Zondag 28 Februari 1904
3 centiemen per nummer.
S6ste Jaar 3616.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Van alle hout, pijlen!
OM ZES MILLIOEN
Handschoen
nijverheid.
Kindergazetschrijvers.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE 8UUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiëD uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, 27 FEBRUARI 1904.
Alle middelen zijn goed, denken de
fameuze daensislen om de Reegeering in
den geest van het volk te treffen en haar
de sympathie te ontnemen. De weerdige
collega van priester Daens heeft zich aan
dien geuzen wagen gespannen en thans is
hij op de catholieken losgeschoten.
Wij lezen in Klokke Roeland 14 - 2
1904
0 Nog een trek op i3 April 1901 is
b er eene nieuwe naamlooze maatschappij
b gesticht de Asiatique. Die moet wer-
b ken en van alles ondernemen in den
Oost, bijzonderlijk in samenwerking
n met de American Company voor het uit-
b baten van den ijzerweg van China,
Hankow-Canton 1 En hier staat koning
b Leopold aan 't hoofd. Goed tot hier-
toe.... Maar waar zot kt men het geld te
n halen Onze regeering komt een wets-
voorstel neer te leggen, die aan de bel
b gische spaarkas zou toelaten tot het
beloop van 40,000,000 fr. de spaarpen-
b ningtn van ons volk in twijfelachtige
b onderneming te steken
b Tot nu toe waren het de spaargelden
b der burgeiij die afgetapt wierden, en
b nu begint men met de spaarpenningen
b van het arbeidende volk
b En dat duit onze catholieke regee-
ring, en dat is haar werk I
Terwijl in Frankrijk, onder het ramp
zalig beheer van M. Combes, de gestorte
gelden uit de spaarkas weggehaald wor
den bij zoo verre dat men er aan gedacht
heeft het door eene wet te verbieden, gaan
de Belgen voort met vertrouwen te heb
ben in onze financieele inrichting. Onze
spaarkas krijgt veel, veel geld te plaatsen,
bij zoo verre dat zij verplicht is geweest
den intrest boven de 2000 fr. te vermin
deren. Onder de 2000 fr. is de intrest
3 per honderd gebleven.
Om dien intrest te kunnen betalen
moet onze spaarkas het haar toevertrouwd
geld plaatsen in goede ondernemingen.
Dat is klaar. Door de wet is zij verplicht
een groot deel te plaatsen in fondsen van
den Staat. Doch dat is niet voldo n
de meer. Vandaar de nieuwe wet die
onze groene economist aanvalt en bij
welke aan de spaarkas de toelating ver
leend wierd een deeltje ervan 40 millioen,
in buitenlandsche waarden te plaatsen.
Dat is eene noodzakelijkheid en er is
niet buiten te komen of men moet de
spaarkas ten gronde richten. Zou M.
Fonteyne liever hebben, bij voorbeeld,
dat de spaarkas te niet ginge, die nuttige
inrichting die aan het kleine volk zulke
onschatbare diensten bewijst
Hij zegt dat de ijzerenweg van Han-
kow-Canton in China eene gewaagde,
twijfelachtige onderneming is.
Wij zouden dit graag zienbewijzen
daar wij niet weten,in hoever de bevoegd
heid reikt van den heer Fonteyne.
bob
918 Vervolg.
Wat dan
Hij heeft de bewijzen. Alles is ge
daan, alles is verloren.
De woorden kwamen met moeite door
hare keel.
Red mij, Gisèle, red mij.
Het verstand scheen haar verlaten te
hebben.
Zij klemde zich aan hare dochter vast.
Gij wilt het weten, welnu, luister
dan. O 1 gij zult mij verachten, mij ha
ten. Zie, ieder denkt dal ik eene vrouw
ben van eene onbevlekte, eerbiedweer-
dige familie, maar dat is niet zoo. Ik ben
de dochter van eenen moordenaar. Mijn
vader heeft eene misdaad gepleegd, eene
afschuwelijke misdaad. Uit lage win
zucht heeft hij iemand door vergift om
het leven gebracht en het geld, dat hem
die misdaad opleverde, was mijn biuid-
schat. Ik heb hu nut geweten, o 1 neen,
dat zweer ik u, anders zou ik liever ge
storven zijn, dan te trouwen met eenen
man van eer, zooals uw vader, en mijne
schande ook op hem over te brengen.
