Zondag 6 December DH)5
3 centiemen per nummer
5€>s,e Jaar 5593.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM
VADERLAND, TAAL VRIJHEID
De helden van
den heer Daens.
OM ZES MILLIOEN
Zij belagende onschuld.
Eene uitdaging!
Eenige woorden
over de Hopkwestie.
DE DENDER
Uit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kenmg van den votgenden dag. - De prg, ervan ia tweemaal ter week voor
e a ran met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maandenfr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. - De inschrijving
eindigt met 31 December. - De onkosten der kwittantiën door de Poet ont
vangen ign ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in hij C. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutstraat. N' 3t
en in alle Postkantoren des Lands.
M r„
CLIQUE SLUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen ep
3-e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by aocoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnadag en vryd«.g
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureel# van
dit blad.
AALST, 5 DECEMBER igo3.
Wie een abonnement
neemt aan DE DEN-
DERBODE voor 't jaar 1904 ont
vangt het blad van heden tot nieuw
jaar KOSTELOOS.
a DeDenderbide geeft wekelijks
een boeiend bijvoegsel-mengelwerk,
welk op het einde een schoon boek
deel vormt.
Wij raden dus onze lezers ten zeer
ste aan dit bijvoegsel zorgvuldig bijeen
te houden.
De nieuwe abonnenten kunnen de
reeds verschenen nummers van ons
mengelwerk bekomen tegen 2 centie
men prr v f vering.
De abonnementprijs wordi vooraf
betaald.
Men kan zich abonneeren aan a De
Denderbcde op al de postbureelen
van het land.
nis uitspreken en het merk der Judaserij
branden op het hoofd van zijnen bond
genoot, den heer Daens, dten hij op zich
had genomen te verdedigen.
Hij moest dus die woorden verdraaien,
en liij heeft het gedaan inden zin van
zijne natuurlijke vereering indien men
zich zoo uitdrukken mag. de natuur is
de God van Dendergalm.
Hoor hem in zijn antwoord op de ge
stelde vraag
Dat is de ondeugd beoefenen, de
onrechtveerdigheid plegen, de wedu
wen en weezen verdrukken, der. even-
mensch vervolgen, de onschuld be
lagen.
Doen de liberalen dat
Eerst eene kleine vaststelling. Den 8
November eindigde den heer Daens zijne
vlaag van scheldwoorden tegen Dender
bodb met de volgende belofte En ze
spreken van knaging Daar zullen
wij in ons volgend (nummer op
antwoorden.
Tot hiertoe heeft de heer Daens er geen
woordje over gerept. Was het onderwerp
te pijnlijk voor hem Zou hij den toe
stand zijner ziel durven blootleggen en
alzoo den grond van zijn hert durven
laten kennen Of was het voor hem maar
eene kiesbelofte strekkend om zijne lezers
te bedriegen
Thans zwijgen, M. Daens, is de ver
nederendste der neerlagen.
Na getoond te hebben dat onze geuzen
vijanden zijn, hardnekkige vijanden van
Kerk en Godsdienst in den zin dat ieder
een aanneemt, kunnen wij de geinteres-
reerde en zonderlinge bepaling onder
zoeken door den armtierige nopens
godshaterij gegeven. Wij zeggen geïnte
resseerde hij heeft natuurlijk getracht
de dingen te verdraaien om de bewijs-
kwestie onmogelijk te maken. Toch vol
gen wij hem op het terrein dat hij heeft
verkozen.
Wat is God haten vraagt hij. Iedereen
zou nier natuurlijk op antwoorden. God
haten is het ongeloof helpen verspreiden,
het Geloof ondermijnen, Gods-bestaan in
twijfel trekken of loochenen,Gods weiken
ontkennen en de dienaars van God haten,
bezwadderen en vervolgen.
Doch de armtierige kon daarop zoo
niet antwoorden dat was zijn eigen von-
79* V E R V O L G
Sorandal hernam op zijn bitsen toon en
met nadruk op ieder woord
Bijgevolg, ofwel zijt gij dezen nacht
met uwen broeder op Pierrefite geweest,
ofwfcl hebt gij hem bij zijnen terugkeer
gesproken, in ieder geval weet gij waar
hij en Giséleop het oogenblik zijn.
Mijnheer 1 riep Jacques met eene be
vende stem en met een hevig gebaar uit,
ik geef u mijn eerewoord..,
Och kom, herhaalde Sorandal, gij
l'egG gij liegt als een onbeschaamde als
een lalaaru.
