Zondag 28 Februari 1904 3 centiemen per nummer. S6ste Jaar 3616. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Van alle hout, pijlen! OM ZES MILLIOEN Handschoen nijverheid. Kindergazetschrijvers. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE 8UUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiëD uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 27 FEBRUARI 1904. Alle middelen zijn goed, denken de fameuze daensislen om de Reegeering in den geest van het volk te treffen en haar de sympathie te ontnemen. De weerdige collega van priester Daens heeft zich aan dien geuzen wagen gespannen en thans is hij op de catholieken losgeschoten. Wij lezen in Klokke Roeland 14 - 2 1904 0 Nog een trek op i3 April 1901 is b er eene nieuwe naamlooze maatschappij b gesticht de Asiatique. Die moet wer- b ken en van alles ondernemen in den Oost, bijzonderlijk in samenwerking n met de American Company voor het uit- b baten van den ijzerweg van China, Hankow-Canton 1 En hier staat koning b Leopold aan 't hoofd. Goed tot hier- toe.... Maar waar zot kt men het geld te n halen Onze regeering komt een wets- voorstel neer te leggen, die aan de bel b gische spaarkas zou toelaten tot het beloop van 40,000,000 fr. de spaarpen- b ningtn van ons volk in twijfelachtige b onderneming te steken b Tot nu toe waren het de spaargelden b der burgeiij die afgetapt wierden, en b nu begint men met de spaarpenningen b van het arbeidende volk b En dat duit onze catholieke regee- ring, en dat is haar werk I Terwijl in Frankrijk, onder het ramp zalig beheer van M. Combes, de gestorte gelden uit de spaarkas weggehaald wor den bij zoo verre dat men er aan gedacht heeft het door eene wet te verbieden, gaan de Belgen voort met vertrouwen te heb ben in onze financieele inrichting. Onze spaarkas krijgt veel, veel geld te plaatsen, bij zoo verre dat zij verplicht is geweest den intrest boven de 2000 fr. te vermin deren. Onder de 2000 fr. is de intrest 3 per honderd gebleven. Om dien intrest te kunnen betalen moet onze spaarkas het haar toevertrouwd geld plaatsen in goede ondernemingen. Dat is klaar. Door de wet is zij verplicht een groot deel te plaatsen in fondsen van den Staat. Doch dat is niet voldo n de meer. Vandaar de nieuwe wet die onze groene economist aanvalt en bij welke aan de spaarkas de toelating ver leend wierd een deeltje ervan 40 millioen, in buitenlandsche waarden te plaatsen. Dat is eene noodzakelijkheid en er is niet buiten te komen of men moet de spaarkas ten gronde richten. Zou M. Fonteyne liever hebben, bij voorbeeld, dat de spaarkas te niet ginge, die nuttige inrichting die aan het kleine volk zulke onschatbare diensten bewijst Hij zegt dat de ijzerenweg van Han- kow-Canton in China eene gewaagde, twijfelachtige onderneming is. Wij zouden dit graag zienbewijzen daar wij niet weten,in hoever de bevoegd heid reikt van den heer Fonteyne. bob 918 Vervolg. Wat dan Hij heeft de bewijzen. Alles is ge daan, alles is verloren. De woorden kwamen met moeite door hare keel. Red mij, Gisèle, red mij. Het verstand scheen haar verlaten te hebben. Zij klemde zich aan hare dochter vast. Gij wilt het weten, welnu, luister dan. O 1 gij zult mij verachten, mij ha ten. Zie, ieder denkt dal ik eene vrouw ben van eene onbevlekte, eerbiedweer- dige familie, maar dat is niet zoo. Ik ben de dochter van eenen moordenaar. Mijn vader heeft eene misdaad gepleegd, eene afschuwelijke misdaad. Uit lage win zucht heeft hij iemand door vergift om het leven gebracht en het geld, dat hem die misdaad opleverde, was mijn biuid- schat. Ik heb hu nut geweten, o 1 neen, dat zweer