Donderdag 31 December 1905 3 centiemen per nummer. 36** Jaar 3399. ZALIG MtnUAAH. De Menschenhater. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID Kleine eigendom. De zedeloosheid bevorderd. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N' 81, en in alle Postkantoren des Lands. CLIQUE HllH. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3d« bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vryd«g in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 3o DECEMBER igo3. AAN ONZE LEZERS Zalig moge u 't nieuwjaar wezen U die mijne taal bemint Die mij lief hebt, en in 't lezen Van ons blad behagen vindt. Aan de lieden van te lande Wtnsch en wil ik alle goed Graan en vruchten allerhande Vrede, weelde en overvlod. Langs de diepgedolven voren Groeie en bloeieuw veldgewas; 't Malsche groen en 't gouden koren, Naast het blauwgebloemde vla6. Na de blijde zomerdagen Met hun stralend zonnevuur, Voere uw' opgevuld--wagen, Weelde en welstand naar uw' schuur. Uok Jen lieden Viü.l ÜB SltUK, Handelsman en nijvtraar, Wenschen wij ook vreugd en vrede In het nieuwgeboren jaar. Al klinkt ons wensch niet machtig, Hij zal stijgen tot den Heer, En diens goedheid, u indachtig, Zal u zeegnen meer en meer. En- wanneer de zorg zal wijken Na uw afgelegde taak, Wilt ons blad dan eens bekijken En het lezen met vermaak. Al zijn werken zal slechts strekken In dit nieuw verkiezingjaar, Om uw aandacht op te wekken Voor zijn woorden klaar en waar. Gedenkt u dat dezen jare Voorspoe 1, volksheil en ook vreê Door uwen keus al te gare Te winnen is ten dorp en steê. Zonder vaar noch vrees gestreden Tegen blauw- rood- groen gebroed Richt hierom dan ook uw beden Tot Hem wie het al behoedt 1 En dan zal ons vreugde galmen Door het luchtruim 't allen kant, En 't zwaaien van zegepalmen Leve Koningdom en Vaderland De bijzondere commissie, gelast met het onderzoek van het wetsontwerp op den kleinen eigendom heeft vrijdag der vorige week eene vergadering gehou den. De verslaggever, M.Tibbaut, heeft aan de commissie doen kennen hoe het staat met de onderhandelingen met de Regee ring aangeknoopt, om de strekking van het ontwerp uit te breiden. Het ontwerp, zooals het oorspronke lijk werd voorgesteld, vermindert met de helft de registratie- en omschrijvings- recliten voor de aankoopen van onroe rende goederen, indien de waarde van den eigendom, in 't voorkomend geval te voegen bij de waaide der eigendommen welke de kooper reeds bezit, de tien dui zend frank niet overtreft. Voortaan zal men geen verschil meer maken tusschen werklieden en personen die geene weiklieden zijn, noch tusschen landelijke en andere eigendommen. De vermindering zal gemeen zijn voor alle kleine eigendommen, naar gelang d<-r waarde van den eigendom. Het ontwerp vervangt ook door een klein recht van 25 centiemen, geheven upatt verueewe massa, ae versemmpnoe evenredige rechten welke de bepaling- n der verdeelingsakten treffen en de .verdee ling zoo moeilijk maken, Dat is eene aan zienlijke verbetering in 't opzicht van het behoud der onroerende erfgoederi-n De mede-erfgenamen zullen voortaan, mits het gering recht van overeenkomst van 25 centiemen, over de goederen zooals zij het verstaan, zonder zich bloot te stellen aan rechten van opleg, afstand, enz. De onderhandelingen h< bben de prin ciepen, in het ontwerp vervat, uitgebreid. De commissie vraagt aan de Rt-gei ring de ontlasting der onroerende goederen te vergemakk lijken door evenredige rechten af te schaffen, wanneer men eene schuld vordering aflosbaar bij jaarlijksche stor tingen in de plaats stelt van eene schuld vordering in eens en op bepaalden datum af te lossen. Dat is de overneming van et n princiep door graaf de Smet de Naeyer aangenomen, in zijn wetsontwerp van 1896. De commissie vraagt ook dat de maat schappijen voor het bouwen van werk manswoningen. welke maatschappijen van goedkoope woningen zullen worden, leeningen zouden mogen toestaan om de zuivering van schuld der onroerende goe deren te vergemakkelijken en grond in blok zouden mogen aankoopen, met hei doel hem in 't klem uit te verkoop en, ten einde er goedkoope woningen op te bou wen. aooaoo Romantisch verhaal uit het overgangstijdstip van de