Eerst later toen ik reeds met hem ge
trouwd was, vernam ik het afschuwelijk
geheim en toen heb ik het voor hem ver
zwegen. Nu weet gij alles, Gisèle. Uwe
Nu, te oordeelen naar zijne aanvallen
op de catholieke Regeering in zake van
financieel bestuur, hebben wij meer dan
redens om ze in twijfel te trekken.
Hij schijnt dus te spreken zonder ken
nis van zaken, en zijn oordeelvelling is
beneveld door stelselmatige afbrekerij
van het werk der catholieken.
Wat er ook van zij, het geld der werk
lieden loopt geen ten minste gevaar. Onze
spaarkas staat onder de waarborg van
den Belgischen Staat. Dus is de terugbe
taling van het capitaal met den rechtma-
tigen intrest altijd verzekerd.
In het plaatsen van haar capitalen is
het Bestuur der spaarkas zeer voorzich
tig. Wij mogen gerust tot de menschen
die geld op intrest zetten, zeggen e Gij
moet niet vreezen het toe te vertrou
wen aan ondernemingen waarvan
onze Spaarkas aandeelen in haar be
zit heeft. Zij zijn van allereerste
rang.
In zijne afbrekerij heeft M. Fonteyne
de socialisten nagevolgd. M. Vandervelde
had dit punt aangevallen in de Volks
kamer. De groene aapt hem na Dat is
weerdig van hem. Ziehier wat de Chro-
nique die nochtans een blad der oppo
sitie is, denkt van den aanval van den
groenen leider
Voor al degenen die aandachtig de
financieele bespreking door den repu-
bhkeinschen redenaar uitgelokt, hebben
gevolgd, is het zeker dat hij er bijzonder
op uit was eer den koning te treffen
dan de belangen der spaarkas te ver-
dedigen.
Hij heeft niet bewezen dat deze eene
slechte berekening zou doen met zich
voorzichtig en in zekere mate in vreem
de operaties welke wezenlijke waarbor
aanbieden, te interesseeren. Nu dat
was wel de ware knoop van de zaak.
Vandervelde heeft hem noch toege-
maakt noch doorgehakt.
M. Fonteyne heeft het evenmin ge
daan. Het was voor hem een gunstig
thema om het volk wantrouwen in te boe
zemen en daar voor dien heer alle mid
delen goed zijn, heeft hij er gretig naar
gegrepen.
Van eene rechtzinnige beoordeeling
kan er dus geene spraak wezen, en de
ervaring heeft aan ons volk reeds lang
geleerd wat stelselmatige afkeuringen en
vitterijen weerd zijn....
De koolmijnen in Limburg. In
antwoord op eene vraag van M. Gielen,
heeft minister Francotte dinsdag in de
Kamer verklaard, dat er voor de Provin
cie Limburg 37 aanvragen van mijnver-
gunningen gedaan zijn. Het onderzoek
over die aanvragen is nog niet geëindigd,
en in alle geval, de regeering is niet van
zin eene mijnvergunning toe te staan,
vooraleer de nieuwe wet op de mijnen in
de Kamer zal neêrgelegd zijn.
moeder is eene gevloekte, de dochter van
een misdadiger.
Wat zegt gij mij daar riep Gisèle
ontsteld uit. O arme, ongelukkige moe
der 1
En thans, thans begrijpt gij het,
niet waar? stamelde Mcv. Dorgeur.
Thans begrijpt gij alles. Sorandal heeft
de brieven, die mijn vader eens aan zijn
meeplichtige schreef en die geheel de
misdaad zonneklaar bewijzen. Die mee
plichtige is gestorven, hij heeft zijne
brieven aan Sorandal toevertrouwd, om
ze aan mij ter hand te stellen en de ellen
deling heeft ze gehouden. Ziedaar. En
straks zal hij die brieven aan uwen vader
geven. Gij begrijpt het, niet waar, gij be
grijpt het. Uw vader, zoo nauwgezet op
het punt van eer, die altijd gemeend heeft
dat ik tot een vlekkelooze familie behoor
de, zal dan vernemen, dat ik de dochter
van een giftmenger ben. O I rampzalige,
rampzalige die ik ben 1 Waarom storten
die muren niet op mij neer en bedelven
mij onder hunne puinhoopen.
