Zondag
6 Maart 1904
56s,e Jaar 5018.
3 centiemen per nummer.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST HUISGEZIN. EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Schijnheiligen!
OM ZES MILLIOEN
Zondagrust.
Klappen zijn
geen oorden
In tegendeel
Soort zoekt soort.
Iets voor
onze hopboeren.
De werken der
Statie van Aelst.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N' 31.
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE 8UU1W
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3d® bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen by accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrydug
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, 5 MAART 1904.
De kiezingen naderen en de lieve socia
listen beginnen voor goed een masker op
te zetten. Zij zullen nu niet meer spreken
van alles in te palmen zonder een centiem
vergoeding toe te staan zij zwijgen dat
ze zweeten over de middelen die de roode
wonderwereld moet invoeren.
Zij zijn geen revolutionnairen meer
Zij willen geen opstand, g< weid of straat
rumoer zij willen ontwikkeling Met
een woord, zij zijn nog zachter dan
lammeren 1
Wat gaan de heethoofden der partij
van die taal z. ggen. Men heeft hun altijd
gesproken van klassenstrijd, van haat te
gen het kapitaal men heeft ze opgehitst
tegen hunnen meester, tegen hunnen pa
troon Men moet het volk den haat
aanleeren, was hunne leus geworden I
De socialisten zullen ze paaien wan-'
neer ze morren zouden, dus dat de lok
middels van vroeger als oudheden zonder
weerde op den rommelzolder worden ge
worpen Zij hebben schijnheilig het
woord behouden Zij zijn revolution
nairen gebleven
Zij kunnen revolutionnairen zijn en
toch geweld verafschuwen 1
Dat strijdt lijk water en vuur, dat is
niet overeen te brengen, zegt ge, en gij
hebt gelijk, doch de socios hebben eene
logiek op zich zeiven zij vinden daar
geen graatjes in.
De straatgevechten, het bloedvergieten,
dat is de revolutie niet, dat is er de illus
tratie van. De revolutie, dat zijn de ver
anderin^en, de hervormingen die inge
voerd worden.
Dat is valsch spél.
Iedereen verstaat door revolutie, ge
weld, straatrumoer en bloedvergieten. De
socialisten niet en daar ligt de valsch-
heid.
In April 1902 hebben de socialisten be
proefd revolutie te maken. Doch hunnen
draak is de kop gepletzij hebben moe
ten wijken voor de krachtdadigheid der
Reget ring die kost wat kost de orde moest
handhaven en ze cok heeft gehandhaafd.
Er zijn bommen dynamiet geworpen te
Binche, te Brussel en elders. Er zijn re
volverschotten gelost bijzonder ie Brus
sel, de politie wierd aangevallen en agen
ten zijn afgeslagen, bij zooverre dat men
lang voor hun leven heeft gevreesd.
In Mei hadden de kiezingen plaats en
ze waren voor de socialisten eene neer
laag, om niet te zeggen eene davering.
Onmiddelijk wierden de opstootjes afge
keurd n Met de geleverde revolvers
KON MEN TEGEN DE MAUSERGEWEREN GEEN
STAND HOUDEN.
Cumulard Berlrand gaf het sein van
die afkeuringen. Hij schreef daartoe eene
brochuur en de fijnaard verkocht ze aan
92® Vervolg.
Eene diepe verachting teekende zich
op het gelaat van het meisje af, teiwijl
zij hernam
Gij weet dat ik M. Olivier Fromen-
tel van ganscher harte bemin en dat ik
nooit een ander dan hem zal betninn<n.
Ik weet dat gij mijne vrouw zult
worden en ik ben er zt ker van dat mijne
eer als echtgenoot bij u veilig zal zijn.
Olivier deed een schrede naar voren.
Met een spottend lachje riep Gisèle
uit
Uwe eer
Haar gelaat werd evenwel terstond
weer ernstig, zij trok hare wenkbrauwen
samen en op geheel anderen toon ging
zij voort
Dus, om u meester te maken van
de millioenen, die ik bezit, stemt gij in
alles toe: in mijne liefde voor hem, in
mijnen haat voor u, in de beleedigingen,
die ik u in het gelaat geslinger met de
hoop dat ik in uw hart nog een vonkje
van eergevoel in eigenliefde zou doen ont
vlammen.
