Zondag 6 Maart 1904 56s,e Jaar 5018. 3 centiemen per nummer. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST HUISGEZIN. EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Schijnheiligen! OM ZES MILLIOEN Zondagrust. Klappen zijn geen oorden In tegendeel Soort zoekt soort. Iets voor onze hopboeren. De werken der Statie van Aelst. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N' 31. en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE 8UU1W Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d® bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen by accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrydug in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 5 MAART 1904. De kiezingen naderen en de lieve socia listen beginnen voor goed een masker op te zetten. Zij zullen nu niet meer spreken van alles in te palmen zonder een centiem vergoeding toe te staan zij zwijgen dat ze zweeten over de middelen die de roode wonderwereld moet invoeren. Zij zijn geen revolutionnairen meer Zij willen geen opstand, g< weid of straat rumoer zij willen ontwikkeling Met een woord, zij zijn nog zachter dan lammeren 1 Wat gaan de heethoofden der partij van die taal z. ggen. Men heeft hun altijd gesproken van klassenstrijd, van haat te gen het kapitaal men heeft ze opgehitst tegen hunnen meester, tegen hunnen pa troon Men moet het volk den haat aanleeren, was hunne leus geworden I De socialisten zullen ze paaien wan-' neer ze morren zouden, dus dat de lok middels van vroeger als oudheden zonder weerde op den rommelzolder worden ge worpen Zij hebben schijnheilig het woord behouden Zij zijn revolution nairen gebleven Zij kunnen revolutionnairen zijn en toch geweld verafschuwen 1 Dat strijdt lijk water en vuur, dat is niet overeen te brengen, zegt ge, en gij hebt gelijk, doch de socios hebben eene logiek op zich zeiven zij vinden daar geen graatjes in. De straatgevechten, het bloedvergieten, dat is de revolutie niet, dat is er de illus tratie van. De revolutie, dat zijn de ver anderin^en, de hervormingen die inge voerd worden. Dat is valsch spél. Iedereen verstaat door revolutie, ge weld, straatrumoer en bloedvergieten. De socialisten niet en daar ligt de valsch- heid. In April 1902 hebben de socialisten be proefd revolutie te maken. Doch hunnen draak is de kop gepletzij hebben moe ten wijken voor de krachtdadigheid der Reget ring die kost wat kost de orde moest handhaven en ze cok heeft gehandhaafd. Er zijn bommen dynamiet geworpen te Binche, te Brussel en elders. Er zijn re volverschotten gelost bijzonder ie Brus sel, de politie wierd aangevallen en agen ten zijn afgeslagen, bij zooverre dat men lang voor hun leven heeft gevreesd. In Mei hadden de kiezingen plaats en ze waren voor de socialisten eene neer laag, om niet te zeggen eene davering. Onmiddelijk wierden de opstootjes afge keurd n Met de geleverde revolvers KON MEN TEGEN DE MAUSERGEWEREN GEEN STAND HOUDEN. Cumulard Berlrand gaf het sein van die afkeuringen. Hij schreef daartoe eene brochuur en de fijnaard verkocht ze aan 92® Vervolg. Eene diepe verachting teekende zich op het gelaat van het meisje af, teiwijl zij hernam Gij weet dat ik M. Olivier Fromen- tel van ganscher harte bemin en dat ik nooit een ander dan hem zal betninn<n. Ik weet dat gij mijne vrouw zult worden en ik ben er zt ker van dat mijne eer als echtgenoot bij u veilig zal zijn. Olivier deed een schrede naar voren. Met een spottend lachje riep Gisèle