Zondag 14 Februari 1904
5 centiemen per nummer.
S6sle Jaar 3612.
Een dwaze
aanval.
Klinkende
kaakslag
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
OM ZES MILLIOEN
Eene nieuwigheid.
DE VRIENDSCHAP
VOLKSKAMER.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prys ervan is .- tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQl'G 8UU1U.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen by accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Ileeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, i3 FEBRUARI 1904.
De weerdige collega van den heer A.
Daens, priester Fonteyne is voorzeker
geen groote economist maar niettemin
valt hij het geldwezen van ons land aan
Ziehier wat hij schrijft De bewaar-
dtrs zijn in 1884 aan 't bestuur gekomen
en zij hebben sedert dien de lasten met
HONDERD MILLIOEN VERZWAARD.
In 1880
bedroegen de lasten 103,330,748 fr.
In 1890
bedroegen de lasten 166,531,127
In 1900
bedroegen de lasten 222,658,660
In de
bogrooting van 1904 259,000,000
Die redeneering is weerdig van de fi
nanciers van Dendergalm zij berust op
eene onvergeeflijke dwaling of verwar
ring. De heer Fonteyne gebruikt voor het
totaal eene uitdrukking die slechts waar
is voor de samenstellende faktoren. Het
totaal der lasten kan vermeerderen zon
der dat daarom de basis van vroeger is
verzwaard.
De Staat is eene familie in groot
wier bestuur onkosten vereischt.
De inkomsten van een huishouden ver
meerderen als er meer geldwinners bij
komen af als die geldwinners meer ver
dienen.
Zoo is het met de Staat. Er zijn thans
meer lastenbetalers dan vroeger de rijk
dom en dezes omloop waaruit de Staat
zijn voordeel trekt, zijn veel grooter, zijn
aanzienlijk gestegen.
Daaruit vloeit voort dat de lasten aan
den Staat betaald moeten vermeerderen,
alhoewel ieder lastenbetaler, in 't bijzon
der, proportion neel zooveel geeft als
vroeger.
Kiezers, beziet uw lastenbriefje en zegt
ons of uwe lasten verzwaard zijn
Betaalt gij aan den Staat een centiem
meer dan vroeger D* reghstreeksche
belastingen voor den Staat zijn onver
anderd GEBLEVEN OP UW LASTENBRIEFJE 1
Dus zijn die lasten niet verzwaard en
heeft M. Fonteyne met de waarheid de
spot gedreven en zich de onbehendigheid
zijner lezers te nutte gemaakt om ze een
koppel ezelsooren van belang aan te
naaien 1
Altijd eerlijk in de partij van 't wijf 1
Maar er zijn ook verbruikslasten, be
lastingen en rechten die wegen op de
waren, bier, wijn, genever, enz.
Dat is waar maar die lasten be
staan in ieder land bestaan overal I
89® Vervolg.
Welnu vroeg Sorandal tartend,
waarom gaat gij niet voort Sreek dan,
wanneer gij iets te zeggen hebt, spreek
dan.
O gij weet wel dat ik zwijgen
moet, zegde Olivier op somberen toon,
ontzet door zooveel vemetelheid.
Komaan, mevrouw, hernam Soran
dal, zeg aan uwe dochter wat u op het
hart ligt, wanneer gij met haar alleen zijt,
zal het u gemakkelijker vallen haar den
toestand te doen begrijpen,
Ja, zegde Mev. Dorgeur met moei
te, bevend onder den dreigenden blik van
Sorandal kom hier, Gisêle, ik moet u
spreken.
Neen 1 riep Olivier Fromentel op
hevigen toon.
Waarom niet vroeg Dorgeur. Moe
der en dochter kunnen elkander beter
begrijpen, wanneer zij onder vier oogen
zijn, mijn neef Sorandal heeft volkomen
gelijk. Gisêle is nu in staat te kunnen be
grijpen.
Gisêle keerde haar schoon gelaat kalm
tot Olivier.
Stelt gij geen vertrouwen in mij
vroeg zij, Waarom wilt gij niet, dat ik
In België betaalt men het minst on-
rechtstreeksche belastingen.
Er zijn lasten op
1) nuttige waren, vleesch, suiker, enz.
2) noodelooze waren, tabak, enz.