Bij deze beleediging sprong Jacques
op en balde de vuisten.
Pas op 1
Waarvoor
Ik ben hier in mijn huis en kan u
de daur uitzetten.
En wat dan vroeg Sorandal, die
bij het dreigend gebaar van Jacques geen
stap was teruggeweken, aangenomen dat
ik er in toestemde mij te verwijderen, wat
nog in 't geheel niet zeker is, waar zou ik
dan heengaan Dat weet gij wel. Naar
den procureur der republiek.
Jacques vtrbletkte opnieuw en Soran
dal vervolgde
Gelooft gij dat de politie, wanneer
zij uwen broeder opspoorde, veel moeite
Ons antwoord zal kort zijn Ja en wij
gaan het bewijzen.
Laten wij het woordeken ondeugd ter
zij. Het heeft geen beteekenis in den
natuurgodsdienst van Dendergalm.
Ten anderen als wij spreken van libe
ralen dan is dat van de liberale partij en
daarop toegepast kan het woord ondeugd
geen beteekenis hebben.
Wij hebben reeds getoond dat onze
brave zielkes van geuzen in staat zijn de
onschuld te belagen. Schooner bewijs
konden wij nu toch niet geven dan de
houding van Dendergalm zeiven in zake
der moord van Rijsel. Heeft hij inderdaad
dien ongelukkigen broeder niet bescul-
digd eene afschuwelijke misdaad te heb
ben bedreven, ik spreek hier én van de
moord zelve én van de omstandigheden
die zijn voorgegaan en die hij mei een
woord uitdrukt a verprost
Van den eersten oogenbiik af dat hel
lijk was gevonden, was dit feit klaar en
duidelijk vastgesteld dat de moord niet
gebeurd was om de sporen van een
eerste misdrijf te verbergen en het
slachtoffer tot zwijgen te brengen.
Doch Dendergalm had het noodig voor
zijn rekwisitorium tegen de Kloosterlin
gen en tegen de Priesters die allen belofte
van zuiverheid doen. Hij schreef het
wooid verprost en in die beschul
diging. zelfs toegepast op den moor
denaar van den kleinen Foviau, is on
recht plegen omdat het iemand om het
even wie met een schandig misdrijf
belegt, dat niet is bedreven.
Dat is een.
En wanneer nu de onschuld van het
slachtoffer uitgesproken was men had
Zelfs niet den schijn genoeg voor zich om
het voor de Assisen te durven verwijzen
wat deden onze geuzen ?Zij gebruikten
den naam van den ongelukkigen om
zekere misdrijven te schandvlekken. Wel
ke stad van België, waar de geuzen iets
vermogen, heeft Flamidiens naam op hare
muren niet gezien om de ouders op te
hitsen tegen het godsdienstig onderwijs
Dat is twee.
Hoevele complotten word»n niet op
touw gezet door de vrijmets. Iarij en door
de geuzen coteriën om onze Priesters en
Kloosterlingen te btzwadderen en hunne
eer te rooven en alzoo hunnen invloed op
het geloovige volk te knakken 1 Iloevele
totaal valsche beschuldigingen zijn niet
reeds opgerezen
Is ergens een verkeerde handeling aan
te stippen, ah dan wordt gerucht ge
maakt, de zaken worden vergroot, ont
wikkeld I Er wordt gedonderd niet alleen
tegen den onvoorzic tigen maar tegen de
klas waartoe hij behoort. Het nietigste
ding wordt eene afschuwelijke misdaad.
En de bemerkingen der geuzen gaan
hunnen gang. Oh dan zijn zij in hun
schik als zij modder kunnen werpen op
het priesterkleed.