Mev. Dorgeur zweeg. Hare keel was
als dichtgeschroefd en liet geen geluid
meer door.
Zij zonk weer op de keien en hief de
handen naar Gisèle op. Bleek, zwijgend,
vol ontzetting bleef Gisèle voor haar
staan en sloeg de handen ten hemel. Het
was gedaan met het geluk, waarvan zij
droomde. Haar verstand was dus alleen
teruggekeerd om haar te doen lijden.
In zitting van Vrijdag 19 Februari
kwam ter Volkskamer het verzoekschrift
in beraadslaging van 20 Nov. II. waar
door een aantal ingezetenen uit Oost-
Vlaanderen de aandacht vestigen op de
noodlottige gevolgen die het heffen, door
Duitschland, van een invoerrecht op
handschoenen in transito naar België
verzonden om er genaaid te worden,
zou hebben voor de arbeidersbevolking
onzer streek.
Wij laten hier de merkweerdige rede
voeringen alsdan uitgesproken, volgen
Redevoering van
den heer De Sadeleer.
De heer De Sadeleer.Dit verzoek
schrift werpt een gewichtig vraagstuk op,
en ik betuig de bestendige commissie van
nijverheid, alsmede haar verslaggever,
den heer Maenhaut, mijnen dank omdat
zij het ondersteuden bij de Regeering.
Sedert vijf-en-dertig jaren zijn de hand
schoenen, uit Duitschland naar Belgiè
gezonden om er te worden genaaid, tijde
lijk vrij van rechten. Deze nijverheid
wordt uitgeoefend door duizenden werk
sters, vooral tusschen Denderleeüw en
Kortrijk. De bewerking geschiedt ten
huize en brengt aan de arbeidster van 6
tot 7 frank per week op.
Sedert 1868, toen deze nijverheid hier
ontstond, steeg de waarde der in België
afgewerkte voortbrengselen gestadig. Van
93,000 fr. in 1869, overirof het cijfer der
zaken in de laatste vijfjaar, gemiddeld
5 millioen.
De Duitsche Regeering wil tot het
einde van het jaar 1904 het statu quo be
houden doch, in 1905 en 1906, zou
10 t. h. van tie gansche hoeveelheid een
invoerrecht van fr. 2.5o per kilo betalen
vervolgens 20 t. h. per jaar, zoodat in
1910 de gansche massa belast zou zijn
met een recht van fr. 2.5o per kilo.
Wij mogen geen gelegenheid laten ont
snappen om protest aan te teekenen tegen
de strekkingen tot uiterste bescherming,
welke zich overal voordoen gisteren was
het in Frankrijk en in de Vereenigde-
Staten....
De heer Bertrand.In België insge
lijks.
De heer De Sadeleer. ...morgen
zal het mogelijk een groot naburig land
zijn, dat de handelsoverleveringen zal
laten varen, welke zijnen roem en zijnen
rijkdom uitmaakten. Onder zulke omstan-
heden wordt de toestand der kleine landen
noodwendig moeilijk en dat antwoordt
op de onderbreking van den heer Ber
trand zij zullen onvermijdelijk ge
dwongen zijn met weerwraak te antwoor
den op die verklaringen van toloorlog,
terwijl men langs alle kanten bescher
mingsmuren tracht op te trekken.
Ik meen dat het laatste woord in deze
zaak nog moet gezegd worden en de taak
Nauwelijks had zij besef van het geluK,
of haar geluk moest voor eeuwig begra
ven worden.
Hare hoop vervloog, hare toekomst
droom was uitgedroomd.
Zij vouwde de handen, drukte die tegen
haar hart en mompelde
Olivier, mijn Olivier, vergiffenis
Toen verhelderde een glimlach haar
gelaat.
Moeder, zegde zij, sla op.
Toen Mev. Dorgeur op de kniën bleef
ligger., boog Gisèle zich over haar heen
en flui terde
Gij kunt aan M. Sorandal zeggen,
dat ik bereid ben zijne vrouw te worden.
Mev. Dorgeur zag haar met groote
oogen aan, zij begreep haar niet, zij
durfde hare ooren niet gelooven.
Sta op, moeder, herhaalde Gisèle
vol weerdigheid.
Geholpen door hare dochter richtte
Mev. Dorgeur zich met moeite overeind.
Zij stamelde
Gij stemt toe
Zij beefde zoo sterk, dat hare tanden
klapperden.