uit Uwe eer Haar gelaat werd evenwel terstond weer ernstig, zij trok hare wenkbrauwen samen en op geheel anderen toon ging zij voort Dus, om u meester te maken van de millioenen, die ik bezit, stemt gij in alles toe: in mijne liefde voor hem, in mijnen haat voor u, in de beleedigingen, die ik u in het gelaat geslinger met de hoop dat ik in uw hart nog een vonkje van eergevoel in eigenliefde zou doen ont vlammen. Op de beleedigingen van eene jonge dame kan een welopgevoed man slechts met eene buiging antwoorden. Aan ande- rm, zegde Sorandal, terwijl bij een drel- 20 centiemen de 16 bladzijden. Daarin wierd de Revolutie afgekeurd, geweld naar de maan gezonden en ontwikkeling en hervorming aangepiedikt. Dat vlug schrift was voorde burgerij, vandaar de hooge prijs het volk, de sukkelaars die hun leven hadd< n blootgesteld, moesten, of liever, mochten niet weten dat Ber- trand hun spel afkeurde, alhoewel op het hevigste, Vandirvelde en andere Clowns, het volk tot staking en geweld hadden opgehitst Geweld afkeuren dat ging zoo vander- hand niet, men moest toch den schijn bewaren daarom wierd de daad afge keurd, het bloedvergieten veroordeeld, maar het woord wierd- behouden. Revo lutie dat men vroeger aan evolutie had tegenovergesteld moest nu even dezelfde beteekt-ms aannemen. Voor Vooruit en zijnen hoofdopsteller zijn revolutie en evolutie synoniem Die valschheid is nog niet sterk genoeg. Als men zegt, het is slechts sedert de davering van April 1902, dat het geweld wordt afgekeurd en veroordeeld zie dan roept Vooruit Dat is niet waar Al tijd zijn de socialisten revolutionnai ren geweest, maar toch uiterst vreed zame mannen'gebleven, want revolutie is omkeering en geen geweld. Dat zal een mensch met gezond ver stand niet aaneenknoopen kunnen de tegenstrijdigheid is te scherp. Maar dit is gelogen Vooruit zegt de waarheid hij speelt valsch. Wij dagen zijnen alleswetenden hoof- opsteller uit zijnen uitleg over te brengen met de volgende aanhalingen. Vooruit 3i Maart 1892 schrijft Zal onze totale vrijmaking op revo- lutionnaire wijze geschieden Dat is niet alleen mogelijk, maar waarschijn- lijk en zeker. Dat is eene stommiteit als door revolu tionnaire wijze niet bloedvergieten,geweld en opstand wordt begrepen. Vooruit November 1896. Elk zijnen toer 1 Wij zullen eens meester zijn en alsdan zullen wij de burgers op onze broodkarren naar li de gevangenis voeren. Eens ons doel bereikt zullen wij daar met onzen groo- ten ruwen borstel overgaan. Zij zijn zoo zacht, die lieve socialisten Dat is genoeg voor heden. Wij zullen in nog volgende artikelen de schijnheilig heid van Vooruit aan den kaak stellen. Er zal daardoor bewezen zijn dat de werklieden niet het minste vertrouwen kunnen stellen in de socialisten. Het zijn bedriegers I Van 's middags tot middernacht dienst doende Apotheker, Zondag 6 Maart 1904, M. De Waele, Keikstraat. genden blik op Olivier Fromentel wierp, zal ik daarvoor wel rekenschap weten te vorderen. Zoodra gij maar wiltriep Olivier niet fonkelende oogen uit. Later, antwoordde Sorandal met een handgebaar. Ik veronderstel dat gij weet, hernam Gisèle, door welk middel mijne moeder mij tot dat huwelijk heeft kunnen over halen Nogmaals antwoordde hij Ja. 