Op de beleedigingen van eene jonge
dame kan een welopgevoed man slechts
met eene buiging antwoorden. Aan ande-
rm, zegde Sorandal, terwijl bij een drel-
20 centiemen de 16 bladzijden. Daarin
wierd de Revolutie afgekeurd, geweld
naar de maan gezonden en ontwikkeling
en hervorming aangepiedikt. Dat vlug
schrift was voorde burgerij, vandaar de
hooge prijs het volk, de sukkelaars die
hun leven hadd< n blootgesteld, moesten,
of liever, mochten niet weten dat Ber-
trand hun spel afkeurde, alhoewel op het
hevigste, Vandirvelde en andere Clowns,
het volk tot staking en geweld hadden
opgehitst
Geweld afkeuren dat ging zoo vander-
hand niet, men moest toch den schijn
bewaren daarom wierd de daad afge
keurd, het bloedvergieten veroordeeld,
maar het woord wierd- behouden. Revo
lutie dat men vroeger aan evolutie had
tegenovergesteld moest nu even dezelfde
beteekt-ms aannemen.
Voor Vooruit en zijnen hoofdopsteller
zijn revolutie en evolutie synoniem Die
valschheid is nog niet sterk genoeg.
Als men zegt, het is slechts sedert de
davering van April 1902, dat het geweld
wordt afgekeurd en veroordeeld zie dan
roept Vooruit Dat is niet waar Al
tijd zijn de socialisten revolutionnai
ren geweest, maar toch uiterst vreed
zame mannen'gebleven, want revolutie
is omkeering en geen geweld.
Dat zal een mensch met gezond ver
stand niet aaneenknoopen kunnen de
tegenstrijdigheid is te scherp.
Maar dit is gelogen Vooruit zegt de
waarheid hij speelt valsch.
Wij dagen zijnen alleswetenden hoof-
opsteller uit zijnen uitleg over te brengen
met de volgende aanhalingen.
Vooruit 3i Maart 1892 schrijft
Zal onze totale vrijmaking op revo-
lutionnaire wijze geschieden Dat is
niet alleen mogelijk, maar waarschijn-
lijk en zeker.
Dat is eene stommiteit als door revolu
tionnaire wijze niet bloedvergieten,geweld
en opstand wordt begrepen.
Vooruit November 1896.
Elk zijnen toer 1 Wij zullen eens
meester zijn en alsdan zullen wij de
burgers op onze broodkarren naar
li de gevangenis voeren. Eens ons doel
bereikt zullen wij daar met onzen groo-
ten ruwen borstel overgaan.
Zij zijn zoo zacht, die lieve socialisten
Dat is genoeg voor heden. Wij zullen
in nog volgende artikelen de schijnheilig
heid van Vooruit aan den kaak stellen.
Er zal daardoor bewezen zijn dat de
werklieden niet het minste vertrouwen
kunnen stellen in de socialisten.
Het zijn bedriegers I
Van 's middags tot middernacht dienst
doende Apotheker, Zondag 6 Maart 1904,
M. De Waele, Keikstraat.
genden blik op Olivier Fromentel wierp,
zal ik daarvoor wel rekenschap weten te
vorderen.
Zoodra gij maar wiltriep Olivier
niet fonkelende oogen uit.
Later, antwoordde Sorandal met
een handgebaar.
Ik veronderstel dat gij weet, hernam
Gisèle, door welk middel mijne moeder
mij tot dat huwelijk heeft kunnen over
halen
Nogmaals antwoordde hij
Ja.
't Is goed, dan heb ik er nog alleen
dit bij te voegen M. Sorandal, ik houd
u voor den laagsten en vtrachtelijksten
man, die onder den hemel loopt en met
weerzin en walging, leg ik mijne hand in
de uwe. M. Sorandal ik ben bereid u als
uwe vrouw te volgen.
Een kreet klonk van de lippen van
Dorgeur.