ik u, anders zou ik liever ge storven zijn, dan te trouwen met eenen man van eer, zooals uw vader, en mijne schande ook op hem over te brengen. Eerst later toen ik reeds met hem ge trouwd was, vernam ik het afschuwelijk geheim en toen heb ik het voor hem ver zwegen. Nu weet gij alles, Gisèle. Uwe Nu, te oordeelen naar zijne aanvallen op de catholieke Regeering in zake van financieel bestuur, hebben wij meer dan redens om ze in twijfel te trekken. Hij schijnt dus te spreken zonder ken nis van zaken, en zijn oordeelvelling is beneveld door stelselmatige afbrekerij van het werk der catholieken. Wat er ook van zij, het geld der werk lieden loopt geen ten minste gevaar. Onze spaarkas staat onder de waarborg van den Belgischen Staat. Dus is de terugbe taling van het capitaal met den rechtma- tigen intrest altijd verzekerd. In het plaatsen van haar capitalen is het Bestuur der spaarkas zeer voorzich tig. Wij mogen gerust tot de menschen die geld op intrest zetten, zeggen e Gij moet niet vreezen het toe te vertrou wen aan ondernemingen waarvan onze Spaarkas aandeelen in haar be zit heeft. Zij zijn van allereerste rang. In zijne afbrekerij heeft M. Fonteyne de socialisten nagevolgd. M. Vandervelde had dit punt aangevallen in de Volks kamer. De groene aapt hem na Dat is weerdig van hem. Ziehier wat de Chro- nique die nochtans een blad der oppo sitie is, denkt van den aanval van den groenen leider Voor al degenen die aandachtig de financieele bespreking door den repu- bhkeinschen redenaar uitgelokt, hebben gevolgd, is het zeker dat hij er bijzonder op uit was eer den koning te treffen dan de belangen der spaarkas te ver- dedigen. Hij heeft niet bewezen dat deze eene slechte berekening zou doen met zich voorzichtig en in zekere mate in vreem de operaties welke wezenlijke waarbor aanbieden, te interesseeren. Nu dat was wel de ware knoop van de zaak. Vandervelde heeft hem noch toege- maakt noch doorgehakt. M. Fonteyne heeft het evenmin ge daan. Het was voor hem een gunstig thema om het volk wantrouwen in te boe zemen en daar voor dien heer alle mid delen goed zijn, heeft hij er gretig naar gegrepen. Van eene rechtzinnige beoordeeling kan er dus geene spraak wezen, en de ervaring heeft aan ons volk reeds lang geleerd wat stelselmatige afkeuringen en vitterijen weerd zijn.... De koolmijnen in Limburg. In antwoord op eene vraag van M. Gielen, heeft minister Francotte dinsdag in de Kamer verklaard, dat er voor de Provin cie Limburg 37 aanvragen van mijnver- gunningen gedaan zijn. Het onderzoek over die aanvragen is nog niet geëindigd, en in alle geval, de regeering is niet van zin eene mijnvergunning toe te staan, vooraleer de nieuwe wet op de mijnen in de Kamer zal neêrgelegd zijn. moeder is eene gevloekte, de dochter van een misdadiger. Wat zegt gij mij daar riep Gisèle ontsteld uit. O arme, ongelukkige moe der 1 En thans, thans begrijpt gij het, niet waar? stamelde Mcv. Dorgeur. Thans begrijpt gij alles. Sorandal heeft de brieven, die mijn vader eens aan zijn meeplichtige schreef en die geheel de misdaad zonneklaar bewijzen. Die mee plichtige is gestorven, hij heeft zijne brieven aan Sorandal toevertrouwd, om ze aan mij ter hand te stellen en de ellen deling heeft ze gehouden. Ziedaar. En straks zal hij die brieven aan uwen vader geven. Gij begrijpt het, niet waar, gij be grijpt het. Uw vader, zoo nauwgezet op het punt van eer, die altijd gemeend heeft dat ik tot een vlekkelooze familie behoor de, zal dan vernemen, dat ik de dochter van een giftmenger ben. O I rampzalige, rampzalige die ik ben 1 Waarom storten die muren niet op mij neer en