't Is goed, dan heb ik er nog alleen dit bij te voegen M. Sorandal, ik houd u voor den laagsten en vtrachtelijksten man, die onder den hemel loopt en met weerzin en walging, leg ik mijne hand in de uwe. M. Sorandal ik ben bereid u als uwe vrouw te volgen. Een kreet klonk van de lippen van Dorgeur. Klaarblijkelijk begreep de brave man niets van het tooneel, waarvan hij slechts een werkeloos toeschouwer was, Hetgeen er om hem heen voorviel, maakte op hem den indruk van eenen verwarden droom Mev. Dorgeur klemde zich met beide handen aan de leuning van eenen stoel vast, om niet neêr te vallen en loosde een zucht. Sorandal greep de hand van Gisèle en zegde Ik dank u. Het Land van Aelst geeft e«ne lange lijsi red. vot ringen de or M De Back- r in de Kamer op vier jaar uitgesproken. Zeer wel Doch zou iemand kunnen zeggen dat eene enkele dezer redevoeringen ooit in aanmerking is genomen, hetzij door de Kamer, hetzij door een Minister, hetzij door een enkel ernstig man in het land Heeft eene enkele dezer redevoeringen ooit eene enkele vrucht afgeworpen, eer.ig voordeel bijgebracht aan een enke len inwoner van ons Arrondissement Neen niet waar Al die redevoeringen het zijn woorden in den wind geweest, zonder eenig nut voor het land en voor 't Arrondissement. Nochtans die redevoeringen ht bben aan België 16,000 frs. gekost die M. De Backer heeft opgtstr ken op vier jaar tijds, en bovendien groote onkosten voor het opnemen en drukken van al dit nut teloos gezeever. Men oordeele 1 Iedereen weet hoe invloedrijk onze cathobeke Volksvertegenwoordigers zijn en hoeveel voordeel zij doen niet alleen aan de algemeene belangen van ons Va derland. maar nog aan ieder in het Arron dissement die aanspraak maakt op hunne medewerking. En dit weien liberalen en democraten opperbest, want in piaats van zich te wenden wanneer zij in nesten zijn tot den liberalen senator Bernayge of tot den democraat De Backer is het altijd bij de catholifken MM. Van Vreckem, de Kecr- hove, Woeste, De Sadeleer, Bethunc en Phrai rt dat zij komen geloopen. Wij zouden duizende gevallen kunnen opsommen. Wij zullen het voor 't oogen- blik niet, hopende dat voor eenige be langhebbenden de dankbaarheid geen ijdel woord zal blijven. Onze lezers k< nnen ongetwijfeld den naam van Victor Carbonnel, eenen afval ligen priester, die met al den haat van een apostaat, den oorlog aandoet aan den Godsdienst, dien hij vroeger predikte. Samen met Berenger en G. Tery, twee ker- Is met hetzelfde sop overgoten, stichte hij het dagblad l'Action, dat in godde loosheid en priestervervolging alles over trof, wat tot dan toe in Frankrijk bestond. Priest-rs belasteren, kloosterlingen be spotten, kloosterzusters beschimpen, ca- tholieke beamten aanklagen en doen broodrooven, het gespuis tegen de Kerk en hare bedienaars opruien, dat was hun lievelingsstieltje. Maar Olivier Fromentel, buiten zich- zelve van woede, deed eene schrede naar voren en riep Gisèle Zij strekte smeekend de handen naar hem uit, maar hij deed alsof hij het niet zag. Trillend van woede en verontweerdi- ging ping hij voort Denkt gij dan, dat ik hierbij zwij gend zal toezien Denkt gij dat ik kalm en onderworpen die misdaad zal gedoo- gen Neen, duizendmaal neen. O Ik heb u begrepen, Gisèle, edel schepsel en ik buig mij vol eerbied voor zooveel op- ofl. ring. Ook ik weet, wat uwe moeder u pezegd heeft en door welk ten vreeselijk geheim zij uwen ttgenstand heeft over wonnen, maar al mogen ook and- ren dt n moed hebben, dit grootmoedig offer aan te nemen, ik heb het recht er mij tegen te verzetten en van dat recht zal ik ge bruik maken. Neen, neen, dat huwelijk zal geen plaats hebben. Sorandal zag hem met een uitdagenden