Fransche tot de Hollandsche Regeering onzes lands door Cam. De Waegenaere. sanzoo 25* Vervolg. Mijne machtspreuk, grijnsde de aan gesprokene zonder van zijnen stoel op te staan, zij heeft hare macht verloren, zi] heeft gefaald...: herinner u slechts Lode- wijk Marlier... Eene rilling doorliep het gansche li chaam van den hovenier. Opstaande, trad hij eenige stappen op den menschenater toe en sprak bevend tot hem Nooit heeft uwe machtspreuk ge- faald, mijnheer Hunefried. Gij zult u her inneren dat Lodewijk Marlier in zijne ziekte bijgestaan werd door eenen zijner geburen. Ik twijfel of gij dezen mensch, na twaalf jaren, nog herkennen zoudt, maar het is d< zelfde die thans de eer heeft tot u te spreken... Hiin-fii-d hief even het hoofd op tot den spreker. Deze vervolgde Ja, heer, ik was er bij tegenw.-oidig, toen gij mijn zieken gebuur een braak middel toediendet, die. ec ter, om de groote vorderingen w< lke het vergift reeds gedaan had, met meer werken kon. Maar uwe machtspreuk hebt gij aldaar niet laten hooren integendeel bemerkte ik alras de wanhoop op uw gelaat... Als ik u goed versta, vermoeddet gij wat er geschied was taalde de menschen hater. Ik vermoedde inderdaad dat de heer Nestor zich vergist had, in het bereiden van het medicament voor mijnen gebuur. En gij tradt niet op om ten mijnen gunste te getuigen...! Zcdelijker wijze was hem dit onmo gelijk, Hunefried! viel Nestor tusschen, den man leed in den lijd veel gebrek hij had eene oude ziekelijke moeder te onderhouden, was in het kweeken zij- er kinderen en, daar hij geene vaste bedie ning had, meer dan de helft der week zonder wcik... Mijne vrouw ondeisttunde het arm huisgezin... Het was dus de dankbaarheid die Nulfs geweten het zwij gen oplegde. Een oogenblik scheen zich m het hart van den menschenhater een tweestrijd te leveren. Hoop en vrees spanden de ver wachting der omstaanders. Op eens richtte hij zich op en riep on geduldig uit: Maar ik heb gezvv- r n niemand m,-tr te helpen Mijn haat b paalt zich „iet tot den persoon van Nestor, maar strekt zich over de gansche menschheid uit...! Men v. rwachtte, dat hij, na deze woor den zich zou omkeereo om te vertrek ken. Dit gebeurde niet: de menscheoater Iedereen weet dat de wet op de werk manswoningen nog veel betere uitslagen zou hebben, vooral óp den buiten, indien allen die er verlangen gebruik van te ma ken kleine pr rceelen te koop vonden, om er eene woning op te bouwen. De maat schappijen zouden hun die keus kunnen vergemakkelijken, die hun zeer dikwijls ontnomen wordt door het recht van sa menvoeging, dat zeer algemeen is. Het spreekt van zelfs dat de herverkoop in 't klein aan het evenredig recht zou moe ten ontsnappen, Het ontwerp schaft ook het recht van kwiitancie af, wanneer de titel van schuld vordering geregistreerd isliet vereen voud ook de proceduur der schattingen jn zake van rechten. De commissie is eenparig om de aan staande aanneming te wenschen van een wetsontwerp dat eene aanzienlijke eco nomische en maatschappelijk-- strekking zal hebben ingevoerd door de wet van 1889. Zij dringtlevendig aan opdat M. de minisier de amendementen zou voor leggen welke de gewenschte aanvullende hervormingen bekrachtigen; en zij gelast haren verslaggever zijn verslag, dat reeds gereed is, te doen drukken, zoodra hij die amendementeik zal ontvangen heb- Den.2ij hoopt oat, op die wijze, het ver slag zal kunnen uitgedeeld worden gedu rende de vakanciën en de stemming nog in dezen zittijd zal plaats hebben Al de klassen der samenleving hebben er belang bij de werkers zonder onder scheid, werlieden, ambachtslieden, be ambten. door de algemeenmaking van de voordi elen der wet op de goedkoope wo ningen de ambtenaars en de notarissen, wier werk in zake van verdeeling en ook van maatschappijen aanzienlijk zdl ver eenvoudigd worden de eigenaars die in het recht van overeenkomst al de wen- schelijke gemakken zullen vinden voor hunne familieschikkingen en voor het behoud der onroerende erfgoederen. Het. eimle den jaars. Het jaar eindigt goed voor 't gouvernement de laatste zittingen d< r Kamer en van den Senaat hebben het eene dubbele over winning gebracht op de oppositie. Deze, eene eerste maal verslagen in den