bedelven mij onder hunne puinhoopen. Mev. Dorgeur zweeg. Hare keel was als dichtgeschroefd en liet geen geluid meer door. Zij zonk weer op de keien en hief de handen naar Gisèle op. Bleek, zwijgend, vol ontzetting bleef Gisèle voor haar staan en sloeg de handen ten hemel. Het was gedaan met het geluk, waarvan zij droomde. Haar verstand was dus alleen teruggekeerd om haar te doen lijden. In zitting van Vrijdag 19 Februari kwam ter Volkskamer het verzoekschrift in beraadslaging van 20 Nov. II. waar door een aantal ingezetenen uit Oost- Vlaanderen de aandacht vestigen op de noodlottige gevolgen die het heffen, door Duitschland, van een invoerrecht op handschoenen in transito naar België verzonden om er genaaid te worden, zou hebben voor de arbeidersbevolking onzer streek. Wij laten hier de merkweerdige rede voeringen alsdan uitgesproken, volgen Redevoering van den heer De Sadeleer. De heer De Sadeleer.Dit verzoek schrift werpt een gewichtig vraagstuk op, en ik betuig de bestendige commissie van nijverheid, alsmede haar verslaggever, den heer Maenhaut, mijnen dank omdat zij het ondersteuden bij de Regeering. Sedert vijf-en-dertig jaren zijn de hand schoenen, uit Duitschland naar Belgiè gezonden om er te worden genaaid, tijde lijk vrij van rechten. Deze nijverheid wordt uitgeoefend door duizenden werk sters, vooral tusschen Denderleeüw en Kortrijk. De bewerking geschiedt ten huize en brengt aan de arbeidster van 6 tot 7 frank per week op. Sedert 1868, toen deze nijverheid hier ontstond, steeg de waarde der in België afgewerkte voortbrengselen gestadig. Van 93,000 fr. in 1869, overirof het cijfer der zaken in de laatste vijfjaar, gemiddeld 5 millioen. De Duitsche Regeering wil tot het einde van het jaar 1904 het statu quo be houden doch, in 1905 en 1906, zou 10 t. h. van tie gansche hoeveelheid een invoerrecht van fr. 2.5o per kilo betalen vervolgens 20 t. h. per jaar, zoodat in 1910 de gansche massa belast zou zijn met een recht van fr. 2.5o per kilo. Wij mogen geen gelegenheid laten ont snappen om protest aan te teekenen tegen de strekkingen tot uiterste bescherming, welke zich overal voordoen gisteren was het in Frankrijk en in de Vereenigde- Staten.... De heer Bertrand.In België insge lijks. De heer De Sadeleer. ...morgen zal het mogelijk een groot naburig land zijn, dat de handelsoverleveringen zal laten varen, welke zijnen roem en zijnen rijkdom uitmaakten. Onder zulke omstan- heden wordt de toestand der kleine landen noodwendig moeilijk en dat antwoordt op de onderbreking van den heer Ber trand zij zullen onvermijdelijk ge dwongen zijn met weerwraak te antwoor den op die verklaringen van toloorlog, terwijl men langs alle kanten bescher mingsmuren tracht op te trekken. Ik meen dat het laatste woord in deze zaak nog moet gezegd worden en de taak Nauwelijks had zij besef van het geluK, of haar geluk moest voor eeuwig begra ven worden. Hare hoop vervloog, hare toekomst droom was uitgedroomd. Zij vouwde de handen, drukte die tegen haar hart en mompelde Olivier, mijn Olivier, vergiffenis Toen verhelderde een glimlach haar gelaat. Moeder, zegde zij, sla op. Toen Mev. Dorgeur op de kniën bleef ligger., boog Gisèle zich over haar heen en flui terde Gij kunt aan M. Sorandal zeggen, dat ik bereid ben zijne vrouw te worden. Mev. Dorgeur zag haar met groote oogen aan, zij begreep haar niet, zij durfde hare ooren niet gelooven. Sta op, moeder, herhaalde Gisèle vol weerdigheid. Geholpen door hare dochter richtte Mev. Dorgeur zich met moeite overeind. Zij stamelde Gij stemt toe Zij beefde zoo sterk, dat hare tanden klapperden. Gisèle antwoordde