3) schadelijkt waren, enz.
Welnu de heer Fonteyne moet weten
dat ons ministerie op de verbruikswaren
van eerste noodzakelijkheid, op suiker,
koffie, chocolat, boter, enz. de lasten
heeft verminderd, verre van ze te ver
zwaren.
Hij heeft het oogenblik voor zijnen
dwazen uitval slecht gekozen, de heer
Fonteyne. Ieder heeft de kolossale afslag
op den suiker nog versch in het geheu
gen Die afslag, het gevolg van eene
wederlandsche verstandhouding tusschen
verscheidene landen is het werk van ons
Catholiek Ministerie 1
De rechten op den koffie zijn afge
schaft die op den thé verminderd. Met
een woord al de belastingen op de nut
tige WAREN ZIJN VERMINDERD.
Zekere waren zijn belast geworden.
Er zijn inkomrechten gesteld op de vreem
de haver, vreemde betteraven, op het
vreemd vee en ook die op den genever
zijn verhoogd.
Wil M. Fonteyne die afschaffen dat
hij het zegge. De landbouwers zullen
goed zijn met het Klaar en duidelijk te
weten. Geen bedrog, niet waar, Heer
Fonteyne. Nogmaals vragen wij u Wilt
gij de inkomrechten afschaffen op het
vreemd vee, op de vreemde belteraven,
op de vreemde haver Zeg wilt ge
Landbouwers, opgepast, laat u door I
de groenen niet bedriegen. Het catho
liek MINISTERIE HEEFT U GEHOLPEN DOOR
die rechten te stemmen de aardige
tisten der groene partij gaan ze af
schaffen
M. Fonteyne wil van geene onrecht-
streeksche belastingen lijk ze in België
bestaan. Wil hij ze lijk ze in Frankrijk
zijn ingericht Frankrijk is immers een
land van algemeen stemrecht. Het heeft
daarbij, volgens de helden van Chipka,
eene volksregeering. Dus de inkomrech
ten lijk in Frankrijk
Goed zoo, dan kunnen wij de zaken
blootleggen en vergelijkingen maken.
Wij laten de finantieele kwestie niet
los zij is een uiterst goed terrein om te
bewijzen hoe veel goeds ons Catholiek
Ministerie heeft gesticht.
Dus tot later, heer Fonteyne.
Wetsvoorstel. MM. Vandervelde,
De Backer, Liefmans, Termote, Vande-
venne en Buyl hebben een wetsvoorstel
ingediend, strekkende tot het bepalen van
den datutn der wetgevende kiezirgen van
1904 op den eersten zondag van Mei, ten
einde te vermijden dat die kiezingen op
den hoogdag van Sinksen vallen.
met mijne moeder alleen zal blijven,
wanneer zij mij eene vertrouwelijke meê-
deeling te doen heeft Vreest gij dat iets
invloed op mij zou kunnen uitoefenen,
om mij van u te scheiden Weet gij dan
niet dat ik u bemin en denkt gij dat ik
mijnen eed heb vergeten
Neen, lieve, antwoordde Olivier,
maar als gij wist...
Wat?
Als gij wist waartoe die man in staat
is...
Sorandal lachte.
Ziet gij wel, hij is bang, zegde hij
tot Dorgeur. Door de een of andere list
heeft hij invloed op den geest van het
meisje weten te verkrijgen en nu vreest
hij, dat hij dien invloed weer zal verlie
zen, dat in plaats van de millioenen van
Gisêle de galei zijn deel zal worden, tot
loon voor al zijne moeite.
Olivier was zich lang meester gebleven,
maar deze beleediging vorderde te veel
van zijne koelbloedigheidhij maakte
eene dreigende beweging en stond op het
punt zich op Sorandal te werpen, maar
Durgtur kwam tusschen beiden
Om Godswil, genoeg bedreigin
gen, neef, zegde hij, beleedig hem niet
wat ik u bidden mag, en gij, M. Fro
mentel, gij weet hoeveel dankbaarheid
ik voor u gevoel, is het mogelijk dat
gij u aan zulk eene daad zoudt heb
ben plichtig gemaakt Mijn God, mijn
hoofd loopt om, het is mij alsof ik krank-
Meer en meer wordt er door de land
bouwers naar verbeteringen en volmaking
gestreefd in den kweek der huisdieren.