Een lange reeks namen zouden wij
hier kunnen noemen van hen die het
voorwerp zijn geweest van hatelijke en
valsche beschuldigingen die de organen
der geuzerij overal hebben verkondigd
maar niet teruggetrokken. Die lijst van
martelaren is lang hij is pijnlijk soms
als men denkt wat die ongelukken, alhoe
wel gansch onschuldig, lichamelijk en
zedelijk, hebben geleden, zij zijn slacht
offers geweest van den haat der geuzen I
Meer dan een Kloosterling, meer dan
een Priester heeft de martelingen van
broeder Flamidien onderstaan aan wit-n
men door alle middelen de bekentenis
wilde ontrukken van eene
elders wonen het komt op hetzelfde uit;
de geuzen van Aalst zijn de confraters
van die van Gent, de helden van den
aanval op de bedevaart naar Ooslakker,
of van Brussel, de mannen van den
7' September. Gevoelt de heer Daens over
die schandaad geen spijt, dan is het om
dat hij zooverre is ntêrgedaald dat hij
zich tot de oppositiepartijen mag rekenen,
die niets beters vragen dan de hate
lijke kerkvervolging van Frankrijk
hier te kunnen inplanten. Onze gruzm
willen dat zij zeggen en herhalen, zij
roepen en schreeuwen het. En toch
kan de heer Daens dte mannen helpen,
voor hen strijden en zijn geweten blijft
rustig I Niets knaagt hem Dan is dat
het bewijs dat hij de Rubicon is over
schreden hij heeft zijn geloof verloren,
in den strijd met zijne heersch-en schraap
zucht is dat gevoel te loor geraakt.
zou hebben om de hand op hem te leg
gen Men verbergt zich slecht en men
vlucht moeilijk wanneer men een meisje
bij zich heeft. Ik wil, of liever wij, M.
Dorgeur en ik, willen schandaal vermij
den, maar wanneer gij er uitdrukkelijk op
staat, dat M. Olivier Fromentel \oor het
hof van assisen verschijnt, het zij dan
zoo, mijnheer, dan heb ik hier niets meer
te doen. Vaarwel.
Kalm zette Sorandal zijnen hoed weer
op en keerde zich om.
Reeds had hij den deurknop in zijn
hand.
Een kreet van Jacques hield hem terug.
Blijf.
De jonge dokter was ten prooi aan eene
ontroering, die hem van hoofd tot voeten
deed beven.
Zijn broeder gevangen genomen, ver
oordeeld op de aanklacht van dien man 1
want in de oogen van de menschelijke
gerechtigheid was het eene misdaad die
hij beging, toen hij het onnoozel meisje
ontvoerde. O 1 neen, neen, dat was niet
mogelijk, maar wat dan te doen
Hoe Sorandal beletten, die aanklacht
bij de justitie in te dienen
Sorandal bleef half naar hem toegekeerd
staan en vroeg
Welnu
Jacques, wiens hoofd verward raakte
en die schier niet meer wist wat bij zegde,
stamelde
Ik had niet gedacht, M. Sorandal,
dat gij er zoo gemakkelijk toe zoudt over-
niet had bedreven
In Frankrijk ging de geuzerij in haar
beulenwerk zoo ver dat de Catholieken,
dat de Priesters een vereeniging hebben
moeten stichten om de eerlooze en valsche
beschuldigingen die overal opdaagden
het hoofd te kunnen bieden. Het initiatief
ging uit van Z. H. den Bisschop van
Mende reeds vroeger deed Dendekbode
dien bond onweerdig van eene samen
leving van verstandige mcnschen aan
zijne lezers kennen, er dees bemerking
bijvoegende dat nooit of nooit er spraak
was geweest onder de geuzerij, om
zoo een bond te moeten stichten
Heeft op dit alles de heer Daens niet
gedacht toen hij zijn invloed in 't werk
stelde voor de panij waarin zoovele beulen
voor onze Priesters en Kloosterlingen
worden gevonden Heeft hij niet gedacht
dat hij arbeidde in 't voordeel eener partij
tot welke de mannen behooren die met
de Journal de Gand zeggen Wie beè-
varen gaat is maar goed om afgerost
te worden
M. Daens heeft de kerkvervolging
in de hand gewerkt zooveel het ii
zijne macht was. Hij heeft de geu
zen geholpen en of die in Aalst of
Gij hebt eens gezegd, M. Daens, dat
de geuzen goede christenen zijn geble
ven. Gij zijt nu toch te oud geworden,
niet waar om u als een jongen van i5
jaar te laten bedriegen en verschalken.
Wij hebben u getoond dat zulks niet
waar is dat iiberaal zijn en zijne chris-
tene plichten volbrengen tegen elkander
vloeken dat het eene vuur is en het
andef water. Gij hebr, gij, schoone te
zeggen de liberalen willen dit of dat
niet de feiten zijn daar.
oe DeKentems HeïSfT" r"™'
misdaad die hij rnj j GlJ Z catholieke
1 uoasdienst fenaard naat m*t n
besluiten tot het bestaan van een louteren
geest.