Gisèle antwoordde alleen met een be
vestigend knikje.
Toen sloeg Mev. Dorgeur de armen
om haar heen.
Gisèle 1 riep zij uit, het is dus
waar Het is geen droom, mijn God, gij
zult mij redden
Moeder, zegde Gisèle kalm, vergeet
der Reegeering zal in Duitschland ge
makkelijker zijn dank aan het verzet,
aangeteekend door de handelskamers in
Duitschland, namelijk door die van
Berlijn.
De Duitsche Regeering wil de nijver
heid van 't hatidschoennaaien in Duitsch
land tot stand brengen,maar de bevoegde
mannen achten dat zij daarin niet slagen
zal. Onze Vlaamsche naaisters zijn bij
zonder behendig en vlug voor dat naai
werk iedereen brengt haar hulde. De
proefnemingen, door middel zelf van
onze eigene naaisters die geroepen werden
er het onderwijs te geven.niettegenstaande
de bijzondere naaischolen, in Duitsch
land opgericht, zijn mislukt. In 1900,
heeft men de scholen van Burg en Oster
wiek, mc-t groote kosten ingericht, moeten
sluiten. De onderneming schijnt dus eene
hersenschim.
Ik moet ook een woord zeggen over
een verzoekschrift, in tegenover gestelden
zin, der Belgische fabrikanten van hand
schoenen deze meenen dat het naaien
der handschoenen, zooals het thans ge
schiedt, aan de fabriceering der inland-
sche handschoenen een duchtige mede
dinging aandoet. Dat is niet zoo. De
Duitsche handschoenen worden inzon
derheid van lamshuiden gemaakt, de onze
van geitenhuiden. Daarenboven worden
de Duitsche handschoenen, die in Belgiè
worden genaaid, alle in den vreemde ver
kocht. Zij mogen in ons land niet ver
kocht worden. Voeg er bij, dat onze
handschoennijverheid steeds hoe langer
hoe meer bloeide in België. In 1868-1869
voerde die nijverheid voor 900,000 frank
uit in 1890, bedroeg de uitvoer ander
half millioen de uitvoer groeide steeds
aan en bereikte in deze zes laatste jaren
gemiddeld 7 millioen fr.
Onze handschoenfabrikanten hebhen
dus ongelijk te zeggen, dat de Duitsche
mededinging hen verhinderde, hunne
nijverheid te ontwikkelen. Zij zouden
trouwens niet kunnen waarborgen de
huidige loonen te blijven betalen, indien
het nieuwe stelsel wordt ingevoerd.Boven
het onbekende geven wij de voorkeur aan
wat nu bestaat en welvaart verschaft aan
een aantal werkzame gezinnen ;wij hopen
dat de Kamer met ons bij de Regeering
zal aandringen opdat zij krachtdadig de
belangen verdedige der Vlaamsche werk
lieden die door de voorgestelde maatre
gelen bedreigd worden.
Redevoering van
den heer Woeste.
De heer Woeste. Reeds sedert vele
maanden werd aan de vertegenwoordi
gers van Aalst, de heeren de Sadeleer,
Bethune, Pieraert en mij, een verzoek
schrift toegestuurd, vragende om tus
schenkomst der Regeering. De heer mi
nister van buitenlandsche zaken gaf ons
het beste onthaal, doch wij hebben insge
lijks de medewerking der Duitsche Re
geering noodig.
Ik doe een beroep op haar billijkheids
gevoel en vraag haar dat zij rekening
hetgeen gij mij zooeven gezegd hebt,
evenals ik, dat zweer ik u, er geen enkele
herinnering meer aan heb bewaard. Ik
vraag u vergiffenis dat ik u gedwongen
heb, door mijn weerstand aan uwe beve
len, uw smartelijk geheim voor mij te
ontsluieren. Ik had dat geheim nooit mo
gen kennen.
Zij boog zich voor de beproefde vrouw.
Mijne dochter, wees gezegend,
mompelde Mevrouw Dorgeur, terwijl zij
de handen op haar hoofd legde.
Gisèle weende zacht.
Mijn God, stamelde zij met gevou
wen handen, geef dat men mij thans niet
zal vloeken.
En luid
Thans, moeder, kunt gij Sorandal
roepen.
XIV.
ZELFOPOFFERING.