En zij hebben overschot van gelijk, want
op onze dagen is het van hoofdzakelijk
belang goede rassen en schoone beesten
voort te brengen.
Welnu, 't zal overbodig zijn te zeggen
dat het geraamte als hoofdbestanddeel
van het dierlijk lichaam moet beschouwd
worden. Dit is zoo waar dat het uitwen
dige van het dier heel en gansch afhangt
van de harmonische en regelmatige ont
wikkeling der beenderen.
Zonder voeten geen peerd, zegt eene
gekende spreuk. Welnu wij zeggen zon
der een goed geraamte geëne beest.
Ook trachten de vooruitziende landbou
wers, door eene speciale voeding de ont
wikkeling van het beendergestel te be
gunstigen. Des te meer dat men daardoor
de vroegrijpheid der dieren in de hand
werkt, hetgeen de opbrengst sneller en
grooter maakt.
De bijzonderste bestanddeelen der been
deren zijn fosfoorzuur en kalk. Welnu,
het is klaar en duidelijk dat jonge dieren
vooral, die hun geraamte nog moeten
vormen in hun voedsel een rijken voor
raad fosfoorzuur en kalk moeten vinden.
Niet alleen jonge dieren hebben zulks
noodig, maar ook drachtige dieren, melk
koeien, enz.
Het gebeurt dikwijls dat de dieren in
hun voedsel de noodige hoeveelheid fos
foorzuur en kalk niet krijgen.
En dit zal ons niet verwonderen als wij
maar eens bedenken hoe onze gronden
destijds door graanbouw verarmd werden
aan fosfaten En nu nog alle dagen wordt
die verarming en uitputting voortgezet
door het verkoopen van beesten, van
eiers, enz. Derwijze dat de meeste onzer
gronden arm zijn aan fosfoorzuur. De
stalmest ook bevat er weinig en zoo komt
het als noodzakelijk gevolg, dat de voe-
derplanten doorgaans ook te weinig fos
foorzuur en kalk bevatten om inde nood
wendigheden van aangroeiende en drach
tige dieren te voorzien.
Zijn die twee stoffen in het voeder
te kort, dan zal het geraamte onvolledig
ontwikkelen, de dieren zullen slap zijn op
de pooten en aan de beenderziekte lijden.
Ook hebben voorname kweekers sedert
eenige jaren beproefd een fosfaatpoeder
bij de gewone voedermiddelen te voegen.
De Engelschen die in het fokken onze
meesters zijn, gebruiken dit met den bes
ten uitslag. I11 Duitsch land ook komt het
meer en meer in voege.
Wij kennen voorname peerdenkwee-
kers die aan al hunne veulens van jongs
af fosfaatkalk toedienen en er zich uit
muntend mede bevinden. Doch niet al
leen voor de veulens, ook voor kalvers,
viggens, kiekens kan fosfaatkalk gegeven
worden. En dat het op zijne plaats is in
de voeding van alle drachtige dieren, zal
wel niemand ontkennen.
Er zijn handelaars die het fosfaatpoe
der aanbieden onder vorm van beender
meel. Dit produkt is zeer moeilijk op
neembaar en genomen proeven gaven
geringe of niet beduidende uitslagen.
Integendeel het kalkfosfaat wel bereidi
met eenen inhoud van ongeveer 38 op
losbaar fosfoorzuur, zooals er een staal
voor ons ligt. komt voor als een zeer wit
fijn poeder, vrij van alle nadeelige zelf
standigheden. Dit verdient verreweg den
voorkeur. Men kan niet genoeg de land
bouwers aanzetten alle minderweerdig
fosfaatmeel te verwerpen.
In ons land bestaat er eene fabriek
wij gelooven te Hasselt in Limburg
die de specialiteit heeft van uitmuntende
fosfaatkalk te verveerdigen.
Onlangs deden wij er een staal van
ontleden. Het bulletijn bewees dat dit
poeder zeer zuiver was. Eene nota van
den heer Bestuurder luidde als volgt
<1 Dit fosfaatmeel mag als voedsel gebruikt
worden.