Klaarblijkelijk begreep de brave man
niets van het tooneel, waarvan hij slechts
een werkeloos toeschouwer was, Hetgeen
er om hem heen voorviel, maakte op
hem den indruk van eenen verwarden
droom
Mev. Dorgeur klemde zich met beide
handen aan de leuning van eenen stoel
vast, om niet neêr te vallen en loosde een
zucht.
Sorandal greep de hand van Gisèle en
zegde
Ik dank u.
Het Land van Aelst geeft e«ne lange
lijsi red. vot ringen de or M De Back- r in
de Kamer op vier jaar uitgesproken.
Zeer wel
Doch zou iemand kunnen zeggen dat
eene enkele dezer redevoeringen ooit in
aanmerking is genomen, hetzij door de
Kamer, hetzij door een Minister, hetzij
door een enkel ernstig man in het land
Heeft eene enkele dezer redevoeringen
ooit eene enkele vrucht afgeworpen,
eer.ig voordeel bijgebracht aan een enke
len inwoner van ons Arrondissement
Neen niet waar
Al die redevoeringen het zijn woorden
in den wind geweest, zonder eenig nut
voor het land en voor 't Arrondissement.
Nochtans die redevoeringen ht bben
aan België 16,000 frs. gekost die M. De
Backer heeft opgtstr ken op vier jaar
tijds, en bovendien groote onkosten voor
het opnemen en drukken van al dit nut
teloos gezeever.
Men oordeele 1
Iedereen weet hoe invloedrijk onze
cathobeke Volksvertegenwoordigers zijn
en hoeveel voordeel zij doen niet alleen
aan de algemeene belangen van ons Va
derland. maar nog aan ieder in het Arron
dissement die aanspraak maakt op hunne
medewerking.
En dit weien liberalen en democraten
opperbest, want in piaats van zich te
wenden wanneer zij in nesten zijn tot den
liberalen senator Bernayge of tot den
democraat De Backer is het altijd bij de
catholifken MM. Van Vreckem, de Kecr-
hove, Woeste, De Sadeleer, Bethunc en
Phrai rt dat zij komen geloopen.
Wij zouden duizende gevallen kunnen
opsommen. Wij zullen het voor 't oogen-
blik niet, hopende dat voor eenige be
langhebbenden de dankbaarheid geen
ijdel woord zal blijven.
Onze lezers k< nnen ongetwijfeld den
naam van Victor Carbonnel, eenen afval
ligen priester, die met al den haat van
een apostaat, den oorlog aandoet aan den
Godsdienst, dien hij vroeger predikte.
Samen met Berenger en G. Tery, twee
ker- Is met hetzelfde sop overgoten, stichte
hij het dagblad l'Action, dat in godde
loosheid en priestervervolging alles over
trof, wat tot dan toe in Frankrijk bestond.
Priest-rs belasteren, kloosterlingen be
spotten, kloosterzusters beschimpen, ca-
tholieke beamten aanklagen en doen
broodrooven, het gespuis tegen de Kerk
en hare bedienaars opruien, dat was hun
lievelingsstieltje.
Maar Olivier Fromentel, buiten zich-
zelve van woede, deed eene schrede naar
voren en riep
Gisèle
Zij strekte smeekend de handen naar
hem uit, maar hij deed alsof hij het niet
zag.
Trillend van woede en verontweerdi-
ging ping hij voort
Denkt gij dan, dat ik hierbij zwij
gend zal toezien Denkt gij dat ik kalm
en onderworpen die misdaad zal gedoo-
gen Neen, duizendmaal neen. O Ik
heb u begrepen, Gisèle, edel schepsel en
ik buig mij vol eerbied voor zooveel op-
ofl. ring. Ook ik weet, wat uwe moeder
u pezegd heeft en door welk ten vreeselijk
geheim zij uwen ttgenstand heeft over
wonnen, maar al mogen ook and- ren dt n
moed hebben, dit grootmoedig offer aan
te nemen, ik heb het recht er mij tegen
te verzetten en van dat recht zal ik ge
bruik maken. Neen, neen, dat huwelijk
zal geen plaats hebben.
Sorandal zag hem met een uitdagenden
blik aan en zegde
Wilt gij het beletten
-Ja.
Hoe
Door overluid te zeggen, wat men
zoo' ven slechts heeft durven fluisteren.