Wij hebben vro.ger getracht een ant
woord te bekomen. Tot u, M. Daens zal
hij niet zeggen wat hij den 4 Juli 1897
ons toesnauwde (o sierlijk gezegd 1) Hij
is van de goeie als hij meent dat wij
gaan bijten (sic).
Weet ook, M. Daens, dat indien gij
den Dendergalm niet bewegen kunt die
getuigenis af te leggen, het tegen u tot
ernstige gevolgtrekkingen kan keeren.
Hooit gij hebt mannen geholpen die-
materialist zijn, die de spiritualiteit van
de ziel niet aannemen, die dus Gods
bestaan ook moeten loochenen I
£a, M. Daens, dan is de zaak vol
komen klaar en het pleit beslist.
Gij hebt de geuzen uit den nood ge
holpen vraag hen u nu ook uit uwen
neteligen toestand te redden.
Wij zullen hun antwoord op deze uit-
daging in Dekderbode bespreken.
gaan, de aandacht van de justitie op u te
vestigen.
Wat wiit gij daarmee zeggen vroeg
Sorandal terwijl hij den jongeling met zij
ne zwarte oogen aanzag.
Weet gij dan niet, ging deze voort,
dat men de hoop nog niet heeft opgegeven,
den dader te ontdekken van den dubbe
len moord, die in den nacht van den 8
December op het kasteel Pierrefite is ge
pleegd
Ei, mompelde Flick bij zich zeiven,
die onderdanige, hij loopt gevaar alles te
bederven.
Maar Sorandal had geen spier van zijn
gelaat vertrokken.
Ik begrijp u niet, zegde hij.
Ik bedoel, hernam Jacques, dat een
zwak spoor, een toeval voldoende zou
kunnen zijn, om den moordenaar te doen
ontdekken.
En zijne hand, die hij onwillekeurig
had uitgestrekt, wees op Sorandal, maar
deze haalde minachtend de schouders op
zegde
Oho, wat gij daar gezegd hebt, lijkt
veel op eene bedreiging. Ik vindt u on
voorzichtig. Weet gij aiet dat er wetten
bestaan tegen laster en aantijging
En terwiji hij de wenkbrauwen fronste,
ging hij voort
Hebt gij dat spoor misschien ont
dekt, hoe zwak het dan ook mag zijn
Moet ik aan een toeval gelooven
Hij spotte, een koele, bijtende spot, die
den hoorder deed huiveren.
Godsdienst gepaard gaat met een zeker
stelsel van wijsbegeerte gezegd spiri
tualism.
Welnu wij dagen u uit van Dender
galm eene verklaring te bekomen, niet
dat de liberalen van Aalst de waarheden
van onzen Godsdienst aannemen, dat
ware immers te veel, gij weet het wel
maar dat zij het stelsel van wijsbegeerte
aanveerden waarop het christendom
steunt, in andere woorden, dat zij spiri-
tualisten zijn. Een spiritualist is over-
tuigd, bij voorbeeld, dat de mensch eene
ziel heeft die onstoffelijk is, spiritueel,
een louter geest.
Niet waar, dat is weinig gevraagd,
want de Godsdienst blijft thans buiten de
kwestie. Welnu, M. Daens, gij zult nooit
Dendergalm kunnen overhalen die v<r.
klaring te doen. Wij dagen u uit gij
zult ons beschamen als gij het bekomt.
Vraagt gij nu een getuigschrift. Gij
hebt hun groote diensten bewezen zij
zullen het niet weigeren.
Wij hebben het eens beproefd en,
alhoewel de zaak in haar eigen klein
was, toch nooit eer. voldoende antwoord
b. komen. Moet men immers roode kaken
hebben omdat men zegt ik ben over
tuigd van het bestaan der ziel de rede
de rede alleen, hoor je. Dbndergalmers
geeft mij zekere bewijsvoeringen welke
Neen antwoordde Jacques met vast op
elkaar geklemde tanden,maar ik weet iets.
Wat dan
Dat gij tot alles in staat zijt.
Waarlijk? En mag ik weten van wien
gij deze prachtige inlichting omtrent mij
hebt gekregen
Jacques was nu te ver gegaan om terug
te keeren.
Van Mevr. Dorgeur antwoordde hij.
Zoo.
Het gelaat van Sorandal betrok een
weinig.
Wanneer hebt gij Mevr. Dorgeur
gesproken
Gisteren.
Inderdaad Ik ben wel nieuwsgierig
naar heigeen zij u gezegd heeft.