Uit hetgene voorgaat kan men afleiden
van hoe groot belang die kwestie is voor
onze kweekers Daarom komen wij in
een volgend artikel daarop terug en spre
ken dan over het toedienen van fosfaat
kalk.
zinnig zal worden, wanneer dat zoo voort
gaat.
Mevr. Dorgeur riep met zwakke stem
Gisêle!
Kom volg ons, zegde Sorandal op
barschen toon tegen Olivier, gij weet wel
wat de uitslag van het onderhoud tus
schen moeder en dochter zal zijn, het
meisje kan u niet toebehooren, maar er
zal tegen u geene aanklacht worden inge-
dien. Daarom hebben wij nog eene zaak
met elkaar te vereffenen en wij zullen
daarvoor de maatregelen bespreken, ter
wijl Mev. Dorgeur met hare dochter al
leen is.
Olivier aarzelde.
Ga, Olivier, zegde Gisêle, stel ver
trouwen in mij, zooals ik vertrouwen stel
in u.
Zij stak hem de hand toe, waarop hij
een kus drukte.
Kom nu herhaalde Sorandal barsch.
Olivier verliet met de twee anderen het
vertrek.
Mev. Dorgeur deed hen met wanke
lende schreden uitgeleide. Zij sloot de
deur achter hen.
Moeder en dochter bleven alleen in de
kamer.
XIII
DE BEKENTENIS.
Gisêle, met hare moeder alleen geble
ven, zag haar strak aan.
Om zijne verraderij van 18 October te
wettigen heeft de heer Judas geschreven
Thans roepen de liberalen niet meer weg
met den Godsdienstmaar weg met de
alleenheersching
Dat zijn twee dwaasheden wij hebben
het meermaals doen zien. Doch thans is
de held van de historie van 'l wijf van
1894, Judas nr 2, ons terzij gesprongen
en heeft aan Judas nr 1 een klinkende
kaakslag toegebracht.
Hoe moeten de ooren getuit hebben
van onze lekkere Pie toen hij onzen
broeder» in volle Kamers hoorde zeggen:
Het is droef voor eenen priester
lijk ik, te moeten vaststellen dat de
liberale partij den godsdienstoorlog
wil herbeginnen.
Dat is nog meer dan te roepen Weg
met de catholieken zij willen de kerkver
volging herbeginnen
Herbeginnen, dan nog al zij hebben
dus in het verleden oorlog gevoerd aan
de Kerk
Dat ontbrak nog aan de schande van
den heer Judas hij moest doorzijn eigen
broeder weérlegd worden.
Daaruit is het besluit te trekken dat de
heer Judas niet oprecht en rechtzinnig was
toen hij zijne verrechtveerdiging schreef
dat hij zijne lezers met leugenachtige be
weringen heeft om den tuin geleid.
Hij heeft zelfs geen eerbied voor hunne
goede trouw én voor hunne eenvoudig
heid. Hij verbergt hun de waarheid en
spiegelt ze zaken voor oogen die zelf zijn
broeder afkeurt
__Hoe diep gevallen is hij dan toch, dat
hij zijne toevlucht moet nemen tot zulke
middelen, tot de stelselmatige leugen en
bedrog.
Wij bekennen rechtuit dat die handel
wijze ons niet verwondert.
Wie de historie van 't wijf opzijn ge
weten heeft die zal voor geen leugen,
geen bedrog, welk het ook zij, achteruit
gaan die heeft sedert lang hulde ge
bracht aan het hatelijke walgende prin
ciep s Het einde wettigt de midde
len.
Aan de kiezers te oordeelen of zij lan
ger willen bedrogen worden door een man
die met opzet de waarheid onder de voe
ten brengt en stelselmatig schrijft wat hij
weet, zeer goed weet, leugen en bedrog
te zijn. Welk vertrouwen kan de partij
genieten die met de eerlijkheid en recht
zinnigheid in twist ligt
Nemen wij akte dat priester Daens in
volle kamers heeft gezegd de liberale
partij wil den godsdienstoorlog herbe
ginnen I
Goede mate. Herbergiers, winke
liers en andere menschel, zullen voortaan
voordeel trekken uit de wet van 1 October
i855.
Bij omzendbrief van den heer procu
reur-generaal, gedagteekend 16 Januari
1904, is er voorgeschreven dat alle vaten
het adres moeten dragen benevens de in
houdsmaat in liters.