Doe het.
Mijn God, stamelde Mev. Dorgeur
angstig.
Maar wat heeft dit alles nu toch
Vroeg of laat komt echter loontje om
zijn boontje. Charbonnel, die er zoovebn
broodroofde, is op zijne beurt door het
bestuur van l'Action buitengewalsd en
bevindt zich zonder broodwinning: har
de maar wel verdiende straf!
Nu eerst komt de kat op de koord.
Wolven verscheuren malkander niet,
maar menschen wel.
Charbonnel doopt zijne pen in den
zwartsten inkt en in het blad La Raison
spuwt hij al zijne gal uit naar het blad
l'Action, Berenger, Madame Durand,
Senator Delpech, grootmeester der vrij
metselarij en razmde papenvreter; allen
scheldt hij uit voor omgekochten en be
schuldigt ze van zwendelarij.
Vrouw Sorgue, eene socialistische
schrijfstir komt er tusschen en verklaart,
dat gansch de vrijdenkerij ondermijnd
wordt door de verrotting der omkoopeiij
en alles voor geld te bekomen is in de vrij
metselarij.
Goed zoo:
Als man en vrouw gaan kijven,
Kan niets geheim meer blijven.
Senator Delpech beweert bij hoog en
laag dat hij de eerlijkste vent is die de
aardbodem draagt. l'Action verwijt aan
dt radico socialistische Lanterne, dat zij
ook al geld heeft getrokken. l'Intransi
geant, het blad van den gewezen commu
nard Rochefort, somt al de postjes op, die
Delpech voor hem en zijne familie heeft
binnengepalmd en waarmede hij en de
zijnen jaarlijks uit de Fransche schatkist
38 k 40 duizend franks lepelen.
Berenger die zijnen ouden vriend wel
moet kennen schrijft: Judas Charbonnel
li< gt gelijk hij ademt, verradt gelijk hij
zweet en haat gelijk hij loensch kijkt. Ik
gevoel voor dien misdadiger nog meer
medelijden dan walg.»
Gérault-Richard, nog een socialist van
den zuiversten bloede en een vrijdenker
van de hevigste soort, schrijft 't volgende:
it Charbonnel en Berenger hebben alle
twee niet veel aan het lijf dat deugt; 'tzijn
vieze snaken!
Als men die woorden wikt en weegt
van al die mannen die geene geringe be-
faamheid genieten in de vrijmetselaars-
bende, en hoe zij m.iikanderen het stof
uit de frak kloppen, hadden wij geen on
gelijk onzen artikel te betitelen Soort
zoekt soort-
Er dient echter noh bijgevoegd dat
Charbonnel een der beste vriendenis on
zer Belgische socialisten.Te Ransart waar
zij de baas zijn, hebben zij zich zelf den
naam van Charbonnel gegeven.
Over een jaar riep Stien Demblon in
de Kamer; Charbonnel is een eerlijk man.
Furnémont voegde er bij: a Ik ben er
fier op den vriend van Charbonnel te
zijn. Goed gezelschap hé Soort zoekt
soort, zei de duivel en hij pakte den
schouwvager bij de kraag.
eigenlijk te beteekenen riep Dorgeur uit.
Wat is er Waarvan spreekt men toch
Ik wil het weten.
Niemand antwoordde.
Gisèle had een paar schreden naar vo
ren gedaan en legde hare witte hand op
den schouder van Olivier en de jongeling
beefde bij dtze aanraking.
Neen, Olivier, zegde zij op gevoel-
vollen toon, gij zult zwijgen, vriend. Gij
zult u mijner liefde wetrdig toonen. Ik
heb gedaan wat ik doen moest, verwijt
mij daarom nits.
Lieveling, stamelde Olivier bevend.
Ik bemin u, zegde zij.
En gij wilt
Het moet.
Nooit, neen, nooit zal ik zoo iets
dulden.
Ik verzoek het u, Olivier, ik smeek
er u om. Moet ik aan uwe voeten neer
knielen.
Gisèle.
Zij naderde hem.
Gij weet alles, zegde zij met vaste
stem.