blik aan en zegde Wilt gij het beletten -Ja. Hoe Door overluid te zeggen, wat men zoo' ven slechts heeft durven fluisteren. Doe het. Mijn God, stamelde Mev. Dorgeur angstig. Maar wat heeft dit alles nu toch Vroeg of laat komt echter loontje om zijn boontje. Charbonnel, die er zoovebn broodroofde, is op zijne beurt door het bestuur van l'Action buitengewalsd en bevindt zich zonder broodwinning: har de maar wel verdiende straf! Nu eerst komt de kat op de koord. Wolven verscheuren malkander niet, maar menschen wel. Charbonnel doopt zijne pen in den zwartsten inkt en in het blad La Raison spuwt hij al zijne gal uit naar het blad l'Action, Berenger, Madame Durand, Senator Delpech, grootmeester der vrij metselarij en razmde papenvreter; allen scheldt hij uit voor omgekochten en be schuldigt ze van zwendelarij. Vrouw Sorgue, eene socialistische schrijfstir komt er tusschen en verklaart, dat gansch de vrijdenkerij ondermijnd wordt door de verrotting der omkoopeiij en alles voor geld te bekomen is in de vrij metselarij. Goed zoo: Als man en vrouw gaan kijven, Kan niets geheim meer blijven. Senator Delpech beweert bij hoog en laag dat hij de eerlijkste vent is die de aardbodem draagt. l'Action verwijt aan dt radico socialistische Lanterne, dat zij ook al geld heeft getrokken. l'Intransi geant, het blad van den gewezen commu nard Rochefort, somt al de postjes op, die Delpech voor hem en zijne familie heeft binnengepalmd en waarmede hij en de zijnen jaarlijks uit de Fransche schatkist 38 k 40 duizend franks lepelen. Berenger die zijnen ouden vriend wel moet kennen schrijft: Judas Charbonnel li< gt gelijk hij ademt, verradt gelijk hij zweet en haat gelijk hij loensch kijkt. Ik gevoel voor dien misdadiger nog meer medelijden dan walg.» Gérault-Richard, nog een socialist van den zuiversten bloede en een vrijdenker van de hevigste soort, schrijft 't volgende: it Charbonnel en Berenger hebben alle twee niet veel aan het lijf dat deugt; 'tzijn vieze snaken! Als men die woorden wikt en weegt van al die mannen die geene geringe be- faamheid genieten in de vrijmetselaars- bende, en hoe zij m.iikanderen het stof uit de frak kloppen, hadden wij geen on gelijk onzen artikel te betitelen Soort zoekt soort- Er dient echter noh bijgevoegd dat Charbonnel een der beste vriendenis on zer Belgische socialisten.Te Ransart waar zij de baas zijn, hebben zij zich zelf den naam van Charbonnel gegeven. Over een jaar riep Stien Demblon in de Kamer; Charbonnel is een eerlijk man. Furnémont voegde er bij: a Ik ben er fier op den vriend van Charbonnel te zijn. Goed gezelschap hé Soort zoekt soort, zei de duivel en hij pakte den schouwvager bij de kraag. eigenlijk te beteekenen riep Dorgeur uit. Wat is er Waarvan spreekt men toch Ik wil het weten. Niemand antwoordde. Gisèle had een paar schreden naar vo ren gedaan en legde hare witte hand op den schouder van Olivier en de jongeling beefde bij dtze aanraking. Neen, Olivier, zegde zij op gevoel- vollen toon, gij zult zwijgen, vriend. Gij zult u mijner liefde wetrdig toonen. Ik heb gedaan wat ik doen moest, verwijt mij daarom nits. Lieveling, stamelde Olivier bevend. Ik bemin u, zegde zij. En gij wilt Het moet. Nooit, neen, nooit zal ik zoo iets dulden. Ik verzoek het u, Olivier, ik smeek er u om. Moet ik aan uwe voeten neer knielen. Gisèle. Zij naderde hem. Gij weet alles, zegde zij met vaste stem. Ja- Welnu, gij zijt, evenals ik, thans in het bezit van .iat vrt-t-swlijk