Bijgevolg zal iedereen kunnen waarne
men wat inhoud de vaten hebben en in
evenredigheid kunnen rekenen zonder be
drogen te worden.
Dus bier, azijn, genever, siroop en
andere vloeistoffen zijn daarin begrepen.
De leveraars zullen vervolgd worden in
geval hunne vaten niet geteekend en ge
meten zijn.
kende neringdoeners dezer Stad zonder
onderscheid of zij of niet leden zijn onzer
Maatschappij, uit te noodigen tot de
voorbereidende Voordracht die in zijn
lokaal zal gegeven worden door den heer
Hector LAMBRECHT, Afdeelings-
overste in het Ministerie van Nijverheid
en Arbeid, schrijver der Onderzoekscom
missie.
Deze Voordracht zal plaats hebben op
Vrijdag 19 Februari 1904, om 8 uren
zeer stipt 's avonds.
Na de Voordracht zal de Voordracht
gever antwoorden op de verschillige vra
gen welke door de toehoorders zouden
kunnen gesteld worden.
Rekenende op uwe tegenwoordigheid,
bieden wij UEd. M. de verzekering onze
ware hoogachting aan.
NAMENS DEN BURGERKRING:
De SchrijverDe Voorzitter,
L.Van Cauwenbergh. Bon Leo Bethune.
De Ondervoorzitter
Frans Crick.
Socialistische drukkerij in beslag
genomen. Het drukmaterieel van het
socialistisch weekblad De Volswil van
Leuven werd maandag bij rechtsmacht
verkocht, voor betaling der schaevergoe-
ding, waartoe het blad veroordeeld is,
jegens eerroof tegen katholieken.
Thans, nu zij begreep en rekenschap
kon geven van hetgeen er om haar heen
voorviel, werd zij droevig getroffen door
het ongelukkig voorkomen van Mevrouw
Dorgeur.
De arme vrouw was niet meer dan eene
schim,
Haar morgendkleed hing in wijde
plooien om haar uitgeteerd lichaam.
Hare handen waren doorschijnend van
magerheid.
Haar gelaat vooral was vreeselijk om
aan te zien.
De oogen lagen diep in hunne kassen
teruggezonken, de wangen ingevallen,
het voorhoofd gerimpeld, er lag een pijn
leken trek om den mond.
Zij was het levend beeld van wanhoop
en vertwijfeling, het lang verkropte leed
had haar geheel ondermijnd.
Hare gestalte was gebogen, hare han
den beefden aanhoudend, hare knieën
knikten onder het gaan.
Moeder, stamelde Gisêle met be
klemd hart.
O Gisêle, Gisêle riep de ongeluk
kige vrouw in doodangst uit. inijn kind,
wat hebt gij gedaan
Gisêle sloeg echter de oogen niet neer,
zij stond fier opgericht, drukte de hand
tegen het hert, als wilde zij het snelle
kloppen daarvan onderdrukken en ant
woordde kalm
Ik weet wel, dat hetgeen ik gedaan
heb, in de wereld afkeuring verdient,
Catholiek.o Burgerkring
44, Korte Zoutstraat, 44, Aalst.
Geachte Medeburger,
Even als gij weet heeft onze groote
Staatsman M. Woeste van het Staatsbe
stuur de inrichting eener Onderzoeks
commissie over den bedenkelijken toe
stand der kleine Burgerij bekomen.
Deze Onderzoekscommissie zal te Aalst
op Dijnsdag 23 Februari 1904, van 9 tot
12 uren en van 2 tot 4 uren zetelen.
Ten einde beter te doen kennen wat
dit onderzoek is, en eene volledige op
somming dtr grieven en der wenschen
van onze neringdoende burgerij te verze
keren, heeft de a Burgerkring getrouw
aan zijnen naam, besloten alle welden
maar zij, die alles weten, zullen, geloof
ik, den moed niet hebben mij te veroor-
deelen trouwens, ik gevoel mij gerust
en verantwoord tegenover mijzelve, mijn
geweten verwijt mij niets.
Mev. Dorgeur zag haar met groote
oogen aan.