persoon van M. Hymans, besloot weer wraak te nemen, door den voorzitter van den minist-riaad aan te vallen, wegens zijn financieel beheer, en den minister van oorlog, wegens de zoogezegde ont reddering des legers. Welnu, op die twee punten is de ver scheen aan de plaats genageld waar hij stond en hield als besluiteloos de blikken op het roerloos lichaam van den binnen gebrachte gevestigd. Nulf, die om zijne welspr- kendht id en naastenliefde den gan schen omtrek door geacht werd, meende dit oogenblik te moeten benuttigen tot het wagen eentr poging in het belang zijner lijdende medem- nschen. O foei, mijnheer Hunefried, begon hij, uw eed is onheilig, eene godbelee- digende verlooch- ning der begaafdheden waarmede de Schepper u zoo mild- lijk begunstigde... Heer Hunefried! bij de gezegmde gedachtenis uwer gade, die in den hemel God onophoudelijk voor uwe bekeering bidt, keer terug van het heil- looze besluit dat de geest der wraakzucht u ingaf... Stel weder uwe kennissen den lijdenden natuurgenoot ten dienste: wel ke schoonere, welke edeler roeping kan er bestaan...? O mijnheer! laat u verbid den, verzoen u met de samenleving, in welke u niemand vervangen kan schenk vergiffenis aan de maatschappij, die door uw'gemis dubbel g-bo-t heeft voor de verongelijking u aangedaan... Tracht t. herstellen wat gij verzuimd hebt en maak eenen aanvang met de twee ongelukkigen die zich onder uw onmiüdelijk b reik bevinden... Om nogmaals in het gevang te ge> raken I mompelde Hunefried, nauwelijks hoorbaar. Ik ben zoo gelukkig u te kusnen dediging van het ministerie beter gew est dan tene zegepraal 't was een triomf. Generaal Cousebant d'Alkemade heeft kranig hel hoofd geboden aan zijne aan vallers, zoo in Senaat als Kamer. Hij heeft het zoogezegde failliet van het vrij- willigerschap geheel ontzenuwd, en ter wijl hij dit wapen aan de handen der libe ralen en militaristen, leveraars van den persoonlijken dienstplicht, ontrukte, ver schafte hij de catholieken de groote vreug de, den lof te hooren maken van het vrij- willigerschap.'t is te zeggen, de loopbaan der wapenen vrij gekozen, uit den mond zelf van het hoofd des legers. Dat was een schoone dag voor het catholiek ministerie en ook voor de Ant werpsche Meeting, die de eerste de vlag heeft opgeheven en steeds krachtig in de hoogte gehouden, waarop geschreven s<aat Niemand gedwongen soldaat Geen persoonlijken dienstplicht 1 Weg met de loting Wij zijn stellig nog niet zoover, maar een beslissende stap is gedaan naar de volle verwezenlijking van dat program. De zoo openhartige en besliste houding van generaal Cousebant, beefi de liberale pariij in verslagenheid gedompeld. De oppositie was onbehendig geweest in de Kamer, zij was nog onbehendiger zoo mogelijk, in den Senaat, waar zij M. Sam Wiener tot tolk had. Oom Sam kan zeer bevoegd zijn in financieële zaken, maar in knjgsaangcle- genheden kan een recruut van eenige maanden hem les geven. Hij heeft gesproken over de vorming van den soldaat, over den duur van den diensttijd enz., als een blinde over kleu ren. Om slechts een zijner grootste missla an aan te halen hij wil niet dat men le jonge lieden, welke dienst nemen vóór zijde militiejaren bereikt hebben, onder de vrijwilligers rekene. Welnu, al de officieren, die een weinig ondervinding hebben, zullen hem zeggen dat, zoo er in 't leger goede soldaten zijn, die uitstekend hunnen dienst ken- militairen geest en verkleefdheid aan de vlag bezitten, zij het wel zijn, die vroeg in het leger traden en, na gedane proef, er vrijwillig zullen in blijven. 't Is in dat element dat grootendeels de onderofficieren worden aangeworven. Wat de militaristen nog meer van de wijs brengt is de stemming^ in de Ka mer, van de dagorde Helleputte, haar vertrouwen in de regeering uitdrukkende en den wensch, meer en meer de inzich- mededeelen, hervatte de tuinman, dat gij u achter dat voorwendsel niet meer kunt terugtrekken. Door gansch het luid wordt ten uwen gunste een kreet aangeheven, die zelfs reeds tot in de paleizen der nieu we regeering weerklonken heeftHet is het noodgeschrei van honderden zieken, van kanker- en teringlijdenden, die op u roepen als op de laatste wereldsche macht die hen nog r dden