Wat zij mij gezegd heeft Vermoedt
gij dat niet eenigszins, M. Sorar.dal Zij
heeft mij gezegd dat gij een ellendeling
zijt. Ja, zij heeft mij die gehcele afschu
welijke geschiedenis verteld. Verduiveld,
ik dacht ook wel dat eene moeder er niet
in kon toestemmen, zoo maar haar kind
op te offeren, ten minste wanneer zij er
niet door den een of anderen schelm toe
gedwongen werd. Ik weet alles, mijnheer,
alles
Bij dat woord alles gleed er iels van
een glimlach over de dunne lippen van
Sorandal, toch was hij verbleekt,inaar met
dezelfde koelbloedigheid vroeg hij
Wat weet gij
Gij wilt dat ik het zeggen zal riep
Jacques uit, die onder het spreken zich
De Commissie van de hop, voorgezeten
door M. Gheera.rdls, Burgemeester van
Aalst, komt opnieuw eene wel opgestelde
petitie naar de Kamers te zenden bewij
zende de noodzakelijkheid vaneen inkom-
recht op de vreemde hop te heffen.
De Commissie vraagt een inkomrecht
van a5 franks of meer indien mogelijk.
Volgens onze bijzondere inlichtingen
koesteren onze catholieke Vertegenwoor
digers in Kamer en Senaat de beste hoop,
dat hetnidiw handelsverdragmet Duitsch-
land de hop geenszins zal vernoemen en
dat ingevolge, ons land tegenstrijdig met
hetgeen gebeurd is voor het handelsver
drag van 1891, de vrijheid zal behouden
inkomende rechten te stemmen op de
vreemde hop, hetgeen thans onder het
stelsel van het voornoemd verdrag, van
1891 onmogelijk was.
Dit ware eene eerste en groote zegepraal
voor dc rechtvaardige zaak onzer hop-
planters zoowel verdedigd door onze
catholieke Senators en Volksvertegen
woordigers. MM. de Kerchove.Van Vrec-
kem, Bethune, De Sadelcer, Pieraert en
Woeste.
W at nu de dwaze voorstellen aangaat
van de groene volksfoppers is het te
hopen dat de boeren slim genoeg zullen
zijn om te verstaan dat zij eencn alge-
meenen schaterlach verwekken en onuit
voerbaar zijn.
Zoo bijv. stellen de groene volksfoppers
voorgeene inkomrechten te heffen op de
hop der landstreken die onze hop niet be
lasten gelijk Eng-land en Holland Ge
voelen zij dan niet dat al de Duitsche
hop welke men hier zou willen invoeien
eenvoudig den omweg zou doen langs
Engeland f Holland, om in Belgiö zon
der rechten binnen te komen
meer en meer opwond en wiens stem be
gon te schokken het zij dan zoo. Ik weet
dat Het toeval u in bezit gesteld heeft van
een geheim, waarvan hare eer en haar le
ven afhangen, en ook misschien, wie weet
het leven van haar echtgenoot. Vin It gij
niet dat ik go<d ben ingelicht.
Wenscnt gij dat ik met meer beslist
heid spreek ZoohIs gij wilt, mijnheer,
zooals gij wilt. Ik weet, dat gij brieven
in handen hebt, die eens aan uwe recht
schapenheid werden toevertrouwd. Ha,
ha, ha, dat woord moet u wel vreemd in
de hooren klink-n, niet waar Die brie
ven bewijzen dat Mevr. Dorgeur, hoewel
zelf onschuldig, de dochter is van eenen
misdadiger. Ik weet dat gij Mevr. Dor
geur er mee gedreigd hebt, die brieven
aan haren echtgenoot te geven, wanneer
zij er niet in toestemde, hare dochter aan
u op te offeren en dat de arme vrouw,
buiten zichzelve van angst en wanhoop,
in de vr«cs dat zulk eene ontdekking
eenen man, zoo nauwgezet op het puul
van eer als M. Dorgeur, het leven zou
kosten, heeft toegestemd.
Ik weet dat zij vruchteloos getracht
heeft, neergeknield als eene smeekelinge,
een beroep te doen op uw hart, op uwe
eer wat zult gij daarbij gelachen heb
ben ik weet dat zij daarop voor uwen
wil heeft gebogen, overwonnen was, uwe
slavin werd, maar dat zij u teven*, bij
eene laatste poging tot weerstand, al den
afschuw, al de verachting, die gij ver
dient, in het gelaat slingerde.