alleen met een be vestigend knikje. Toen sloeg Mev. Dorgeur de armen om haar heen. Gisèle 1 riep zij uit, het is dus waar Het is geen droom, mijn God, gij zult mij redden Moeder, zegde Gisèle kalm, vergeet der Reegeering zal in Duitschland ge makkelijker zijn dank aan het verzet, aangeteekend door de handelskamers in Duitschland, namelijk door die van Berlijn. De Duitsche Regeering wil de nijver heid van 't hatidschoennaaien in Duitsch land tot stand brengen,maar de bevoegde mannen achten dat zij daarin niet slagen zal. Onze Vlaamsche naaisters zijn bij zonder behendig en vlug voor dat naai werk iedereen brengt haar hulde. De proefnemingen, door middel zelf van onze eigene naaisters die geroepen werden er het onderwijs te geven.niettegenstaande de bijzondere naaischolen, in Duitsch land opgericht, zijn mislukt. In 1900, heeft men de scholen van Burg en Oster wiek, mc-t groote kosten ingericht, moeten sluiten. De onderneming schijnt dus eene hersenschim. Ik moet ook een woord zeggen over een verzoekschrift, in tegenover gestelden zin, der Belgische fabrikanten van hand schoenen deze meenen dat het naaien der handschoenen, zooals het thans ge schiedt, aan de fabriceering der inland- sche handschoenen een duchtige mede dinging aandoet. Dat is niet zoo. De Duitsche handschoenen worden inzon derheid van lamshuiden gemaakt, de onze van geitenhuiden. Daarenboven worden de Duitsche handschoenen, die in Belgiè worden genaaid, alle in den vreemde ver kocht. Zij mogen in ons land niet ver kocht worden. Voeg er bij, dat onze handschoennijverheid steeds hoe langer hoe meer bloeide in België. In 1868-1869 voerde die nijverheid voor 900,000 frank uit in 1890, bedroeg de uitvoer ander half millioen de uitvoer groeide steeds aan en bereikte in deze zes laatste jaren gemiddeld 7 millioen fr. Onze handschoenfabrikanten hebhen dus ongelijk te zeggen, dat de Duitsche mededinging hen verhinderde, hunne nijverheid te ontwikkelen. Zij zouden trouwens niet kunnen waarborgen de huidige loonen te blijven betalen, indien het nieuwe stelsel wordt ingevoerd.Boven het onbekende geven wij de voorkeur aan wat nu bestaat en welvaart verschaft aan een aantal werkzame gezinnen ;wij hopen dat de Kamer met ons bij de Regeering zal aandringen opdat zij krachtdadig de belangen verdedige der Vlaamsche werk lieden die door de voorgestelde maatre gelen bedreigd worden. Redevoering van den heer Woeste. De heer Woeste. Reeds sedert vele maanden werd aan de vertegenwoordi gers van Aalst, de heeren de Sadeleer, Bethune, Pieraert en mij, een verzoek schrift toegestuurd, vragende om tus schenkomst der Regeering. De heer mi nister van buitenlandsche zaken gaf ons het beste onthaal, doch wij hebben insge lijks de medewerking der Duitsche Re geering noodig. Ik doe een beroep op haar billijkheids gevoel en vraag haar dat zij rekening hetgeen gij mij zooeven gezegd hebt, evenals ik, dat zweer ik u, er geen enkele herinnering meer aan heb bewaard. Ik vraag u vergiffenis dat ik u gedwongen heb, door mijn weerstand aan uwe beve len, uw smartelijk geheim voor mij te ontsluieren. Ik had dat geheim nooit mo gen kennen. Zij boog zich voor de beproefde vrouw. Mijne dochter, wees gezegend, mompelde Mevrouw Dorgeur, terwijl zij de handen op haar hoofd legde. Gisèle weende zacht. Mijn God, stamelde zij met gevou wen handen, geef dat men mij thans niet zal vloeken. En luid Thans, moeder, kunt gij Sorandal roepen. XIV. ZELFOPOFFERING. Gedurende dit gesprek tusschen moe der en dochter hadden Sorandal, Dor geur en Olivier Fromentel zich opgehou den in de voorzaal, waarop het salon uitkwam. Sorandal