Ja-
Welnu, gij zijt, evenals ik, thans in
het bezit van .iat vrt-t-swlijk g. heim. Kon
den wij het raden Zooeven hebt gij het
dit zag ik met geweld van uwe
lippen moeten terugdringen. Bewaar het
ook nu.
Zij wees met de oogen naar Mev. Dor
geur.
De lietooging voor dt* Hop
op Halfvasten.
Alho-wel wij geene groote partijgan
gers zijn van bttoogingen op den open
baren weg, hebben wij tot hiertoe geen
woord gezegd dat de betooging, ontwor
pen door M. Daens ten voordeele der
Rechten op de vreemde hop, zou kunnen
hinderen.
Doch thans, aanzien wij het als eene
plicht jegens onze hopboeren, jegens
hunne rechtvaardige eischen, onze
St m te verheffen om aan iedereen de
uiterste omzichtigheid aan te raden in
die kwestie.
Wij vernemen immers dat M' Daens
ontworpen heeft de hopboeren uit te noo-
digen door de straten van Brussel, te ko
men manifesteeren op Zondag 14 Maart,
zijnde den Zondag van Halfvasten.
Men weet dat dien dag te Brussel car
naval gevierd wordt.
Welnu van twee zaken, eene ofwel
zal de betooging der hopboeren onopge
merkt doorgaan te midden der carnaval
feestelijkheden, of te wel, zal zij het voor
werp zijn der domme spotternijen van
de gemaskerde kiekenfretters en andere
Brusselsche zwanzers.
In beide gevallen zal ieder rechtzinnig
man moeten bekennen dat het doel der
betooging gansch zal mislukt zijn. En is
M. Daens niet verveerd van te midden
der vermondr-n en schandaulen om
te gaan, wij hebben te veel eerbied en
achting voor onze achtbare landbouwers
der hoppestreek om ze niet te verwittigen
van het gevaar waaraan de onbedachte
handelwijze ze blootstelt.
Wanneer- wij zeggen dat die handel
wijze onbedacht is, dan denken wij zeer
gematigd te zijn, en wij zijn er van over
tuigd, onze hopboeren hebben te veel
verstand en ook te veel eergevoel om, laat
ons het woord maar vlakaf zeggen, de
ernstige zaak der inkomrechtea op de
vreemde hop te vernederen en belachelijk
te maken met haar door het groot publiek
te laten verwarren met eene carnaval-
vertooning.
Een stoet van hopboeren die strijden
voor hun recht, mag men niet verwarren
met eene kliek van vermomde poesjenel
len en paljassen.
Wy zeggen het vlakaf, het gedacht van
eene betooging der hopboeren op carna
val te stellen is oprecht ongelukkig, en
misschien van aard om de rechtvaardige
eischen der hopboeren ernstig te bena
deel igen.
Wij moeten nog doen opmerken dat de
Fransche dagbladen melden dat de Bur
gemeester van Brussel aan de betooging
den~toegang tot het koninklijk paleis, de
ministeries en omliggende straten ontzegd
heeft. Een bewijs te meer dat de betoo-
Zie mijne moeder aan, voegde zij er
nog zachter bij.
Olivier sidderde.
Mev. Dorgeur stond over de leuning
van den stoel gebogen en trachtte vol
ar.gst een woord van het gesprokene tus
schen de beide jongelieden op te vangen.
Zij begreep dat nu over haar lot beslist
werd.
Gij weet dat ik zinneloos zou wor
den riep hij uit.
En ik zou het besterven, hernam
zij. Denkt gij dan dat het mij mogelijk
zou zijn, te blijven leven O Olivier,
wij hebben slechts weinige uren van ge
luk gekend, maar die zullen voldoende
zijn voor ons geheel leven, nietwaar
Dat gt-luk ben ik aan u verschuldigd,
Olivier, het gewichtig oogenblik nadert,
wij moeten voor altijd van elkander
scheiden.
Maar verduiveld, zal ik nu haast
antwoord krijgen riep Dorgeur uit, die
opnieuw eene poging doen wilde; om
achter het geheim te komen,'dat men zoo
angstvallig voor hem trachtte verborgen
te houden.
