Borsbeke.
a* van M. Hoyois Schrijverarachten
3« van M. Bertrand Verhooging der
ambachtenaars- en werkmanspensioenen
4* van M. Delbastée Verbod van het
loodwit in het schilderwerk
5* van M. Destrée Wekelüksche rust
dag.
6C van M. Helleputle De Zondagrust
7e van M. Marnhaut Heeft betrek op
de ouderdo nspensioenen
8* van M. Waroqué Vraagt zekere
veranderingen in de standregela der buurt
spoorwegen.
De vraatzucht van den mol. Wij
tre"*n volgende aan in een wetenschap
pelijk werk en bieden het aan ter over
weging aan de landbouwers, die den mol
in de velden den oorlog aandoen en zelfe
vallen plaataen om hem te vangen.
De Zwitsereche geleerdo Weber nam
proeven met 2 mollen en bevond dat zij
in 9 dagen verslonden, 341 larven en
meikevers, 193 regenwormen, a5 rupsen
en eene muis met huid en haar, ja zelfs
het geraamte.
Vervolgens gaf hij hen slechts planten-
voedsel en toen stierven zij weldra van
honger.
Dugês en Flourens hebben waarge
nomen dat een mol geen dag kan dix>r-
brengen «onder voedsel, dan sterft hij.
Ondanks 't nut dat de mol sticht door
t verslinden van vele insecten, wordt hij,
zeker niet heel ten onrechte, ongenadig
vervolgd immers waar hij in groot getal
voorkomt, richt hij, door het maken van
loopgrachten onder de velden nog al
•chade aan, daar hij de wortels der plan-
lrn loswroet.
Doch de natuur zelve helpt den mensch
om die schade te keer te gaan. Immers
de mol heeft talrijke vijanden. Fretten,
alaook ooievaara en andere groote vogels
vinden in hem een lekker beetje en bij
gebrek aan insecten versmaadt hy zelfs
zijn eigen natuurgenooten niet.
In eenen strijd om het wijfje vechten
twee mannekes zoo lang tot een hunner
dood ter plaatse blijft. En da overwinnaar
eet dan soms den overwonneling op.
Acht nieuwe wetsvoorstellen zijn
door de lezing toegelaten. Het zijn de
volgende
te van M. Vandervelde Controol der
kieswerkzaamheden
iemand ziet uitgaan of ergens bemerke,
anders komen straatbengels hier inbreken
en all* s vernielen waaraan ik prijs hecht.
Ga maar voort, ik zal niet lang achter
zijn...
Gelukkiger uur had Gabrië! nooit be
leefd.. Hoe licht van hart ving hij den
terugtocht naar de Vierschaar aan...
O kwame Hunefried maar spoedig ach
ter... Wat zal het ongeduld den armen
knecht intusschen te lijden geven... Maar,
ho...l
Een beangstigend denkbeeld scheen de
jongen man opeens door het hoofd te vlie
gen.
Voorxorgshalve, verlangt Hunefried
heimelijk zijne woning te verlaten, sprak
hij tot zich zelf, en een enkel onvoorzich
tig woord van Xaveer, kan gansch ons
spel verbrodden... Maar ik zal tijd genoeg
hebben, om eens tot Gotthem plaats te
loopen, alwaar de jongeling woont...Daar
staat het kerkje met zijnen toren als een
peperstrooier ik kan niet misloopen... Ik
zeg enkel aan Xaveer, aan niemand te
laten vermoeden, dat de kluizenaar bezoek
ontvangen heeft. Hem zelren en de zijnen
laat ik alleenlijk gissen, dat ik mijnen
meester da medicijnen breng welke hem
zullen genezen...
Toen de menschenhater zich weer al
leen bevond, hield hij ook eene samen
spraak met zichzelren.
Hat is beslist dat ik tot hem ga zegde
hij op somberen toontot mijnen vijand..!
Koopvernietigende gebreken. In
zitting van 18 November laatatleden
heeft de heer Minister van Landbouw
aangekondigd, dat hij eerlang eane com
missie benoemen sal, gelast met een
onderzoek in te stellen betreffende de
reclamatiën, waartoe aanleiding heeft ga-
geven da toepassing van de reglementaire
tot hem die mij zoo diep rampzalig maak
te., .liOm hem te troosten...? te helpen.,.?
Wel ingendeel...: om hem mijne ongeluk
ken te verwijten, zoo mogelijk te zien ster
ven an zijnen dood te verbitteren... In
een woord, om mij op hem te wreken
Wie kon vóór een paar uren vermoeden,
dat deze voldoening in mijn rampzalig
bestaan, mij nog weggelegd was.. Ha,
Nestor, gij verlangt naar mij, welnu, ik
kom...
Het sloeg drie ure van den namiddag,
op den sierlijken dorpstoren van Bloe-
menbake.
Een licht gespan, gansch beslijkt,
reed gezwind het voorhof van dokloor
Nestor verblijf op. Twee mannenwaar-
van de eene de geleider en de andere
reeds iemand van jaren was, zaten in. Het
waren Gabriël en Hunefried.
Dicht bij den ingang der heerenwoning
zelf, hield het rijtuig stil. De twee reizi
gers stegen uit en verdwenen binnen de
bereids geopende deur van het aanzienlij
ke gebouw.
Aan het einde van een marmer gevloar-
den en met allerlei kunstatukken versier
den gang, bereikten de twee mannen een
koedijken, met rijk tapijtwerk belegden
trap. Sierlijke potten, met bloemen en
slingerkruid omkransd, hingen hier en
daar van de indrukwekkend hooge zolde
ringen neder en verspreidden een aange-
namen geur. Wordt voortgezet.