g. heim. Kon den wij het raden Zooeven hebt gij het dit zag ik met geweld van uwe lippen moeten terugdringen. Bewaar het ook nu. Zij wees met de oogen naar Mev. Dor geur. De lietooging voor dt* Hop op Halfvasten. Alho-wel wij geene groote partijgan gers zijn van bttoogingen op den open baren weg, hebben wij tot hiertoe geen woord gezegd dat de betooging, ontwor pen door M. Daens ten voordeele der Rechten op de vreemde hop, zou kunnen hinderen. Doch thans, aanzien wij het als eene plicht jegens onze hopboeren, jegens hunne rechtvaardige eischen, onze St m te verheffen om aan iedereen de uiterste omzichtigheid aan te raden in die kwestie. Wij vernemen immers dat M' Daens ontworpen heeft de hopboeren uit te noo- digen door de straten van Brussel, te ko men manifesteeren op Zondag 14 Maart, zijnde den Zondag van Halfvasten. Men weet dat dien dag te Brussel car naval gevierd wordt. Welnu van twee zaken, eene ofwel zal de betooging der hopboeren onopge merkt doorgaan te midden der carnaval feestelijkheden, of te wel, zal zij het voor werp zijn der domme spotternijen van de gemaskerde kiekenfretters en andere Brusselsche zwanzers. In beide gevallen zal ieder rechtzinnig man moeten bekennen dat het doel der betooging gansch zal mislukt zijn. En is M. Daens niet verveerd van te midden der vermondr-n en schandaulen om te gaan, wij hebben te veel eerbied en achting voor onze achtbare landbouwers der hoppestreek om ze niet te verwittigen van het gevaar waaraan de onbedachte handelwijze ze blootstelt. Wanneer- wij zeggen dat die handel wijze onbedacht is, dan denken wij zeer gematigd te zijn, en wij zijn er van over tuigd, onze hopboeren hebben te veel verstand en ook te veel eergevoel om, laat ons het woord maar vlakaf zeggen, de ernstige zaak der inkomrechtea op de vreemde hop te vernederen en belachelijk te maken met haar door het groot publiek te laten verwarren met eene carnaval- vertooning. Een stoet van hopboeren die strijden voor hun recht, mag men niet verwarren met eene kliek van vermomde poesjenel len en paljassen. Wy zeggen het vlakaf, het gedacht van eene betooging der hopboeren op carna val te stellen is oprecht ongelukkig, en misschien van aard om de rechtvaardige eischen der hopboeren ernstig te bena deel igen. Wij moeten nog doen opmerken dat de Fransche dagbladen melden dat de Bur gemeester van Brussel aan de betooging den~toegang tot het koninklijk paleis, de ministeries en omliggende straten ontzegd heeft. Een bewijs te meer dat de betoo- Zie mijne moeder aan, voegde zij er nog zachter bij. Olivier sidderde. Mev. Dorgeur stond over de leuning van den stoel gebogen en trachtte vol ar.gst een woord van het gesprokene tus schen de beide jongelieden op te vangen. Zij begreep dat nu over haar lot beslist werd. Gij weet dat ik zinneloos zou wor den riep hij uit. En ik zou het besterven, hernam zij. Denkt gij dan dat het mij mogelijk zou zijn, te blijven leven O Olivier, wij hebben slechts weinige uren van ge luk gekend, maar die zullen voldoende zijn voor ons geheel leven, nietwaar Dat gt-luk ben ik aan u verschuldigd, Olivier, het gewichtig oogenblik nadert, wij moeten voor altijd van elkander scheiden. Maar verduiveld, zal ik nu haast antwoord krijgen riep Dorgeur uit, die opnieuw eene poging doen wilde; om achter het geheim te komen,'dat men zoo angstvallig voor hem trachtte verborgen te houden. - Neen, M. Dorgeur, zegde Olivier, dat is onnoodig. Gij h- bt vrijwillig, uit eigen