had met de armen over elkaar aan het venster gestaan en strak naar buiten gezien. Olivier liep in koortsachtig ongeduld heen en weer. Dorgeur was neergevallen op een de breede banken, die langs de muren ston„ zou houden met dit feit, dat het door haar eigen toedoen is dat bedoelde nij verheid ir. ons land ontstond. Derhalve ware het niet rechtvaardig zoo zij een strengen maatregel nam, om den toestand te wijzigen. Ik hoop dat de heer minister van bui tenlandsche zaken in dit opzicht de vol- dpening zal erlangen, waarop de belang hebbenden zulke rechtmatige aanspraak hebben. Ziehier eene tweede beschouwing: Men zegt ons, dat een gedeelte der Belgische fabrikanten belang bij hebben dat de maatregelen der Duitsche Regeering wor den toegepast. Dat is verkeerd onze handschoen nijverheid heeft zich weten te ontwikkelen niettegenstaande het naaien van de Duitsche handschoenen in Vlaan deren. Er dient ook opgemerkt, dat wij maar 4,000 dozijnen handschoenen per week vervaardigen, terwijl Duitschland er ons 10,000 zendt. Anderzijds zijn er maar 800 handschoensnijders in België, tegen 6,000 in Duitschland. De Belgische handschoenfabrieken kun nen dus geen werk leveren aan onze Vlaamsche naaister. Ik twijfel er niet aan, of onze R< geering zal, door beschouwingen van billijkheid te doen gelden, van Duitschland, zooniet eene algeheele opheffing dan toch eene verzachting bekomen van de maatregelen, die ons bedreigen. De goede betrekkingen, welke tusschen beide Tanden bestaan, moeten niet getrof fen worden en Duitschland moet evenzeer als België wenschen, dat ze ongeschon den blijven. De heeren Buyl, archigeus en Del- porte woedende socialist, bevochten de rechtmatige eischen der talrijke arbeid sters die, dank zij het naaien van hand schoenen, nu haar brood verdienen en weldra Zonder werk zouden vallen. Die beide mannen verdedigden liever de be langen der rijke meesters-handschoen- makers dan die der werksters. Wat raakt het toch de liberalen en socialisten dat tal van die brave nederige werksters tot den bedelzak zouden gedoemd worden De liberalen en socialisten hebben immers voor princiep dat men alle wonden moet openhouden, 't is te zeggen, dat men het werkende volk moet doen lijden en la ten lijden... ANTWOORD van den heer de Favereau, minister van buitenlandsche zaken De heer De Favereau, minister van buitenlandsche zaken. De jammerlijke maatregelen, door de Duitsche Regeering ontworpen, hebben de handschoennaai sters en de fabrikanten erg ontroerd. Se dert maanden werden deze maatregelen ons aangeklaagd door de heeren Woeste, de Sadeleer, Bethune en Pieraert, en on middellijk verzochten wij de belangheb benden om te verschijnen voor de bijzon dere commissie, in het departement van buitenlandsche zaken aangesteld en be staande uit ambtenaren van mijn minis terie, van dit van financien en dit van nijverheid, onder het voorzitterschap van den heer Greindl, gezant te Berlijn. Deze commissie hoorde de naaisters evenals de fabrikanten, en de verschil lende verklaringen werden aangeteekend, om te dienen bij de onderhandelingen over het handelsverdrag met Duitschland. Onnoodig te zeggen, dat de Belgische Regeering niet nalaten zal, de Belgische belangen warm te verdedigen en vooral die van de zoo belangwekkende klasse der handschoennaaisters niet uit het oog zal verliezen. De Kamer zal begrijpen dat de aan hangige onderhandelingen met Duitsch land niet mogen worden openbaar ge maakt derhalve kan ik vooralsnu geene nadere uitleggingen gen. den en bleef daar onbeweeglijk zitten, door allerlei gedachten en gissingen bezig gehouden. Alle