Gedurende dit gesprek tusschen moe
der en dochter hadden Sorandal, Dor
geur en Olivier Fromentel zich opgehou
den in de voorzaal, waarop het salon
uitkwam.
Sorandal had met de armen over elkaar
aan het venster gestaan en strak naar
buiten gezien.
Olivier liep in koortsachtig ongeduld
heen en weer.
Dorgeur was neergevallen op een de
breede banken, die langs de muren ston„
zou houden met dit feit, dat het door
haar eigen toedoen is dat bedoelde nij
verheid ir. ons land ontstond. Derhalve
ware het niet rechtvaardig zoo zij een
strengen maatregel nam, om den toestand
te wijzigen.
Ik hoop dat de heer minister van bui
tenlandsche zaken in dit opzicht de vol-
dpening zal erlangen, waarop de belang
hebbenden zulke rechtmatige aanspraak
hebben.
Ziehier eene tweede beschouwing: Men
zegt ons, dat een gedeelte der Belgische
fabrikanten belang bij hebben dat de
maatregelen der Duitsche Regeering wor
den toegepast. Dat is verkeerd onze
handschoen nijverheid heeft zich weten te
ontwikkelen niettegenstaande het naaien
van de Duitsche handschoenen in Vlaan
deren. Er dient ook opgemerkt, dat wij
maar 4,000 dozijnen handschoenen per
week vervaardigen, terwijl Duitschland
er ons 10,000 zendt. Anderzijds zijn er
maar 800 handschoensnijders in België,
tegen 6,000 in Duitschland.
De Belgische handschoenfabrieken kun
nen dus geen werk leveren aan onze
Vlaamsche naaister.
Ik twijfel er niet aan, of onze R< geering
zal, door beschouwingen van billijkheid
te doen gelden, van Duitschland, zooniet
eene algeheele opheffing dan toch eene
verzachting bekomen van de maatregelen,
die ons bedreigen.
De goede betrekkingen, welke tusschen
beide Tanden bestaan, moeten niet getrof
fen worden en Duitschland moet evenzeer
als België wenschen, dat ze ongeschon
den blijven.
De heeren Buyl, archigeus en Del-
porte woedende socialist, bevochten de
rechtmatige eischen der talrijke arbeid
sters die, dank zij het naaien van hand
schoenen, nu haar brood verdienen en
weldra Zonder werk zouden vallen. Die
beide mannen verdedigden liever de be
langen der rijke meesters-handschoen-
makers dan die der werksters. Wat raakt
het toch de liberalen en socialisten dat tal
van die brave nederige werksters tot den
bedelzak zouden gedoemd worden De
liberalen en socialisten hebben immers
voor princiep dat men alle wonden moet
openhouden, 't is te zeggen, dat men het
werkende volk moet doen lijden en la
ten lijden...
ANTWOORD van den heer de
Favereau, minister van buitenlandsche
zaken
De heer De Favereau, minister van
buitenlandsche zaken. De jammerlijke
maatregelen, door de Duitsche Regeering
ontworpen, hebben de handschoennaai
sters en de fabrikanten erg ontroerd. Se
dert maanden werden deze maatregelen
ons aangeklaagd door de heeren Woeste,
de Sadeleer, Bethune en Pieraert, en on
middellijk verzochten wij de belangheb
benden om te verschijnen voor de bijzon
dere commissie, in het departement van
buitenlandsche zaken aangesteld en be
staande uit ambtenaren van mijn minis
terie, van dit van financien en dit van
nijverheid, onder het voorzitterschap van
den heer Greindl, gezant te Berlijn.
Deze commissie hoorde de naaisters
evenals de fabrikanten, en de verschil
lende verklaringen werden aangeteekend,
om te dienen bij de onderhandelingen
over het handelsverdrag met Duitschland.
Onnoodig te zeggen, dat de Belgische
Regeering niet nalaten zal, de Belgische
belangen warm te verdedigen en vooral
die van de zoo belangwekkende klasse
der handschoennaaisters niet uit het oog
zal verliezen.
De Kamer zal begrijpen dat de aan
hangige onderhandelingen met Duitsch
land niet mogen worden openbaar ge
maakt derhalve kan ik vooralsnu geene
nadere uitleggingen gen.
den en bleef daar onbeweeglijk zitten,
door allerlei gedachten en gissingen bezig
gehouden.