Geen enkelen maal regel stellen zij zelft
voor om dit misbruik (e beletten dat
gansch het nut van hun voorstel zou
verijdelen.
Maar wat al ernstigs kan men verwach
ten van wetgevers onbewust van alle wet
gevende kennis en onervaren in alles be
halve in hun geliefkoosd spel van Be
driegt den boer.
Spijtig voor dit rasje dut de boeren te
slim worden en zich niet meer laten van
gen gelijk in 1894 door d'historie van
't wijf en andere soortgelijke uitvindsels I
Een ander voorbeeld nog van de wijze
waarop zekere lieden willen wetgever
spelen. In hetzelfde wetsontwerp op de
hop zeggen zij dat het Verboden is aan
brouwsel van mals den naam van bier te
geven. Maar van tuchtmiddels om dit
verbod te bekrachtigen geen spoor 't Is
alsof de schoolmeester zegde Jongens
het is verboden van stout te zijn n zon
der tr bij te voegen Indien gij mijn
gebod overtreedt zult gij gestraft zijn.
Moesten de schoolmeesters zoo han
delen er zou leute zijn bij de schoolkin-
kinderen-
Wel even zoo lachen de malsbrouwers
onze felle groene wetgevers uit. Zij zouden
geen hectoliter minder met mals brou
wen, moest dit fatneus wets-voorstel wor
den doorgevoerd.
De wet zou het verbruik van mals ver
bieden ja, maar niet straffen I I
Waarlijk met zes cents kan men overal
eene pint goed bier, en bovendien eenen
wetgever van dien leest gaan koopen 1
Geen wonder dus zoo de voorstellen
var. zulke groote verstanden, bij alle ver
standige lieden op eenen grootcn schater
lach onthaald worden.
Zij vergelijken dien held aan Don Qui-
chotte, die tegen de windmolens te
peerde met lans en zwaard ging scher
men en ondertusschen het nuttig werk
aan anderen overliet.
Hetgeen niet belettte dat 's avonds dan
de bekamper der windmolens, met groot
spraak bofte over zijne wondere helden
daden, en aan de arme lieden deed ge
looven dat hij reuzen en monsters had
overwonnen.
Waarlijk, vrienden hoppeboeren, Dow
Quichottb leeft nog Laat u niet beet
nemen 't Kan goed zijn voor Braban
ders, maar in ons Vlaanderen zijn wij
volleerd, niet waar, en wij laten ons van
niemand zelfs van den groene Don^Qui-
chotte geen appelen voor citroenen'meer
verkoopen.
VEREERING. De heer Leo Wal
pot, Bestierder van het bijzonder muziek
korps des Konings(i«Gidsenrcgiinent) en
Ork slmeestc r onz- r Aalst, rsche Konink
lijke Harmonie, komt vereerd tc worden
met den titel van officier van Academie.
Proficiat 1
Jacques stond hoog opgericht, met
vuurrood gelaat en fonkelende oogen,
blakend van toorn en verontweerdiging.
Houd u goed, dacht Flick, nu krij
gen wij misschien een bcslissenden slag.
Maar Sorandal had zich niet verroerd,
hij was alleen nog iets bieeker geworden
cn zijne sombere zwarte oogen schoten
vonken.
Hij had de armen over elkaar geslagen
en was op het oogenblik vreeselijk om
aan te zien, want achter de kalmte, waar
mee hij zijn gelaat als met een masker be
dekte, kon men de woede bespeuren, die
hij slechts met moeite beteugelde.
Is dat alles vroeg hij.
O hernam Jacques, terwijl ook hij
zich met eene schier bovenmcnschelijke
inspanning tot kalmte dwong, gel,oft gij
dat ik mij gisteren, zooals ik gedaan hel»,
tusscher. mijn broederen u had geworpen
wanneer Mevr. Dorgeur mij met de be
lofte h?.d afgedwongen, niets tegen u te
zullen doen, want zij was er wel van over
tuigd, dat gij, wanneer gij u verloren
zaagt, niet zoudt aarzelen, gebruik te ma
ken van die brieven. Ja, ik heb haar ge
zworen en daarom heb ik Olivier belet de
hulp te gaan inroepen van de vertegen
woordigers der wet, om zich tc verzetten
tegen de misdaad, die gij wildet plegen,
door u te Verbinden aan e.-ne ongelukkige,
die Yai> het verstand is. Ja, en op dit
oogenblik...
Wordt voortgezet.