- Neen, M. Dorgeur, zegde Olivier,
dat is onnoodig. Gij h- bt vrijwillig, uit
eigen beweging, de hand van uwe doch
ter toegezegd aan M. Sorandal, het zij
zoo. Laat hem haar meenemen, het off-r
is gebracht en daarmee is alles geëindigd
Hij keerde zich daarop weer tot Gi
sèle
gjng op den gestelden dag wel ongele
gen is.
En waartoe eigenlijk kan die betooging
dienen
Het handelstraktaat met Duitschland
dat rechten zonder wederkeerigheid vast
stelde, is ten einde, en zal niet langer du
ren dan tot 3i December 1904.
Van nu af schijnt het vast besloten dat
het nieuwe handelstractaat dat men thans
bezig is met te bespreken, de hop zal van
kant laten, even als onze Volksvertegen
woordiger M. Bethune het aangeraden
heeft.
He Duitsche en Belgische regeeringen
zijn verwittigd dat een handelstractaat
met ongelijke rechten op de hop niet zal
gestemd zijn door de catholieke Volks
vertegenwoordigers van Aelst, Brussel en
Yper wier stemming onontbeerlijk is voor
zijne goedkeuring in de Kamer.
Diensvolgens mag men verhopen dat
met 31 December 1904 België zal vrijge
vochten zijn en van die vrijheid zal men
gebruik kunnen maken om rechten te
stemmen op de vreemde hop.
Ziedaar feiten.
En al de betoogingen van de wereld,
zelfs en bijzonder op carnaval, zullen
geenen stap vooruit doen maken aan eene
ernstige zaak die door ernstige mannen en
op ernstige wijze alleen kan vooruitgaan.
Den Heer Minister van Spoorwegen
heeft den volgenden brief geschreven aan
onzen Volksvertegenwoordiger M. Be
thune, die in het belang der werkeloozen
aangedrongen had om zonder verwijl de
werken der statie te zien voortzetten
Brussel, 29 Februari 1904.
Waarde Collega
Ik heb de eer ter uwer kennis te bren
gen dat de werken van terrassement her-
nomen zijn ter statie van Aelst. Deze
werken die thans van geene dringendheid
zijn, zullen spoedig voortgezet wor
den zoodra de sectiën van den Brussel-
schen groep het oud ballast voortkomende
van de werken van vernieuwing zullen
kunnen opsturen.
Men houdt zich met zeer veel
vlijt onledig mei de voorstellen van uit
voering van het gebouw voor verschillige
diensten op te richten in bovengemelde
statie en het is te voorzien dat de werken
zullen kunnen begonnen worden^oodra
het jaargetijde zal gunstig wezen.
Wal de andere werken voorzien in het
plan van de statie, betreft het is niet on
mogelijk dat zij zullen kunnen begonnen
worden in den loop van den aanstaanden
zomer.
Aanvaard, enz.
(g.) LIEBAERT.
Ik wil uwer niet onweerdig zijn,
lieveling, zegde hij met bevende stem, ik
eerbiedig uwe edele zelfopoffering.
Hij knielde voor haar neer als voor
eene heilige.
Het meisje legde langzaam de hand op
zijn hoofd. Een verheven glimlach plooi
de hare lippen.
Trouwens, zegde Olivier, terwijl hij
opstond,, er blijft nog eene hoop over.
Welke vroeg Sorandal.
De hoop u te dooden, antwoordde
Olivier.
Daar zullen wij later wel over spre
ken, mijnheer. Op het oogenblik zult gij,
naar ik hoop, wel begrijpen, dat uwe
tegenwoordigheid hier, minstgeaomen,
overbodig is.
Nauwelijks had Sorandal deze woorden
gesproken, of er werd luid op de deur
geklopt.
Wie is daar vroeg hij angstig, als
voelde hij instinctmatig de nadering van
een gevaar.
Mijn God, riep Olivier uit, mis
schien daagt er nog hulp op.
Hij dacht aan Jacques, aan Jacques,
die ongetwijfeld naar hem zocht en wiens
nasporingen hem vroeg of laat wel naar
het kasteel Pierrefite moesten voeren.
Hij deed open.
E«-n bediende vertoonde zich op den
dorpel.
Wordt voortgezet,