Alle drie zagen op, toen zij de deur
van den salon hoorden openen.
Mev. Dorgeur verscheen op den drem
pel en wenkte hen zwijgend binnen te
treden.
Zij naderden.
Sorandal voorop, het hoofd trotsch om
hoog geheven, zeker als hij was van de
overwinning.
Achter hem liep Olivier, die door angst
verteerd werd.
Dorgeur kwam het laatst met wanke
lende schreden.
Gisèle stond ia het midden van den
salon hen af te wachten, leunend op den
rug van eenen zetel.
Toen allen binnen waren, de deur ach
ter hen gesloten en weer door het deur-
voorhangel bedekt was, begon Gisèle te
spreken.
Sorandal, zegde zij met vaste, krach
tige stem, terwijl den man, tot wien zij
zich richtte, strak in het gelaat zag, vol
hardt gij in uwen wensch, bij uwen eisch
mij te trouwen
Sorandal boog even het hoofd en ant
woordde
Ja-
Zij hernam
Gij weet evenwel, dat ik u niet be
min, dat ik voor u nooit iets zal kunnen
gevoelen dan een onoverwinbaren afkeer.
Aan 't dagorde
ken Raad, stond onder anderen Drij-
maandelijksche verificatie der ge
meentekas. 8
Algemeen was men van gedacht dat de
controleurs M.M. Leveau, en De Blieck
deze gelegenheid zouden hebben waarge
nomen om, persoonlijk, niet verdoken
achter den rug van een door de libera
len bezoldigden penlakei, aan de Hee
ren Burgtmeester Gheeraerdts en Sche
pen Bn L. Bethune, enz. de laffe lasteren
de zinspelingen te herhalen die gedurende
den laatsten kiesstrijd werden verspreid.
Men beloofde nochtans vóór de Kiezing
dat men hen strenge rekening zou vragen
de gelegenheid doet zich voor en ze zwij
gen....
Vreesden ze wellicht eene meesterlijke
afborsteling Laat ons wachten, 't zal
misschien voor later zijn, nu dat M. Van
der Schueren er bij is. Ze kunnen hem
immers, van achter den bosch iets voor
schrijven of inblazen
T is aan de redactie van Den Dender-
galm dat wij dezen titel toepassen.
Het is genoeg den flauwen rimram
waarmede de kolommen van Den Den-
dergalm thans opgevuld zijn, eens gele
zen te hebben om overtuigd te zijn dat
gansch de redactie van dit blad samenge
steld is uit kinderen.
Zijn die kinderen onnoozel of mis-
kweekt Misschien de twee te gelijk, in
dien ten minste men moet oordeelen naar
een walgelijk artikel getiteld Aelstersche
Kronijk en waarin men, de verleden
week zelfs de Damen niet eerbiedigt.
Daarom moet men laag gevallen zijn I
Maar wat zullen wij zeggen De vruchten
zijn naar den boom van zotten, kunnen
maar miskweekte zotten voortspruiten.
Zooeven heb ik u openlijk gezegd, dat ik
u haatte en verachtte, maar toch blijft gij
bij uw plan
Sorandal had er zich op voorbereid,
beleedigingen te moeten aanhooren, en
hij was vast besloten alles kalm te on
dergaan, omdat hij wel wist, dat hij toch
zijn doel zou bereiken.
Geen spier van zijn gelaat vertrok dan
ook.
Met kalme, gelatene stem gaf hij ten
antwoord
Sta mij toe die hoop te bewaren, u
nog wel eenmaal tot andere gedachten te
brengen.
Zij antwoordde hier niet op, maar ging
voort
Gij weet ook dat ik eenen nacht
buiten het huis mijner ouders heb door
gebracht, en al ben ik bij mijnheer Oli
vier even veilig geweest als dat ik bij
mijnen vader zou geweest zijn, dan
trouwt een man van eer toch niet met
een meisje, waarop in het oog der wereld
een blaam rust.
Sorandel zegde
Ik weet dat gij het slachtoffer zijt ge
worden van een lagen aanslag, waarvoor
de strafrechter rekenschap zou vorderen,
wanneer de zorg voor uwen goeden naam
ons niet het stilzwijgen oplegde. Ik zie
in u niet eene schuldige, maar eene onge
lukkige, die aanspraak heeft op eerbied
en op toegeeflijkheid.
Wordt voortgezet,