kan... Inde hoogste kringen, ja, zelfs in de omgeving des ko- „ings, is eene beweging ontstaan, die ten doel heeft, u met een volledig diploma van geneesheer, lot de kliniek terug te roepen, en u zooveel mogelijk de geleJe ne rampen te vergoeden... Hunefried zag den spreker verwonderd aan. Deze haastte zich te verklaren: Mijne vrouw die zooeven terugge keerd is van eenen winkeltoclit naar de dorpplaats, zegt dat daar heden in het Gemeentehuis een heer aangekomen is, die in koets reisde. Volgens zijn tongval moet het een Hollander zijn. Hij zegde gekomen te zijn om den geneesheer Hu nefried te vinden. liet was nadat men hem te kennen gegeven liad, dat de won- derarts van weleer met meer op het durp, maar in eene verlatene hut, drie mijten van hier, verbleef, dat de reizigtr ue vei- zekermg gaf van hetgeen ik u kom mede te deelen. Een reiziger in koets. vroeg Ga briel ontroerd, boe was hij gekleed..,? hoe oud zag bij er uit...? j ten van den wetgever van 190J te zien verwezenlijken. De afschaffing van den gedwongen sol datendienst kiemt stellig in deze dagorde. (Corresp. Handelsblad). De manie of mode van in de groote steden de openbare plaatsen en gebouwen met naakte beelden te versieren, schijnt zich gedurig uit te breiden. Te Laken heeft men er nu weer een van dien aard geplaatst. 't Is bijna alsof men begon aan te ne men, dat er geene ware schoonheid en kunst bestaan kan, zoo men geene naakt heden voorstelt. Dat is eene verkeerde maening, waar moet tegen ingewerkt worden. Wij be weren niet, dat de kunst zich nooit uiten mag door 't nabootsen van Ongesluierde lichaamsvormen, maar wij houden staan, dat naakte beelden niet voor openbare plaatsen passen. Zij kwetsen de openbare zedelijkheid. De Romeinen van het heidendom dul den get-ne volstrekte naaktheden, zelfs niet in de worstelperken der zwaardvech ters. Is het niet onredelijk, dat men te Brus sel en in andere steden stootende naakt heden als sieraad op openbare plaatsen en gebouwen ten toon stelt, en er dus de beschouwing en bewondering van uit lokt, terwijl niemand zich ook maar eeni ge stappen ongekleed in de straat zou kunnen wagen, zonder voor 't gerecht te moeten verantwoorden voor aanslag te gen de openbare zedelijkheid. Beteekenisvol is het, dat de vrijdenkerij de naakte kunst ophemelt en voorstaat. Zij jaagt daar natuurlijK een welberekend doel meê r.a. Zij wil namelijk het volk zijne eer en zijne zeden benemen, om het des te gemakkelijker van zijn geloof en zijne vrijheid te berooven. Om dezelfde reden verspreidt zij, door dagbladen en boeken, allerlei zedelooze schriften, en brengt de bandelooste tooneelstukken voor het voetlicht. Dit alles maakt deel uit van een welbe raamd plan, dat aldus kan samengevat worden Het volk vtrzedeloozen, om het daarna te vergoddeioozen en te verslaven. 't Is de plicht van alle weldenkende lieden, overheden en bijzondere perso nen. niet alleen die verderfelijke werking niet te stemmen, maar ze krachtdadig te bestrijden. N. D. S. Nulf gaf zoo getrouw hij kon, de be schrijving weder welke zijne vrouw hem gedaan had, van den in het dorp aange komen vreemden heer. Dan valt er aan zijne verklaringen niet te twijfelen, hernam de kamerknecht, want die heer is niemand anders dan de minister Nestor en Nulf herhaalden met ver bazing den naam dien Gabriel uitsprak. Hunefried bracht de hand aan het voor hoofd, alsof de klank van dien naam door zijne herinnerin :en galmde. Zijn geheu gen scheen hem echter in den steek te laten, want weldra nam hij zijne onver schillige houding terug. De kamerdienaar gaf een beknopt ver slag zijner ontmoeting van dien morgen, met bewusten reiziger en besloot zijne rede, met voor de oogen van Huuefried de in-eer-herstelling en den roem te doea schitteren. De menschenhater was over en weder den vloer beginnen te wandelen. Kon men mij maar mijne vrouw, of slechts een enkel mijner kinderen terug, geven, zuchtte hij, met dezelfde licfo% van vroeger, misschien zou ik mij den lijdenden mensch toewijden. Maar geen glimp van toekomstig geluk om mij aso tc moedigen...: neen! ik verstoot alles wat men mij aanbieden wil, en keer terug lot mijne kluis... Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1