drie zagen op, toen zij de deur van den salon hoorden openen. Mev. Dorgeur verscheen op den drem pel en wenkte hen zwijgend binnen te treden. Zij naderden. Sorandal voorop, het hoofd trotsch om hoog geheven, zeker als hij was van de overwinning. Achter hem liep Olivier, die door angst verteerd werd. Dorgeur kwam het laatst met wanke lende schreden. Gisèle stond ia het midden van den salon hen af te wachten, leunend op den rug van eenen zetel. Toen allen binnen waren, de deur ach ter hen gesloten en weer door het deur- voorhangel bedekt was, begon Gisèle te spreken. Sorandal, zegde zij met vaste, krach tige stem, terwijl den man, tot wien zij zich richtte, strak in het gelaat zag, vol hardt gij in uwen wensch, bij uwen eisch mij te trouwen Sorandal boog even het hoofd en ant woordde Ja- Zij hernam Gij weet evenwel, dat ik u niet be min, dat ik voor u nooit iets zal kunnen gevoelen dan een onoverwinbaren afkeer. Aan 't dagorde ken Raad, stond onder anderen Drij- maandelijksche verificatie der ge meentekas. 8 Algemeen was men van gedacht dat de controleurs M.M. Leveau, en De Blieck deze gelegenheid zouden hebben waarge nomen om, persoonlijk, niet verdoken achter den rug van een door de libera len bezoldigden penlakei, aan de Hee ren Burgtmeester Gheeraerdts en Sche pen Bn L. Bethune, enz. de laffe lasteren de zinspelingen te herhalen die gedurende den laatsten kiesstrijd werden verspreid. Men beloofde nochtans vóór de Kiezing dat men hen strenge rekening zou vragen de gelegenheid doet zich voor en ze zwij gen.... Vreesden ze wellicht eene meesterlijke afborsteling Laat ons wachten, 't zal misschien voor later zijn, nu dat M. Van der Schueren er bij is. Ze kunnen hem immers, van achter den bosch iets voor schrijven of inblazen T is aan de redactie van Den Dender- galm dat wij dezen titel toepassen. Het is genoeg den flauwen rimram waarmede de kolommen van Den Den- dergalm thans opgevuld zijn, eens gele zen te hebben om overtuigd te zijn dat gansch de redactie van dit blad samenge steld is uit kinderen. Zijn die kinderen onnoozel of mis- kweekt Misschien de twee te gelijk, in dien ten minste men moet oordeelen naar een walgelijk artikel getiteld Aelstersche Kronijk en waarin men, de verleden week zelfs de Damen niet eerbiedigt. Daarom moet men laag gevallen zijn I Maar wat zullen wij zeggen De vruchten zijn naar den boom van zotten, kunnen maar miskweekte zotten voortspruiten. Zooeven heb ik u openlijk gezegd, dat ik u haatte en verachtte, maar toch blijft gij bij uw plan Sorandal had er zich op voorbereid, beleedigingen te moeten aanhooren, en hij was vast besloten alles kalm te on dergaan, omdat hij wel wist, dat hij toch zijn doel zou bereiken. Geen spier van zijn gelaat vertrok dan ook. Met kalme, gelatene stem gaf hij ten antwoord Sta mij toe die hoop te bewaren, u nog wel eenmaal tot andere gedachten te brengen. Zij antwoordde hier niet op, maar ging voort Gij weet ook dat ik eenen nacht buiten het huis mijner ouders heb door gebracht, en al ben ik bij mijnheer Oli vier even veilig geweest als dat ik bij mijnen vader zou geweest zijn, dan trouwt een man van eer toch niet met een meisje, waarop in het oog der wereld een blaam rust. Sorandel zegde Ik weet dat gij het slachtoffer zijt ge worden van een lagen aanslag, waarvoor de strafrechter rekenschap zou vorderen, wanneer de zorg voor uwen goeden naam ons niet het stilzwijgen oplegde. Ik zie in u niet eene schuldige, maar eene onge lukkige, die aanspraak heeft op eerbied en op toegeeflijkheid. Wordt voortgezet,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1904 | | pagina 1