beweging, de hand van uwe doch ter toegezegd aan M. Sorandal, het zij zoo. Laat hem haar meenemen, het off-r is gebracht en daarmee is alles geëindigd Hij keerde zich daarop weer tot Gi sèle gjng op den gestelden dag wel ongele gen is. En waartoe eigenlijk kan die betooging dienen Het handelstraktaat met Duitschland dat rechten zonder wederkeerigheid vast stelde, is ten einde, en zal niet langer du ren dan tot 3i December 1904. Van nu af schijnt het vast besloten dat het nieuwe handelstractaat dat men thans bezig is met te bespreken, de hop zal van kant laten, even als onze Volksvertegen woordiger M. Bethune het aangeraden heeft. He Duitsche en Belgische regeeringen zijn verwittigd dat een handelstractaat met ongelijke rechten op de hop niet zal gestemd zijn door de catholieke Volks vertegenwoordigers van Aelst, Brussel en Yper wier stemming onontbeerlijk is voor zijne goedkeuring in de Kamer. Diensvolgens mag men verhopen dat met 31 December 1904 België zal vrijge vochten zijn en van die vrijheid zal men gebruik kunnen maken om rechten te stemmen op de vreemde hop. Ziedaar feiten. En al de betoogingen van de wereld, zelfs en bijzonder op carnaval, zullen geenen stap vooruit doen maken aan eene ernstige zaak die door ernstige mannen en op ernstige wijze alleen kan vooruitgaan. Den Heer Minister van Spoorwegen heeft den volgenden brief geschreven aan onzen Volksvertegenwoordiger M. Be thune, die in het belang der werkeloozen aangedrongen had om zonder verwijl de werken der statie te zien voortzetten Brussel, 29 Februari 1904. Waarde Collega Ik heb de eer ter uwer kennis te bren gen dat de werken van terrassement her- nomen zijn ter statie van Aelst. Deze werken die thans van geene dringendheid zijn, zullen spoedig voortgezet wor den zoodra de sectiën van den Brussel- schen groep het oud ballast voortkomende van de werken van vernieuwing zullen kunnen opsturen. Men houdt zich met zeer veel vlijt onledig mei de voorstellen van uit voering van het gebouw voor verschillige diensten op te richten in bovengemelde statie en het is te voorzien dat de werken zullen kunnen begonnen worden^oodra het jaargetijde zal gunstig wezen. Wal de andere werken voorzien in het plan van de statie, betreft het is niet on mogelijk dat zij zullen kunnen begonnen worden in den loop van den aanstaanden zomer. Aanvaard, enz. (g.) LIEBAERT. Ik wil uwer niet onweerdig zijn, lieveling, zegde hij met bevende stem, ik eerbiedig uwe edele zelfopoffering. Hij knielde voor haar neer als voor eene heilige. Het meisje legde langzaam de hand op zijn hoofd. Een verheven glimlach plooi de hare lippen. Trouwens, zegde Olivier, terwijl hij opstond,, er blijft nog eene hoop over. Welke vroeg Sorandal. De hoop u te dooden, antwoordde Olivier. Daar zullen wij later wel over spre ken, mijnheer. Op het oogenblik zult gij, naar ik hoop, wel begrijpen, dat uwe tegenwoordigheid hier, minstgeaomen, overbodig is. Nauwelijks had Sorandal deze woorden gesproken, of er werd luid op de deur geklopt. Wie is daar vroeg hij angstig, als voelde hij instinctmatig de nadering van een gevaar. Mijn God, riep Olivier uit, mis schien daagt er nog hulp op. Hij dacht aan Jacques, aan Jacques, die ongetwijfeld naar hem zocht en wiens nasporingen hem vroeg of laat wel naar het kasteel Pierrefite moesten voeren. Hij deed open. E«-n bediende vertoonde zich op den dorpel. Wordt voortgezet,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1904 | | pagina 1