Het verwondert u, mij zoo te hooren
spreken, niet waar, moeder? ging zij
voort. Deze taal is geheel verschillend
van die, welke gij gisteren nog van mij
hoordet. Ik heb het u zooeven reeds ge
zegd er heeft een geheele ommekeer bij
mij plaats gehad als door een tooverslag,
in een ommezien, zijn mijne oogen geo
pend, mijn verstand is ontwaakt, er is een
ziel in mijn lichaam gevaren. Ja, moe
der, er heeft met mij een wonder plaats
gehad, een wonder van liefde.
Liefde herhaalde Mevrouw Dor
geur, terwijl zij de armen uitstrekte.
Ja, hernam Gisêle vol geestdrift en
met het hoofd thans trotsch omhoog ge
richt, men wilde mij, eene onnoozele,
zooals men het noemt, een wezen zonder
verstand, zonder geestvermogen, overle
veren aan een ellendeling, die slecht het
oog geslagen had op mijne fortuin het
schijnt dat ik rijk ben en voor wien ik
nooit iets anders heb gevoeld dan haat en
een instinctmatiger! afkeer. In mijne ver-
twijte.ing, want allen schenen mij aan
mijn lot overgelaten te hebben, heb ik
mij in de armen geworpen van eenen
man, met eep edel, ridderlijk hart, die
Vergadering van 9 Februari 1904.
De heer Voorzitter. De heer mi
nister van spoorwegen heeft het woord
om te antwoorden op de vragen van den
heer Pieraert, over i° Het inrichten van
een reizigerstrein, die in de week den
zelfden dienst tusschen Gceraardsbergen
en Denderleeuw zou doen als de zondag-
trein die te 17 u. 45 Geeraardsbergen ver
laat 20 Het oponthoud, te Denderleeuw,
van den doorloopenden trein nr 2810,
uit Brussel naar Kortrijk.
De heer Liebaert, minister van spoor
wegen, posterijen en telegrafen. Het
gering verkeer met den trein D 293 ver
oorlooft niet te hopen dat, reed hij dage
lijks, hij geene hoogere uitgaven zou ver
gen dan'de ontvangsten toch zal ik de
zaak doen onderzoeken.
Trein 2810 werd ingericht om snelle
gemeenschap te hebben tusschen de
hoofdstad en het Westen des lands en
kan geene nieuwe vertraging dulden.
De heer Voorzitter. De heer mi
nister van spoorwegen heeft het woord
om te antwoorden op de vraag van den
he<r Bethune betreffende het stoppunt in
te richten te Bambrugge.
De heer Liebaert, minister van spoor
wegen, posterijen en telegrafen. Dat
punt doe ik onderzoeken. Het is tamelijk
ingewikkeld uit hoofde van de noodzake
lijkheid om de bestaande aansluitingen
niet onmogelijk te maken.
mij reeds eenmaal het leven gered had en
die mij nu nogmaals heeft gered, die mij
gemaakt heeft tot een denkend, ver
standelijk wezen, die door zijne liefde
mijnen geest heeft doen ontwaken en
dien ik bemin,
Mevr. Dorgeur stond met trillende lip
pen voor haar en zweeg.
Gisêle naderde haar.
Begrijp mij goed, moeder, hernam
zij met hare welluidende stem, op zach-
ten, maar tegelijkertijd fleren toon, ik
ben hier slechts teruggekeerd uit eerbied
voor mijnen vader en voor u en omdat
ik niet wilde vluchten als eene misdadige,
maar het een of het anderOlivier zal
hier bij mij blijven of ik zal aan zijnen
arm dit huis verlaten.
Mevr. Dorgeur voelde een electrische
schok door al hare leden gaan zij sprong
op en stond daar als eene spookgestalte
in haar lang wit kleed, dat in wijde plooi
en op den grond afhing.
Zwijgriep zij met angstige snij
dende stem uit, terwijl hare oogen fon
kelden van angst, zwijg
Gisêle bleef rechtop staan, met kram-
achtig op elkaar geklemde lippen.
Mev. Dorgeur greep hare hand en
hernam
Luister... Ziet gij dan niet dat ik het
besterf, dat er geene lucht meer in mijne
longen is, dat ik naar adem snak. Ik moet
al mijne kracht bijeenzamelen om te kun
nen spreken, Wordt voortgezet,